Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Voorzitter, minister, gisteren was er in de media heel wat te doen rond het bericht dat heel veel Vlamingen van een grote woning naar een kleiner appartement verhuizen. Voor de leden van de commissie Wonen, maar ook voor mensen die in de woonsector werken, is dat natuurlijk geen nieuws. We zien al langer dat woningen jaar na jaar kleiner worden. Dat heeft uiteraard met veel factoren te maken. Denk maar aan demografische ontwikkelingen, met meer en meer alleenstaanden en eenoudergezinnen, stijgende onderhouds- en energiekosten voor grote woningen, stijgende vastgoedprijzen enzovoort. Al deze factoren maken dat de woonoppervlakte in Vlaanderen steeds kleiner wordt.
Minister, in mei stond ik hier ook al met een vraag over nieuwe en alternatieve woonvormen, zoals cohousing. U antwoordde toen dat er een studieopdracht werd gegeven aan Steunpunt Wonen. Ik vermoed dat daarin ook wel de nodige aandacht zal gaan naar kleiner wonen. U kondigde toen ook aan dat de studie zou worden afgerond in juli en augustus en dat we de resultaten na de zomer zouden ontvangen. Wij hebben ze nog niet gekregen, hebt u ze al kunnen inkijken? Ik ben uiteraard heel benieuwd naar de conclusies.
We gaan in Vlaanderen steeds kleiner wonen, maar in vergelijking met de ons omringende landen wonen we nog altijd vrij groot. Graag vernam ik welke initiatieven u zult nemen om de woonreglementering onder de loep te nemen.
Minister Homans heeft het woord.
Mevrouw De Vroe, ik kan natuurlijk alleen antwoorden vanuit mijn bevoegdheid Wonen. Ik ben niet bevoegd voor financiën, begroting, fiscaliteit of ruimtelijke ordening. In de Vlaamse Wooncode, die wel onder mijn bevoegdheid valt, hebben we zoiets als minimale kwaliteitsnormen. Die bepalen dat een zelfstandig woonentiteit een minimale oppervlakte van 18 vierkante meter moet hebben. Ik neem aan dat het niet uw bedoeling is om dat nog te laten dalen, want dan kunnen we de veiligheid noch de kwaliteit garanderen. Dat gaan we dus niet doen. Ik heb wel al verschillende keren in de commissie Wonen gezegd, en het staat ook in mijn beleidsnota Wonen, dat we, gezien de huidige tendensen, de maximale oppervlakte voor een bescheiden woning, namelijk 500 vierkante meter, misschien wel naar beneden moeten halen. Daar ben ik ook absoluut voorstander van.
Vanuit mijn bevoegdheid zal ik dus geen enkele regelgeving aanpassen. Ik zal de minimale oppervlakte van 18 vierkante meter niet naar beneden halen. De normen voor een bescheiden woning zullen we wel aanpassen, zoals we al in de commissie hebben toegelicht, maar veiligheid en kwaliteit blijven belangrijk, ondanks de huidige tendensen.
De studie van het Steunpunt Wonen zou inderdaad normaal gezien bij het begin van de zomer worden opgeleverd, maar er zijn problemen gerezen. Steunpunt Wonen heeft bij mijn collega’s bevoegd voor de fiscaliteit en de ruimtelijke ordening bepaalde problemen aangekaart. We proberen nu alles in één studie te combineren, want wat u vraagt, gaat veel breder dan alleen de bevoegdheid Wonen. Het heeft ook heel veel te maken met Ruimtelijke Ordening en Fiscaliteit. Het is dus iets langer wachten op de studie. Ik hoop ze nog dit najaar te krijgen, maar ik hoop dan wel dat er een meer dan behoorlijke convergentie zal zijn tussen drie betrokken beleidsdomeinen.
Dank u wel, minister. Uiteraard kijken we uit naar de resultaten van die studie, die we in het najaar mogen ontvangen. Ik benadruk dat het voor onze fractie niet de bedoeling is om die 18 vierkante meter te verkleinen, maar het is belangrijk dat iedereen een betaalbare, kwaliteitsvolle woning kan hebben. In het licht van de nieuwe woontendensen moet iedereen worden aangesproken, de Vlaamse Regering en de lokale besturen, op alle aspecten, er moeten initiatieven worden genomen, zodat er meer draagvlak komt voor het kleiner wonen.
Het is effectief zo dat er veel gemeenten zijn in Vlaanderen waar kleiner wonen niet wordt toegelaten. Ze leggen een minimumaantal vierkante meters op. Dat is uiteraard Ruimtelijke Ordening, u hebt gelijk. Maar wonen is heel ruim. Het is belangrijk dat u ook weet dat veel gemeenten kleiner wonen verbieden.
Minister, ik vestig de aandacht op ons voorstel van resolutie dat we hebben ingediend en dat ook wordt gesteund door uw partij en door andere partijen. Die zal eerstdaags worden besproken.
De heer Engelbosch heeft het woord.
Mevrouw De Vroe, ik ben tevreden dat u meteen zegt dat uw partij er ook geen voorstander van is om de kwaliteitsnormen met die 18 vierkante meter naar beneden te halen. Het is me niet helemaal duidelijk wat u hier vandaag precies vraagt. We moeten vertrouwen hebben in het lokale woonbeleid en in de markt, die zelfregulerend optreedt. Als de prijzen te duur zijn en de huizen te groot – en dat zien we vandaag gebeuren – gaat men kleiner bouwen.
U vraagt aangepaste regelgeving vanuit Wonen. Wat bedoelt u daarmee? Moeten we regels opleggen voor een maximale oppervlakte? Dat lijkt me niet te stroken met de liberale vrijheid. De minister zei ook dat, als er iets moet gebeuren, het eerder door andere beleidsdomeinen zal moeten zijn. Wonen kan er weinig aan doen. Wat bedoelt u vandaag met uw vraag? En inderdaad, volgende week bespreken we het voorstel van resolutie in de plenaire vergadering, dat ook wil tegemoetkomen aan nieuwe vormen van wonen. Daarop moeten we inzetten, in plaats van alles in nieuwe en bijkomende regels te gieten.
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Minister, de evolutie waarop mevrouw De Vroe wijst om kleiner en kleinschaliger te gaan wonen, kennen we al langer. De ruimte wordt beperkter, dus we passen ons allemaal aan. Is dit geen momentum om in uw beleid ook concrete initiatieven te nemen voor cohousing en vormen van gemeenschappelijk wonen? U weet dat we dat al langer vragen. Dan kunnen we het voortouw nemen in die evolutie, door in te zetten via het woonbeleid op nieuwe, alternatieve woonvormen. Hebt u al concrete voorstellen, minister, ook naar aanleiding van de resolutie die we hebben goedgekeurd op het einde van het vorige parlementaire jaar?
Mevrouw Christiaens, u bent een fervente bezoeker van de commissie Wonen. U weet ook dat het onderwerp al meer dan één keer aan bod is gekomen. Ik ken uw voorstel van resolutie uiteraard, dat inderdaad door de hele meerderheid is goedgekeurd en aangenomen, mevrouw De Vroe. Natuurlijk ga ik er rekening mee houden. Ik heb in de commissie al verschillende initiatieven voor alternatieve woonvormen aangekaart. Ik ga dat hier niet herhalen. We zijn ermee bezig, we zijn ons absoluut bewust van de nieuwe tendensen.
Mevrouw De Vroe, er is zoiets als een markt. Ik ben ervan overtuigd dat de markt zichzelf ook reguleert. Bepaalde bouwpromotoren gaan zich natuurlijk aanpassen aan de vragen die leven op de markt. U bent niet begonnen over alleenstaanden of alleenstaande ouders in de steden en dergelijke, dat had ik wel verwacht. Het zou verdomd onverstandig zijn als bouwpromotor om niet in te spelen op de noden die zich voordoen op de markt. Ik ga niet ingrijpen in de markt, maar dat was uw vraag ook niet.
Uw vraag was ook niet – en ik ben heel blij dat dat uw vraag niet was – om de minimale kwaliteit voor de oppervlaktenormen naar beneden te halen. Dat gaan we niet doen.
Moeten we inspelen op de tendensen van de actualiteit? Ja, maar natuurlijk in samenspraak met de collega’s van Fiscaliteit, van Financiën en Begroting, en van Ruimtelijke Ordening. Ik wil hierbij aanstippen, want ik ben natuurlijk ook minister van Binnenlands Bestuur, dat we toch nog een graad van autonomie moeten overlaten aan de lokale besturen. Maar natuurlijk niet onder het motto van vrijheid, blijheid.
Voorzitter, minister, collega’s, uiteraard ben ik tevreden met het antwoord. Het is belangrijk dat de markt zichzelf reguleert, en ik denk dat de markt dat zeker ook zal doen. Ik vond het belangrijk om die evolutie op onze woningmarkt weer onder de aandacht te brengen.
Ik heb vorige keer gesproken over de alternatieve woonvormen en de gemeenschappelijke woonvormen. Het is belangrijk om ook het klein wonen, kleine huizen of ‘tiny housing’ onder de aandacht te brengen, net als de problematiek die in sommige gemeenten bestaat. Ik hoop dat we een mooie toekomst tegemoetgaan om samen een mooi woonbeleid uit te tekenen. (Applaus bij Open Vld)
De actuele vraag is afgehandeld.