Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, vorig jaar daalde het thuisverbruik van konijnenvlees met 9 procent. Het cijfer maakt abstractie van het verbruik van konijnenvlees buitenshuis. Konijnenvlees is daarmee de grootste daler van vleesaankopen voor thuisverbruik in Vlaanderen. In het algemeen was er een daling van 2,3 procent of in absolute cijfers een daling met 800 gram tot 31 kilo per capita. Amper 300 gram van die aankopen is konijnenvlees. Daarenboven was de prijs van konijnenvlees vorig jaar 4 procent goedkoper, waardoor de totale bestedingen daalden met 13 procent.
De terugval van konijnenvlees is al sinds 2008 aan de gang. Sindsdien zien we een daling met in totaal 31 procent. In 2008 kochten nog 29 op 100 gezinnen konijn. Anno 2014 waren dat er nog 21. Konijn wordt vooral door een ouder publiek gekocht, maar het zijn vooral deze mensen die interesse in het product verliezen. Er is duidelijk werk aan de winkel voor het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM), die de sector een jaarlijks budget van 30.000 euro toekent voor de binnenlandse promotie, om initiatieven te nemen die konijnenvlees opnieuw aantrekkelijk maken voor de oude consument en die zich ook richten op jongere, nieuwe consumenten.
De cijfers zijn slecht nieuws voor de sector, die vanaf 1 januari 2016 verplicht wordt om zijn dieren te huisvesten in parkkooien. De investeringskost wordt geraamd op gemiddeld 800.000 euro. Via het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) kunnen konijnenhouders een investeringssteun van 28 procent ontvangen. Minister, in antwoord op mijn schriftelijke vraag van 23 september 2014 liet u weten dat er tot op dat moment vijf aanvragen om steun ingediend werden voor omschakeling. Op dat moment werd ook een ILVO-onderzoek (Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek) uitgevoerd met betrekking tot meer diervriendelijke huisvestingssystemen voor konijnen die compatibel zijn met een modern bedrijfsmanagement.
Minister, hebben het aanhoudend dalend verbruik van konijnenvlees en de dalende omzet repercussies voor de investeringen in parkkooisystemen en meer in het algemeen op de leefbaarheid van de sector? Zal de sector de deadline van 1 januari 2016 voor de omschakeling naar parkkooien halen? Wat als dat niet tijdig gebeurt? Zijn er definitieve resultaten van de ILVO-studie over diervriendelijke huisvestingssystemen voor konijnen? Zo ja, welke zijn de conclusies? Zult u er bij het VLAM op aandringen om in het volgende jaarprogramma extra aandacht te besteden aan het tegengaan van het systematisch dalende verbruik van konijnenvlees bij oudere consumenten? Welke initiatieven zullen worden genomen om ook jongere consumenten te bewegen tot het aankopen van konijnenvlees voor thuisverbruik?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, de problematiek is ons bekend. Het gaat al een tijdje niet zo makkelijk in de sector. De rentabiliteit is gering en er zijn dierenziektes die onder controle moeten worden gehouden. En er zijn – terecht – scherpere dierenwelzijnsnormen, en die vragen dan weer bijkomende investeringen. De lagere consumptie en de neerwaartse ontwikkeling van de prijs hebben een negatieve impact op de rentabiliteit.
De jongste jaren zijn er in Vlaanderen slechts een beperkt aantal investeringsprojecten geweest vanuit de sector voor de bouw van nieuwe stallen. Er zijn twee nieuwe VLIF-nieuwbouwprojecten die zijn goedgekeurd gedurende de voorbije vijf jaar. Dat toont wel aan dat er in die sector niet zo veel wordt geïnvesteerd. Er is dus een beperkte vraag tot omschakeling van bestaande units.
Vraag twee en drie gaan over dierenwelzijn, en ik heb dan ook een insteek gevraagd van de bevoegde minister Ben Weyts. De dienst Dierenwelzijn heeft de welzijnsregels voor konijnen opgesteld op basis van een advies van de Raad voor Dierenwelzijn, in overleg met de sector en met dierenbeschermingsverenigingen. Recent bij de voorstelling door het ILVO van zijn onderzoeksresultaten, is er nog contact geweest over dit dossier. Toen bleek de toepassing van de voorgeschreven normen voor huisvesting van vleeskonijnen geen probleem te zijn voor de sector. Ik ga er dus van uit dat alle bedrijven zullen voldoen aan de voorschriften, zegt collega Ben Weyts, of aanspraak zullen maken op de overgangsmaatregelen die eveneens in de regelgeving zijn opgenomen voor bedrijven. De resultaten van dat onderzoek kunnen voor de parken voor vleeskonijnen zonder meer in praktijk worden gebracht waarbij de praktijkervaringen en mogelijk bijkomend wetenschappelijk onderzoek nog verfijningen of verbeteringen in huisvesting en management met zich zullen meebrengen.
Minister Weyts gaat verder: voor de groepshuisvesting van voedsters waren de resultaten van het ILVO-onderzoek minder overtuigend. Deze moeten zeker nog verder worden ontwikkeld vooraleer ze aan de konijnenhouders opgelegd kunnen worden. De inwerkingtreding van deze bepaling is gepland voor 1 januari 2021.
Tot daar de inbreng vanuit Dierenwelzijn. Vanuit mijn eigen bevoegdheid Landbouw kan ik daaraan toevoegen dat wij de mogelijkheid blijven aanbieden om subsidies te krijgen voor investeringen in parkhuisvestingen. Aangezien het investeringen zijn die het dierenwelzijn ten goede komen, vallen zij in de categorie die aan 30 procent gesubsidieerd kan worden.
De promotiestrategieën van het VLAM worden bepaald door de sectorgroepen zelf. Zij zitten daar ook in. Bij de opmaak van het jaarprogramma 2016 zal er gekeken worden of er nog bijkomende specifieke accenten gelegd moeten worden. Normaal moet dat rond zijn in de loop van het najaar.
De heer Vanderjeugd heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Het stelt mij gerust dat u blijvende aandacht zult schenken aan de sector. Het is overigens een kleine sector, die grote investeringen moet gaan doen, maar toch ook kan rekenen op steun, wat positief is.
Uw collega van Dierenwelzijn gaat ervan uit dat iedereen die omschakeling zal doen tegen de vooropgestelde deadline, maar zijn er consequenties als bepaalde bedrijven toch zouden achterblijven bij de omschakeling?
Ik stel voor dat u die vraag aan de bevoegde minister stelt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.