Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Voorzitter, vorige week kopte De Standaard ‘Helft veeboeren met rode kaart moet toch niet stoppen’. Verder stond er: “Ongeveer de helft van de veebedrijven die een brief kregen dat ze moeten stoppen omdat ze het milieu te zwaar belasten, zou toch mogen voortwerken. Dat zegt Vlaams minister-president Geert Bourgeois.” Klaarblijkelijk was er in Ieper een infoavond voor land- en tuinbouwers en heeft de minister-president daar gezegd dat er nog heel wat kan worden geschoven met de zoekzones. Eigenlijk weten we al van dag één dat men die zoekzones gaat inperken. Als nu al kan worden gezegd dat het aantal rode bedrijven kan worden gehalveerd, zou dat goed nieuws zijn.
Ik verwijs dienaangaande naar mijn schriftelijke vraag nr. 399 waarbij ik het overzicht vroeg van welke bedrijven effectief in een Habitatgebied liggen en welke bedrijven in Habitatgebied met daarrond een zoekzone. Als ik die cijfers eventjes naast elkaar leg, dan lagen er 41 bedrijven met code rood in Habitatgebied en lagen er 127 bedrijven in Habitatgebied met zoekzone. Als we die 127 bedrijven kunnen herleiden tot 41, zou dat een heel goede zaak zijn.
Wat betreft de oranje bedrijven, zijn dat er in Habitatgebied alleen al 866. In Habitatgebied en zoekzone samen, zijn dat er 1348. Er is toch wel een serieus verschil in de verschillende zoekzones rond de vandaag gekende Habitatgebieden.
Als de minister-president zich sterk maakt dat er zo kan worden geschoven met de zoekzones dat het aantal bedrijven met code rood wordt gehalveerd, dan is dat zeker een goede zaak. We hopen alleszins dat zoveel mogelijk rode bedrijven, en straks ook zoveel mogelijk oranje bedrijven, kunnen worden gered. Toch blijf ik het opmerkelijk vinden – want ik had begrepen dat er nog altijd wordt gewerkt aan die zoekzones – dat men vandaag al kan voorspellen dat het aantal rode bedrijven kan worden gehalveerd.
Minister, ik meen dat u het standpunt van de minister-president positief zult onthalen. Hoe staat u tegenover de uitspraak van de minister-president: de helft van de bedrijven met code rood zullen worden gered. Zijn er onmiddellijk al duidelijke indicaties waaruit kan worden afgeleid dat het aantal rode bedrijven drastisch kan worden herleid?
Ook de bedrijven met code oranje verkeren in grote onzekerheid. Wat met deze bedrijven?
Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot de afbakening van de zoekzones? Tegen wanneer verwacht u dat deze afbakening definitief klaar zal zijn?
De heer Sintobin heeft het woord.
Toen ik het nieuws vernam, dacht ik dat we een nieuwe minister van Leefmilieu hadden. U moet wel weten, mevrouw Peeters, dat de minister-president dit in zijn thuisprovincie heeft gezegd. Het ongenoegen bij de landbouwers in West-Vlaanderen, net zoals in een groot deel van Oost-Vlaanderen, is heel groot. Gratuite uitspraken gaan er dan vlotjes in. Ik moet trouwens zeggen dat de minister-president eigenlijk al hetzelfde had gezegd op een nieuwjaarsreceptie van het Algemeen Boerensyndicaat waar die boodschap natuurlijk heel goed werd onthaald.
Minister, als het waar is dat het nu al vaststaat dat de rode bedrijven zullen worden gehalveerd, dan zal ik de eerste zijn om te applaudisseren en om u te feliciteren. Als het niet waar is en als de uitspraken van de minister-president gratuit waren – en enkel dienden om het ongenoegen in West-Vlaanderen wat weg te nemen – dan vind ik dat beneden alle peil.
Minister, klopt het wat de minister-president heeft gezegd? Kunt u vandaag garanderen dat de rode bedrijven met de helft zullen verminderen? Kunt u dat bevestigen? Hoe gaat het verder met de zoekzones? Hoe gaat het verder met de oranje bedrijven? Als de rode bedrijven met de helft verminderen, dan kunnen de oranje bedrijven misschien ook met de helft verminderen.
We wachten de begrotingscontrole af. Het zal een heel moeilijke oefening worden. Het is een dossier dat al enkele maanden voor beroering zorgt, niet alleen in het parlement, maar zeker bij de landbouwers en vooral bij de betrokken landbouwers. Het zou bijzonder spijtig zijn om met uitspraken die niet worden gestaafd door deze Vlaamse Regering, mensen hoop te geven. Het gaat over 127 of 133 bedrijven, de informatie is niet duidelijk.
Ik ben trouwens al een tijdje op zoek naar een lijst met de rode en de oranje bedrijven. Misschien hebben de mensen van de meerderheid die lijst wel, maar als parlementslid zou ik die lijst ook graag hebben. Ik wil ook wel eens met de betrokkenen praten. Het moet toch mogelijk zijn dat een parlementslid inzage krijgt in de lijst van rode en oranje bedrijven.
Minister, ik zou heel tevreden zijn als u bevestigt dat de minister-president uitspraken heeft gedaan die correct zijn. Als dat niet waar is, moet u hem terechtwijzen. Ik ondersteun de vragen van mevrouw Peeters, maar ik vraag u ook waar ik een lijst kan vinden van de aangeschreven bedrijven.
De heer Vandaele heeft het woord.
Mijnheer Sintobin, ik heb als antwoord op een schriftelijke vraag een lijst gekregen met het aantal bedrijven per gemeente. Ik merk wel dat de lijsten van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) een beetje verschillen. De cijfers stemmen niet helemaal overeen.
Het verbaast me een beetje dat u helemaal ondersteboven bent van de verklaringen van de minister-president en dat de heer Sintobin het eventueel een gratuite uitspraak vindt. Ik ben natuurlijk geen minister-president – of nog niet –, maar we hebben in de commissie al gezegd dat een verfijning van de zoekzones en het toepassen van een nieuw rekenmodel ons zou brengen tot een halvering van het aantal rode bedrijven. Het is hier gezegd en het was ook niet gratuit, maar omdat we er aanwijzingen voor hadden. We dachten dat men via wetenschappelijk werk en via een afbakening op ecologische en socio-economische basis tot een vermindering van het aantal kan komen. Als ik het goed heb, gaat het over een rapport van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), en dat spreekt over een vermindering van 135 naar 66 rode bedrijven.
Is dat een gratuite uitspraak van de minister-president? Neen, en het is ook geen nieuwe uitspraak want we hebben die al verschillende keren gedaan en we blijven erbij dat het mogelijk is.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Er zijn sowieso twee lijsten met bedrijven, één ten opzichte van de actuele habitat en één ten opzichte van de zoekzone. Minister, ik begrijp dat men na het eerste uitsturen van de brief niet heeft stilgezeten. We hebben het daarover gehad in de commissie, over een nieuwe berekeningsmethode voor alle bedrijven. Er was een engagement dat dat in de eerste helft van dit jaar op punt zou staan, zodat er een herberekening kon worden gedaan.
Bovendien startten ondertussen de overlegplatforms om de zoekzones af te bakenen. Ik probeer straks nog op tijd te zijn voor zo’n vergadering. Ik had begrepen dat er vier maanden zitten tussen operationeel programma 1 en 2. Het zal nog wel een tijdje duren voor er een correcte afbakening is gebeurd.
Die twee zaken lopen. Ik hoop dat we het er allemaal mee eens zijn dat het aantal rode en oranje bedrijven, nadat de zoekzones zijn afgebakend en de meetmethode op punt is gezet, drastisch is verminderd. Minister, zijn er vandaag objectieve criteria die ons kunnen doen besluiten dat het aantal zou worden gehalveerd? Zoveel te beter. Als het er nog minder worden, nog beter.
Omgekeerd ontstaat de perceptie dat, wanneer het aantal rode bedrijven gehalveerd wordt, het probleem meteen is gehalveerd. De werkelijkheid zal natuurlijk zijn dat die rode bedrijven intussen een oranje statuut hebben gekregen. De Vlaamse Regering heeft op uw voorstel, minister, al een heel grote stap in de juiste richting gezet door een inrichtingsnota voor de rode bedrijven goed te keuren. Nu moet er natuurlijk ook nog een inrichtingsnota voor de oranje bedrijven komen. Want stilaan groeit bij een aantal bedrijfsleiders de perceptie dat ze liever rood zouden zijn, want voor die bedrijven is er een inrichtingsnota en voor de oranje nog niet. Er is wel een duidelijk stappenplan.
Vandaag is de communicatie bijna: als het aantal rode bedrijven is gehalveerd, is het probleem gehalveerd. Dat doet me hopen dat ook voor de oranje inrichtingsnota de Vlaamse Regering vandaag op het goede spoor zit. Minister, kunt u al een stand van zaken geven? Klopt het dat we de goede richting uitgaan voor de oranje inrichtingsnota?
Minister, ik heb een gelijkaardige schriftelijke vraag gesteld aan de minister-president. Er is niet enkel gesproken over de helft, er zijn cijfers gegeven van hoeveel bedrijven zouden uitvallen. De heer Vandaele heeft hier in het verleden ook al cijfers gegeven, van de wijzigingen die kunnen optreden als er herberekeningen gebeuren.
Iedereen in de commissie die de discussie heeft gevolgd, weet dat. Iedereen wist dat het modelleringsmodel en de zoekzonediscussie zouden leiden tot een wijziging van het aantal bedrijven. Als er wordt gesproken over aantallen, wordt het wel heel gevoelig. Ieder heeft een bezorgdheid voor de manier waarop de bedrijven worden voortgeholpen, voor de oplossingen. Dan moet men ook heel goed weten dat het geven van dergelijke cijfers heel gevoelig ligt en dat er vragen bij worden gesteld.
Ik ben bezorgd. Ik stel me de vraag of er duidelijkheid is over het aantal bedrijven en welke bedrijven. Hebben we al een zicht op een aantal zoekzones die definitief zijn uitgeklaard? Zijn er doelen gelokaliseerd, waar er geen discussie meer zou zijn over de zoekzone? Is dat zo? Zijn we al zo ver? Kunt u weergeven waar die liggen? Over welke zoekzones en bedrijven gaat het? Hoe loopt de communicatie daarover? Als dat cijfer duidelijk wordt uitgeklaard, zullen automatisch de vragen volgen over de oranje bedrijven en de andere inrichtingsnota’s.
Minister, mijn vraag is gelijkaardig aan die van de collega’s, maar heel pertinent: is er vandaag al duidelijkheid over een aantal zoekzones waar extra doelen zijn gelokaliseerd, met andere woorden of de zoekzonediscussie is uitgeklaard, om tot die definitieve cijfers te komen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, er is in het parlement een aantal keren zeer uitdrukkelijk gezegd dat het mijn ambitie is en ook die van de Vlaamse Regering om het aantal rode en oranje bedrijven nog zo veel mogelijk naar beneden te halen. Dat is net waar we nu mee bezig zijn. We werken er hard aan, om er ook een zicht op te krijgen. Dat is onze ambitie. Dat de minister-president ook die ambitie heeft uitgesproken, bevestigt dat we er in de Vlaamse Regering voor willen gaan. We werken daaraan. Daar ligt nu de prioriteit voor ons, vanuit mijn bevoegdheid Leefmilieu en Natuur. Op dit moment is het onmogelijk om daarop aantallen te kleven. Mocht dat zo zijn, zouden we al aan heel wat bedrijven rechtszekerheid en duidelijkheid kunnen geven, maar op dit moment is dat dus niet het geval.
Een deel van de bedrijven die op basis van de eerste berekeningen, die halfweg 2014 zijn gemaakt, op het moment dat we de beslissing hebben genomen in de Vlaamse Regering, een code rood hebben gekregen, zullen die code inderdaad niet behouden. En gelukkig maar. Daar streven we naar.
We zijn nu een aantal processen gestart die dat ook mogelijk moeten maken. Het zijn er drie.
We willen eerst en vooral een aantal verfijningen aan de habitatkaart aanbrengen. Die maken dat de gevoeligheid van een aantal vlekken zal dalen. Je gaat ermee schuiven waardoor de impact van de stikstof kleiner wordt.
Twee, de ruime zoekzones worden gefaseerd, maar ook versneld ingekrompen naarmate de Europese natuurdoelen gelokaliseerd worden. In eerste instantie zal dat gebeuren op basis van het principe: sterkste schouders, zwaarste lasten. Ook dat is hier al uitvoerig aan bod gekomen.
Drie, we zullen samen met de sectoren nagaan welke extra emissiedalingen we algemeen in Vlaanderen kunnen realiseren, bovenop de daling die reeds verwacht wordt. Dit zal vooral voor bedrijven met code oranje kunnen betekenen dat de eigen bijdrage niet meer problematisch is.
Waar komt dan de halvering vandaan? Dat is een inschatting. Die is niet nieuw, maar bestaat al van in 2014. De inschatting is gebaseerd op een impactanalyse van INBO, VITO en VMM. Het is natuurlijk een inschatting, het is niet iets dat vaststaat. We moeten er voorzichtig mee zijn, het is enkel richtinggevend. We moeten dus terughoudend zijn, we mogen er ons niet op vastpinnen. Het toont wel aan, dat herhaal ik nog een keer, dat het de ambitie is binnen de Vlaamse Regering om voor zo veel mogelijk van die bedrijven oplossingen te vinden.
We moeten dus voorzichtig zijn met de halvering. Het is een puur modelmatige benadering. Er is geen overleg gebeurd met de belanghebbenden. Er werd ook geen rekening gehouden met lokale aspecten zoals de eigendomstoestand. Ook het aantal vergunde dieren per bedrijf is niet mee in rekening gebracht en ook de specifieke sociale en economische aspecten niet.
We verfijnen dit nu en we hopen snel meer duidelijkheid te kunnen geven. U weet dat half 2015 voor ons een belangrijk moment is.
Wat betreft de managementplannen, loopt momenteel in elke speciale beschermingszone het overleg. Het gaat om versie 1.1 van de plannen. Daarin wordt nagegaan welk deel van de doelen reeds gedekt is door beheerplannen of intenties daartoe, van de overheid of de terreinbeherende verenigingen. Door deze doelen te koppelen aan percelen, kunnen we de zoekzones fors verkleinen. De wijze waarop we ze zullen verkleinen, wordt gegenereerd door het zoekzonemodel dat momenteel door het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) wordt verfijnd, ook in samenspraak met alle betrokken middenveldorganisaties en administraties.
Het is de bedoeling om bij het verkleinen van de zoekzones, de keuzes die worden gemaakt zo veel mogelijk te laten afhangen van zo weinig mogelijk impact op de omliggende bedrijven. Dit gebeurt dus ook vanuit de ambitie om zo weinig mogelijk bedrijven te treffen en om het aantal bedrijven naar beneden te halen, zowel in de rode als in de oranje categorie. Ik heb het ANB ook gevraagd om in 2015 de eerste resultaten te hebben. Dan zullen we meer weten.
Het officieel verankeren van de zoekzones, zodat ze een rol kunnen spelen in de vergunningen, gebeurt via de goedkeuring van het managementplan door de Vlaamse Regering. Het moet dus nog naar de Vlaamse Regering, dat zal ook gefaseerd gebeuren.
Daarna start ook in iedere speciale beschermingszone het overleg over bijkomende plaatsen van doelen en dus over het nog verder verkleinen van zoekzones. Er komt dus een tweede fase waarin we verder zullen werken.
Hoe zit het met het flankerend beleid voor de oranje bedrijven? Er is een flankerend beleid voor de rode bedrijven, het is dus terecht dat wordt gevraagd hoe het zit met dat voor oranje bedrijven. Ook daar moeten we half 2015 meer rond zijn. Het moet dan naar de Vlaamse Regering gaan. Het was een keuze van de Vlaamse Regering om te wachten tot de zoekzones verkleind zijn, zodat we weten over hoeveel bedrijven het gaat, om de inrichtingsnota goed te keuren.
Lijsten met getroffen bedrijven worden niet vrijgegeven wegens de wet op de privacy. Daar zijn geen uitzonderingen op, dat is zeker niet het geval. De heer Vandaele merkte op dat het ILVO er op een eigenaardige manier mee omgaat. Ik zal dat uitzoeken. Ik heb er geen weet van, ik zal het laten nakijken. Niemand beschikt over de lijsten, het zou strijdig zijn met de wet op de privacy indien ze zouden worden vrijgegeven.
Uiteraard is de communicatie van belang. U weet dat iedereen betrokken is in de lokale overleggroepen, dat er heel veel overleg is, dat er informatieavonden zijn. We moeten inderdaad voorzichtig zijn met de communicatie. Aan de andere kant heeft de minister-president niets anders gezegd dan wat al altijd gezegd wordt, namelijk dat we zo veel mogelijk van die bedrijven graag van de lijsten willen halen. We willen voor die bedrijven naar oplossingen zoeken. Dat is de boodschap die de minister-president heeft gebracht, ook in Ieper. Het is iets waar we voltallig achter staan met de Vlaamse Regering.
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik dank u voor uw duidelijke antwoord. Het kan inderdaad ook zo geïnterpreteerd worden zoals de minister-president het gelanceerd heeft, maar alleszins wekt de communicatie tot nu toe een klein beetje de indruk dat er al meer geweten is, dat al bekend is welk bedrijf dat vandaag code rood heeft, straks geen code rood meer zal hebben. En dat is uiteindelijk wat elke landbouwer verlangt.
Los van het persartikel was er ook een ongelukkige tweet. Daarin stond: “Gelukkig voorkwam onze partij dat de noodzakelijke cheque te vroeg werd uitgeschreven”. Ik vind dit nogal delicaat. We weten dat op dit ogenblik de landbouwsector met moeilijke problemen zit. Heel het verhaal van de instandhoudingsdoelstellingen en van de programmatische aanpak stikstof hangt als het zwaard van Damocles boven de hoofden van de landbouwers. Niet voor niets werden al een aantal acties gevoerd en werden er nieuwe acties aangekondigd. De landbouwers werden ook extra zenuwachtig toen vandaag bleek dat een bepaalde natuurvereniging bijkomende natuurgebieden wil aankopen, want dat zou ook impact kunnen hebben op de mogelijke zoekzone.
Op dat vlak is het zeer belangrijk om zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen. Ook wat die al dan niet halvering van het aantal rode bedrijven betreft, moet er zo snel mogelijk duidelijkheid komen.
Wat de managementplannen en het overleg daarover betreft, heb ik vernomen dat het er in onze regio niet altijd even vriendelijk aan toegaat. Het zou vaak eerder gaan over een clash tussen de verschillende sectoren, en dat is spijtig. De landbouwsector heeft niet de indruk dat het overlegplatform zal leiden tot een verfijning van de zoekzones. Op dat overlegplatform zou blijkbaar veel worden gepraat over verschillende soorten fauna en flora maar weinig over een verenging van de zoekzones.
Een ander probleem van dat overleg is dat soms zelfs niet de grondeigenaars betrokken zijn bij het verhaal. Zo is een Vlaamse overheidsinstantie die daar gronden in eigendom heeft, niet betrokken bij het overleg over het managementplan. Dat is vreemd, want ook hier moeten we volop ijveren voor inspraak voor iedereen.
Minister, u hebt al meermaals gezegd dat het de bedoeling is om tegen midden 2015 meer duidelijkheid te kunnen bieden, zowel voor de rode bedrijven als voor de herstructurering van de oranje bedrijven. Ik had begrepen dat men alle rode bedrijven tussen november 2014 en maart 2015 zou hebben bezocht. Ik neem aan dit zo goed als rond is. In onze commissieagenda staat ook dat we een tussentijdse rapportering zouden krijgen. Ik wil erop aandringen dat wanneer die bezoeken van de VLM aan de rode bedrijven achter de rug zijn, we dat tussentijdse rapport zo snel mogelijk kunnen krijgen. Ik pleit vooral voor opnieuw wat rust in de landbouwsector, maar dat zal misschien nog niet voor onmiddellijk zijn.
Er staat inderdaad een tussentijdse rapportering gepland. Daarin zitten veel meer elementen dan wat hier vandaag in de vragen aan bod is gekomen.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, wij delen hier in deze commissie allemaal de ambitie om het aantal rode en oranje bedrijven zo veel mogelijk te verminderen. Daar bestaat geen discussie over. De minister-president beslist echter vrijblijvend en zonder objectieve criteria dat de helft van het aantal rode bedrijven verdwijnt. Ook de heer Ceyssens en de voorzitter hebben daarop gewezen. Minister, ook u laat uitschijnen dat de minister-president beter wat terughoudender was geweest in Ieper. Dat blijkt uit het verslag.
Als de helft van het aantal rode bedrijven wegvalt, dan is dat des te beter. Maar het is al te gemakkelijk om dat op een bijeenkomst van landbouwers te zeggen. Op die manier creëert men een gevoel van hoop bij die mensen. Ik vind het vreemd dat die lijsten nog altijd niet zijn vrijgegeven. Ik betwijfel of de wet op de privacy het in dit geval haalt voor parlementsleden, zoals u zegt, minister. Overal in de pers lees ik dat schepenen opduiken bij rode bedrijven. Op een of andere manier weten zij dus ook waar die rode bedrijven zich in hun regio bevinden. Waarschijnlijk geraken zij op een andere manier aan die lijsten. Ik zal die lijsten ook via een ander kanaal opvragen.
Dit zou betekenen dat landbouworganisaties zoals de Boerenbond geen lijst zouden hebben van de rode en oranje bedrijven in Vlaanderen. Ik zal dat navragen.
Ik wil vragen om in de toekomst bij de voortgangsrapportage te kunnen discussiëren op basis van objectieve criteria en dat we niet zomaar gratuit valse hoop geven aan de landbouwers. Dit hele dossier is al vanaf het begin verkeerd gelopen, onder andere door slechte communicatie. Dat kunnen we in dit dossier zeker missen. Ik stel dan ook voor dat we met z’n allen de mensen correct informeren op basis van criteria, van cijfers en van de verfijning van de zoekzones.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. We moeten ons hier vooral richten op de kern van de zaak. Mevrouw Peeters, ik begrijp uw ergernis maar we moeten ons vooral niet laten leiden door tweets en dergelijke die vaak gespeend zijn van inhoud. We moeten ons vooral richten op de inhoud en de oplossing van het dossier. Wat april 2014 betreft, was het voor mij heel belangrijk dat er een heel duidelijk flankerend beleid zou worden gevoerd voor de getroffen bedrijven indien die instandhoudingsdoelstellingen zouden worden doorgevoerd.
Intussen zijn we al door heel moeilijke periodes geworsteld waarbij twee zaken duidelijk zijn geworden. Zo kan men niet zomaar iemands levenswerk afnemen zonder dat daarvoor compenserende maatregelen worden genomen.
Als we daarvoor dan inderdaad in zoveel compenserende maatregelen moeten voorzien, in deze budgettair moeilijke tijden, dan moeten we inderdaad misschien op sommige vlakken onze ambities bijstellen, of bekijken hoe we het anders kunnen aanpakken. Voor iedereen die zich ondertussen bij die stelling wil aansluiten, zou ik zeggen: in de hemel is er meer vreugde over die ene zondaar die zich bekeert dan over de 99 rechtvaardigen die geen bekering nodig hebben.
Mijnheer Ceyssens, dat is een hele Bijbellezing. Het is gevoelig om daar verder over uit te weiden.
Minister, ook ik wil u ook van harte bedanken in dezen. Ik onthoud één belangrijk element, namelijk dat u duidelijk hebt aangegeven dat u de ambitie hebt om de timing die is vooropgesteld, met de diverse stappen die moeten worden gezet, aan te houden, en dat het momenteel ook in die zin evolueert. Het lijkt me zeer belangrijk dat er zo spoedig mogelijk meer klaarheid komt over zoekzones, doelen, rode en oranje bedrijven en de inrichtingsnota. Ik ga er echter ook van uit dat de timing eveneens kan worden aangehouden wat de budgetten betreft. Ik doel op de volgende begrotingsbesprekingen. Alle partijen zijn immers heel duidelijk bezorgd over de wijze waarop die bedrijven zouden kunnen worden voortgeholpen, waar dat daadwerkelijk nodig is, omdat ze niet verder zouden kunnen op de huidige locatie. Daarover is er eensgezindheid binnen de vooropgestelde timing.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Wat die lokale overlegfora betreft, dat zijn signalen die me natuurlijk ook bereiken. Nu hebben we altijd gezegd dat we dat overleg wel een kans geven, maar dat we dat ook niet oeverloos en eindeloos zullen laten lopen. Als we voelen dat die tegenstellingen te scherp zijn, dat daar niets uit komt, dan zullen we dat ook wel op een hoger niveau moeten tillen, en van daaruit een aantal knopen moeten doorhakken. Dat zal belangrijk zijn, als we voelen dat het niet loopt, dat de posities verscherpen.
We zullen bij de regeling van de werkzaamheden verder bekijken wanneer we kunnen voorzien in een tussentijdse terugkoppeling over de stand van zaken over het gehele dossier.
De vraag om uitleg is afgehandeld.