Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Sanctorum heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, vermesting en verzuring behoren nog altijd tot de grote uitdagingen in Vlaanderen. Bij de tussentijdse meting van 2014 kwamen we in Vlaanderen uit op 21 procent zogenaamde rode MAP-meetpunten (Mestactieplan) in plaats van het beoogde 16 procent uit MAP 4. De inspanningen moeten dus nog significant vergroten om in 2018 te landen bij maximaal 5 procent overschrijdingen van de nitraatdrempel of 50 milligram per liter. Aan het huidige tempo stranden we in 2018 vermoedelijk op 15 procent overschrijdingen.
We kunnen dus concluderen dat MAP 5, dat eigenlijk van start had moeten gaan in januari 2015, een stuk verder zal moeten gaan en een bredere aanpak moet garanderen dan de vorige versie van het MAP.
De normen voor MAP 5 zijn eigenlijk al gekend sinds 2011. Deze week begint het nieuwe bemestingsseizoen. Toch is er geen akkoord met de Europese Commissie over het nieuwe MAP. Dat leidt tot onduidelijkheid en rechtsonzekerheid voor landbouwers en doet bovendien het ergste vermoeden voor de ambitie en reikwijdte van het Mestactieplan.
In november stapten Bond Beter Leefmilieu (BBL) en Natuurpunt op van het overleg over het MAP. Ik herinner me nog dat u vrij vernietigend reageerde tijdens de plenaire zitting. Ze gaven nochtans aan dat de voorgestelde maatregelen ruim onvoldoende waren en dat hun inbreng onvoldoende in aanmerking werd genomen.
U zei: “Alles wat we indienen bij de Europese Commissie, is heel grondig wetenschappelijk onderbouwd.” We blijven echter vaststellen dat Europa steeds kritiek heeft op de ontwerpteksten. Vandaag hebben we nog altijd geen resultaat, nochtans is de deadline al gepasseerd.
Er is dus geen actieplan, de milieubeweging heeft afgehaakt, de landbouwers hebben geen idee van wat hun te wachten staat. Onduidelijkheid is troef.
Minister, hoever staat u met het MAP 5? Wanneer verwacht u over het definitieve plan te kunnen communiceren? Hoe komt het dat u de timing niet heeft nageleefd?
Waarom is er nog altijd geen akkoord? Wat zijn de knelpunten? Wat zijn de opmerkingen van de Europese Commissie?
Zult u deze maand iets communiceren ten aanzien van de landbouwers? En zo ja, wat zal de inhoud daarvan zijn?
De heer Dochy heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik deel vanzelfsprekend de bekommernis over de rechtsonzekerheid voor de landbouwers en de bekommernis over de waterkwaliteit. Iedereen weet dat er al heel veel inspanningen gedaan werden door de landbouwsector, maar dat het werk nog niet af is.
Mijnheer Sanctorum, ik ben ontgoocheld over uw poging om het gelijk aan te tonen van de milieubeweging om op te stappen van het overleg. Opstappen draagt zeker niet bij tot de waterkwaliteit, en dat is toch wat we voor ogen hebben? Het moet onze bedoeling zijn om samen met alle actoren te komen tot een oplossing om zo de duurzaamheid te garanderen.
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik wens bij dezen het standpunt van de heer Dochy bij te treden. Opstappen bij overleg is nooit goed. Voorafgaandelijk aankondigen dat men bepaalde dingen wil aanvechten, zoals gisteren op TVL te zien was, lijkt me ook niet goed.
Ik denk dat het alleszins belangrijk is om voor rechtszekerheid voor onze landbouwers te pleiten. Vandaag staat op de website van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) inderdaad te lezen dat er voor 2015 nog geen derogatie mogelijk is, terwijl de landbouwers daar toch zo snel mogelijk werk van willen maken. Ik heb begrepen, minister, dat u daar duidelijk een pleidooi voor zou hebben gehouden bij de Europese Commissie. Ik hoop dat u daar vandaag al iets meer over kunt vertellen. Ik heb begrepen dat half januari ongeveer de Europese Commissie zich hierover zou buigen. Misschien weet u er vandaag al iets meer over. Het is alleszins belangrijk dat we rechtszekerheid krijgen voor onze landbouwers, want dat is het belangrijkste in heel dit dossier.
De heer Nevens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, er bestaat geen twijfel over, we willen allemaal een nieuw MAP dat doeltreffend is en dat werkelijk een effect heeft op het terrein. Het nieuwe MAP mag voor onze fractie gerust ambitieus zijn.
De heer Sanctorum stelde daarnet enkel pertinente vragen. Ze tonen stuk voor stuk de complexiteit van dit dossier aan. We hinken in elk geval achter op de doelstellingen. We mogen niet vergeten dat we van ver komen in dit dossier en dat er al heel wat inspanningen geleverd werden. Er is nog werk aan de winkel, dat zal ik zeker niet betwisten, maar zoals het spreekwoord zegt, wegen de laatste loodjes het zwaarst – en het zijn geen visloodjes, maar zwaardere. Dat moet toch ook in rekening worden gebracht.
Het debat over het MAP lijkt jammer genoeg steeds te vervallen in een of-ofverhaal. Of het nu de natuurverenigingen zijn die willen opstappen of de vakbond of de Boerenbond, we moeten in dialoog gaan. Het is een en-enverhaal dat we moeten krijgen. Landbouw en milieu kunnen en moeten samengaan, ook in het MAP.
Collega’s, ik denk aan de watervoorraden, waarover we hier in deze commissie twee weken geleden samen met de mensen van het Rekenhof een gedachtewisseling met de minister hebben gehouden. Momenteel worstelen we in sommige bekkens nog steeds met de hoge stikstofwaarden. Voor fosfaten gingen we er zelfs op achteruit.
Minister, wij pleiten er dan ook voor om het probleem structureel aan te pakken. Ik ben ervan overtuigd dat u die intentie hebt. Laat me toch even benadrukken dat het in het belang is van alle partijen dat we een sluitend, omvattend en juridisch onderbouwd MAP 5 krijgen. We willen ambitieus zijn. We hebben een ambitieuze minister. Laat ons hier een ambitieus MAP 5 aan koppelen.
Minister, ik wil me graag even aansluiten bij de betogen van de collega’s. Ik wil eveneens het element ondersteunen dat er de afgelopen jaren al gigantisch veel inspanningen gebeurd zijn. Uit de afgelopen MAP-versies is heel duidelijk gebleken dat er doelstellingen vooropgesteld moeten worden, maar dat het ook belangrijk is dat ook de haalbaarheid mee in overweging wordt genomen. Enkel doelstellingen én een haalbaar MAP bieden de garantie op enig succes op het vlak van vooruitgang, zoals de voorbije jaren het geval was. We weten weliswaar dat het een moeizame vooruitgang is, maar toch werd effectief de nodige vooruitgang geboekt.
Ik ben wel een beetje geschrokken van de formulering van de heer Sanctorum dat Europa steeds kritiek heeft, de plannen zou hebben afgekeurd en ze steeds zal terugsturen, en dat het weglopen van het overleg zou bevestigen dat u een onvoldoende voorstel hebt voorgelegd aan Europa. Ik wil dan ook heel concreet vragen of deze stelling klopt. Ik weet dat het overleg met Europa steeds gebeurt op basis van wetenschappelijke onderbouwing en dat er heel wat tijd overheen gaat. Dat heb ik in het verleden al moeten vaststellen. Het gaat over het opbouwen, het verhaal te brengen en eventueel nog vragen te beantwoorden.
Minister, mijn vraag is heel pertinent. Klopt het dat de Europese Commissie en het MAP en uw voorstel effectief heeft afgewezen?
Ik zou nog een tweede bekommernis willen aanhalen. Wat de derogatie betreft, ben ik het eens met mevrouw Peeters. Voor de landbouwsector is dit een belangrijk element om tot een haalbaar en uitvoerbaar MAP te kunnen komen. Is de derogatie al met de Europese Commissie besproken? Ik herinner me dat de Europese Commissie in het verleden positief stond tegenover onze derogatiewijze en onze toepassing hiervan. De derogatie is op basis van de resultaten van metingen positief beoordeeld. Is er een reden om dit nu anders te bekijken? Zit de Europese Commissie momenteel op dezelfde lijn als in het verleden?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, volgens mij delen we allemaal de ambitie om te komen tot een goed MAP dat op het terrein nog betere resultaten oplevert. De voorbije MAP’s hebben getoond dat die ambitie er al was. De resultaten zijn er ook. Het gaat beter op het terrein. We moeten voortwerken. Dat is waar we samen voor willen gaan.
Een nieuw goedgekeurd MAP moet tot een derogatie leiden. De houding van de Europese Commissie is een beetje gewijzigd. De Europese Commissie staat nog steeds positief ten aanzien van de wijze waarop we het MAP en de derogatie in het verleden hebben ingevuld. Dat blijft zo. Het verschil is dat een aanvraag tot derogatie vroeger al kon worden ingediend voor het Vlaams Parlement de decretale aanpassing definitief had goedgekeurd, en dat de aanvraag nu pas kan worden aangevraagd nadat er een definitief goedgekeurd nieuw decretaal kader is. Dat is het verschil in de houding van de Europese Commissie. Dat heeft weinig met de inhoud en veel met de procedure te maken. Hierdoor beschikken we momenteel nog niet over een goedgekeurde derogatie.
We zijn tijdig gestart. Ik wil even melden dat de eerste gesprekken met de Europese Commissie al in het begin van 2014 hebben plaatsgevonden. Het klopt niet dat er iets is afgekeurd of dat we zijn teruggestuurd. Het betreft een normale procedure. Een aantal zaken zullen bijkomend wetenschappelijk worden onderbouwd. Er zal overleg zijn met de Europese Commissie. Dat geldt niet enkel voor ons. Dat is in alle lidstaten het geval. Alle Europese lidstaten worstelen met de timing. We kunnen nooit op voorhand inschatten hoelang het zal duren voor we uitsluitsel krijgen. Dat is eigen aan de procedure. Het is vervelend en jammer dat we niet met zekerheid kunnen stellen wat het zal zijn. In elk geval hopen we dat de Europese Commissie snel een antwoord zal geven op wat we op tafel hebben gelegd en dat we hiermee aan de slag kunnen gaan.
We hebben altijd met het Overlegcomité Mestactieplan (OMAP) gewerkt. Ten gevolge van dit breed overleg hebben we vaak iets meer tijd nodig. Dat heeft voor- en nadelen. Er wordt telkens teruggekoppeld en overlegd. Een participatieproces kost tijd. Het nadeel is dat het niet altijd even snel gaat als beslissingen die van bovenaf worden opgelegd. Ik herhaal echter dat we tijdig zijn gestart.
De onderhandelingen verlopen zoals ze in het verleden altijd zijn verlopen. Het is niet de eerste keer dat we hiermee worden geconfronteerd en de timing overschrijden. Dit is eigen aan de werkwijze van de Europese Commissie.
Er is nog een bijkomende vraag gesteld over de kwantificering van een aantal bemestingsnormen, onder meer met betrekking tot fosfaat, en over de maatregelen om de stikstofdruk te verlagen. Dit gebeurt momenteel. Het klopt dat dit voor onze land- en tuinbouwers rechtsonzekerheid met zich meebrengt. Om de gestelde waterdoelen te bereiken, is het echter belangrijk dat ze goed worden geïnformeerd en gesensibiliseerd. Het nieuwe MAP is er nog niet.
De bepalingen in het MAP 4 blijven lopen tot er iets nieuws is. Wat de stikstofbemesting betreft, is de dierlijke bemesting tot 170 kilogram beperkt. Vlaanderen is immers volledig als kwetsbaar gebied aangeduid. Wat de totale bemesting betreft, is het aangewezen oordeelkundig te bemesten. Hierbij moet rekening worden gehouden met de behoeften van de planten en met de eigenschappen van de bodem.
Er wordt geadviseerd om de bemestingsadviezen toe te passen. In MAP 4 was al in een daling van het fosforgehalte voorzien. Dat wordt op die manier doorgevoerd.
De derogatie is eind 2014 afgelopen. Momenteel beschikken we dan ook niet over een derogatie. Er is een mogelijkheid om hier in de verzamelaanvraag al op vooruit te lopen en om dit al aan te vinken. Op het ogenblik dat we de derogatie dan hebben gekregen, kunnen we hier ook gebruik van maken. Zo hebben we ten tijde van het vorige MAP ook gewerkt. Dat is momenteel onze werkwijze.
Het is onze ambitie tot een goed MAP te komen. Het zal uiteraard de waterkwaliteit ten goede komen. Het zal, zoals ik hier al eerder heb verklaard, ook meer gebiedsgericht zijn. Het moet duidelijk zijn dat we weer voor een derogatie gaan. We hopen snel duidelijkheid te krijgen.
Op basis van het akkoord dat we met de Europese Commissie kunnen sluiten, zal de Vlaamse Regering naar het Vlaams Parlement moeten stappen om hier een aantal zaken te laten goedkeuren. Het Vlaams Parlement zal hier uiteraard veel zeggenschap in hebben. Op basis daarvan zullen we de derogatie officieel bij de Europese Commissie kunnen aanvragen. Voor zover we dat helemaal in handen hebben, stellen we alles in het werk om de procedure zo snel mogelijk rond te krijgen.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Ik heb gemerkt dat een aantal aanwezigen van de gelegenheid gebruik hebben gemaakt om de milieubeweging met de vinger te wijzen voor het verlaten van het overleg. (Opmerkingen)
Is dat dan niet gebeurd? Dat is op die manier gezegd. (Opmerkingen)
Mijnheer Nevens, ik deel uw analyse. We kunnen tussen de regels lezen dat er soms een beetje sprake is van selectieve verontwaardiging. Als een andere vakorganisatie tijdens een ander overleg opstapt, vindt iedereen dat normaal. Als Natuurpunt Vlaanderen of de Bond Beter Leefmilieu dat doen, is er een grote verontwaardiging. Dat is een vaststelling. Het is echter niet de essentie van de zaak.
Er is hier een paar keer verklaard dat iedereen de problematiek erkent. Op zich is het positief dat die analyse kamerbreed wordt gedeeld. Wat de verbetering van de waterkwaliteit in Vlaanderen betreft, ligt er nog heel wat werk op de plank. Dit is echter meteen genuanceerd. Er zijn immers al heel wat inspanningen geleverd. Ik zou een bijkomende nuancering willen aanbrengen. We hebben de doelstellingen van het MAP 4 niet. Dat is een duidelijke vaststelling. Dit betekent dat we in het MAP 5 nog een tandje bij zullen moeten steken om het ambitieniveau van de toekomstige doelstellingen te halen.
Wie het Milieurapport Vlaanderen erop naleest, zal merken dat hierin een scherpe analyse wordt gemaakt. Geen enkele van de 194 beoordeelde Vlaamse waterlichamen haalt een goede ecologische toestand. Hetzelfde geldt voor de fysisch-chemische kwaliteit. In het Milieurapport Vlaanderen wordt benadrukt dat fosfor de meest problematische van alle algemene fysisch-chemische parameters is. Om de doelafstand te verkleinen, zal Vlaanderen nog forse inspanningen moeten leveren. Dit geldt vooral voor de aanpak van de stikstof- en fosforverliezen in de landbouw.
Het betreft hier een duidelijke wetenschappelijke analyse van de problematiek. Het gaat niet op te stellen dat we al heel wat inspanningen hebben geleverd. We moeten niet nog een klein beetje meer doen. Als we die rapporten ernstig nemen, zal er echt iets fundamenteels moeten gebeuren.
Minister, u hebt verklaard dat de Europese Commissie geen fundamentele kritiek heeft op de plannen van de Vlaamse Regering. Het gaat om technische bemerkingen. Ik hoor echter heel andere geluiden. Volgens u zal dat waarschijnlijk fout zijn.
Ik hoor dat de voorstellen die u met de Europese Commissie bespreekt, onvoldoende becijferd en onvoldoende onderbouwd zijn. Ik vraag mij dus af wat de waarheid is. Het is het een of het ander. Misschien kunnen wij inzage krijgen in de opmerkingen van de Europese Commissie? Ik zou daar graag duidelijkheid over hebben. Collega’s, het resultaat is dat er vandaag nog altijd geen MAP 5 op tafel ligt.
Minister, wat de communicatie betreft: daar hebt u nog niet concreet op geantwoord. Zal er nog een bijkomende communicatie gebeuren ten aanzien van de landbouwers? U hebt gezegd dat MAP 4 gewoon blijft doorlopen tot MAP 5 van kracht is. Zult u daarover communiceren of gaat u dat niet doen?
De heer Dochy heeft het woord.
Minister, dank u voor het antwoord. Ik wil toch nog even terugkomen op de uitlating van de heer Sanctorum. Mijnheer Sanctorum, ik wil u vragen om op te houden met te proberen dergelijke dossiers te polariseren. Nog maar een week geleden hadden we een tussenkomst die gebaseerd was op een opmerking van Natuurpunt over het afleveren van onwettige milieuvergunningen in het kader van de discussie over de instandhoudingsdoelstellingen (IHD). Mevrouw Peeters had contact opgenomen met Natuurpunt. Men had geen referentie. Het bleek een loze uitlating te zijn. Mijnheer Sanctorum, in uw vraag lees ik: “Maar het non-resultaat van vandaag toont aan dat de natuurverenigingen het bij het rechte eind hadden.” Ik geef toch de voorkeur aan het antwoord van de minister. Ik geloof haar meer dan u. Als we dat antwoord horen, kunnen we hier toch niet spreken over een non-resultaat. Ik vraag gewoon dat u respect zou hebben voor het overleg. Polariseer niet. De minister heeft al heel wat inspanningen gedaan om het overleg tussen de natuurverenigingen en de landbouworganisaties in stand te houden en te organiseren. Ik ben ervan overtuigd dat er bij de natuurverenigingen voldoende mensen zijn met technische achtergrond, verstand en bereidheid tot overleg om op die manier verder te werken. Aan polarisering heeft niemand een boodschap, en zeker de waterkwaliteit in Vlaanderen niet.
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Voorzitter, ik onderschrijf het standpunt van de heer Dochy. Diegenen die hier het hardst roepen dat men niet moet polariseren, doen dat vaak in pers- of andere communiqués net wel. Daar moet een halt aan worden toegeroepen. We willen allemaal vooruit en dat kan alleen met een goed overleg en als men stopt met continu negatieve berichtgevingen de wereld in te sturen.
De heer Nevens heeft het woord.
Minister, dank u voor het antwoord. Ik kan alleen maar concluderen dat we sinds 2014 bezig zijn met een nieuw MAP 5. Dit is geen eenvoudige opdracht. Dat kunnen we allemaal beamen. Er komt veel bij kijken. Het moet wetenschappelijk kloppen. U zit ook met die timing. Overleg plegen vergt tijd. Weet u wanneer Europa effectief het voorstel dat u vandaag hebt gedaan, zal goedkeuren? Hebben zij gezegd wanneer zij zouden landen en wanneer wij kunnen landen? Dat is heel belangrijk, vooral voor de rechtszekerheid van de betrokken partijen en, in eerste instantie, van de landbouwers. Het mag ons ook niet beletten om die mensen vandaag al goed te informeren en te sensibiliseren, en hun diets te maken dat MAP 4 niet voldoende was en dat we inderdaad dat nieuwe MAP 5 moeten goedkeuren, en dat dat waarschijnlijk implicaties zal hebben voor de desbetreffenden. We zijn het er allemaal over eens dat het maar één doel heeft: de waterkwaliteit in Vlaanderen verbeteren. Niemand is daartegen: niet de landbouwers, niet de natuurverenigingen maar ook niet de collega’s hier in het Vlaams Parlement. Dat moet de doelstelling zijn en blijven. Ik hoop dat we zo snel mogelijk resultaat hebben met het nieuwe MAP.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik heb hier, wellicht samen met velen onder u, een déjà-vugevoel. We hebben een discussie gehad naar aanleiding van het vorige MAP: het MAP 4. Een aantal zaken die hier nu worden gezegd, werden toen ook gezegd, en zelfs letterlijk. De sfeerschepperij, de geruchten, “ik hoor andere geluiden”, “dat wordt opgeklopt” … Ik wil dat ontkennen. Het is eigen aan de procedure – dat is bij iedereen zo – dat je met de commissie een aantal zaken bekijkt, dat er inderdaad wetenschappelijke vragen zijn. Dat heeft niets te maken met terugfluiten of afgekeurd worden. Dat is eigen aan die procedure. Ik snap niet dat daar van alles uit wordt afgeleid. Dat is sfeerschepperij die alleen maar de gemoederen kan verhitten. Dat kan niet de bedoeling zijn.
We zijn in de hele procedure heel open geweest met het overleg en de participatie. Zelfs nu een aantal organisaties hebben beslist om niet meer rond de tafel te zitten, wat ik betreur, blijven wij alle informatie aan hen doorgeven. Transparanter kun je niet zijn. Ik zou niet weten wat wij daar zouden willen verdoezelen of wegstoppen. Dat is zeker niet de bedoeling. Wij bouwen hier samen verder aan. Dat vraagt in Vlaanderen, een regio met een grote densiteit, heel wat inspanningen. Dat is voor ons geen simpele oefening. Daarom proberen wij dit goed te doen, met altijd als doelstelling voor ogen dat de waterkwaliteit moet verbeteren.
Ik herhaal dat wij, ook met MAP 4, resultaat hebben. Ook de commissie erkent dat. Maar het klopt dat wij nog extra gebiedsgerichte inspanningen zullen moeten doen. Dat leggen wij nu op de tafel van Europa. Uiteraard moet daarover worden gecommuniceerd met onze land- en tuinbouwers. Dat doen wij ook. Daar wordt constant werk van gemaakt. De instructies met betrekking tot MAP 4 worden naar de sector gecommuniceerd.
Over de timing kan ik jammer genoeg niets zeggen. Ik heb dat niet helemaal in de hand, waarvoor mijn excuses. Ik kan moeilijk met een glazen bol voorspellen wanneer er bij de Europese Commissie witte rook zal zijn.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, dank u voor uw bijkomende antwoorden.
In verband met die polarisering: mijn excuses, collega’s, maar als er in dit parlement geen verschillende meningen aan bod kunnen komen in het kader van een parlementair debat, kunnen we evengoed het parlement sluiten. Daarmee is die opmerking meteen geparkeerd.
In elk geval is er de vaststelling dat MAP 5 er nog altijd niet is. De gesprekken met de Europese Commissie werden begin 2014 gestart, maar OMAP is al in 2012 gestart, net met de bedoeling om een evaluatie te maken van MAP 4 en de voortgang, en om tijdig te starten met de voorbereiding van MAP 5. We moeten toch met schroom vaststellen dat er nog altijd geen MAP 5 is? Daarover kunnen we het toch eens zijn?
En dan is er het verwijt ten aanzien van Natuurpunt in verband met die milieuvergunningen en de passende beoordelingen. Naar aanleiding van de tussenkomst vorige week van mevrouw Peeters heb ik mijn licht eens opgestoken. Minister, u hebt dat toen ook min of meer ontkend, maar wat blijkt? Het klopt dat er voor een aantal milieuvergunningen geen passende beoordeling is gebeurd, hoewel dat wel had moeten gebeuren. Het spijt me. Mevrouw Peeters, uw opmerking van vorige week was onterecht. Er zijn in sommige gevallen geen passende beoordelingen gebeurd.
Mijnheer Sanctorum, ik stel voor dat we toch bij het onderwerp van het debat blijven. Mevrouw Peeters heeft vorige keer gezegd dat zij heeft gemaild en dat zij louter het antwoord op die mail heeft voorgelezen. Als er daarover nog discussie is en er zouden toch nog vergunningen afgeleverd zijn, dan stel ik voor dat we dit op een ander moment opnemen. Gaat iedereen daarmee akkoord? (Instemming)
De vraag om uitleg is afgehandeld.