Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Turan heeft het woord.
Minister, we hebben elkaar de afgelopen legislatuur genoeg gesproken over werk en economische maatregelen, maar dat was nog vaker het geval met uw collega. Het voordeel is dat u de beide bevoegdheden nu combineert. U was in de vorige legislatuur uiteraard ook betrokken bij het bankenplan. We hebben dat heel uitvoerig besproken in de commissie. We hebben hier een hele reeks sprekers gehad, om uiteindelijk te kunnen zeggen dat er wel degelijk een credit crunch was, gelet op de cijfers.
Ik denk dan ook dat de conceptnota uit 2012 voor de uitrol van het bankenplan een heel goede zaak was, ook al was het een ingewikkeld plan, met verschillende poten en vertakkingen, die moesten maken dat we een totaalplan hadden. De essentie van het bankenplan was niet om banken te redden, want die waren al gered. Het ging erom om onze kmo’s broodnodige kredieten te verlenen. Het kmo-landschap, de economische motor van Vlaanderen, is heel belangrijk, en verschillende cijfers gaven toen aan dat er een ernstig probleem was.
Er zijn verschillende afspraken gemaakt. Ik zou daar heel veel over kunnen zeggen. Daarom heb ik gewoon om een algemene stand van zaken gevraagd. De vorige minister-president en minister van Economie hield geregeld overleg – de ‘high level group’ – om afspraken te maken. Het bankenplan was moeilijk tot stand gekomen, maar de uitrol was uiteindelijk goed. Eind februari 2014 kon de minister-president zeggen dat er maar 1,1 miljard euro aan krediet moest worden verleend. We zitten nu al aan 1,9 miljard euro, dus dat loopt allemaal goed en wel.
De cijfers logen er niet om, toch niet wat betreft de omvang van de verleende kredieten. We hebben nu zeer recent opnieuw cijfers gekregen van de Belgische federatie van de financiële sector (Febelfin). De laatste kredietbarometer van Febelfin bevestigt de voorzichtig positieve tendens die de minister-president de vorige keer heeft aangekondigd. De weigeringsgraad wat betreft kredieten bevindt zich op het laagste niveau sinds het begin van de meting in 2008, wat uiteraard een heel goede zaak is. Dat leidt uiteraard ook tot een stijgende kredietproductie. In hoeverre dat te maken heeft met het bankenplan of met economisch beleid, is koffiedik kijken. Kunt u mij daar meer informatie en betere cijfers over geven?
Het probleem is nu blijkbaar ook een beetje verlegd. Ik zal niet zeggen dat dat een groter probleem is dan het weigeren van kredieten, maar blijkbaar is het aantal kredietaanvragen zelf gedaald. Dat is natuurlijk een probleem, dat bedrijven er nu niet meer in geloven of denken dat de banken toch zullen weigeren. Ik weet niet wat de oorzaak daarvan is. Daarom wil ik van u weten hoe het komt dat er nu 1,3 procent minder aanvragen waren dan in hetzelfde trimester van vorig jaar.
In bedrag neemt de kredietaanvraag wel toe, maar dat is te wijten aan uitzonderlijke verrichtingen. Ik heb er ook eens de laatste antwoorden van minister Kris Peeters op nagelezen. Hij zei in februari dat de verleende kredieten gemiddeld boven de 200.000 euro liggen. Is dat veel, 200.000 euro? Dat weet ik niet, maar ik hoor van veel kleine bedrijven dat het voor hen maar om 70.000 of 80.000 euro gaat. Dan denk ik dat het voor die kleinere kmo’s, die kleinere bedragen nodig hebben dan 200.000 euro, een groter probleem is. Hebt u daar een zicht op?
Ik wil nog even terugkomen op een aantal zaken die minister Peeters in de laatste commissievergadering had aangegeven. Zo was het infrastructuurfonds on hold gezet, omdat er op dat ogenblik geen noodzaak voor was. Hij heeft dat toen geantwoord op een vraag van collega Lode Vereeck. Hij zei toen ook dat de vier grootbanken maandelijks moeten rapporteren aan Febelfin. Gebeurt dat? Wanneer is de highlevelgroep voor het laatst bijeengekomen? Bent u daarbij betrokken? Wat waren uw bevindingen? Hebt u een verklaring voor het dalende aantal kredietvragen? Welke stappen gaat u daarvoor ondernemen?
Hebt u het bankenplan ondertussen laten evalueren ? Zijn de beoogde doelstellingen behaald? Hebt u al een agenda opgesteld voor de verdere uitrol van het bankenplan? Ziet u een nut in verder overleg met de banken en plant u een volgend highleveloverleg?
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Turan, het laatste highleveloverleg heeft plaatsgevonden op 4 april. Dat was de derde bijeenkomst. Ik was daar zelf niet bij, maar ik heb wel de stand van zaken gekregen over de uitvoering van het bankenplan op dat moment.
Er zijn een drietal gerealiseerde actiepunten: het highleveloverleg zelf, het zorgtraject voor gezinnen in moeilijkheden en de kwaliteit van het kredietdossier. Zes actiepunten zitten op schema: de langetermijnfinanciering, de kortetermijnfinanciering, de crowdfunding, de Winwinlening, de groene waarborg en het financieringsmodel voor energie-efficiënt bouwen. Eén actiepunt werd uit het bankenplan gelicht, namelijk de funding loss of wederbeleggingsvergoeding.
Wat betreft de stand van zaken van de kmo-fondsen, hebben de vier grootbanken zich geëngageerd om voor 1,1 miljard euro aan langetermijnkredieten aan kmo’s en grote ondernemingen in de markt te plaatsen. Op 31 december 2013 stond de teller op 1,9 miljard euro. Uiteraard weet ik niet hoeveel daarvan dankzij het bankenplan gerealiseerd wordt. Elk van de vier grootbanken kon zijn verplichtingen vanuit zijn balans vervullen, mede doordat de financiële markten zich in 2013 beduidend versoepelden.
Wat betreft de semipublieke infrastructuurfondsen en het waarborgen van kwaliteitsvolle kredietportefeuille, meldt de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV) dat er nog geen enkel akkoord afgesloten is, ook nu niet. Zoals eerder vermeld, zijn de financiële markten sinds 2013 al wat ontspannener en is het aanbod aan langetermijnkredieten weer voorhanden. Wellicht is dat de oorzaak dat dat niet nodig is. Maar als daar in de markt nood aan zou ontstaan, is het Gigarant-regelgevend kader sinds september 2013 klaar voor de oprichting van kmo-fondsen of infrastructuurfondsen. Maar ik denk dat we dat niet moeten doen als er geen vraag naar is.
Er zijn veel elementen die een invloed hebben op het aantal kredietaanvragen. Er is het investeringsklimaat, het ondernemersvertrouwen, de beoordeling van de orderpositie, vraagvooruitzichten enzovoort. Ik kan vandaag niet dé oorzaak aanduiden waardoor er minder aanvragen zijn. Het is wel iets om in het oog te houden, daarom zal ik dat in het volgende highleveloverleg opnieuw ter sprake brengen.
De initiële actiepunten zitten, zoals ik daarnet al zei, op schema. Het is belangrijk om de vinger aan de pols te houden. Daarom willen wij een open dialoog behouden in de toekomst. Ik zal nog voor het einde van het jaar een nieuw overleg houden met de sector, de banken, de ondernemingsorganisaties en de financiële instellingen.
Mevrouw Verlinde heeft het woord.
Het bankenplan zit op schema en wordt verder opgevolgd.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Minister, uw antwoord geeft inderdaad voor een stuk weer wat ik op dit ogenblik al weet. Wat mij vooral interesseert – en u hebt dat zelf ook aangegeven – is de kredietverlening van de kleinere ondernemingen, de kleinere bedragen. Ik heb het over de dalende vraag. Dan weet je dat het niet aan de lange termijn en de grote bedragen ligt. Dat is al opgenomen in mijn vraag. U zegt dat u dat de volgende keer zult opnemen.
Ik heb een bijkomende vraag. U zult daar vandaag waarschijnlijk niet op kunnen antwoorden, maar ik wil u vragen dat bij te houden voor de volgende keer dat we het nog eens over het bankenplan hebben. U kunt mij dan ook misschien zeggen wanneer de volgende high level group gepland is. Ik ben namelijk vooral geïnteresseerd in de kredietverlening van de kleinere ondernemingen, met kleinere bedragen.
De vorige minister had een opdracht gegeven tot het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie wat de oprichting van kredietunies in Vlaanderen betreft, in navolging van Nederland. KPMG was daarmee bezig. Eind maart, begin april zou er een overleg geweest zijn om de definitieve resultaten daarvan te bespreken. Ik heb daar nu totaal geen zicht meer op.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
De reden dat de vraag gedaald is, is heel eenvoudig: het ondernemersvertrouwen is de afgelopen maanden in elkaar gezakt. Ik denk dat dat jammer genoeg de hoofdreden is. We moeten daar geen doekjes om winden.
Minister, ik vind het goed dat u het project voortzet en dat u een overleg zult houden met de high level group. Ik weet niet wat uw timing is. Maar binnenkort – ik ken de datum niet uit het hoofd – is er een stresstest voor de banken. Die zal een enorme impact hebben. Hopelijk zal die het vertrouwen herstellen, maar dat is niet zeker. Ik stel voor dat u de bijeenkomst nadien plant, omdat het de kaarten in de bancaire wereld grondig zal verschudden. Ik vrees dat de vraag naar krediet alleen maar zal toenemen als het vertrouwen in het investeringsklimaat herneemt, wat we ook uitvinden: bankenplan, kredietunie enzovoort.
Ik steun wel het voorstel van de kredietunies. Dat voorstel wordt nu naar voren gebracht door mevrouw Turan, maar is in feite een oud voorstel. Het is heel complex. We moeten dat bekijken met de federale overheid. Maar dat lijkt mij een echt zinvol initiatief. Het kan natuurlijk niet – evenmin als crowdfunding – de rol van de banken vervangen, maar we zouden zinvol kunnen voortwerken op de kredietunies. Ik ben dus blij dat de high level group er komt. We moeten de stresstest afwachten en daarna misschien alternatieve financiering nieuwe kansen geven, onder andere via de kredietunie.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Dat van de kredietunies is inderdaad zeer positief. We moeten het warm water niet meer uitvinden. In Nederland en de ons omringende landen hebben ze op dat vlak al een grote voorsprong. KPMG heeft daarover een hele studie gemaakt. Er zou een eindvergadering komen om daarvan de resultaten vast te leggen.
Als u even teruggrijpt naar de studie die toen werd besteld in opdracht van de Vlaamse Regering, kunt u daarover acties nemen en kunnen we volgende keer uitvoerig bespreken hoe we de kredietunies kunnen aanpakken, uiteraard in samenwerking met de federale overheid, want sommige maatregelen moeten door die federale overheid genomen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.