Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Jans heeft het woord.
De elektronische sigaret is wereldwijd al een tijdje aan een opmars bezig. Deze elektronische sigaretten zouden een vervangmiddel moeten zijn voor de traditionele tabakssigaret. Elektronische sigaretten worden aangedreven door batterijen en verdampen een vloeibaar mengsel van nicotine. De behoefte van de roker aan nicotine wordt bevredigd, maar er wordt in het proces geen tabak meer verbrand.
Volgens de uitvinders zou deze vorm van roken veel minder schadelijk zijn dan de gewone sigaret. Bovendien zou het de perfecte tussenstap zijn – zo leert ons Google – om uiteindelijk volledig te stoppen met roken. Uit recent Amerikaans onderzoek blijkt nu dat deze e-sigaret niet leidt tot het definitieve stoppen met roken. Integendeel, het maakt de roker net nog afhankelijker van nicotine.
De Stichting tegen Kanker is niet volledig tegen de e-sigaret. Doordat er geen verbranding plaatsvindt, is deze sigaret sowieso minder schadelijk dan een gewone sigaret. Waarmee de Stichting tegen Kanker niet gezegd wil hebben dat ze de e-sigaret zal promoten als middel om te stoppen met roken. Want om te stoppen met roken, helpt het dus niet, volgens dit onderzoek.
Los daarvan kent de e-sigaret nog een tweede sluipend gevaar: ze verlaagt de drempel om te beginnen met roken. De verkoop van e-sigaretten is de laatste jaren enorm gestegen, want ondertussen heeft ook de tabaksindustrie zich op de markt gegooid. Zij zien dit als een middel om de jongeren voor zich te winnen.
De Stichting tegen Kanker heeft deze zomer een enquête gehouden. Daaruit blijkt dat de populariteit van de elektronische sigaret in ons land veel lager is dan in de ons omringende landen. 1,5 procent van de Belgische bevolking zou gebruik maken van de elektronische sigaret.
Eind vorig jaar bracht de Hoge Gezondheidsraad al advies uit. Daarin werd vooral voor meer duidelijkheid en onderzoek gepleit. In een van haar aanbevelingen meldt de Raad: “De berichtgeving over de e-sigaret in de algemene media is vaak verwarrend en onvolledig en de kennis ervan bij relevante intermediairs vermoedelijk onvoldoende. Daarom is er nood aan objectieve informatie rond elektronisch roken, onder meer in de gezondheids- en de onderwijssector.”
Minister, in uw actieplan tabak, alcohol en drugs 2009-2015 is er niets opgenomen over sensibilisering en preventie in verband met de e-sigaret. In België is de wetgeving op e-sigaretten vrij strikt. De nicotinehoudende e-sigaretten worden beschouwd als een geneesmiddel en mogen alleen in de apotheek verkocht worden. Maar een recent goedgekeurde Europese richtlijn stelt dat vanaf 2016 de nicotinehoudende e-sigaret ook zonder registratie als geneesmiddel kan worden toegelaten op de markt. Het product zal dus ook buiten de apotheek kunnen worden verkocht.
Een recente reportage van ‘Koppen’ wees uit dat het ondanks de wetgeving heel gemakkelijk is om in ons land die nicotinehoudende e-sigaretten en navullingen aan te kopen. Via internet kan men daar zeer gemakkelijk aan geraken.
In het licht daarvan, en zeker met het oog op sensibilisering, had ik graag enkele vragen gesteld. Minister, hoe kijkt u aan tegen deze opkomende trend van de e-sigaret en de gevaren ervan? Welke stappen zult u ondernemen om te wijzen op deze gevaren? Hoe staat u tegenover het standpunt van de Stichting tegen Kanker? Wat hebt u, als bevoegde minister, ook in de vorige legislatuur, gedaan met de aanbevelingen die de Hoge Gezondheidsraad eind vorig jaar publiceerde, vooral dan op het gebied van informatieverstrekking en sensibilisering? Zult u in een nieuw actieplan met betrekking tot tabak, alcohol en drug aandacht besteden aan deze problematiek?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Ten tijde van het opstellen van het huidige actieplan tabak, alcohol en drugs was er nog geen discussie over de e-sigaret, daarom is het ook niet opgenomen in het actieplan. Ondertussen zijn er verschillende soorten e-sigaretten op de markt gekomen, al dan niet met nicotine. Het gebruik van de e-sigaret neemt wereldwijd toe, hoewel er in België nog sprake zou zijn van een marginaal fenomeen. 2 procent van de rokers zou dit elektronisch doen, in Frankrijk zou dit 20 procent zijn.
Er leven bij experten en wetenschappers twee visies omtrent de e-sigaret: zij die in de e-sigaret een middel zien om aan ‘harm reduction’ te doen, een beperking van de schade aangezien de e-sigaret minder schadelijk is dan de verbranding van een klassieke sigaret, en zij die de huidige risico’s en tekorten van het roken in zijn algemeenheid beklemtonen. Beide visies beklemtonen dezelfde discussiepunten, die te vinden zijn op de website van de Vlaamse partnerorganisatie voor tabak, het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (VIGeZ).
Het is belangrijk om de evolutie goed in de gaten te houden, want meerdere ontwikkelingen die samenhangen met de stijgende populariteit van de e-sigaret zijn verontrustend. Zo beweegt de tabaksindustrie zich steeds meer op deze markt, wat risico’s inhoudt wat betreft het aantrekken van nieuwe rokers. Het VIGeZ wijst vandaag al regelmatig op de gevaren en risico’s die er zijn en werkt aan een informerend dossier voor Vlaamse scholen en leerkrachten.
Of de e-sigaret wel of niet helpt bij het stoppen, daarover bestaat geen evidentie aangezien er nog geen wetenschappelijk langetermijnonderzoek naar gedaan werd. Het is belangrijk dat rokers op de hoogte zijn van de risico’s die verbonden zijn aan de e-sigaret en dat zij over degelijke informatie kunnen beschikken. Ik ben het dus eens met het standpunt van de Stichting Tegen Kanker.
E-sigaretten met nicotine zijn volgens de wet in België alleen te koop in de apotheek. De Belgische consument kan online kopen wat hij wil, waaronder vloeistoffen met nicotine. De naleving van de wetgeving hieromtrent is een bevoegdheid van de federale overheid. Een goed regulerend kader voor de e-sigaret in België ontbreekt vandaag nog. De nieuwe Europese Tabaksrichtlijn verplicht België om op termijn een duidelijker kader te creëren voor de e-sigaret. Ik zal dat uiteraard bespreken met mijn federale collega, zodra ik weet wie dat zou zijn. Als dat regulerende kader op gang getrokken is, zal Vlaanderen conform de internationale afspraken zijn rol opnemen voor wat betreft sensibilisering en preventie.
Het is te vroeg om vooruit te lopen op de nieuwe gezondheidsdoelstelling en het actieplan rond tabak, alcohol en drugs, aangezien het huidige plan nog loopt tot eind 2015. Anderzijds is het evident dat we ons zullen blijven richten op de drie grote klemtonen in de tabaksproblematiek, die ook de Wereldgezondheidsorganisatie onderscheidt: niet beginnen met roken, niet meeroken of passief roken en stoppen met roken. De discussie over de e-sigaret zal daarbij uiteraard aan bod komen.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Ik ben al zeer tevreden dat u stelt dat, hoewel de cijfers nu nog marginaal zijn, ontwikkelingen erop wijzen dat, zeker met de wijziging op basis van de Europese richtlijn, de problematiek zich in de toekomst meer en meer zal manifesteren.
Ik ben ook zeer tevreden dat het VIGeZ nu al werkt aan een informerend dossier voor de onderwijssector. Het gaat dan ook over de niet-nicotinehoudende elektronische sigaretten, die wel een gevaar zijn voor jongeren. Die hebben dan een aardbeien- of chocoladesmaak, en het is zeer verleidelijk voor jonge kinderen om dat te gebruiken. Dat maakt de drempel naar een gewone sigaret zeer laag. Ik vind dat dat absoluut een aandachtspunt moet zijn in het preventie- en sensibiliseringsbeleid dat wij hier de volgende jaren zullen moeten voeren.
Met de zesde staatshervorming zijn bovendien heel wat middelen overgekomen van het Fonds ter bestrijding van verslavingen. Mijn oproep is om zeker een deel daarvan te gebruiken bij sensibiliseringsacties rond de elektronische sigaret.
De vraag om uitleg is afgehandeld.