Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer Ronse heeft het woord.
Ik denk dat iedereen hier weet dat in het parlement het doelmatig aanwenden van subsidies en een overheid die focust op de kerntaken, mijn stokpaardjes zijn.
Is collega Vande Reyde wakker geworden? Ik weet dat hij daar minder actief op is. Ik had van een liberaal verwacht dat hij daarin het voortouw zou nemen, maar kijk, het is een Vlaams-nationalist. Is hij weg? Oei. (Opmerking van Maurits Vande Reyde)
Dus zelfs wanneer ik het op de agenda zet, verlaten de liberalen de commissie. (Opmerkingen van Maurits Vande Reyde. Gelach)
Dus als trekker en pionier van het thema ‘efficiënt gebruik van subsidies’, was ik heel blij om betrokken te zijn geweest bij de opmaak van het subsidieregister, wat ons minstens toelaat om per organisatie, per bedrijf of gelijk wat, te weten van welke kanten ze allemaal subsidies krijgen. Ik ga eerlijk zijn, ik zou het zelf ook in de stad Kortrijk willen invoeren, want het is niet normaal wat organisaties allemaal uitspoken om subsidies binnen te halen. Dat is ook logisch, ze willen allemaal het beste voor hun organisatie, maar doelmatigheid is vaak ver te zoeken.
Dat subsidieregister is dus gemaakt en dat lijkt me ook goed te werken. Hulde aan iedereen die daaraan heeft meegewerkt. Volgens mij moet dat hier een gigantische werf zijn geweest.
Op 6 oktober 2022 had ik u gevraagd of dat subsidieregister al een aantal lessen over uw beleid had bijgebracht. U had toen gezegd dat die vraag nog iets te vroeg kwam en vroeg om iets meer tijd te geven. Het is vandaag 5 oktober, dus we zijn genereus geweest en hebben een jaar min één dag gewacht om het opnieuw op de agenda te zetten.
Zijn er bepaalde lessen voor de beleidsdomeinen Werk en Economie uit dat subsidieregister te trekken? Op welke manier kan dat bijdragen om alles beter te maken?
Hebben we dankzij dat subsidieregister al resultaten geboekt op het vlak van fraude en dubbele financiering?
Minister Brouns heeft het woord.
Collega Ronse, bedankt voor deze vraag. De subsidies van 1 januari 2022 en tot en met het tweede kwartaal 2023 die vanuit de Vlaamse overheid werden toegekend of uitbetaald aan ondernemingen, organisaties, feitelijke verenigingen en lokale besturen werden ondertussen in kaart gebracht. Gegevens over subsidies worden per kwartaal aan het register toegevoegd. De publicatie van de cijfers tot en met het derde kwartaal 2023, is voorzien voor december 2023. Gestaag komt er een duidelijk overzicht van hoe subsidies vanuit verschillende hoeken worden ingezet met het oog op het behalen van de doelstellingen. Op basis van de bijkomende data zal het mogelijk zijn om langere historische datatijdreeksen uit te bouwen om zo een vollediger zicht te krijgen op het subsidielandschap in Vlaanderen. Het subsidieregister is immers een dynamisch gegeven. Tot op dit ogenblik werd er gefocust op de volledigheid van het register. Naar de toekomst toe zal de focus verlegd worden naar de analyse van de verschillende subsidiestromen.
Het subsidiebeleid bestaat uit meer dan enkel de subsidiestromen die in dit register worden opgenomen. Ik heb het dan onder meer over de toelagen aan rechtspersonen, persoonsgebonden subsidies en subsidies die op een ander niveau worden toegekend.
Het subsidieregister omvat evenwel geen informatie over eventuele terugvorderingen en geldstromen die gecategoriseerd kunnen worden onder de noemer staatssteun.
De beschikbare informatie wordt door onze administratie ex-ante geraadpleegd om na te gaan of begunstigden al dan niet uit andere beleidsdomeinen subsidies verkregen hebben. Zo kunnen we op voorhand nagaan of er zich mogelijk een dubbele subsidiëring voordoet. In het kader van de inspectieopdrachten wordt het subsidieregister sporadisch gebruikt om zicht te krijgen op de voordelen die bedrijven ontvangen.
Voor evaluaties en het opsporen van misbruik en fraude is de huidige beschikbare periode nog te kort. De impact van steun voor opleiding, innovatie en investeringen is vaak pas meetbaar enkele jaren na de toekenning van de steun. Dit enkel in kaart brengen op basis van cijfers van 2022 is niet echt zinvol. Voorlopig is het register nog van beperkt nut. Zinvolle vergelijkingen over meerdere jaren zullen naar de toekomst toe aan belang winnen, eens we beschikken over langere datareeksen. Ik denk dus dat het ook hier wat vroeg is om reeds ten volle gebruik te kunnen maken van het register.
Totdat de datareeksen voldoende zijn aangevuld, benutten we dan ook eigen databanken, waarin concrete verwijzingen naar dossiers opgenomen zijn en de tijdreeksen verschillende jaren bevatten.
De heer Ronse heeft het woord.
Dat is nu al de tweede keer dat ik te vroeg kom op dit thema. Dat is bijzonder om vast te stellen.
We hebben dus nu dat register en daar zijn veel tijd en middelen in gekropen. Ik hoop toch dat elke ambtenaar, zowel bij het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) als bij VDAB, of iedereen die betrokken is bij het toekennen van subsidies, bij elke aanvraag systematisch eerst kijkt in dat subsidieregister wat organisatie X, Y of Z al krijgt. Ik vind zelfs dat we subsidies iets breder mogen opentrekken, dat daar ook tenders in moeten staan die lopen met organisatie of speler X of Y. Ik geef maar een voorbeeld : een organisatie zoals de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) krijgt subsidies, maar heeft ook heel wat tenderopdrachten die ze binnen hebben. Daar moet men kijken of er ook niet dubbelop mee wordt gelopen.
Ik heb nog een tweetal bijvragen. Ten eerste, wordt dat subsidieregister nu al systematisch door iedereen die onder uw bevoegdheid staat en subsidies of tenders moet toekennen, bekeken? Ten tweede, wanneer ga ik niet te vroeg zijn?
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Te vroeg komen, een specialiteit van collega Ronse blijkbaar.
Dat subsidieregister bestaat nu een jaar en ik vind het wel goed hoe dat wordt opgenomen binnen de verschillende diensten. Ik heb daar in andere commissies ook vragen over gesteld. Het is natuurlijk een proces, mensen en administraties moeten daarmee leren omgaan. Maar ik heb wel het gevoel dat het de effectiviteit en de toeleiding naar subsidies beter maakt. Daar ben ik blij om. Ik haal soms een aantal subsidies aan, er zijn ook hervormingen gebeurd, bijvoorbeeld in de kmo-portefeuille. Dat klinkt soms alsof dat een gimmick is, maar wat ik eigenlijk daarmee wil bereiken is net dit soort processen, dat we dat doelmatiger gaan bekijken. Dat is niet om op alles te schieten, dat is gewoon opdat het belastinggeld beter besteed wordt. Ik ben dus blij met die evoluties.
Ik heb nog twee suggesties. Eén concrete voor u, minister, om ook naast het subsidieregister de kapitaalparticipaties op te nemen. Dat is vooral voor het domein Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) van belang. Naast wat we in cash geven, moeten we dan immers ook kijken wat bedrijven eigenlijk in andere vormen krijgen, bijvoorbeeld vanuit de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) – daar ga ik volgende week nog een vraag over stellen. Dat is ook belangrijk, denk ik. Dat is misschien minder evident om in kaart te brengen, maar dat is natuurlijk binnen EWI zeker ook van tel. Ik zou willen vragen of u daar ook werk van wilt maken.
Dan doe ik voor de collega’s, en zeker voor collega Ronse, misschien nog een suggestie voor de toekomst. Er wordt vaak gezegd dat subsidies onvermijdelijk zijn omdat we geen andere dingen kunnen doen voor onze ondernemingen. Ik zou in die analyse eigenlijk dat vraagstuk ook eens durven meenemen. Is het altijd zo onvermijdelijk? Zijn er algemene maatregelen die een lastenverlaging of een daling van kosten voor ondernemingen in het algemeen kunnen bewerkstelligen in plaats van enkel subsidies geven? Ik geef maar een voorbeeld, iets waarvan ik persoonlijk wel voorstander ben om dat uit te werken. Zouden we niet via – wie weet – een ministaatshervorming of whatever kunnen zorgen dat we in Vlaanderen ook opcentiemen of afcentiemen kunnen heffen op de vennootschapsbelasting, zoals dat met de personenbelasting het geval is, om op die manier af te stappen van ons subsidiebeleid en meer te gaan naar een algemene lastenverlaging voor alle ondernemingen? Het is maar een voorbeeld, maar ik wil zeggen: als je de effectiviteit van subsidies nagaat, moet je ook durven nadenken of durven brainstormen hoe je dat eventueel kunt vervangen, of er dingen zijn die beter zijn voor alle ondernemingen en die misschien momenteel nog niet bestaan. Misschien kunnen we daarover vanuit het parlement dan ook een aantal suggesties doen naar de volgende legislatuur toe.
Minister Brouns heeft het woord.
Ja, ik denk dat het belangrijk is om te benadrukken dat het subsidieregister al wordt gebruikt; het wordt geconsulteerd om na te gaan of er geen dubbele financiering is. Ik denk dat dat daarvoor natuurlijk ook moet dienstdoen, maar voor de grondige evaluatie verwijs ik inderdaad naar mijn eerder antwoord, dat we daar wat meer tijd voor nodig zullen hebben. Alle suggesties om het te verbeteren en te versterken, kunnen we inderdaad meenemen.
De heer Ronse heeft het woord.
Ja, toch nog een slotbeschouwing. Ik vind het echt een belangrijk thema, die subsidies – niet alleen voor dit beleidsdomein, trouwens, maar voor alle beleidsdomeinen. Als we echt willen focussen op de kerntaken en waar de burger echt van wakker ligt, dan zijn die subsidies het eerste waarin we gaan moeten snijden, denk ik. Ik ben er zeker van dat er door Vlaanderen nog heel wat subsidies gegeven worden die niet doelmatig zijn. Ik zit zo nu en dan weleens in ecosystemen van start- en scale-ups en daar circuleert een heel leuke term: ‘non-dilutable grants’. Ja, dat gaat over subsidies, dat zijn aandeelhouders die – voor ze een kapitaalronde gaan doen – weten dat ze nog hier en daar nog wat subsidies kunnen binnenhalen. Zo moeten ze zelf minder inleggen en kan de boel nadien verdeeld worden. Het is altijd moeilijk om na te gaan of het doelmatig is of niet. In die zin vind ik de suggestie van collega Vande Reyde om te kijken naar fiscale aftrekbaarheid en zo meer, altijd goed. Want alles wat geen subsidie is, maar een fiscale aftrek of een belastingverlaging, is beter. Maar dan had ik collega Vande Reyde natuurlijk graag ook horen pleiten voor Vlaams zelfbestuur en een volledig eigen Vlaamse fiscaliteit, want dan zouden we veel meer kunnen doen. In een onafhankelijk Vlaanderen, collega Vande Reyde, zouden er nauwelijks nog subsidies bestaan. Dat zou iets zijn wat in de geschiedenisboeken zou staan. Dus de kortste weg naar subsidies afschaffen, collega Vande Reyde, is Vlaams zelfbestuur.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik word hier persoonlijk aangesproken, dus mag ik nog een kort citaat geven? Ik stel voor dat u eens kijkt wat uw lijsttrekker in West-Vlaanderen zegt over Vlaams zelfbestuur en Vlaamse onafhankelijkheid. Ik denk dat hij het “palliatieve zorgen” en “subsidiebeleid” noemt. Misschien eerst uw eigen partij van Vlaamse onafhankelijkheid overtuigen, voor u de rest van het parlement daar het nut van kunt doen inzien.
Ja, ik zou collega Ronse een perfecte lijsttrekker vinden voor de liberale partij in West-Vlaanderen eigenlijk, maar dit zou ons te ver leiden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.