Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, vorige week woensdag raakte bekend dat de stad Mechelen zeven woningen van sociale huisvestingsmaatschappij Woonpunt ter beschikking zal stellen als lokaal opvanginitiatief (LOI). Er zullen in totaal zeventien personen gehuisvest worden. Volgens het Mechelse stadsbestuur zal het initiatief niet ten koste gaan van de vele mensen die op een wachtlijst staan voor een sociale woning. De woningen stonden immers leeg in afwachting van renovatie, klonk het. In een aantal gevallen worden de renovatiewerken naar verluidt wel uitgesteld om de komst van de asielzoekers mogelijk te maken.
Een LOI, voor wie dat niet zou kennen, is bedoeld als kleinschalig opvanginitiatief voor asielzoekers, de tweede lijn na de collectieve opvangcentra, georganiseerd door Fedasil. De LOI’s zelf worden georganiseerd door een OCMW, maar gefinancierd door de federale overheid.
Vandaag wordt door ons al een afwijking toegestaan op de kwaliteitsnormen, waarbij Oekraïense vluchtelingen kunnen worden ondergebracht in sociale woningen die leegstaan in afwachting van sloop of renovatie. Dat is dus eigenlijk hetzelfde systeem. Maar de voorwaarde is dat het verblijf van de Oekraïners in geen geval de geplande renovatiewerken mag vertragen. Leegstaande woningen vanuit het sociale patrimonium kunnen juridisch ook voor een langere periode ter beschikking worden gesteld van het OCMW, bijvoorbeeld voor de uitbating van LOI’s. Juridisch kan dat dus allemaal wel, maar dan moet het gebeuren in het kader van verhuren buiten stelsel. Het is allemaal wat technisch, maar we kunnen concluderen dat het inderdaad wel kan. De vraag is of het opportuun is.
Begrijp me niet verkeerd. Het principe van LOI vind ik zeker niet fout. In alle centrumsteden, ook bij ons in Aalst, hebben we er gehad en hebben we er nu nog, in meer of mindere mate. Dat fluctueert wat, afhankelijk van de noden of de vragen die Fedasil ons stelt. De vraag is echter of, uitgerekend in een periode waarin er toch wel nood is aan bijkomende sociale woningen – we hebben het er gisteren in de plenaire vergadering nog over gehad – en sociale woningen die gerenoveerd worden, zo snel mogelijk weer moeten kunnen worden ingezet, het opportuun is om naast de opvang van Oekraïense vluchtelingen ook nog eens bijkomende LOI’s te voorzien in leegstaande, te renoveren sociale woningen.
Minister, hoe staat u zelf tegenover het gebruik van sociale woningen als LOI? Wordt de regelgeving rond verhuren buiten stelsel daarbij correct gevolgd? Dat mag ook maar voor 1 procent van het patrimonium, als ik het juist heb. En in welke mate wordt dat vandaag allemaal toegepast?
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel voor uw vraag, mevrouw Smeyers. Het persartikel over de opvangwoningen voor asielzoekers in Mechelen heeft ook mijn wenkbrauwen doen fronsen, niet zozeer over de inzet van sociale huurwoningen voor dat doeleinde, want daar zijn inderdaad onder bepaalde strikte voorwaarden mogelijkheden toe, waar ik straks verder op inga, maar wel over het zogenaamde verduurzamen van dat doeleinde.
We vernamen via de pers dat het in Mechelen gaat over sociale huurwoningen die leegstaan in afwachting van sloop, renovatie of verkoop. Dergelijke woningen kunnen buiten het sociale huurstelsel worden verhuurd aan bepaalde organisaties, zoals openbare besturen, welzijns- of gezondheidsvoorzieningen of leegstandsbeheerders, en sinds 1 maart 2022 ook rechtstreeks aan natuurlijke personen.
Dergelijke woningen kunnen dus inderdaad verhuurd worden aan OCMW’s, die ze dan op hun beurt inzetten voor LOI’s. Maar heel belangrijk daarbij is dat de duur van de verhuring gelimiteerd is tot de periode in afwachting van het starten van de renovatie- of sloopwerken. De renovatie, sloop of verkoop gaan uitstellen om langer te kunnen verhuren buiten het sociale huurstelsel, behoort dus uitdrukkelijk niet tot de mogelijkheden en strookt ook helemaal niet met de regelgeving. Daar is duidelijk bepaald dat de verhuring enkel kan gebeuren in afwachting van de renovatie, wat een tijdelijkheid impliceert.
Ik sluit me dus volledig aan bij uw standpunt, waar u stelt dat elke sociale woning na renovatie zo snel mogelijk opnieuw moet worden ingezet voor de doelgroep van de sociale huisvesting en dat uitstel van renovatie om langer buiten het stelsel te kunnen verhuren, uit den boze is. U verwees er zelf al naar dat dat ook het standpunt is dat wij altijd gehuldigd hebben bij de opvang die we voorzien hebben via sociale huisvesting voor Oekraïense vluchtelingen. Ook daar hebben we zeer uitdrukkelijk gezegd dat het voor geen enkel huis de bedoeling kan zijn dat de sloop, de vernieuwbouw, de renovatie of wat dan ook, ook maar één dag zou worden uitgesteld voor dat doel, namelijk om vluchtelingen op te vangen. Dat moet doorgaan. We weten allemaal hoe moeilijk het is om woningen bij te bouwen. We kunnen dus geen tijd verliezen en geen woningen langer leeg laten staan dan nodig voor die renovatie of sloop of wat dan ook.
Ik vond het dan ook verontrustend dat de betrokken schepen van Mechelen in de pers liet optekenen dat de renovatiewerken wel uitgesteld werden om de verhuur aan de LOI's mogelijk te maken. Ik heb dan ook aan de afdeling Toezicht gevraagd om initiatief te nemen en contact op te nemen om opheldering te vragen. Indien hieruit blijkt dat de initiatieven in Mechelen niet stroken met de regelgeving, zal uiteraard verder initiatief genomen worden.
Voor de volledigheid geef ik nog mee dat naast de verhuring buiten het stelsel van leegstaande woningen in het kader van renovatie, sloop of verkoop, een sociale verhuurder ook reguliere sociale huurwoningen buiten het sociaal huurstelsel kan verhuren aan intermediaire instellingen om een bijzondere doelgroep te huisvesten.
Hier zijn een aantal voorwaarden aan verbonden: er moet worden aangetoond dat de verhuring niet rechtstreeks mogelijk is via een lokaal toewijzingsreglement; de bijzondere doelgroep moet voldoen aan de onroerende bezitsvoorwaarde en de inkomensvoorwaarde van sociale huur; de verhuringen worden meegerekend voor het maximumpercentage van 1 procent van het patrimonium dat buiten het sociaal huurstelsel mag worden verhuurd.
Maar zoals gezegd gaat het om een zeer miniem aandeel van het patrimonium. Wat ook belangrijk is, is dat het gaat om een bijzondere doelgroep die aan de onroerende bezitsvoorwaarde en inkomensvoorwaarde van sociale huur moet beantwoorden.
Het is heel fijn dat er net een klas leerlingen is binnengelopen, waardoor er toch een beetje volk is in de commissie.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord.
Met enig voorbehoud lijkt het dat het juridisch niet helemaal correct is wat de stad Mechelen heeft gedaan. Ik ga daar verder geen uitspraken over doen, want dat zal onderzocht worden.
Maar los van het feit of het nu juridisch allemaal oké is, durf ik me toch afvragen of het opportuun is vanuit Fedasil de toevlucht te nemen tot een dergelijk systeem. Ik verklaar me nader. Men heeft vanuit het federaal niveau uit solidariteit met de Oekraïense vluchtelingen een speciaal statuut gecreëerd. Zij kwamen meteen op onze private en sociale woonmarkt terecht. Ze zijn niet allemaal naar de OCMW’s gestapt, maar velen van hen toch wel. Dat heeft een shock teweeggebracht bij de lokale besturen, bij de ambtenaren, zowel voor de sociale werkers wat het onderzoek naar het leefloon betreft, als voor de teams sociaal wonen in de verschillende steden en gemeenten. We hebben inderdaad gebruik gemaakt van het systeem om leegstaande sociale woningen toe te wijzen aan de Oekraïners. Vanop het terrein voelde je dat er niet altijd evenveel draagvlak voor was. We hebben goed kunnen uitleggen dat dit tijdelijk was, dat er geen uitstel van renovatie van de sociale woning zou zijn, en nu zitten we daar in een eindfase. Al die huurcontracten met OCMW’s en huisvestingsmaatschappijen lopen ten einde en zijn opgezegd, net om die reden, omdat zoals u zei, minister, het niet de bedoeling was de renovatie van die sociale woningen te vertragen. Nu wordt dat systeem, waar Vlaanderen en de Vlaamse steden en gemeenten en besturen een draagvlak voor hebben moeten zoeken – dat was niet evident maar het is wel gebeurd –, overgenomen door Fedasil, door de federale overheid. Men heeft gezien dat die toewijzing van sociale woningen aan vluchtelingen gelukt is in Vlaanderen en men gaat dat systeem buiten stelsel zelf toepassen. Vanuit Fedasil krijgen de schepenen en burgemeesters constant brieven om extra plaatsen te zoeken. Ik begrijp dat er enige verantwoordelijkheid bij ons kan worden gelegd om het vluchtelingenprobleem op te lossen, maar toch niet ten koste van de kandidaat-sociale huurders.
Ik weet dat het mag als het juridisch correct is, maar ik durf toch de politieke opportuniteitsvraag stellen of het ook nodig is. Gisteren ging het in de commissie over een draagvlak dat echt nodig is om alle Vlamingen ervan te overtuigen dat sociale woningen nodig zijn, maar dergelijke beslissingen van het Mechels stadsbestuur dragen daar alleszins niet toe bij.
Minister Diependaele heeft het woord.
Ik denk niet dat er een vraag was. Ik heb meegegeven hoe het regelgevend in elkaar zit en inderdaad – ik sluit me aan bij uw standpunt – is het niet de bedoeling dat het op deze manier verloopt, maar ik denk dat ik dat in mijn eerste tussenkomst duidelijk heb gemaakt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.