Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over de dreiging van het faillissement van veel laaggesubsidieerde kinderopvanginitiatieven
Verslag
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister Crevits, de situatie in de kinderopvang is onhoudbaar. Daar wordt al meermaals door veel mensen in de sector aan de alarmbel getrokken. Maar nu is er ook UnieKO, een beroepsvereniging voor de kinderopvangsector, dat in een open brief aan de alarmbel trekt. Die open brief hebben ze eind vorige maand aan u gericht en hebben ook wij in de mailbox ontvangen. De kinderopvanginitiatieven bevinden zich in een situatie waarbij ze enkel een basissubsidie of trap 1-subsidie krijgen. Ze geven aan dat de prijs die ze vandaag aan ouders moeten vragen, al meer dan 1000 euro zou moeten zijn, als ze de eindjes aan elkaar willen knopen. Dat is vandaag onhoudbaar. Er bereikten mij al verschillende verhalen van mensen die zeiden dat ze keihard werken, maar zichzelf maar een loon van amper 1700 euro kunnen uitbetalen. Of iemand die mij vertelt dat ze 1600 euro verdient door voltijds te werken in zo’n kinderopvanginitiatief. Daarnaast gaat ze in het weekend bijklussen in de frituur. Ze rijdt op vrijdag rechtstreeks van de kinderopvang naar de frituur om bij te verdienen en een loon te hebben waarmee ze kan rondkomen. Dat moet ons ongerust maken.
Concreet gaat het om heel wat geld: het verschil tussen een trap 1-plaats en een trap 2-plaats is meer dan 4500 euro, per jaar per plaats. Als je dat berekent voor een gemiddeld initiatief van achttien plaatsen, spreek je van een verschil van 82.000 euro per jaar. Dat is een gigantisch verschil. Dat gaat ook om mensen die eigenlijk al aan de voorwaarden voldoen om naar een hogere subsidietrap te gaan, maar daarvoor de laatste jaren naast het beschikbare budget grepen. Ze zijn dus al een tijdje aan het wachten of ze het budget en de subsidies krijgen waar ze eigenlijk aanspraak op maken.
Tijdens de Septemberverklaring afgelopen jaar kregen we – of kregen zij – goed nieuws: u ging een oproep lanceren om iedereen die dat wilde, en die aan de voorwaarden voldeed, te laten overstappen van trap 1 naar trap 2. Minister, in januari hebt u bevestigd dat die intentie nog steeds gold. U ging er alles aan doen om samen met de regering voor iedereen een budget vrij te maken, maar twee maanden later horen we dat dat dan toch niet gelukt is. Het was minister Diependaele die zei dat u geen extra budget kreeg om dat te geven aan iedereen die een aanvraag gedaan had en die aan de voorwaarden voldoet – en eigenlijk recht heeft op een hogere subsidie. Slechts een derde van de aanvragen kon worden goedgekeurd. Ik kan u zeggen dat dat een zoveelste klap was voor heel wat voorzieningen in Vlaanderen.
Minister, nu hoor ik dat u dit weekend met cd&v een groot plan hebt gemaakt voor de kinderopvang. U wilt tienduizend extra plaatsen creëren in de kinderopvang aan inkomenstarief, u wilt negenduizend bestaande plaatsen met vrije plaats omschakelen naar inkomenstarief, u wilt trap 0 en trap 1 uitfaseren, waardoor elk initiatief in de toekomst een trap 2-subsidie zou krijgen. En u wilt ook dat iedereen die aan de voorwaarden voldoet, een hogere subsidietrap kan krijgen. Allemaal heel goed nieuws. Ik lees ook dat u wilt dat daar nog dit jaar werk van wordt gemaakt, dat dit jaar wordt begonnen met de uitvoering van dat plan, dat het in de Septemberverklaring van dit jaar zal komen, en dat daar ook bijkomende middelen voor vrijgemaakt zullen worden. Ik vind dat goed en ik ben heel erg blij dat u, als cd&v’er, ook echt aan die kar wilt trekken. Maar ik hoor bij de kinderverzorgsters dat zij dit een zoveelste belofte vinden en zullen zien wat daarvan in huis komt. Het is natuurlijk waar dat u in januari een belofte hebt gedaan die u enkele maanden later moest verbreken en dat het bijzonder traag vooruitgaat. Experts trekken aan de alarmbel. Professor Vandenbroeck stelt voor om de kinderopvang te redden nu er nog kinderopvang is. Als we er langer mee wachten, is er straks geen kinderopvang meer. Als ik die noodkreet van deze kinderopvanginitiatieven hoor, dan kan ik daar heel erg inkomen.
Begrijp mij niet verkeerd: ik ben heel blij met de intenties die u meegeeft en de plannen die u maakt. Maar ik denk dat het heel erg belangrijk is om van u te horen welk budget u precies op welke termijn kunt vrijmaken voor de kinderopvang. Als ik nu hoor dat minister Diependaele nee zegt, gaat dat dan een volgende keer ja zijn? Wat zijn de plannen voor de komende maanden om die opvangsector te ondersteunen? Want als we zo verdergaan, zijn er binnenkort echt geen kinderopvanginitiatieven meer die nog het hoofd boven water houden.
De heer Anaf heeft het woord
Het is een zoveelste alarmkreet vanuit de kinderopvang, ditmaal van UnieKO, de belangenvereniging van zelfstandigen en ondernemers in de kinderopvang. Dat was naar aanleiding van de beslissing van de Vlaamse Regering om geen extra budget te voorzien voor de zesduizend kinderopvangplaatsen die ondertussen ook graag in die hoge subsidietrap zouden willen terechtkomen. Dat is iets wat werd gelanceerd. Dat budget zou worden bezorgd aan alle negenduizend aanvragen, maar dat is uiteindelijk toch niet gebeurd.
Wat geven zij aan? Dat het water bij heel veel zogenaamde laag-gesubsidieerde kinderopvanginitiatieven echt wel aan de lippen staat. Dat komt door een aantal factoren, door de coronacrisis, door de energiecrisis, door de loonkosten en de stijging van andere kosten. Die zorgen ervoor dat het eigenlijk financieel heel moeilijk wordt om het nog gebolwerkt te krijgen, zonder enorm hoge prijzen aan ouders te vragen. Ze geven ook aan dat als de situatie zo verdergaat, veel opvanginitiatieven wellicht noodgedwongen hun deuren zullen moeten sluiten.
Dat is ook niet nieuw, want als je kijkt naar 2021 – en dat zijn cijfers die u onlangs zelf hebt gecommuniceerd, minister – zijn er, en dat hoor je heel vaak in de pers, nieuwe opvanginitiatieven opengegaan. Er waren, geloof ik, zo’n 2886 nieuwe kinderopvangplaatsen vorig jaar. Goed, als er dan tegelijkertijd meer dan vijfduizend plaatsen, namelijk 5326 plaatsen, verdwijnen, dan gaan we er gewoon op achteruit. In 2022 zijn dat 2440 kinderopvangplaatsen minder dan in 2021.
Dat is niet de goede situatie die we moeten hebben. Er is een enorm tekort aan kinderopvangplaatsen. Zo gaan we natuurlijk de verkeerde richting uit, en als ik deze alarmkreet hoor, maak ik me daar wel bijzonder veel zorgen over, en dan vrees ik dat we ook dit jaar nog heel veel kinderplaatsen zullen zien verloren gaan, terwijl we eigenlijk zoveel extra kinderopvang nodig hebben.
Dus, ik heb nog enkele vragen die aansluiten op die van collega Vandecasteele.
Hoe gaat u ervoor zorgen dat die laaggesubsidieerde en zelfstandige kinderopvanginitiatieven toch in een hogere subsidietrap kunnen terechtkomen, zodat ze beter uit hun kosten kunnen geraken?
Erkent u dat, als er geen budgettaire hulp komt vanuit de overheid voor die initiatieven, er wellicht opnieuw heel wat kinderopvangplaatsen zullen verdwijnen, terwijl er nu al een groot capaciteitsprobleem is in de kinderopvang?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega’s. Het zijn uiteraard geen onbelangrijke vragen.
Ik heb uiteraard de noodkreet van UnieKO gezien. Toeval of niet, maar precies op de dag van hun communicatie waren ze ook op het kabinet aanwezig voor een overleg. (Opmerkingen van Hannes Anaf)
Ik weet het niet. We hebben hun communicatie niet geregeld. Maar ze waren wel bij ons om de situatie te bespreken. Ik heb gisteren ook mijn tweede overleg gehad met een aantal schepenen van grote steden en de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten om te kijken wat de precieze goede maatregelen zijn die we kunnen nemen. Want het is niet alleen bij trap 1 zo. Ook bij trap 2 zijn er wat financiële zorgen die te maken hebben met de inflatie, personeelskosten, enzovoort. Dus we proberen heel goed de vinger aan de pols te houden om dan te kijken naar de maatregelen.
Het is een onderwerp waar we het al een aantal keer over hebben gehad, ook tijdens onze gedachtewisseling op 25 april. Ik verwijs ook naar mijn antwoord op de actuele vragen van collega Groothedde en collega Malfroot van 8 maart van dit jaar. Ons investeringsplan voor dit jaar is erop gericht om initiatieven die het moeilijk hebben te ondersteunen. We hebben vorig jaar een analyse gemaakt, en ik zal er voor jullie allen nog eens duiding bij geven.
Organisatoren in trap 0 en 1, die tot voor enkele jaren hun bedrijfsvoering nog op orde hadden, moeten nu, als ze 30 euro aan de ouders vragen, met ongeveer 37 euro per dag hun voorziening runnen. In trap 2 bedraagt de subsidie ongeveer 70 euro, dat is bijna het dubbele. Het hoeft eigenlijk geen betoog dat die sociaal ondernemers, in een economie waarin de kosten spectaculair stijgen door een recordinflatie, ook problemen zien. Bovendien is er de krapte op de arbeidsmarkt, wat betekent dat de minder goed betaalde kinderbegeleiders vertrekken naar de beter betaalde trap 2. Er is dus inderdaad een probleem rond die trap 1, waardoor ze in tegenstelling tot enkele jaren geleden, moeite hebben om een duurzaam financieel beleid te voeren. Dat is eigenlijk de reden waarom we voor 2023 bij de begrotingsopmaak een aantal ingrepen hebben gedaan.
Ten eerste kon elk initiatief, als ze dat wilden, opnieuw de basissubsidie aanvragen. Maar tegelijk hebben we die basissubsidie versterkt. Het is niet zonder reden dat we dat hebben gedaan, net wegens de analyse die ik aanhaalde. Ik heb jullie de cijfers al gegeven, en al wie een basissubsidie heeft aangevraagd, heeft die ook effectief gekregen. We hebben het daar al uitgebreid over gehad, maar die subsidie is dus een stuk verhoogd.
Vervolgens hebben we een oproep gedaan om al wie in trap 1 zat, de kans te geven om naar trap 2 over te stappen omdat we naast de kortetermijnversterking van die basissubsidie ook een duurzaam financieel perspectief willen geven voor een gezonde bedrijfsvoering. We hebben die vermaledijde trap 2B afgeschaft. Dus A en B bestaan niet meer, het is eigenlijk allemaal trap 2, of trap 2A, zoals je het wilt noemen. Dus aan hen die beweren dat we niets hebben gedaan, dat is absoluut niet juist. Dat zijn twee superbelangrijke maatregelen die genomen zijn, eigenlijk drie.
Verder blijven investeren is nu uiteraard bijzonder belangrijk. We hebben daar de afgelopen weken ook meermaals over van gedachten gewisseld en mijn standpunt is niet gewijzigd, dat blijft onveranderd. Wat betekent dat? Dat betekent dat wij een meersporenbeleid voeren. De basissubsidie – of T1 – kennen we toe aan 3719 plaatsen die tot nu zonder subsidie – of T0 – werkten. De oproep is vorig jaar gelanceerd, we hebben een beslissing genomen over de aanvragen. We hebben als regering ook budget vrijgemaakt, zodat iedereen die dat wenste die basissubsidie kon krijgen. Ik heb jullie ook uitleg gegeven dat niet iedereen ze vraagt, maar al wie ze gevraagd heeft, heeft ze gekregen en ze is verdubbeld, zoals ik al zei. Het bedrag is verhoogd met 50 procent, we hebben dat ook gedaan op vraag van de sector, omdat die sector vorig jaar al aangaf dat die kosten een probleem aan het worden waren.
Er is ook heel sterk ingezet op extra plaatsen met de subsidie voor inkomenstarief. We hebben een oproep gedaan om over te stappen naar de subsidie trap 2. We zijn nu al aanvragen aan het behandelen, het zijn er een kleine negenduizend, zoals jullie weten. Er is sowieso budget voorzien om de eerste drieduizend te laten omschakelen, waardoor het aandeel van plaatsen aan inkomenstarief al op 76,5 procent komt. Maar er zijn natuurlijk veel meer aanvragen ingediend: in totaal zijn er 535 aanvragen ingediend voor Vlaanderen, dat is zonder Antwerpen, Gent en Brussel, want die hebben nog tot deze maand tijd om in te dienen. In totaal zijn er nu al 8791 aanvragen.
De organisatoren geven zelf aan dat die subsidies hen zuurstof geven om te investeren in de verloning en de opleiding van de medewerkers, de pedagogische kwaliteit en de werkdruk, onder meer doordat ze extra personeel kunnen aanwerven. Jullie weten dat wellicht, maar 80 procent van de organisatoren die een aanvraag deden voor omschakeling van plaatsen naar inkomenstarief, geeft aan dat ze op die manier willen werken aan een betere ratio.
Collega’s, het blijft absoluut mijn ambitie om alle aanvragen in dit kader te honoreren. Ik heb die vraag inderdaad neergelegd bij de begrotingsaanpassing 2023, ze blijft op tafel liggen. Als je budgetten voorziet in het begin van een jaar, een oproep doet en start met uitbetalen halfweg het jaar, omdat dat ook een procedure nodig heeft, kun je strikt genomen in het lopende jaar meer plaatsen honoreren. Ik heb de budgetten in 2023 om meer plaatsen T2 te honoreren, maar ik moet natuurlijk zekerheid hebben dat ik in 2024 ook de middelen daarvoor heb. Pas als die zekerheid er is, kan ik het licht op groen zetten voor de initiatieven, maar in 2023 is daar budget voor voorzien.
Om meer financiële gelijkheid in de sector te creëren, zijn sinds januari dit jaar de subsidiebedragen voor het inkomenstarief voor organisatoren gelijkgeschakeld. Dat is ook belangrijk, daardoor kunnen al heel wat initiatieven rekenen op hogere subsidies en lonen. Als we kijken waarom mensen willen omschakelen, is de reden net ook die kwaliteit.
Wegens de grote nood aan opvangplaatsen heb ik ook beslist om voor 448 T2-plaatsen, die al toegezegd waren in de meerjarenprogrammatie, maar pas zouden starten op 1 januari 2024, het licht op groen te zetten om al vanaf 1 juni 2023 te starten. Dat is dus net om de tekorten in aantal tegemoet te komen.
We hebben eind 2022 een energiepremie voorzien van 120 euro per vergunde opvangplaats, als een tegemoetkoming in de verhoogde energiekost. Er zijn 1911 organisatoren kinderopvang die de energiepremie voor 31 december 2022 hebben ontvangen. Ik geef nog mee dat we die premie ook in 2023 voorzien.
Er zijn ook subsidies mogelijk voor tijdelijke vervangopvang en in dat geval kunnen vrijgekomen subsidies voor het inkomenstarief opnieuw ingezet worden in de oorspronkelijke buurt. We hebben het daar gisteren uitgebreid over gehad met onze lokale besturen, omdat dit natuurlijk wel van belang is. Als er plots plaatsen verdwijnen in een bepaalde buurt, mogen die plaatsen niet naar de andere kant van Vlaanderen verhuizen. Je moet die opnieuw in de omgeving kunnen inzetten. De eerste oproep voor 123 opnieuw in te zetten plaatsen is in maart gelanceerd.
Er komen nog extra oproepen voor bijkomende plaatsen. Er zullen nieuwe subsidies mogelijk zijn voor dringende opvangplaatsen, voor ruimere openingsmomenten en voor 125 extra plaatsen inkomenstarief op basis van de opvangnood die de lokale loketten kinderopvang aantonen. Ik wil jullie ook meegeven, collega’s – als het gaat over T1, maar ik heb het ook gezegd naar aanleiding van de vorige vraag – dat het contingent T1-plaatsen dat we voor 2023 hebben voorzien eigenlijk al op is. De interesse om in T1 te starten is bijzonder groot. We hebben al altijd de politiek gehuldigd dat al wie in T1 wil starten, ook de kans moet krijgen om dat te doen. We zijn ook aan het bekijken of we er meer kunnen toelaten. Als men aan de ene kant zegt dat ze niet goed gefinancierd zijn en eruit vallen, zie ik langs de andere kant dat er heel veel interesse is, ook van nieuwe mensen, om in T1 te starten. Voor mij is het ook van belang dat we dat maximaal kunnen honoreren.
Collega’s, dat zijn de échte investeringen die in de praktijk samen met de sector gevoerd worden. Ik neem geen enkele maatregel zonder overleg. We doen dat na heel grondig overleg. We werken ook met hen samen in uitvoering van ons toekomstplan. Ik wil jullie nog meegeven dat UnieKO aangaf dat ze door de extra financieringsmogelijkheden die er zijn, nood hebben aan een soort ‘ondernemingsloket’. Wat bedoel ik daarmee? Dat is een loket waar alle informatie over financiële aspecten, subsidies, fiscaliteit, sociale zekerheid, arbeids- en loonvoorwaarden voor de medewerkers gebundeld wordt. Ik zou dit eigenlijk zo snel mogelijk willen realiseren. U weet dat we ook het werknemersstatuut intussen duurzaam hebben verankerd, dus in de toekomst gaat daar wellicht ook ruimte komen. De vakbonden zeggen dat we aan dat statuut nog wat wijzigingen moeten uitvoeren, maar hetgeen er was, is verankerd, waar het vroeger in een pilootproject zat. Dat is ook een stap en een reden waarom de organisaties om zo’n ondernemersloket rond alles wat vernieuwt aan financiering vragen. Ik noem dat nu een ondernemersloket, maar je kunt het ook een andere naam geven. Het gaat erover om aan heel snelle dienstverlening te kunnen doen, zeker rond die financiering.
Wordt vervolgd dus, collega’s. Het blijft absoluut mijn ambitie en ook mijn grote wens om alle initiatieven in Vlaanderen die dit willen de kans te geven om om te schakelen naar T2. Ik zeg u vandaag niets anders dan datgene wat ik ook vorige week en de week daarvoor heb gezegd.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
U zegt “niets anders dan wat u de afgelopen weken gezegd hebt.” Ik ben akkoord, maar het is wel zo dat we in de kinderopvang echt wel een serieuze stap moeten vooruitzetten. In die zin vond ik de spirit van het congres van cd&v een goede spirit, die zegt dat we die 2 miljard euro moeten vrijmaken en echt een omschakeling moeten maken. Maar ik moet zeggen dat ik in uw antwoord nu vandaag die spirit helemaal niet hoor.
Ik wil nog eventjes benadrukken dat de subsidietrappen over initiatieven gaan die voldoen aan alle voorwaarden voor een hogere subsidietrap, maar die die hogere trap niet krijgen wegens beperkte budgetten. We zitten nu op het moment dat we zeggen dat de initiatieven niet krijgen wat hen is toegekend en waar ze eigenlijk recht op hebben. Het gaat nog maar daarover en we zitten met gigantische problemen, minister. De daling van het aantal plaatsen is nu het hoogst van de afgelopen jaren. De afgelopen jaren zijn er altijd een 1600 à 1800 plaatsen per jaar verloren gegaan. Dit jaar zijn er 2400 plaatsen verloren gegaan. We weten dat de kindratio onhoudbaar hoog is. We weten dat de lonen onhoudbaar laag zijn. Daarin moeten we volle bak stappen vooruitzetten en we zitten vandaag gewoon te sukkelen in de marge, waarbij het gaat over mensen een subsidie toekennen waarop ze eigenlijk gewoon recht hebben. Ik wil dit echt van u horen. U zegt dat we het er al over gehad hebben in de commissie, dat we het er al over gehad hebben op 8 maart, maar voor de mensen op het terrein verandert er bitter weinig. Er is geen enkele expert die zegt dat de omslag die we nodig hebben in de kinderopvang, vandaag is ingezet. Integendeel, de experten waarschuwen ervoor. We moeten de kinderopvang vandaag redden, want morgen is die er niet meer. Als ik de cijfers zie van de achteruitgang van het aantal plaatsen, komen we er niet. We gaan er ook niet komen als we enkel bezig blijven over een trap 1-, trap 2-, trap 3-subsidie. Geef de mensen toch minstens gewoon waar ze recht op hebben? Dat is het minimum minimorum dat we doen en daar maakt u nu een groot punt van, alsof dat het belangrijkste is wat je nu moet doen. Nee, het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat die mensen krijgen waar ze recht op hebben. We moeten gewoon echt een groot budget kunnen vrijmaken voor de versterking van de lonen overal en voor de verlaging van de kindratio. Dat is zéér dringend. Als we dat niet gaan doen, gaat er niemand willen komen werken in de kinderopvang en gaat die zelf alleen maar leeglopen.
Ik heb een concrete vraag. Als u zegt dat het budget moet worden opgetrokken tot 2 miljard euro voor de kinderopvang, dat er echt een omslag moet komen, meent u dan wat u het afgelopen weekend hebt gezegd? Hoe en wanneer gaan we een hoger budget zien voor de kinderopvang en zien dat we echt een omslag maken naar een kwaliteitsvolle kinderopvang, zowel voor het kind als voor de ouders als voor de kinderbegeleiders?
De heer Anaf heeft het woord.
Collega’s, de kinderopvang zit in een hele grote crisis. Dat is niet nieuw en het is door de werkdruk systematisch op te drijven, door steeds meer kindjes per begeleider aan te nemen, door jarenlang te weinig te investeren in de kinderopvang, dat we in deze crisis gekomen zijn. Ik vind het echt bijzonder pijnlijk om te zien dat een beleid dat er vooral op gericht was om extra plaatsen te creëren, overblijft met netto minder plaatsen. Er verdwijnen meer plaatsen dan dat erbij komen. Ik maak mij daar echt zorgen over, over het feit dat we mogelijk over een point of no return zijn waarbij het moeilijker wordt om die kinderopvang opnieuw uit het moeras te trekken. Al die mensen die keihard met hart en ziel hun best staan te doen … Als je de signalen hoort, merk je gewoon dat er heel veel dreigen af te haken. Er zijn er al heel veel aan het afhaken, dat zien we gewoon jaar na jaar gebeuren. Ik vrees dat ook het nettoresultaat van 2023 opnieuw zwaar negatief zal zijn, terwijl we net extra plaatsen nodig hebben.
We hebben onze kinderopvang gewoon heel erg nodig en dan heb ik het niet alleen over onze economie. We willen met z’n allen aan het werk, dat geeft ook de Vlaamse Regering – terecht – aan. We willen een aantal groepen die we momenteel nog niet op de arbeidsmarkt hebben op de arbeidsmarkt krijgen en daar hebben we de kinderopvang superhard voor nodig. Jonge ouders hebben de kinderopvang nodig om hun gezinsleven te kunnen organiseren, om te kunnen gaan werken. Niet in het minst de kinderen zelf hebben de kinderopvang nodig, als je kijkt naar de pedagogische waarde die een kinderopvang zou moeten hebben. Als je met mensen in de kinderopvang gaat spreken, vinden zij het vaak heel frustrerend dat ze amper nog de tijd hebben om toe te komen aan die pedagogische taken. Ook voor die kinderen is het gewoon zo belangrijk om in die kinderopvang te kunnen zitten, zeker als ze thuis niet voldoende gestimuleerd worden, zeker als ze thuis de taal bijvoorbeeld niet meekrijgen. Ik maak mij daar heel veel zorgen over.
Minister, u zegt dat uw vraag op tafel blijft liggen. Voor wanneer zal het dan zijn? Als ik u tussen de lijnen hoor, bedoelt u dat u dat gewoon bij de opmaak van de begroting 2024 weer op tafel zult leggen. Is dat hoe ik het moet begrijpen? Zal het tot dan duren? Ik zou ook graag een oproep willen doen aan de collega’s van de meerderheidspartijen. Het is echt nodig dat er geïnvesteerd wordt in die kinderopvang, dat er extra plaatsen bij komen, dat die middelen worden voorzien voor die extra plaatsen, om ervoor te zorgen dat de werkdruk daalt. Zo haken ook geen andere initiatieven nog af, want dat is wat er nu al een aantal jaren na elkaar aan het gebeuren is. Daarom doe ik een warme oproep om die kentering in te zetten, want het is verdorie nodig.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Collega’s, bedankt voor de vraag. Ik wil vooral collega Anaf en mevrouw Vandecasteele bedanken, want ik ben blij dat ze nu ook het licht gezien hebben. Toen ik hier in 2019 voor de eerste keer was, begon ik al over de financiële onleefbaarheid van de kinderdagverblijven, vooral diegene in trap 1. Iedereen hoorde het hier donderen in Keulen, want trap 1, trap 2, wat wilde dat allemaal zeggen? Ik heb het toen al uitgelegd, maar ik ben blij dat de geesten zijn beginnen te rijpen en dat we er nu eindelijk klaar voor zijn. (Opmerkingen)
Ja, mevrouw Groothedde, ook voor u. Ik ben blij dat we nu eindelijk klaar zijn voor meer investeringen binnen de kinderopvang, want die zijn nodig. U weet dat, minister Crevits. Ik wil ook u bedanken, want het is wel dankzij u dat er nu toch al een aantal investeringen gebeurd zijn. Voorheen had uw collega, minister Beke, sta mij toe om dat te zeggen, vooral oog voor de diensten. Zijn bedoeling was vooral om al de zelfstandigen te weren en om vooral de zakken te vullen van cd&v en van alle diensten die onder cd&v vielen. Daarin bent u geslaagd, dat is allemaal heel goed gegaan. Maar toen we met u de problemen aankaartten, toen had u wel oren naar de problemen en de verzuchtingen van de sector. Hetgeen u dit weekend hebt gezegd op het congres, kan ik alleen maar volgen. Ik vind dat zeer positief, ik vind het gewoon jammer dat het zolang geduurd heeft.
Wat ik onlangs wel heb vastgesteld met betrekking tot de zelfstandige kinderdagverblijven, is het beleid dat Opgroeien hierover volgt. Men had het hier daarjuist over kinderopvangplaatsen die stoppen of verdwijnen, maar wat zie we nu? De schorsingen gebeuren nu voornamelijk in kinderdagverblijven in trap 1, dat zijn dus diegene die de minste subsidies krijgen. Daar gebeuren nu de sluitingen. Waarom gebeuren daar sluitingen? Omdat daar in het verleden ook controles zijn gebeurd, we hebben daar een historiek van. Er zijn ook controles gebeurd bij de trappen 2-zelfstandigen, maar veel minder. In trap 2b gebeurde dat toen, bij trap 2a ging men al niet. Dus waar heeft men eigenlijk een historiek van? Met heeft een historiek van alle laaggesubsidieerde kinderdagverblijven. Wat doet men nu? We gebruiken die historiek om ze nu te gaan sluiten, want een van die uitsluitingscriteria voor de omschakeling van trap 1 naar trap 2, zijn zware financiële problemen van een organisator of andere problemen, zoals een veroordeling voor fraude, andere ernstige feiten, noem maar op, maar ook een lopend handhavingstraject waarvoor de organisator een schriftelijke aanmaning kreeg. Daar komt nu de kat op de koord, want wie kunnen we nu gaan sluiten? Dat zijn diegene die een historiek hebben. Wie kunnen we nu gaan uitsluiten van die subsidie? Dat zijn ook diegene die een historiek hebben. Met andere woorden, dat zijn de trappen 1. We gaan nu eigenlijk het systeem misbruiken.
Minister, u had het daarjuist over financiële gelijkheid en u wilt iedereen gelijke kansen geven. Hoe rijmt u dat uitsluitingscriteria van zware financiële problemen en handhaving met financiële gelijkheid? Hoe kunt u die twee met elkaar rijmen? Hoe kunt u die uitsluitingscriteria verantwoorden naar de kinderdagverblijven die vandaag in zware financiële nood zitten?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Laat mij eerst zeggen dat het mij eigenlijk wel deugd doet om te horen dat linkse partijen het hier opnemen voor de zelfstandige initiatieven, voor de private sector, ik ben daar zeer blij mee. De afgelopen legislaturen hebben wij dat als partij enorm naar voren geschoven, dat die zelfstandige initiatieven ook absoluut noodzakelijk waren voor voldoende plaatsen, maar dat zij ondergesubsidieerd werden.
Wij hebben altijd gepleit voor een level playing field, dat is zeer belangrijk. We merkten vaak ook dat er initiatieven direct in trap 2 opendeden, naast een zelfstandig initiatief dat niet inkomensgerelateerd kon werken. Daardoor zag dat een verloop van kinderen én van personeel. Wij zijn zeker vragende partij om omzettingen van trap 1 naar trap 2 te doen. Wij zijn ook zeer blij dat u, minister, daarvoor het initiatief hebt genomen. Wij zijn absolute voorstander om dat verder uit te breiden. In mijn ogen is dat echt wel noodzakelijk, want ik denk dat die omzetting van trap 1 naar trap 2 zeer belangrijk is naar de duurzaamheid toe. Het is ook belangrijk voor een betere verloning van de kinderbegeleiders, nu al een knelpuntberoep.
Ik zal hier straks een conceptnota voorleggen om te kijken wat juist de mogelijkheden zijn om nog meer kinderbegeleiders te kunnen aantrekken en ook de druk op kinderbegeleiders enigszins te verlichten. Natuurlijk, en het rare is wel dat ik dat hier niet gehoord heb, is er ook het verlagen van de ratio. Ik hoor heel veel partijen altijd zeggen dat we die ratio moeten verlagen. Dat is ook zo, maar wij hebben altijd gezegd dat de absolute voorwaarde om dat te doen een level playing field is. Als we er niet voor zorgen dat de laagst gesubsidieerde kinderdagverblijven eerst voldoende centen krijgen, betekent dat dat daar sluitingen zullen zijn, wanneer we die verplichten om meer personeel aan te nemen, en dat is er eigenlijk al niet op dit moment. Er zullen plaatsen verloren gaan en dat kan niet de bedoeling zijn. Vandaar dat we eerst voor dat level playing field moeten gaan.
Ik had wel nog een vraag naar aanleiding van de uitspraken die uw voorzitter Sammy Mahdi heeft gedaan. Daarin wordt eigenlijk gesteld dat alle plaatsen in de kinderopvang inkomensgerelateerd zouden moeten zijn. Dat strookt niet met de uitspraken die door u gedaan worden, minister. U hebt hier altijd gezegd dat we iedereen die naar een inkomenstarief wil gaan, de kans moeten geven. maar dat we diegenen die met een dagprijs willen werken, nog altijd die vrijheid moeten geven. Mijn vraag is wat nu eigenlijk het standpunt is van cd&v.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Het is een vreemde gang van zaken bij deze vraag, vind ik. Ten eerste heeft het geen enkele zin, zoals sommige collega’s doen, om types kinderdagverblijven tegen elkaar op te zetten. Dat is te gek voor woorden. Maar collega Saeys, u weet toch wel beter dan dat wij bij Groen zogezegd niet voor de zelfstandige kinderopvang zouden opkomen? Ik zit hier letterlijk al vier jaar te zeggen dat alle opvang inkomensgerelateerd moet zijn, dat dat de norm hoort te zijn, en dat geldt trouwens ook voor de collega van het Vlaams Belang. U weet dat en u hebt het tegendeel gezegd. U hebt beweerd dat u de enige bent. Dat is onzin.
U hebt de resolutie weggestemd.
U hoort niet te spreken nu! Omdat u een extreemrechtse partij bent, daarom. (Opmerkingen van Immanuel De Reuse)
Al die ruzies zijn afleidingsmanoeuvres. Waar het om gaat is dat de kinderopvang in de soep zit. We waarschuwen daar al jaren voor. Dat is eerst weggelachen en daarna serieus genomen, maar er zijn geen acties genomen en ze zitten er allemaal in.
Er zijn inderdaad heel veel initiatieven in trap 0 en trap 1 die willen overstappen naar de inkomensgerelateerde opvang trap 2. Dat is geen slecht nieuws, maar als de Vlaamse Regering een oproep uitschrijft en de ambitie om iedereen te laten overstappen niet wordt gerealiseerd – verre van zelfs, er zijn meer dan negenduizend aanvragen en er zijn er amper drieduizend die worden goedgekeurd – dan komt dat voor de kinderopvang wel heel bitter over. Na de afgelopen jaren rekende de kinderopvang er al in september vorig jaar op dat er een verlaging van de kindnorm door de Vlaamse Regering zou komen, ze waren daar vrijwel zeker van. De Vlaamse Regering heeft daar niet voor gekozen. U maakt dan de keuze voor een gelijkschakeling van de subsidies. Dat is niet onze keuze, maar wel een keuze, maar zelfs die keuze wordt niet doorgevoerd. Dit is wel het zoveelste deksel op de neus van de kinderopvang. Ik begrijp die mensen heel erg goed.
Minister, wat heel duidelijk is, is dat het in de regering rommelt over de kinderopvang en dat doet het nu al jaren. Er zijn inderdaad kleine ingrepen gebeurd die al jaren geleden beloofd waren, zoals een overstap naar trap 2a. Jaren geleden al was daar een ander groeipad voor uitgetekend. Dat is dan uitgesteld en nog eens uitgesteld, vlak voor de covidcrisis nota bene. Het is wel heel kras dat dat wordt gezien als een oplossing. Kinderopvang staat nu twee jaar boven aan de politieke agenda en intussen wordt er maar gepland en gepland. Wanneer gaan er maatregelen komen? Vlak voor de verkiezingen.
Minister, hier zitten heel veel jonge vrouwen achter mij. Ik meen het, ik zie uw gelaatsuitdrukking, maar ik meen het wel. Als de kinderopvang instort en dat gebeurt op dit moment onder deze Vlaamse Regering, dan zijn het zij en mijn kind die zullen mogen teruggaan naar de jaren 50. Je kunt gelijke rechten hebben zoveel je wilt, als je geen kinderopvang hebt en geen praktische rechten om die op te bouwen, dan zijn je rechten theoretisch. Net zoals alle plaatsen die u momenteel in de kinderopvang belooft theoretisch zijn, zolang u de kwaliteit in de kinderopvang niet verbetert. Ik wil niet dat mijn kind later opnieuw naar de jaren 50 moet.
Minister, wat gebeurt er nu? Eerlijk gezegd vind ik stilletjes aan dat dat vorig jaar al lang had moeten gebeurd zijn, want het stort nu in elkaar.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Een paar dingen wil ik toch wel graag toevoegen. Ten eerste, collega Malfroot, we weten dat u uit de sector komt, maar hier komen doen alsof alle andere collega’s niet eens weten wat het onderscheid is tussen die verschillende trappen, echt waar, dat helpt niemand vooruit. We zitten hier allemaal om te proberen stappen voorwaarts te zetten. Dat u een bepaalde verbittering hebt, dat is voor uw rekening, maar laat dat hier achterwege.
Dat er plaatsen verloren gaan in de kinderopvang, is inderdaad spijtig. Collega Malfroot, dat is nog in uw richting, maar ik hoor u dan verwijzen naar sluitingen en schorsingen. Echt waar, als er sprake is van onveiligheid van kinderen in de kinderopvang, kunnen we die kinderopvang toch niet openhouden? Dan moeten er maatregelen zijn en als je de keuze hebt tussen kiezen voor het openhouden van die plaatsen of kiezen voor de veiligheid van een kind, dan is het toch wel duidelijk dat we kiezen voor de veiligheid. Dat hebben we trouwens met z’n allen ook uitdrukkelijk gezegd in de conclusies van de onderzoekscommissie, collega, dus laat ons daar alstublieft voor gaan. (Opmerkingen van Ilse Malfroot)
Dat betekent natuurlijk niet dat we voor de rest niet moeten inzetten op bijkomende plekken en dat is wat er ook gebeurt. Wij hebben aanbevelingen geformuleerd in de onderzoekscommissie. Die gaan over veiligheid en bescherming in de kinderopvang, maar er zijn er ook een aantal die te maken hebben met de kwaliteit, en er worden er heel veel uitgevoerd. Minister, we krijgen daar elke keer een overzicht van. Ik denk dat er heel veel rond gebeurt, niet alleen rond handhaving en veiligheid, maar ook rond verbetering van kwaliteit en uitbreiding. Bij een overstap van trap 0 naar trap 1 bijvoorbeeld: u hebt verwezen naar het aantal plekken en naar het aantal aanvragen daarover én van trap 1 naar trap 2. Voor ons is dat heel belangrijk. Waarom? Omdat dat zorgt voor een betere leefbaarheid van die kinderopvanginitiatieven. Omdat dat zorgt voor een hogere kwaliteit, omdat men kan gaan voor een lagere ratio. Omdat dat zorgt voor een betere verloning van de kindbegeleider, maar ook omdat dat zorgt voor een meerwaarde voor de ouders. Die kunnen instappen in een inkomensgerelateerd systeem en als ouder hoef je je eigenlijk niet de vraag te stellen of je daar een plekje kunt krijgen en of je het geluk hebt dat je daar een plaats kunt krijgen of naar een andere opvang moet gaan, waar je altijd de volle pot moet betalen. Als we ons in de plaats zetten van die ouders, is die keuze en die verdere opstap naar trap 2 absoluut de logica zelve. Collega’s, ik zal het u duidelijk zeggen namens onze partij: ja, dat is de weg die we moeten gaan, verder stappen naar alle kinderopvang inkomensgerelateerd maken. Dat is ook maar de rechtvaardigheid naar ouders toe, denken wij.
Vandaar mijn bijkomende vraag, minister. U hebt eerder gesteld dat niet iedereen de vraag doet om van trap 0 naar trap 1 over te stappen of er zijn heel veel initiatieven van trap 1 die ook niet de aanvraag doen naar trap 2. Is er geweten waarom zij de vraag niet stellen? Verder hoop ik dat die bijkomende uitbreiding naar trap 2 voor iedereen die een aanvraag heeft gedaan, kan worden gerealiseerd. Ik hoorde alleszins al het akkoord van mijn collega hier van Open Vld.
Collega’s, de N-VA-fractie volgt dit thema reeds langer op. Ik concludeer dat dit alle partijen bezighoudt.
Onze fractie heeft de analyse gemaakt in welke kinderopvang we nu de meeste plaatsen verliezen. Dat is in de gezinsopvang, zowel in de inkomensgerelateerde gezinsopvang in trap 2, als de gezinsopvang zonder inkomenstarief (IKT). In de gezinsopvang verliezen we onze plaatsen. (Opmerkingen van Celia Groothedde)
Collega’s, minister, ik heb er de cijfers even bij genomen. Een groepsopvang, crèche, ontvangt voor een trap 1-plaats 1358 euro en voor een trap 2-plaats 6025 euro. De gezinsopvang ontvangt 482 euro – geen 1358 euro – en een trap 2-plaats geen 6025 euro, maar 367 euro.
Collega’s, als we ons afvragen waarom er daar zoveel plaatsen verloren gaan, dan moeten we daar al naar kijken.
Dat brengt mij bij een vraag die ik ook bij opvanginitiatieven hoor: we moeten durven te kijken naar het financiële model waarop het gebaseerd is. Want uiteraard wil iedereen naar trap 2, maar ik hoor wel dat er vandaag overnames gebeuren – en men formuleert het als ‘vijandige overnames’ – van zelfstandige initiatieven door andere initiatieven. Dat wil zeggen dat er op een of andere manier een winst aan vasthangt. Daar moeten we naar kijken.
Minister, de Starterswijzer van Kind en Gezin nodigt niet meteen uit om te starten. Er staat dat het heel moeilijk is en lang zal duren, dat het een jaar of langer duurt om te kunnen starten. Tja, als je dan niet heel zeker bent, start je gewoon niet.
Als we willen nagaan waar we extra plaatsen kunnen inrichten, moeten we niet enkel kijken naar de plaatsen die verloren gaan, maar ook naar waar de nood aan opvang het hoogste is. Er moet dus misschien ook wel worden geschoven tussen besturen.
Ten slotte, hoe wilt u de extra plaatsen die we willen genereren, realiseren?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, dank u wel. Het feit dat iedereen in aanwezigheid van een hele groep jonge vrouwen en een jongeman in de zaal zo geëngageerd spreekt, toont de gevoeligheid van het hele debat aan.
Ik wil starten met te zeggen dat de toestand in de kinderopvang mij enorm bekommert. Ik ben niet diegene die zal verwijzen naar onze realisaties en zal zeggen dat we er al zijn. We zijn er absoluut nog niet, collega’s. Er zijn nog vele stappen nodig om onze kinderopvang in Vlaanderen helemaal robuust te maken.
Maar we staan daar niet alleen in. Ook in vele andere lidstaten van de Europese Unie kampt men met problemen. Iemand zei daarnet dat we volop onthaalouders aan het verliezen zijn. Maar het is een Europees fenomeen dat er minder onthaalouders zijn. Het is niet typisch voor Vlaanderen, het is iets wat vrij algemeen leeft.
Er zijn nog vele stappen te zetten en daarom wil ik iedereen eraan herinneren met welke beweging we op dit ogenblik bezig zijn. En je kunt dat maar stap per stap doen. We geven iedereen de kans om van trap 0 naar trap 1 te gaan, vervolgens doen we een oproep om naar trap 2 te gaan. Het is mijn oprechte en diepe overtuiging dat we eenieder die die stap wil zetten, daarvoor moeten honoreren. Ik moet daarvoor groen licht krijgen van de regering. Als dit niet lukt bij een begrotingscontrole zal dat moeten lukken bij een begrotingsopmaak. Het is mijn echte overtuiging dat dit een noodzakelijke stap is.
Ik ben bereid om dat hele financieringsmodel samen met jullie te herzien. Maar als we een financieringsmodel herzien waarbij er verliezers zijn, dan zullen we onze kinderopvang opnieuw zwakker maken. Als je herziet, weet je dat je moet kijken naar wie het minst wordt gefinancierd. Dat is de reden waarom ik die trap 2-sprong zo belangrijk vind: trap 2 betekent niet alleen extra financiering voor de kinderdagverblijven, maar ook andere kwaliteitsvoorwaarden en daarnaast ook een betere verloning. Dat zijn drie vliegen in één klap. Bovendien heb je de garantie dat er inkomensgerelateerd kan worden gewerkt.
Collega’s, ik blijf bij mijn oorspronkelijk uitgangspunt. We verplichten niemand, we willen iedereen de kans geven om die sprong te maken. Op termijn zou ik het een goede zaak vinden mocht er één systeem zijn, waarin je zelfstandig kunt zijn. Ik zou nu niet per se iedereen werknemer maken. Ik vind het heel goed dat er zelfstandigen zijn. Dat zie je ook aan de maatregelen die we nemen. Maar ik vind het inkomensgerelateerde aspect wel een goede zaak. Zo weet je overal in Vlaanderen hoeveel die kinderopvang zal kosten en is de kostprijs niet afhankelijk van het initiatief. Intellectueel vind ik dat heel goed. Maar ik heb ook al gesproken met een paar initiatieven in trap 1, met een vrije prijszetting, waar iedereen tevreden is, en die zich afvragen waarom ze die sprong naar trap 2 zouden maken. Ik zal hen niet forceren. Er is een verschil tussen het perspectief van waar je wilt geraken en de keuze die we nu geven.
Maar als we die oproep doen en we willen dat level playing field garanderen, is het wel belangrijk dat we zoveel mogelijk tegemoetkomen aan de stappen die mensen willen zetten. Dat erken ik, collega’s.
Zoals ik al zei, werd er 100 miljoen euro vrijgemaakt. Collega’s, je kunt niet anders dan concluderen dat we de zwakste schouders extra ondersteunen. In de stappen die we zetten, hebben we heel veel aandacht voor hen die het minst gefinancierd worden.
Ik verwijs ook naar sommige collega’s die zeggen dat de loonvoorwaarden beter moeten. Een paar jaar geleden hebben we een Vlaams intersectoraal akkoord (VIA) gesloten. De kinderopvang maakte daar deel vanuit. Ik zie een paar mensen hier het hoofd schudden. Ik vind het niet onbelangrijk dat sociale vrede ook wordt gehonoreerd. Ik erken dat het VIA vooral voor trap 2 heeft gezorgd. Daarmee besluit ik dat de laagste lonen er in dat VIA niet zo sterk op zijn vooruitgegaan, dat is waar. Maar het is wel een akkoord dat werd gesloten tussen werkgevers, vakbonden en overheid.
Collega’s, ik wil een kleine nuance maken over de sluitingen. Het klopt dat er veel sluitingen waren in het jaar 2022. Maar u weet ook dat er bij Opgroeien, doordat de integriteit – die we nu trouwens decretaal willen verankeren – centraal is komen te staan, heel wat verplichte schorsingen en sluitingen zijn geweest. Die plaatsen blijven wel open, maar zijn niet onmiddellijk weer ingevuld. Je hebt redelijk wat tijd nodig vooraleer je die weer kunt invullen.
Ik heb de regels trouwens moeten versoepelen om ervoor te zorgen dat je de plaatsen die verloren gaan, het best kunt opvullen in de regio waar ze zijn verloren gegaan. Vroeger was het zo dat, als er trap 2-plaatsen gedwongen verloren gingen, die weer in de pot gingen. Het kon dan zijn dat die aan de andere kant van Vlaanderen werden toegekend.
Je zou kunnen zeggen dat dat eerlijk is, omdat de wachtlijsten daar het langst zijn. Ik vind dat niet eerlijk, omdat het gaat over ouders die al een opvangplaats hadden. Ik vind dat de prioriteit moeten liggen op het blijven garanderen van plaats voor de mensen die ze plots verliezen. Ook dat is een onderdeel van die kentering.
Collega’s, het grote probleem is dat we kwaliteit en kwantiteit hier hand in hand moeten laten gaan. Voor mij betekent het een trendbreuk door bestaande initiatieven in trap 1 de kans te geven om naar trap 2 te gaan en ze een duurzaam perspectief te geven.
Collega’s, de schorsingen bij Opgroeien en de aanpak van de inspectie zijn risicogestuurd. Ik wil die boodschap gerust nog eens geven: Opgroeien moet erover waken dat er correct wordt gehandeld. De inspectie moet correct inspecteren en Opgroeien moet correcte handhavingsmaatregelen nemen.
Gisteren had ik een overleg met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) over de overstap van trap 1 naar trap 2. Ik weet niet meer wie de opmerking maakte. Ik kreeg daar van de steden vooral de opmerking dat ze graag wat meer impact zouden hebben op wie wel en wie niet. Ze willen graag informatie van Opgroeien van wie er in het verleden al dan niet problemen heeft gehad, zodat ze advies kunnen geven. Ik kreeg het gevoel dat ze graag zelfs nog striktere criteria zouden willen om te kunnen beoordelen voor wie het absoluut oké is om die overstap te maken.
Collega’s, het is belangrijk dat we naar de toekomst kijken. De handhaving van de uitsluitingscriteria wordt aanvraag per aanvraag bekeken met de juristen en met de dossierbeheerder Opgroeien. Zo’n sluiting wordt niet door één persoon beslist, ik vind het heel belangrijk dat dat door meerdere personen gebeurt. Veel vaker dan vroeger wordt trouwens het kenniscentrum ingeschakeld, wat ik een heel goede zaak vind.
Ik heb het daarnet in de inleiding gezegd: we zien vooral in de gezinsopvang plaatsen verloren gaan. Er is ook een heel specifieke problematiek van onthaalouders die stoppen. Zoals ik al zei, is dat een Europees fenomeen. Dat is ook de reden waarom ik er in de regering echt op heb aangedrongen om dat werknemersstatuut te verankeren. Alle onthaalouders met een werknemersstatuut hebben trouwens een veel lagere kind-begeleiderratio. Dat heeft te maken met de manier waarop ze worden verloond.
Collega’s, tijdens de gedachtewisseling zijn we uitgebreid ingegaan op het verschil tussen gezins- en groepsopvang. Ik zal dat zeker meenemen in het duurzame financieringsmodel.
Ik ben het er absoluut mee eens dat we moeten inzetten op zowel de arbeidsvoorwaarden als de basissubsidies.
Tot slot wil ik graag verwijzen naar het ondernemingsloket waarnaar UnieKO heeft gevraagd. Collega Daniëls zei dat je meteen wordt ontmoedigd als je wilt starten met kinderopvang. Ik wil die pagina gerust bekijken. Wij bekijken met UnieKO hoe we heel snel en efficiënt advies kunnen geven over het financiële luik aan de starters en de kleine initiatieven die vandaag willen starten en daar nood aan hebben. Dat staat in de steigers.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, we kunnen er hier veel over babbelen, maar het probleem is dat er in de praktijk, op het terrein bijzonder, bijzonder weinig verandert. In de praktijk zien we dat de kinderopvang nog steeds stiefmoederlijk wordt behandeld. Want zaken die eigenlijk al lang in orde hadden moeten zijn, zijn dat vandaag nog steeds niet.
Ik hoor de collega’s hier graag spreken over het belang dat ze als lid van de meerderheid hechten aan dat level playing field. Wel, dat had al lang in orde kunnen zijn. In 2014 werd dat systeem van de verschillende subsidietrappen ingevoerd. Sinds dan zijn er initiatieven die voldoen aan de voorwaarden, maar geen hogere trap krijgen vanwege beperkte budgetten. Er wordt steeds uitgegaan van schaarste. Het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat initiatieven die voldoen aan de voorwaarden voor een hogere subsidie die subsidie ook krijgen.
Net zo is het met dat onthaalmoederstatuut. Minister, u zegt dat het goed is dat zeshonderd onthaalmoeders nu een werknemersstatuut hebben. Ondertussen wachten bijna drieduizend onthaalmoeders daarop. Zij werken nog steeds in een schijnzelfstandigheidsstatuut. Zij kunnen nog steeds nauwelijks het hoofd boven water houden. Zij worden nog steeds betaald per kind per dag. Zij bouwen nog steeds geen sociale rechten op en krijgen nog steeds geen pensioen. Dat zijn zaken die vanzelfsprekend zouden moeten zijn en zelfs daar zijn we vandaag nog niet.
Er wordt nog geen intentie gemaakt om een afslag te maken naar een kwaliteitsvolle kinderopvang. Ik vind dat echt een groot probleem. Er wordt hier steeds maar over gebabbeld, maar het moet zich ook vertalen in een beleid.
Minister, de mensen, zeker in de kinderopvang, hebben echt geen nood aan nieuwe loze verkiezingsbeloftes. Echt niet. U staat met cd&v al decennia aan het hoofd van het agentschap Zorg en Gezondheid. Al decennia. Ú, uw partij heeft de problemen veroorzaakt, uw partij moet vandaag de problemen oplossen. En zeker ook samen met de meerderheidspartijen, want als de N-VA de plannen dan weer blokkeert, komen we helemaal nergens.
Er wordt echt onderschat dat er vandaag veel te weinig vooruitgang is, dat we vandaag plaatsen verliezen, dat ouders niet kunnen gaan werken omdat ze geen kinderopvang hebben. Mensen moeten al bijna maanden vooraleer ze zwanger zijn een plaats gaan zoeken. En aan de andere kant stoppen kinderbegeleiders ermee omdat het niet meer houdbaar is. Zij hebben nood aan een beleid, aan maatregelen in plaats van in de marge te blijven aanmodderen en beloftes te maken die uiteindelijk niet worden ingevuld.
Minister, ik denk echt dat u de crisis in de opvang nog steeds onderschat, ondanks het vele gebabbel hier in het parlement. (Opmerkingen van minister Hilde Crevits)
De heer Anaf heeft het woord.
Ja, de toestand in onze kinderopvang is effectief heel ernstig. Het is vooral jammer dat het zover is moeten komen.
Er zijn twee zaken nodig. Er zijn extra budgetten nodig om ervoor te zorgen dat elk kind mee kan, maar daarnaast zullen we ook naar de structuren moeten kijken. Ik heb hier een aantal aanzetten gehoord. Ik ben het ermee eens dat we alle kinderopvang inkomensgerelateerd zouden moeten maken. Dat zou het uitgangspunt moeten zijn.
Collega Malfroot, ik ben ondertussen echt wel thuis in de verschillende subsidietrappen die er zijn. Ik heb daar van u echt geen lessen over te krijgen. (Opmerkingen van Ilse Malfroot)
Ik heb daar van u echt geen lessen over te krijgen. U hebt recent nog gezegd dat er eigenlijk geen grote crisis is in de kinderopvang, maar dat er plaatsen te veel zijn. Ik herinner mij dat nog goed. U zei dat tijdens het actualiteitsdebat over kinderopvang. Ik heb daar van u dus echt geen lessen over te krijgen.
Ik maak soms de volgende vergelijking. Als je vanuit een vliegtuig of een helikopter een beeld of foto zou maken van een gemiddeld Vlaams dorp, zie je allemaal huizen staan, met een kot achter, daar nog een kot aangebouwd en daar dan nog een aangebouwd. Dat is met goede bedoelingen gebeurd, want er is altijd iets anders nodig. Maar uiteindelijk heb je allemaal koterijen waarin niemand nog zijn weg vindt. We moeten die structuren anders maken en naar één systeem gaan.
Dat het onder Welzijn zit, is historisch zo gegroeid, maar de vraag is of dat daar wel goed zit. We zijn recent naar Finland geweest. Daar gaat het over ‘Early childhood education and care’. Dat weerspiegelt veel beter dat kinderopvang veel meer is dan enkel opvang. Het gaat ook over pedagogische zaken.
We slagen er niet in om de helft van onze kinderen in de kinderopvang te krijgen. Er is maar plaats voor 43,3 op de honderd kinderen. We slagen er dan weer wel in om alle kinderen tussen 2,5 en 18 jaar een plek op school te garanderen. Die twee feiten zijn toch totaal niet met elkaar te matchen? We moeten naar een radicale omslag waarbij we die kinderopvang meenemen in het onderwijssysteem en ervan uitgaan dat er voor elk kind een plaats moet zijn. Dat is immers belangrijk voor de ontwikkeling van die kinderen. We mogen geen enkel kind achterlaten. Die omslag moeten we maken. Dat gaat voor een heel groot deel over een ‘mind shift’ die moet gebeuren. We mogen die kleine kinderen van wie de ontwikkeling zo belangrijk is, niet in de steek laten, en moeten ervoor zorgen dat we voor elk kind een plekje kunnen garanderen in de toekomst. We zetten momenteel stappen achteruit en daarover maak ik mij heel grote zorgen.
Collega’s, dit wordt ongetwijfeld vervolgd, indien niet hier dan wel in de gedachtewisseling naar aanleiding van de opvolging van de onderzoekscommissie.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.