Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
In het concept van de elektrische auto staat de batterij centraal. De batterij bepaalt zowel de autonomie van de wagen als de laadsnelheid. In landen zoals China en de Verenigde Staten duikt er een systeem op om je elektrische wagen te laden met modulaire batterijen. Vorige legislatuur waren we met de commissie Economie in Taiwan en hebben we hetzelfde gezien voor elektrische scooters. In plaats van telkens je batterij zelf op te laden bij je thuis of op het werk, vervang je de batterij in ‘battery swapping stations’. De eigenaar van een elektrische wagen gaat naar een ophaalpunt en kan daar de lege batterij vervangen door een volle. De oude en lege batterij wordt vervolgens opgeladen en staat klaar voor de volgende wagen. Dit soort ophaalpunten kunnen privé of door de autoproducent zelf uitgebaat worden. Het doel is om het stroomverbruik op een bepaald ogenblik te verminderen en consumenten niet te verplichten om zelf een laadpaal te installeren. Daar komen natuurlijk wat zaken bij kijken, want we spreken ook over laadstations.
Hebt u al overwogen om dit in Vlaanderen mee te introduceren? Zo ja, hoever staan we hiermee? Hebt u weet van deelwagenaanbieders die dit onderzocht hebben of onderzoeken? Wat zijn eventueel hun bevindingen? Wat zijn de grootste uitdagingen voor Vlaanderen om dit systeem succesvol uit te rollen? Verandert dit iets in uw strategie voor de uitrol van elektrische wagens? Denkt u er bijvoorbeeld aan om minder laadpalen te zetten?
Minister Peeters heeft het woord.
Het concept van ‘battery swap’ is niet nieuw. In het verleden is er in Vlaanderen ook al een poging ondernomen door een bedrijf om daar verder op in te zetten. Helaas is dat bedrijf failliet gegaan en is daar niet verder op ingezet. Inmiddels zien we wel dat de Chinese autobouwer Nio een poging doet om daar op de Europese markten een gangbare werkwijze van te maken. Zo heeft onder andere Nio begin april 2023 een eerste Europese ‘battery swap station’ geopend in Denemarken, maar dus nog niet in Vlaanderen.
Ik heb momenteel geen weet van deelwagenaanbieders in Vlaanderen die dit aan het onderzoeken zijn. Maar zoals u weet trekt het ondernemerswereldje in Vlaanderen meestal aan de caravan van innovatie en geven zij die innovatie vaak een boost, dus het zou goed kunnen dat er op dit ogenblik bedrijven daarmee bezig zijn. Ik zou het alleen maar kunnen toejuichen. Alleszins heb ik zelf geen weet van deelwagens die daar al gebruik van maken.
Er zijn twee grote uitdagingen voor Vlaanderen om dit systeem succesvol te maken. Enerzijds moet een aantal wagens aangepast zijn om effectief gebruik te kunnen maken van de ‘battery swap’, dus de batterijen moeten vlug in en uit de auto gehaald kunnen worden. We weten allemaal dat dat bij de modellen die vandaag rondrijden zeker niet allemaal voorhanden is. Ik zou alleszins niet weten hoe ik de batterij van mijn eigen auto eruit zou moeten halen, maar dat zal eerder aan mezelf liggen. Een tweede uitdaging die ook speelt, is dat er dan globaal gezien veel meer batterijen nodig gaan zijn, want je gaat dan telkens een vervangbatterij hebben, dus twee batterijen per auto. Kortom, dat zijn vandaag de uitdagingen, maar ik geloof ook daar weer in de technologische vooruitgang en dat men daar in de toekomst ook antwoorden op zal bieden.
Verandert dit iets aan mijn strategie inzake de uitrol van de elektrische wagens en ben ik van plan om minder laadpalen te zetten? Ik denk dat dat op dit ogenblik helemaal niet aan de orde is, integendeel. Wij zijn volop bezit met het uitrollen van een laadpalenvisieplan van 2020. Wij hebben ook een gedachtewisseling gehad met onze transitiemanager en we willen eerder nog verder bijsturen, zeker als we zien dat dat ook inzake het logistieke vervoer zal moeten gebeuren. Kortom, wij blijven volop geloven in de uitrol van die elektrische wagens en dat de nodige laadinfrastructuur voorhanden moet zijn, om zodoende te allen tijde invulling te geven aan de kernwoorden vertrouwen, nabijheid en bereikbaarheid, ten behoeve van eenieder die elektrisch wil rijden.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Dank u wel voor het antwoord. Tijdens de ad-hoccommissie klimaat hadden we op een bepaald moment een interessante gedachtewisseling over de vraag waarom het elektrische wagens worden in de toekomst. U hebt toen zelf technologieneutraliteit vooropgesteld. Dat staat ook in uw beleidsnota en ik denk dat we dat allemaal onderschrijven. Maar toen kwam ook heel sterk het feit naar voren: Europa zegt, en dus doen wij. Europa zegt dat we gaan elektrificeren, en dus doen wij dat. Dan mis ik een beetje de schwung om te zeggen dat wij misschien ook een andere boodschap kunnen verkondigen.
Want hoeveel kilometers rijden mensen per dag? We willen wel allemaal een elektrische wagen hebben die 300 of 400 kilometer kan rijden. Om wat te doen? Om misschien 20 kilometer per dag te rijden. Als je begint na te denken over het aantal mensen dat maar zo weinig kilometers rijdt, kunnen die inderdaad misschien werken met een ander type van batterij, dat wel gemakkelijk gemonteerd en gedemonteerd kan worden. Dat is een beetje mijn idee. Waarom wordt dat niet meegenomen in de portfolio van maatregelen in uw communicatie, zodat we daar ook mentaal klaar voor zijn en we op het ogenblik dat die ‘swap stations’ er zijn, het normaal vinden dat dat een gebruikte technologie kan zijn? Ik vind dat dat een beetje ontbreekt in uw globale communicatie over alle verschillende mogelijkheden.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, u hebt het Chinese automerk Nio aangehaald. Die hebben sinds 1 december vorig jaar ondertussen ook een batterijwisselstation in Tilburg, in Nederland, niet zo ver van de Belgische grens. In China zijn die stations blijkbaar al algemeen ingeburgerd en vervangt men ongeveer 150 tot 300 batterijen per dag. Dat is toch niet niets. Dat neemt gemiddeld 3 à 4 minuten in beslag.
Ik ben nog altijd een absolute believer van synthetische brandstoffen. Ik denk dat je nog rapper dan 4 minuten kunt tanken. Bovendien denk ik dat die synthetische brandstoffen uiteindelijk ook wel zullen doorbreken en mee een oplossing zullen zijn voor de uitstoot. Maar voor de elektrische voertuigen die er zijn en die er ook nog zullen komen, moeten we inderdaad alle technologieën zoveel mogelijk onder ogen brengen. Ik ben het eens met collega Gryffroy dat het daar toch nog een beetje tekortschiet.
Minister, aangezien de Chinese constructeur met een alternatief voor laadpalen komt, hebt u al kennis van eventuele ervaringen, meer bepaald met de twee stations die in Nederland al in gebruik zijn? Hebt u er zicht op hoe het daar verloopt? Ik denk dat dat een meerwaarde zou kunnen betekenen voor het al dan niet plaatsen van laadpalen. Hoe staat u daar tegenover?
En hoe zit het met eigen initiatieven vanuit Vlaanderen? Die vraagt hebt u al gedeeltelijk beantwoord. Helaas is er een bedrijf failliet gegaan, maar ik denk dat er met betrekking tot elektrische mobiliteit toch muziek zit in dergelijke stations en bedrijven die dat kunnen ontwikkelen. Want ik vind het een gevaarlijke trend dat we ook dat marktsegment zomaar in handen zouden geven van buitenlandse spelers, in dit geval buitenlandse spelers die het niet altijd zo goed menen met onze economie en vaak nog een achterliggende agenda hebben. Ik hoop dat we ook daar massaal kunnen investeren en dat we ook onze eigen bedrijven de kans geven om dergelijke zaken uit te rollen.
De heer Bex heeft het woord.
Dank u wel voor de interessante vraag, collega Gryffroy. U hebt het principe van de technologieneutraliteit naar voren gebracht. Voor mij gaat dit nog altijd over elektrificatie en is het in die zin geen vraag naar technologieneutraliteit. Dit kan een deelaspect zijn van de elektrificatie. Mijn aanvoelen is toch dat dit inderdaad iets is dat veeleer op Europees niveau moet worden aangemoedigd. De markt zal ook voor een stuk bepalen in welke mate dit in de toekomst kan worden uitgerold.
Minister, de vraag van collega Gryffroy heeft mij op een andere manier getriggerd. Hij zegt dat Vlamingen eigenlijk niet allemaal een auto nodig hebben die hen ook tot op hun vakantiebestemming in het zuiden van Frankrijk kan brengen. We zouden daar winsten kunnen maken door meer in te zetten op autodelen. Dat is een concept dat bestaat om in onze steden samen een auto te gebruiken, maar het zou natuurlijk ook kunnen worden gebruikt om bijvoorbeeld op vakantie te gaan en daarbij een andere auto te gebruiken dan je in je dagelijkse pendelverkeer gebruikt.
Morgen komt de regering samen om onder meer te praten over de aanpassingen aan het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP). Gaat u daar ook initiatieven op tafel leggen om dat autodelen, dat op veel vlakken een enorme bijdrage zou kunnen leveren aan het verminderen van de voetafdruk van onze mobiliteit, te stimuleren en te versterken?
Ik zou zelf ook nog graag even tussenkomen.
Het is inderdaad een zeer interessante vraag, collega Gryffroy. Ik denk dat Elon Musk met Tesla tien jaar geleden al het idee had gepitcht om batterijen uit wagens te swappen. Dat is zelfs voorbij de conceptfase gekomen, hij heeft dat laten zien. Het ging zelfs sneller dan een klassieke tankbeurt, op een minuutje ging er een volledig nieuwe, opgeladen batterij in. Anders dan zijn rakketinstallaties is dat idee nooit van de grond gekomen.
Er is inderdaad wel het Chinese bedrijf Nio dat er al vrij ver in staat, zeker in China zelf, en nu ook een beetje in Europa. Het is een zeer interessante technologie. Zeker als je lange ritten wilt doen en geen half uur tot een uur aan de laadpaal wilt hangen, maar snel een volledig opgeladen batterij in de wagen wilt krijgen.
Ik ben het niet helemaal eens met de analyse van collega Gryffroy dat de meeste Vlamingen maar een auto nodig zouden hebben die 20 à 30 kilometer kan rijden. Ik denk dat dat momenteel een argument is voor veel Vlamingen om nog niet zo’n wagen te kopen, dat de autonomie van een elektrische wagen voor veel mensen inderdaad nog te beperkt is. Je wilt hem elke dag kunnen gebruiken om te pendelen naar het werk en die 10, 20 of 30 kilometer afleggen, maar je wilt er ook één keer per jaar mee op vakantie kunnen gaan. Maar het is inderdaad een zeer interessante technologie die bekeken moet worden. Ik denk dat het vooral op internationaal niveau bekeken moet worden. Er moet standaardisatie komen van die batterijen, en ook van de manier om ze uit die wagen te halen. Hetzelfde is nu een beetje aan het gebeuren met onze smartphones, die vanaf volgend jaar gelukkig allemaal met USB-C opgeladen moeten kunnen worden. Het lijkt me zaak om zoiets ook te hebben indien we dit willen toepassen met elektrische wagens.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega's, voor de bijkomende vragen.
Mijnheer Bex, aan de hand van uw vraagstelling kan ik alleen maar afleiden dat u morgen heel graag opnieuw aan onze tafel zou zitten om te praten over het VEKP. Maar heb vertrouwen, we zijn er al een aantal weken mee bezig, en gaan daarin ook landen. Dat gaat goedkomen, we willen die CO2-reductie van 40 procent zeker halen.
Dan kom ik specifiek tot de batterijwisselstations voor elektrische wagens. Mijnheer Gryffroy, ik ben het niet met u eens wanneer u zegt dat ik alleen maar communiceer over elektrische wagens. Dat klopt helemaal niet. Ik heb altijd gezegd dat we voor zero emissie-mobiliteit gaan, voor zero emissie-personenwagens en zero emissie-vrachtwagens. Voor mij blijft dat technologieneutraal. Wat we tegenwoordig wel zien, is dat de elektrische markt een enorme boost kent, dat het aantal elektrische wagens, zowel voor salariswagens als op de particuliere markt, vooruitgang boekt. Zelfs inzake vrachtvervoer – ik verwijs opnieuw naar Volvo Gent – kiest men voor elektrificatie. Dat neemt niet weg dat we de andere technologieën, zijnde waterstof en e-fuels, zeker niet overboord gooien. We blijven daar verder op inzetten. U vraagt mij hier specifiek naar batterijwisselstations, naar ‘battery swap’, en dan praten we natuurlijk over elektrische wagens. Dat wil ik toch duidelijk zeggen.
Daarnaast geloof ik opnieuw volop in die technologische vooruitgang, die heel snel gaat, als we zien wat zich tegenwoordig allemaal op de markt ontwikkelt. En het is zeker niet zo dat wij de Chinese markt Vlaanderen straks volledig laten inpalmen. Ik heb onlangs zelf een prachtige presentatie gekregen van Uze Energy. Uze Energy is een Antwerpse start-up, die met een soort bakfiets waarop batterijen geplaatst zijn naar een elektrische wagen gaan, je kunt die laten langskomen via een app, en dan kun je op heel korte termijn – het hoeft niet enkele uren te duren, voorzitter – je elektrische wagen al laten opladen. Ik denk dat dat iets heel goed is, zeker in stedelijke kernen waar we geen laadkabels en dergelijke over stoepen willen, of het openbaar domein vol laadinfrastructuur willen zien. Kortom: de markt speelt daarop in, de bedrijven zijn ermee bezig, en ik geloof alleszins in die technologische vooruitgang.
Ook de deelmobiliteit kiest op dit moment volop voor elektrificatie. Zoals ik daarnet al zei heb ik geen weet van het feit of zij al dan niet gebruik maken van die ‘battery swap’. Ik denk dat zij voornamelijk ook nog altijd opladen via de kabel, via de laadpalen.
Maar de evolutie gaat kortom heel snel. Als Vlaamse overheid denk ik dat het onze taak is om die laadinfrastructuur te faciliteren, en dat blijven we doen, zowel in snelle, ultrasnelle als trage laders, om zowel het opladen thuis als onderweg te faciliteren. Maar we blijven andere technologieën uiteraard ook opvolgen, en dan denk ik in de eerste plaats aan waterstof, waar ik heel wat potentieel zie. En binnen ons hele verhaal van ‘Clean Power for Transport’ (CPT) wordt er sowieso verder gekeken om ook die andere technologieën strikt te blijven opvolgen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Er worden mij door collega Bex woorden in de mond gelegd over ‘vakantie’, ‘autodelen’ enzovoort, waar ik het eigenlijk niet over gehad heb. Ik wil gewoon duiden dat het gemiddeld aantal kilometers dat gereden wordt door de bevolking heel laag ligt. En uiteraard moet ‘battery swap’ kunnen werken voor alle wagens, maar ik denk dat het in de eerste plaats moet werken voor wagens die weinig kilometers nodig hebben, en dus ook met een kleiner batterij kunnen werken. Hoe zwaarder je batterij, hoe zwaarder je wagen en hoe meer hij verbruikt. Dat is de cirkel waarin we zitten.
Maar ik denk gewoon dat we alle opties moeten openhouden. Ik hoor hier dat we dat in de toekomst kunnen hebben. Ik denk dat we daar open op moeten durven inzetten, en dat ook open moeten kunnen communiceren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.