Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Mijn vraag is gestoeld op basis van vragen die ik al eerder heb gesteld en ook op basis van het dodelijke ongeval op de E19. Het moment dat ik mijn vraag indiende was één of twee dagen voordat de visie over de vrachtwagenparkings op de website kwam. Mijn excuus dat deze vraag niet helemaal actueel is. Ik zal ze een beetje aanpassen.
Er doen zich op parkings en op de pechstroken van parkings levensgevaarlijke situaties voor. Volgens de beroepsfederatie Transport en Logistiek Vlaanderen (TLV) is er een extreem gebrek aan parkeerplaatsen waar vrachtwagenchauffeurs op een veilige manier, en uiteraard met het nodige comfort, kunnen rusten. Vrachtwagenchauffeurs worden vaker wel dan niet geconfronteerd met overvolle snelwegparkings en worden dan verplicht om grijze zones, bijvoorbeeld de pechstroken van een op- of afrit, op te zoeken. Het tekort aan parkeerplaatsen voor vrachtwagens is niet nieuw. Ook proper sanitair in de buurt is nog altijd een probleem.
Minister, u hebt al een paar keer gemeld dat er een visie op komst was. Ondertussen is ze er. Ik denk dat ze vorige week donderdag op de site stond. Daarom heb ik de volgende vragen, op basis van deze visie.
Minister, wat zijn uw eerste conclusies?
Die visie uitwerken zal waarschijnlijk nog heel wat tijd in beslag nemen. Naar aanleiding van dat dodelijke ongeval op de E19 vraag ik u wat u zult ondernemen om op korte termijn de ergste noden te lenigen. Hebt u al overleg gehad met de sector?
We hadden het er al over dat er mogelijk meer elektrische vrachtwagens zullen zijn in de toekomst. Dat betekent dat de parkings zullen moeten worden omgebouwd met laadstations, wat dan misschien ook plaatsbeperkend kan zijn.
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, de visietekst is inderdaad intussen ter beschikking van het parlement gesteld. Jullie hebben ze kunnen lezen.
De studie omvat twee fases. De eerste fase richt zich op de inventarisatie van het probleem en focust op de huidige toestand. De tweede fase is toekomstgericht en omschrijft de visie met de bijhorende scenario’s, oplossingen en een actieplan.
Op dit ogenblik is mijn administratie bezig met het uitwerken van een aantal vervolgstappen en verduidelijkingen. Dat gaat specifiek over de oprichting van een overlegplatform dat zich structureel buigt over deze problematiek, oplossingen naar voren kan schuiven en verder ook mee de strategie kan bepalen voor de toekomst.
Er zal dus een belangrijke rol weggelegd zijn voor dit platform. Maar ook is het belangrijk om ons terdege bewust te worden van hoe we als overheid met de termijnscenario’s kunnen omgaan die zijn opgenomen in de studie. Ook wat dat betreft heeft mijn kabinet nog een aantal bijkomende vragen gesteld aan de administratie om dat wat verder te specificeren.
Zeker het recente ongeval indachtig, moeten we bekijken of we op korte termijn toch niet al wat quick wins kunnen realiseren. U weet dat ik twee jaar geleden met alle actoren al een heel uitgebreid overleg heb gehad op provinciaal niveau. Toen had het veel te maken met de migrantenproblematiek. Maar niet alleen daarmee. Dat speelt bijvoorbeeld in de provincie Limburg veel minder. Daar was er ook een problematiek van een tekort aan parkeerplaatsen voor vrachtwagens. We moeten dat allemaal sowieso blijven opvolgen. We zijn nu eenmaal een logistieke regio. We moeten er zeker voor zorgen dat onze vrachtwagenchauffeurs te allen tijde gegarandeerd de rij- en rusttijden kunnen opvolgen.
Wat betreft het opladen van elektrische vrachtwagens, kan ik u meegeven dat er bij de realisatie van nieuwe parkeerterreinen of de heraanleg van bestaande parkeerterreinen altijd rekening gehouden wordt met de transitie richting zero-emissievoertuigen. We zien dat ook de concessiehouders daar zelf al werk van maken. Voor hen is dat een soort klantenbinding. Op het moment dat zij daar elektrische laadpunten voor vrachtwagens hebben, gaan zij die zeker ter beschikking stellen.
We hebben het een paar weken geleden in deze commissie gehad over de bestelbussen van onder meer DHL, dat nu ook de vlucht vooruit neemt. Er wordt continu op toegezien dat we daar in alles wat met vrachtvervoer te maken heeft, volop op inzetten, zodat zij te allen tijde voldoende ruimte hebben om ook te kunnen laden.
Daaromtrent heb ik ook recent – ik weet niet of u daarvan op de hoogte bent – het VIAVIA-project (Vrachtvervoer Intelligent Aanpassen en Vergroenen via een Integrale Aanpak) gelanceerd. Daarin is ook een taskforce aangeduid met een aantal experts, een aantal mensen die er heel wat meer kennis van hebben. Die zullen zich sowieso ook richten op het zero-emissievervoersysteem.
Binnenkort, in juni, gaan we een volgende meeting hebben met alle betrokken stakeholders. We gaan ook daar kijken hoe we het hele verhaal van de vrachtsector verder kunnen verduurzamen, natuurlijk technologieneutraal.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik heb een paar bijkomende bedenkingen. Een, u hebt heel wat vragen gesteld aan de administratie. Voor mij is dan de vraag: wanneer is het dan finaal?
Twee, er is de sense of urgency. Als er verkeersproblemen zijn, zie ik ze zelfs op het viaduct van Vilvoorde op de pechstrook omdat ze rij- en rusttijden moeten respecteren. Ze kunnen niet anders. Dan zie je inderdaad de meest onmogelijke situaties, maar dan is het wel zo. Als je een toekomstvisie moet gaan uitwerken, dan heb ik het gevoel dat we daar binnen vijf à tien jaar misschien ergens mee staan. Maar als ik door Duitsland rij, zie ik de ‘Autohof’. Vrachtwagens kunnen er fatsoenlijk parkeren. Die betalen daar zelfs voor. Je kunt zeggen dat ze niet bereid zullen zijn om daarvoor te betalen, maar ik zie wel dat die betaalde parkings vol staan. Ze krijgen er soms ook wat kortingsbonnen voor in de plaats om dan iets te kunnen eten of drinken, maar ze hebben ten minste een propere douche en een proper toilet. Los van de visie die moet komen, is dat een no-brainer. Kunnen we niet al op zoek gaan naar terreinen waar je dat zou kunnen doen? Soms zie je op bepaalde industrieterreinen dat er stukken grond zijn die niet meer echt benut kunnen worden, omdat ze net iets te klein zijn om er nog een groot gebouw of pand op te zetten, maar die wel daarvoor kunnen dienen. Ik heb het dan vooral over de transit, want er zijn heel wat gemeenten die inderdaad de mogelijkheid voor parkings hebben voor de chauffeurs die in de gemeente wonen. Ze parkeren er dan ’s morgens hun wagen, brommer of fiets en ’s avonds parkeren ze er hun vrachtwagen. Ze gaan zo naar huis en ze komen ’s anderendaags terug.
Het gaat vooral over die transit, mensen die ook het recht hebben – ik ben daar heel duidelijk in – om op een deftige manier naar het toilet te kunnen gaan, een douche te kunnen nemen en iets te kunnen eten. Daarvoor heb ik geen vrachtwagenparkingvisie nodig, want dat is een probleem dat al vijf jaar en zelfs langer bestaat. Als we moeten wachten op een volledig afgewerkte vrachtwagenparkingvisie, dan hebben we binnen de eerste tien jaar nog geen doorgedreven oplossing. Dus begin eraan, zoek naar die terreinen om het inderdaad op die manier te gaan oplossen.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, u weet dat ik de visie van de heer Gryffroy volledig volg. Ik heb hier ook al heel veel vragen over gesteld. Als we nog lang moeten wachten om het probleem op te lossen, ligt dat echt wel moeilijk. Ik weet niet hoe het zit aan de kanten van Limburg, maar als je gewoon naar West-Vlaanderen rijdt – ik heb het al vaak aangehaald – staat het in Nazareth vol langs de pechstrook. Ik stel me dan ook de vraag – en ik weet dat het uw bevoegdheid niet is – of er dan beboet wordt. Ze mogen daar niet staan, maar je zit met rij- en rusttijden, dus eigenlijk hebben die vrachtwagens geen keuze. Het is niet uit vrije wil dat ze daar op de pechstrook gaan staan. In welke mate wordt er daarmee rekening gehouden bij het al dan niet beboeten?
Een tweede punt waar ik een beetje van mening verschil, zijn die betalende parkings. Ik denk dat die niet vol staan. Ik heb de indruk dat daar nog veel lege plaatsen zijn, hoewel het voor een vrachtwagenchauffeur beter zou zijn om daar te kunnen parkeren. Minister, ik weet niet of u initiatieven kunt nemen om die betalende parkings – ik weet dat dat soms in concessie is – beter te promoten, en om daar het aanbod te kunnen geven aan die vrachtwagenchauffeurs. Bij ons aan de grens, bij het LAR-transportcentrum (Lauwe, Aalbeke en Rekkem), weet ik dat er gewoon heel veel vrachtwagenchauffeurs zijn die gewoon geen 5 euro willen geven om naar het toilet te gaan. Dat zijn Oost-Europese vrachtwagenchauffeurs die geen euro te veel hebben om dat te kunnen doen. Meestal moeten ze dat ook zelf bekostigen. Misschien is er een mogelijkheid om die betalende vrachtwagenparkings te verplichten, zodat mensen daar parkeren. Zo is het toch wel hygiënischer langs die parkings.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer Gryffroy, maar ik volg u toch niet helemaal. U zegt dat de problematiek al vijf jaar gekend is en dat we er iets aan moeten doen. Ik denk dat u mij niet kunt verwijten dat ik er niets aan gedaan heb, integendeel. Ik heb – en dat heb ik daarnet al gezegd – van in het begin, toen we vooral die migrantenproblematiek hadden, onmiddellijk de koe bij de horens gevat. We hebben onmiddellijk een heel aantal maatregelen genomen op onze snelwegparkings. Dat waren enerzijds maatregelen ter beveiliging van die snelwegparkings, ten behoeve van die vrachtwagenchauffeurs die hun rust- en rijtijden moeten kunnen honoreren, maar ook om tout court de veiligheid te garanderen van alle mensen die daar passeren. Daar hebben we volop op ingezet.
Wat hebben we ook gedaan? We hebben ervoor gezorgd dat er overal sanitair kon komen. Daar zijn we nog mee bezig, maar een deel is al uitgevoerd. We hebben ook gezorgd dat er uitbreidingen komen op de vrachtwagenparkings. Dus kom me alstublieft niet zeggen dat dit probleem al vijf jaar bestaat en dat ik er niets aan doe. Nee, wij investeren wel degelijk in de uitbreiding van de capaciteit van onze dienstenzones. We hebben een uitbreiding voorzien in onder andere Jabbeke aan beide kanten. In Gentbrugge hebben we een uitbreiding voorzien. In Diepenbeek hebben we een uitbreiding voorzien. In Boutersem hebben we een uitbreiding voorzien. In Tongeren hebben we een uitbreiding voorzien. Kortom: we hebben heel wat extra uitbreidingen voorzien. Ook in Rekkem. Ik weet dat mevrouw Fournier daar vaak naar vraagt. Ook daar zullen we straks negentig parkeerplaatsen voorzien aan beide zijden. Dat is opgenomen in ons investeringsplan, of zal straks in 2024-2025 mee opgenomen zijn. We zijn daar ook met ander partners – met Voka, het Vlaams Ondernemerschapsbevorderend Netwerk (VON) en dergelijke meer – onderweg. Kortom: we zijn wel degelijk heel wat aan het investeren. Dus kom me alstublieft niet zeggen dat wij er niets aan doen. Dat wil ik hier toch wel heel duidelijk zeggen. Als ik kijk naar het aantal investeringen dat wij gedaan hebben tot nu toe: 16,85 miljoen euro, dat is geen kleingeld. We zorgen wel degelijk dat ook daar aandacht naar gaat, omdat we hier opnieuw die veiligheid willen garanderen en ook willen zorgen dat die vrachtwagenchauffeurs gebruik kunnen maken van zuiver sanitair en zich daar ook opnieuw kunnen opstellen.
Maar ik vind tegelijk ook wel dat dit niet louter en alleen een taak van de overheid is. Want het is bij plaatstekort natuurlijk gemakkelijk om te zeggen dat de overheid zonder meer X aantal parkings moet voorzien. Ik denk dat we ook hier moeten kijken voor wie die vrachtwagens allemaal rijden, en dat zij daar een duidelijkere planning hebben, zodat zij ten allen tijde en in alle rust hun rust- en rijtijden kunnen opnemen en respecteren. Ik denk dat er sowieso ook een rol is weggelegd voor de andere stakeholders. Wat dat betreft moet ik u duidelijk meegeven – en dat is ook de hele boodschap geweest – dat we meermaals overleg willen met alle betrokken stakeholders en met heel de sector, om zodoende die noden nog meer in kaart te brengen en te kijken wie daar welke rol op zich moet nemen.
U zegt dat we zoals Duitsland overal voor betalende parkings moeten zorgen. Ik hoor mevrouw Fournier al zeggen dat zij daar geen vragende partij voor is. (Opmerkingen van Martine Fournier)
U zegt dat de sector geen vragende partij is. Dat klopt, ja. (Opmerkingen van Martine Fournier)
En we moeten dan ook voorkomen dat we wildparkeren nog veel meer aanmoedigen, als men daar geen vragende partij voor is. Dat is ook een risico dat potentieel bestaat.
Die visienota is nu uitgewerkt, die is ter beschikking gesteld van het parlement. U mag daar gerust nog suggesties of aanvullingen bij maken. Wij zaten zelf vanuit ons kabinet nog met een aantal bijkomende vragen, die we gericht hebben aan de administratie. Een daarvan is om een concreet voorstel uit te werken rond de oprichting van dat overlegplatform. Ik denk dat dat goed is en dat Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) dat ook moet trekken. Kortom: we hebben een heel aantal elementen die we zelf geformuleerd hebben. Ik nodig jullie allemaal uit, collega’s. Als jullie bepaalde suggesties hebben, wil ik het graag horen. U mag ze aan mij bezorgen. U mag ze aan de administratie bezorgen.
Alleszins denk ik dat dat overleg met de sector van groot belang is en dat we telkens moeten kijken waar we welke middelen kunnen aanwenden. Zijn er eventueel nog Europese subsidies? Ik blijf herhalen dat wij een logistieke hotspot zijn. Als er elders nog subsidies bekomen kunnen worden om bijkomende middelen te genereren, dan moeten we dat zeker mee in acht nemen. Alleszins gaan we aan de hand van deze visienota verder om actieplannen uit te rollen, en ook opnieuw te zorgen dat deze dienstenzones, deze vrachtwagenparkings, toekomstgericht alleen maar beter worden. Maar we zijn er op dit ogenblik ook al volop mee bezig.
De heer Gryffroy heeft het woord.
We hebben vanwege de veiligheid een aantal parkings moeten aanpassen. Op heden is er nog altijd een parking vanaf een bepaald uur – ik denk zelfs om 18 uur – gesloten. En dat is nog altijd zo, dus die vrachtwagenchauffeurs komen echt in de problemen omdat ze hun rij- en rusttijden moeten respecteren. En die worden inderdaad beboet als ze op een pechstrook staan. Zelfs als ze verkeerd geparkeerd staan op een vrachtwagenparking, worden ze soms beboet.
Maar als het gaat over alle stakeholders volg ik u volledig. De industrie draagt een even grote verantwoordelijkheid. Bij wet is men verplicht – als men veel vrachtwagens moet laten komen – om plaatsen te voorzien om iets te eten, naar het toilet te gaan of zelfs een douche te nemen. Ik moet ook daar ervaren dat dat niet altijd aanwezig is, of soms zelfs geweigerd wordt. De lokale autoriteiten zouden daar ook in kunnen meewerken. Men kan stukken terrein hebben, ergens, rustig gelegen, dus niet in woonwijken, waar dergelijke projecten zouden kunnen worden opgestart.
Maar over het financiële wil ik wel heel duidelijk zijn. Als je moet betalen om naar een toilet te gaan dat niet om aan te zien is, dan is iedere euro veel te veel. Met andere woorden: misschien moet er ook gewerkt worden met een soort van charter voor die parkings. Als de overheid een concessie heeft gegeven aan iemand, en je laat inderdaad toe dat chauffeurs moeten betalen om op die parking te staan en het toilet te gebruiken, zou er ook een label aan kunnen hangen over hoe proper het is in verhouding met wat je moet betalen. Dat is wat ik hoor over het verschil tussen de Vlaamse parkings en de Nederlandse en Duitse parkings. Vlaanderen zit daar onderaan. Ik spreek niet over de Franse parkings, want dat is helemaal ‘dégueulasse’, zoals men zou zeggen. Blijkbaar zit men liever in Nederland of Duitsland, ook al betaalt men iets meer. Maar het is er proper. Dat is de commentaar die ik vaak hoor van vrachtwagenchauffeurs.
De vraag om uitleg is afgehandeld.