Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, de Vlaming leeft gemiddeld vijftien maanden minder lang gezond door fijnstof. Dat is een conclusie van nieuwe cijfers van de indicator van het Departement Omgeving. Deze indicator begroot het aantal jaren dat gemiddeld verloren gaat door ziekte of vroegtijdige sterfte als gevolg van blootstelling aan fijnstof in Vlaanderen. De indicator maakt gebruik van de DALY, wat staat voor Disability Adjusted Life Year of potentieel verloren gezond levensjaar. Deze indicator wordt vooropgesteld door de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) om de ziektelast van populaties of landen in te schatten en onderling te vergelijken. Korte- en langetermijngezondheidseffecten van fijnstof worden op die manier in rekening gebracht. Kortetermijneffecten van fijnstof zijn bijvoorbeeld hospitalisaties door hartproblemen of dagen met astmasymptomen. Vroegtijdige sterfte en chronische bronchitis zijn voorbeelden van langetermijneffecten van fijnstof.
Het Vlaams Luchtbeleidsplan vermeldt de indicator om de doelstelling voor de middellange termijn tegen 2030 op te volgen. Binnen het luchtbeleidsplan werd een subaspect van de indicator als doelstelling opgenomen, namelijk het aantal vroegtijdige sterftes door fijnstof moet tegen 2030 met de helft verminderd worden ten opzichte van 2005. Binnen de Europese Green Deal streeft men tegen 2050 naar een ‘zero pollution ambition’, dus naar een nulverontreiniging. Dat is verontreiniging zonder schadelijke gezondheidseffecten voor mens en milieu.
De gezondheidsimpact door blootstelling aan fijnstof, per 10.000 inwoners, daalde in de periode 2005-2021 met ruim 40 procent. De lagere gezondheidsimpact is een gevolg van de verminderde uitstoot van luchtverontreinigende stoffen, zowel in binnen- als buitenland. Onder meer het wagenpark wordt dankzij automatische vernieuwing steeds schoner.
Hoewel de cijfers van het aantal vroegtijdige sterftes sinds 2005 in dalende lijn gaan, leert een nauwkeuriger kijk naar de grafieken ons dat de er tussen 2020 en 2021 geen daling meer plaatsvond. Bovendien waren dit twee uitzonderlijke jaren wegens de coronamaatregelen die minstens een deel van deze jaren van kracht waren. Hierdoor was er onder meer veel minder auto- en vrachtverkeer, wat de luchtkwaliteit ten goede kwam. In 2021 gingen door blootstelling aan fijnstof potentieel 153 gezonde levensjaren per 10.000 inwoners verloren in Vlaanderen, in 2020 was dit nog 143. Ondanks het feit dat de doelstelling opgenomen in het Vlaams Luchtbeleidsplan dus in zicht lijkt, is het niet allemaal rozengeur en maneschijn. Fijnstof levert hiermee nog steeds de grootste bijdrage aan de ziektelast door milieuverontreiniging in Vlaanderen.
Er liggen nog veel winstkansen in bepaalde doelstellingen om het fijnstof verder te laten afnemen, vooral door te werken aan de uitstoot door huishoudelijke houtverbranding en het terugdringen van de ammoniakemissies uit de landbouw. Ook bij wegverkeer en industrie is er nog potentieel om de emissies te reduceren. Zo is er nog werk aan de winkel om de ambitieuze modal shift van 40 procent verplaatsingen met duurzame vervoersmodi die de regering vooropstelde, te behalen.
Daarom heb ik enkele vragen, minister.
Hoe evalueert u de nieuwe cijfers? Speelt er volgens u een corona-effect waarvan we nu niet meer profiteren? Wilt u, indien mogelijk, beter doen dan de in het luchtbeleidsplan vooropgestelde doelstelling?
Welke bijkomende maatregelen willen u en de regering nog nemen, in het bijzonder dan met het oog op het terugdringen van de fijnstofuitstoot van houtverbranding en auto- en vrachtverkeer? Hoe wilt u dit potentieel ten volle benutten?
Minister Demir heeft het woord.
Na 2020, het jaar waarin de coronamaatregelen talrijk aanwezig waren, was er inderdaad een sterke daling van het aantal vroegtijdige sterftes. In 2021 kende de economie opnieuw een heropleving en lag dit cijfer opnieuw hoger. Hieruit kunnen geen al te stellige conclusies getrokken worden. Ook andere factoren dan de coronamaatregelen hebben meegespeeld, denk maar aan de weersomstandigheden. Om die reden is het aantal vroegtijdige sterftes minder geschikt om individuele oorzaken voor stijgingen of dalingen in de gezondheidsimpact aan te wijzen.
Interessanter is de langetermijntrend, die wordt gemonitord aan de hand van de jaarlijkse trendanalyse van de gemeten polluentconcentraties. Bij deze analyse wordt het effect van de meteo-omstandigheden en de coronamaatregelen uit de jaarlijkse resultaten gefilterd om zo een inschatting te maken van de algemene trend. Uit deze resultaten bleek dat de algemeen dalende trend voor de fijnstofconcentraties zich verder zette in 2020 en 2021. Bovendien is het sterftecijfer voor zowel 2020 als voor 2021 onder deze lineaire trend gelegen. We zijn dus momenteel op de goede weg om de doelstelling in 2030 te kunnen realiseren.
Hoewel de luchtkwaliteit systematisch verbetert en we de luchtkwaliteitsnormen voor fijnstof respecteren, moeten we fijnstofuitstoot verder aanpakken om het aantal vroegtijdige sterftes terug te dringen. Bij de actualisatie van het luchtbeleidsplan zal hieraan voldoende aandacht worden besteed.
Bijkomende maatregelen zullen afhangen van de actualisatie van het Vlaams Luchtbeleidsplan 2030. Dit plan is volop in voorbereiding en dient nog in de schoot van de regering te worden besproken. Ik ga dus niet vooruitlopen op de besprekingen. Er zijn natuurlijk nog een aantal maatregelen die we aanvullend nog zouden willen nemen.
Zoals ik reeds eerder stelde, zal het verminderen van de fijnstofimpact een van de speerpunten zijn van de actualisatie van het Vlaams Luchtbeleidsplan 2030. Ik kan ook meegeven dat ik gisteren nog zeer kwetsbare mensen gezien heb, die aan de rand van een stad in een sociale woning wonen. Zij zeggen dat ze niet weg kunnen omdat ze niet veel centen hebben, maar ze vragen om alstublieft de lage-emissiezone die vandaag bestaat niet weg te halen. Dat waren heel kwetsbare mensen en zij gaven heel duidelijk aan dat ze niet kunnen verhuizen naar een betere omgeving, maar dat ze wel tevreden zijn over de lage-emissiezone.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, u spreekt over de actualisatie van het Vlaams Luchtbeleidsplan dat in april gerealiseerd zou zijn, zoals u al eerder zei. Wij zien dat er in het huidige luchtbeleidsplan een aantal mobiliteitsmaatregelen zijn opgenomen die een impact zouden hebben op de daling van het fijnstof, maar als we kijken naar de voortgang van die mobiliteitsmaatregelen dan zien we dat er van de voorgenomen acties nog zo goed als niets is gerealiseerd. Het aantal gereden autokilometers is bijvoorbeeld alleen maar gestegen in plaats van gedaald. Ook de taakstelling voor de regionale mobiliteitsplannen is nog niet uitgevoerd. We zitten daar dus met een grote achterstand ten opzichte van de planning. U weet dat de uitvoering van het Vlaams Luchtbeleidsplan 2030 ook het uitgangspunt is van de PAS die is goedgekeurd.
Mijn concrete vraag, minister: hoe zult u ervoor zorgen dat het Vlaams Luchtbeleidsplan, en de maatregelen die daarin zijn opgenomen, ook effectief op tijd worden gerealiseerd? Dat is een heel belangrijk element voor de verdere daling van de fijnstofconcentraties, en in het akkoord dat vorige week vrijdag is gepresenteerd gaat men ook uit van de integrale en op tijd gerealiseerde uitvoering van dat luchtbeleidsplan. Hoe gaat u er, heel concreet, voor zorgen dat de Vlaamse Regering ook effectief op tijd die doelstellingen realiseert?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, collega Schauvliege. Wat u vraagt zal uiteraard ook mee bekeken worden bij de actualisatie van het Vlaams Luchtbeleidsplan. Dat spreekt voor zich.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, er worden hier heel vaak vragen gesteld over de luchtkwaliteit, en vooral over de concentraties van fijnstof in de lucht, net vanwege het schadelijk effect van fijnstof op onze gezondheid. U verwijst steeds naar de actualisatie van dat luchtbeleidsplan. Dat komt eraan. Wij zullen u daarover blijven ondervragen, want het lijkt me zeer essentieel voor de gezondheid van de Vlaming, maar ook voor de gezondheid van de natuur in Vlaanderen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.