Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Aerts heeft het woord.
Minister, tegen de zomer moet België een nieuw ontwerp van Nationaal Energie- en Klimaatplan indienen bij de Europese Commissie. Dat plan zou een geïntegreerd plan moeten zijn waarin Vlaamse, Waalse, Brusselse en federale inspanningen maximaal op elkaar worden afgestemd. Op die manier zouden we een geloofwaardig antwoord moeten bieden op de vraag van Europa en van de hele samenleving, hoe we als lidstaat onze klimaatdoelstellingen zullen halen.
Wat het Vlaams Klimaat- en Energieplan (VEKP) betreft is nog steeds een herziening van het vorige plan van december 2019 aan de orde, met al zeker de verwerking van de bijkomende maatregelen die de Vlaamse Regering besliste eind 2021 en die werden vastgelegd in de visienota van 5 november 2021 betreffende bijkomende maatregelen voor het klimaat, met het oog op het behalen van de scherpere doelstelling inzake de vermindering van broeikasgassen met 40 procent.
In antwoord op mijn voorgaande vraag in juni 2022 over de samenwerking rond energie en klimaat, antwoordde u dat u niet echt wilt investeren in een compromis met de andere entiteiten. U sprak zelfs de vrees uit dat het overleg als gevolg zou hebben dat er helemaal niets zou gebeuren. U gaf aan dat de regio’s in eerste instantie bevoegd zijn en dat het dan ook logisch is dat het nationaal plan een samenvoeging is van regionale plannen. Maar tegelijk gaf u ook aan dat er afstemming nodig is tussen de verschillende entiteiten in dit land. Voor een aantal materies is Vlaanderen ook vragende partij. U gaf zelf het voorbeeld om te komen tot een taxshift van fossiele brandstoffen naar elektriciteit. Maar het geldt evengoed voor de beslissing om vanaf 2029 enkel nog elektrische wagens te laten verkopen, voor de verlaagde btw op sloop en heropbouw, de afschaffing van subsidies voor fossiele brandstoffen of extra recyclagenormen voor verpakkingen.
Rond de lastenverdeling inzake de Belgische klimaat- en energiedoelstellingen voor het begin van de periode 2021-2030, met name de eerste twee jaren 2021 en 2022, en de verdeling van de federale opbrengsten uit de veiling van emissierechten voor de jaren 2015 tot en met 2020, werd intussen wel een akkoord bereikt, dat zopas door de regering werd goedgekeurd en dat binnenkort aan dit parlement zal worden voorgelegd. Maar een totaalakkoord over de hele periode tot 2030 is er nog niet. In dit verband heb ik een aantal vragen, minister.
Wanneer zal de definitieve versie van het Vlaams Energie- en Klimaatplan rond zijn? Zal dat plan meteen aan dit parlement worden overgemaakt? Hoe ziet u de timing voor de totstandkoming van het Vlaamse luik?
Worden in het nieuwe Vlaams Energie- en Klimaatplan alle bijkomende maatregelen, beslist in november 2021, geïntegreerd? Worden ook nog nieuwe maatregelen opgenomen, bijvoorbeeld rekening houdend met de verdere Europese besluitvorming of met de hoorzittingen en gedachtewisselingen met de bevoegde ministers en de vele experten die intussen plaatsvonden in de Commissie Vlaams Energie- en Klimaatplan in dit parlement?
Hoe vindt de afstemming plaats met de andere gewesten en de federale overheid om ervoor te zorgen dat dit echt een geïntegreerd plan is waarin effectief alle klimaatdoelstellingen worden gehaald?
Wordt er verder onderhandeld over de lastenverdeling voor de verschillende klimaatdoelen voor de hele periode tot 2030? Wanneer verwacht u een doorbraak te bereiken? Is een akkoord hierover geen voorwaarde om ook de regionale klimaatplannen tot 2030 te kunnen finaliseren?
Pas in de zomer van 2024 moet de definitieve versie van ons Nationaal Klimaat- en Energieplan ingediend worden. Het Vlaamse plan maakt daar deel van uit. U sprak in de vorige antwoorden over ruimere inspraakmomenten en publieke participatie die zouden plaatsvinden in 2023. Wanneer en hoe worden die het komende jaar gepland?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, collega Aerts. Uiterlijk 30 juni 2023 verwacht de Europese Commissie de ontwerpversie van het geactualiseerde Nationaal Energie- en Klimaatplan (NEKP). Ik hoop uiterlijk in de loop van april een akkoord te vinden binnen de Vlaamse Regering over de nieuwe versie van het Vlaamse plan. We zien dat er in sommige sectoren nog geen klimaatmaatregelen zijn genomen, daar moet een tandje bijgestoken worden. Zodra er een akkoord is binnen de Vlaamse Regering zal het plan uiteraard worden overgemaakt aan dit parlement.
De actualisatie van het VEKP omvat inderdaad onder meer de integratie van nieuwe maatregelen die sinds de goedkeuring van het originele plan in 2019 genomen zijn. Daarnaast zullen ook de definitief goedgekeurde elementen uit het ‘Fit for 55'-pakket worden meegenomen. Elementen waarover momenteel nog geen definitieve beslissing genomen is op het Europees niveau, worden volgend jaar meegenomen bij de definitieve update van het VEKP. Aangezien het momenteel nog wachten is op de aanbevelingen van de Commissie VEKP kunnen deze nog niet meegenomen worden in de ontwerpactualisatie. Maar ik engageer mij uiteraard wel om deze aanbevelingen ter harte te nemen in het kader van de definitieve update van het plan in 2024.
De afstemming over de opmaak van het Nationaal Energie- en Klimaatplan verloopt via de Nationale Klimaatcommissie en het Energieoverleg (ENOVER), het energieoverleg tussen de federale staat en de gewesten. De voorbereidingen op administratief niveau verlopen constructief. Momenteel werken de entiteiten nog volop aan hun eigen actualisatie van het Energie- en Klimaatplan. Daarna zullen we bekijken hoe we de maatregelen integreren. De opmaak van het nationaal plan zal dus pas op kruissnelheid komen in een volgende fase, in de maanden mei en juni.
Zoals u weet heb ik vorig jaar reeds een eerste akkoord over de lastenverdeling 2021-2030 kunnen sluiten. Sinds begin dit jaar heeft het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest mijn rol als voorzitter van de Nationale Klimaatcommissie overgenomen. Zij leiden dan ook de onderhandelingen over de resterende elementen van de lastenverdeling. In februari 2023, vorige maand, vond in dit kader reeds een eerste overleg plaats tussen de kabinetten van de betrokken ministers. Dat was constructief.
Ik zie het lastenverdelingsakkoord niet als een voorwaarde om de regionale plannen op te maken. Ik zie het eerder omgekeerd. Op basis van een goedgekeurd Vlaams Energie- en Klimaatplan, heb ik een duidelijk mandaat van de Vlaamse Regering om de verdere lastenverdelingsonderhandelingen te voeren.
In de aanloop van de definitieve update van het VEKP zal op basis van de goedgekeurde ontwerpversie van het VEKP een Vlaamse publieksbevraging georganiseerd worden.
De heer Aerts heeft het woord.
Deze vraag was eigenlijk voor de vorige commissie bedoeld, ik had ze ook kunnen omzetten naar een schriftelijke vraag, maar dat heb ik niet gedaan. Waarom niet? Omdat er intussen ook een advies is van de zeven adviesraden over heel België, waaronder de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad) en de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV). Zij benadrukken dat een heel aantal zaken, vooral wat betreft governance, beter moeten zijn dan de vorige keer. Het moet vooral beter op elkaar worden afgestemd.
De deadline voor de deelstaten is, als ik me niet vergis, eind maart. Die gaat nu naar april. Ik vermoed dat het eind april wordt, want begin april is er paasvakantie. (Opmerkingen van minister Zuhal Demir)
Is er dan nog voldoende tijd om dat op elkaar af te stemmen?
Ik ben verheugd dat er evolutie in uw antwoord zit, vooral wat de samenwerking betreft. Dat maakt me blij. Hoe zullen we dit halen? Is het nog mogelijk om die federale sokkel uit te werken in de laatste twee maanden? Tegen eind juni van dit jaar moet het er immers liggen.
U verwijst naar de publieksbevraging. Wordt die voorzien in het najaar, na de indiening van het eerste ontwerpplan, of komt die nog ervoor? Op welke manier is er dan nog ruimte voor aanpassingen?
Het is de bedoeling om een zo goed mogelijk plan in te dienen. We verwachten van studenten dat ze voor de eerste zit gaan. We zijn het, in Vlaanderen en in België, aan onszelf verplicht om ook voor de eerste zit te gaan met de indiening van een goed klimaatplan bij de Europese Commissie.
Minister Demir heeft het woord.
We zijn als coördinerend kabinet alle andere kabinetten aan het consulteren om te zien waar we staan met de maatregelen die in het oorspronkelijke plan zaten. Uiteraard zal dat nog moeten worden bijgestuurd. We zijn enorm afhankelijk van andere ministers en van wat zij willen doen binnen hun bevoegdheidsdomeinen.
Zoals ik heb gezegd zijn er sectoren die op dit moment nog niet veel klimaatinspanningen hebben gedaan en waar dat allemaal heel gevoelig ligt. Maar bon, ik denk dat het ondertussen wel tijd is om ook in die sectoren de transitie te maken. Dat zal ook voorwerp uitmaken van de gesprekken die we in de regering zullen voeren.
Wat de timing betreft zeggen onze mensen dat twee maanden krap is, maar dat het wel voldoende moet zijn om tot een nationaal plan te komen.
De publieksconsultatie zal gebeuren op basis van het ontwerpplan. Die start in het najaar.
De heer Aerts heeft het woord.
Ik dank u voor uw antwoorden.
Uiteraard is klimaat voor een stuk een horizontale bevoegdheid, net omdat het alomvattend is voor de hele Vlaamse Regering, maar ook voor de samenleving. Dus ik hoop dat u als minister van Klimaat, maar ook de hele Vlaamse Regering, beseft dat het een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid is. Het is een klimaatakkoord van de hele Vlaamse Regering en de verantwoordelijkheid van elke Vlaamse minister om binnen zijn of haar bevoegdheidsdomeinen het onderste uit de kan te halen.
Ik hoop dat er eind april een goed klimaatplan zal voorliggen, waar elke minister zich ten volle achter kan scharen zodat er werk van kan worden gemaakt, alleszins in dit stukje Vlaanderen waar wij bevoegd zijn. Ik reken op een goede inzet, want dat is meer dan ooit nodig.
De vraag om uitleg is afgehandeld.