Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over de heropstart van de procedure voor de Leidingstraat Antwerpen-Ruhr
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Dit is een belangrijk dossier, het dossier van de reservatiestrook voor de pijpleidingen. Al in 2020 werd de eerste startnota goedgekeurd voor die reservatiestrook, een belangrijk moment, een belangrijke stap ook richting het definitief vastleggen van een leidingstraat die Antwerpen moet verbinden met het Duitse Ruhrgebied en een belangrijke stap ook in het verder verduurzamen van de Antwerpse industrie, want zo’n pijpleiding kan op termijn een belangrijke as worden voor het transporteren van essentiële grondstoffen en duurzame energiedragers voor de petrochemische industrie. Op die manier worden nieuwe investeringen aangetrokken en maken we ook werk van een duurzaam vervoer. Want dat wordt wel eens vergeten: er worden op die manier veel vrachtwagens van de weg gehaald, en het kan op een veilige manier worden georganiseerd.
Er is een publieke raadpleging geweest, die we allemaal kennen, in het voorjaar van 2021. Er kwamen heel veel reacties binnen, ook bezorgdheden. We weten dat er ook trajecten op tafel lagen waarvoor heel veel moest wijken – onteigeningen –, niet in het minst woningen, dus we begrijpen dat er zeer veel bezorgdheid was. Dan hebt u verschillende gesprekken gevoerd, minister, met experts, de academische wereld en het middenveld en hebt u beslist het lopende gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) formeel stop te zetten.
Gelet op het belang van de verderzetting van dit project, dat zeker niet onderschat mag worden, heb ik een aantal vragen voor u. Het is ook evident – en dat wil ik toch benadrukken – dat zo’n project binnen de juiste juridische krijtlijnen wordt uitgerold en dat het zo min mogelijk gevolgen kent voor de omgeving. Laat het ons daar met z’n allen over eens zijn.
Kunt u meer duiding geven bij het convenant dat de industriële partners en ook wijzelf als havenbedrijf, heb ik vernomen, moeten opstellen? Wat zijn daar juist de verwachtingen van? Op welke timing mikt u met het een en ander?
Mijn tweede vraag is, hoop ik, eerder een retorische vraag. Kunt u het belang erkennen van een goed ingebedde leidingstraat voor de Vlaamse industrie, en dus ook voor de economie?
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, eerder deze legislatuur dropte de Vlaamse Regering met haar startnota ‘GRUP Leidingstraat Antwerpen-Ruhr’ waar de collega al naar verwees, een bommetje bij vele Vlaamse gezinnen in de provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant en Limburg. Zonder al te veel voorafgaand overleg met de bevolking, de industrie, de transportsector en de lokale besturen, moest en zou er in deze provincies immers een nieuwe leidingstraat aangelegd worden. Die straat zou volgens deze startnota maar liefst 45 meter breed worden, voor een capaciteit van ongeveer vijf à acht leidingen van nationaal belang, zo stond het in het GRUP. De straat zou bovendien geen groengebieden, en ook geen woningen sparen op de voorgestelde tracés.
Het resultaat van dit gebrek aan democratisch overleg vanuit de Vlaamse Regering liet dan ook niet lang op zich wachten: meer dan vierduizend kritische inspraakreacties en petities van verontruste burgers en lokale besturen om dit leidingstraatproject een halt toe te roepen. Wat daarop volgde is een bijzonder parcours van de Vlaamse Regering. Eind vorig jaar gaf u zelf aan, in antwoord op een schriftelijke vraag, dat de administratie weliswaar volop werkte aan een bijsturing van de doelstellingen en het tracéplan van deze leidingstraat, maar toen luidde het nog dat het project koste wat het kost zo snel mogelijk moest gerealiseerd worden.
Enkele maanden later, in januari 2023, besliste de Vlaamse Regering plots dat het lopende planproces volledig zou worden stopgezet. Nog volgens dezelfde regeringsbeslissing van begin dit jaar “kan er enkel aan de hand van een duidelijk engagement vanuit de industriële partners in de vorm van een convenant – een zogenaamde ‘letter of intent’ –, waarin zij formeel hun intenties, timing, beheer en financiële tussenkomst voor het gebruik van de leidingstraat en voor een flankerend beleid concretiseren, een nieuwe procedure opgestart worden”.
We moeten vaststellen dat er opnieuw geen enkel voorafgaand overleg wordt gepleegd met de lokale besturen of met de potentieel getroffen Vlaamse bevolking. Met andere woorden: als deze regering op termijn deze leidingstraat alsnog wil doorduwen, dan dreigt er opnieuw een lawine van bezwaren en protesten.
Ik zou u willen vragen of u kunt verduidelijken waarom de Vlaamse Regering heeft nagelaten om voor de eerste startnota van december 2022, voorafgaand overleg te plegen met de industrie, de lokale bevolking en vooral de getroffen Vlaamse gezinnen, een democratisch vooroverleg waardoor de huidige ontspoorde situatie perfect kon worden voorkomen, denk ik.
Waarom begaat de Vlaamse Regering – in mijn ogen – opnieuw dezelfde fout door de mogelijke heropstart van dit leidingstraatproject enkel maar afhankelijk te maken van een letter of intent waarin voorafgaand enkel de stem van de industrie van de haven van Antwerpen en Fluxys aan bod zal komen? Waarom wordt deze heropstart ook niet afhankelijk gesteld van het horen van de voorafgaande stem van de lokale besturen en de mensen die daardoor getroffen worden?
En tot slot, weet de Vlaamse Regering intussen al welke behoeften er zijn qua aantal pijpleidingen in deze leidingstraat en vooral voor welke concrete producten er nood is aan dergelijk bulktransport via die leidingen?
Minister Demir heeft het woord.
Collega's, ik denk dat u het dossier en de lange voorgeschiedenis kent. Ik denk dat we terug moeten gaan tot 2005. Die historiek is ook toegelicht in de hoorzitting van 20 januari in deze commissie. Er is heel wat voorbereidend onderzoek gedaan. Dat onderzoek is ook begeleid door een klankbordgroep en de resultaten werden ook toegelicht aan alle betrokkenen. Zoals het voorstel voorlag, heeft de Vlaamse Regering beslist om de huidige GRUP-procedure voor deze leidingstraat stop te zetten, omdat het cruciaal is om te kijken naar de mogelijkheden, zodra we de letter of intent in ons bezit hebben die we gevraagd hebben van de industrie en waarin ze hun intenties meegeven voor het gebruik van de leidingstraat, de timing, het beheer en ook de financiële tussenkomsten.
Eén ding staat boven alles en dat is dat in het tracé dat men eventueel zou uitwerken, aan geen woningen moet worden geraakt. Dat was het verschil met de huidige GRUP-procedure, die wel woningen raakt in de vorm van onder andere onteigeningen, en we weten dat dat geen goed verhaal is. Dat is de reden geweest om dat stop te zetten.
Het strategisch belang van de leidingstraat, die een verbinding garandeert met het Ruhrgebied, is voor mij en de Vlaamse Regering duidelijk. In het Vlaamse regeerakkoord worden de pijpleidingen ook omschreven als een volwaardige transportmodus die ook mee ingezet moet worden om de modal shift te ondersteunen. Het reserveren van zones voor leidingen is dan ook opgenomen in het regeerakkoord.
De oorlog in Oekraïne heeft ons ook duidelijk gemaakt dat permanent beschikbare strategische infrastructuur voor het aan- en uitvoeren van energie en grondstoffen meer dan essentieel is. Dit versterkt immers de ambitie van het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) van 2019, dat de afbouw van de afhankelijkheid van fossiele energie uit derde landen reeds vooropstelde.
Een leidingstraat biedt ook een kader voor investeringsbeslissingen. Vandaag is Vlaanderen al een belangrijk knooppunt van leidingen in Europa; ook Nederland en Duitsland zijn daarmee bezig. We hebben in die beslissingen heel duidelijk gezet dat we aan verschillende stakeholders vragen om een letter of intent over te maken.
Ik begrijp ook jullie bezorgdheid zeer goed, collega’s Janssens en De Ridder, en ik deel ze. In de beslissingen van de Vlaamse Regering op 20 januari van dit jaar, is ook voorzien in die communicatie, want inspraak is inderdaad belangrijk in het proces. Uiteraard nemen we dat ook mee in de besluitvorming, maar we moeten eerst duidelijkheid krijgen via die letter of intent. Daarna kunnen we daarmee naar lokale besturen en andere stakeholders gaan, ook van het tracé. Een nieuwsbrief over die beslissing werd verstuurd naar iedereen die in de loop van het nu stopgezette planproces, al een reactie of opmerking had gemaakt. Mijn administratie zal ook een toelichting voorzien aan de gemeenten, de stakeholders en het middenveld. De administratie organiseert dat in de loop van februari en maart. Daar zal ook gepeild worden naar de huidige en verdere verwachtingen van de gemeentebesturen en die resultaten zullen we als Vlaamse Regering ook ter harte nemen.
Uiteraard moet er ruimte voorzien worden voor dat overleg met eenieder, maar ik wil ook, zoals nu al een aantal malen gezegd, duidelijk horen wat de concrete stappen en plannen zijn om de leidingstraat te gebruiken op korte en lange termijn. Wij beseffen maar al te goed dat de impact van een dergelijk project groot is. Vandaar ook dat het cruciaal is dat we daar een heel duidelijk zicht op hebben.
De vraag naar stoffen en aantal leidingen is inderdaad een cruciale vraag – ik denk dat dat een vraag was van de heer Janssens. Dat is een cruciale vraag die ook naar voren kwam tijdens de inspraakronde in 2020. Professor Van Geem heeft daarover ook een rapport gemaakt, dat in de hoorzitting van 20 januari over dit dossier werd toegelicht. Het is duidelijk dat er nood is aan leidingen voor CO2 en verschillende vormen van waterstof. Dat rapport toont onder meer aan dat in een transitieperiode zal worden gebruikgemaakt van een ruimere waaier aan stoffen.
Vertegenwoordigers van de Port of Antwerp-Bruges en essenscia benadrukten het belang van de leidingstraat voor de verduurzaming van de haven en ook het behoud van de Vlaamse industrie. Zij onderschreven dan ook de conclusies van professor Van Geem. De verschillende genoemde stoffen zijn immers noodzakelijk in tal van toepassingen die wij dagelijks gebruiken.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Dank aan de minister voor het bevestigen van het strategisch belang van deze leidingstraat. U verwijst ook – terecht, denk ik – naar het regeerakkoord, waarin het belang van het werken via zulke pijpleidingen ook wordt benadrukt.
Ik heb alle begrip – en ik denk iedereen – voor de vraag naar verduidelijking. Ik wil wel benadrukken dat nog niemand op het niveau van de vergunningen daar invulling aan kan geven, aan de verwachtingen, simpelweg omdat dit natuurlijk een aanvraag is voor een reservatiestrook. Niet voor vergunningen, want dan staat men al veel dichter bij die investeringsbeslissing zelf en heeft men al in detail meer zicht op de producten. Maar geen probleem, we zullen samen met de industrie werk maken van zo’n letter of intent waarin een en ander wordt verduidelijkt qua noodzaak. Want laat één zaak duidelijk zijn: die noodzaak is er absoluut.
Minister, u hebt er ook al naar verwezen, maar er is natuurlijk heel wat gaande in Duitsland, alsook in Nederland. Een belangrijke bekommernis van de industrie is natuurlijk ook dat de concurrentie moet worden gegarandeerd. Als Vlaanderen vertraging oploopt, bestaat natuurlijk het risico dat er nog weinig concurrentie in de markt zal spelen. En zij willen net die gateway, niet enkel via Nederland, maar ook heel belangrijk via Vlaanderen, laten aanwezig zijn. Ik denk dat dat toch een heel belangrijk argument is, die concurrentie.
Wat de producten betreft, u hebt het zelf ook al gezegd: dat zal natuurlijk waterstof zijn, dat zal natuurlijk CO2-afvang en -hergebruik zijn, maar ook propyleen bijvoorbeeld. Er zijn ook andere noden en dan kan er een verschil gemaakt worden tussen de onmiddellijke toekomst en de verdere transitietoekomst. Het is belangrijk om dat ook te benadrukken.
Ik heb nog een bijkomende beperkte vraag. Ik begrijp dat het moeilijk is om al een en ander te zeggen over de timing. Maar kunt u nog bevestigen dat het uiteraard de bedoeling is om – in goed nabuurschap – daar een doorstart in te maken in deze legislatuur? Ik denk dat dat toch een heel belangrijk signaal is richting de industrie. We spreken hier over tewerkstelling. We spreken hier over investeringen. En we spreken natuurlijk over de ambitie van onze havens en onze regio om een heel belangrijke rol te gaan spelen in die energietransitie, in het zijn van een groene leidingenstrook, een ‘green port’, richting onder andere het Ruhrgebied. Graag wat duidelijkheid ook over de timing van een en ander.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, ik wil eerst nog even terugkomen op dat enigszins opmerkelijke procedé dat dit dossier heeft doorlopen. Het ligt eerst een vijftiental jaar stof te vergaren en wordt dan plots opnieuw gelanceerd in deze legislatuur, zonder voorafgaande engagementen van de industrie, zonder duidelijke doelstellingen, en vooral ook zonder sluitend kostenplaatje, financieringsmogelijkheden of – wat mij nog het meest tegen de borst stuit – voorafgaande gesprekken en zonder inspraak van lokale besturen of van de vele mensen die daardoor getroffen zouden worden.
Het hoeft dan uiteraard niet te verbazen dat er de voorbije maanden een stortvloed aan protest is opgestoken. Het gaat uiteindelijk om een leidingstraat van, afhankelijk van het tracé, tussen 130 en 170 kilometer lang en 45 meter breed. In heel die strook moet alles wijken: zowel huizen, in het initiële plan, als bedrijven, maar ook natuur- en bosgebied. Zowel particulieren als actiecomités zijn daartegen in het verzet gekomen. Opmerkelijk is toch ook wel dat heel wat betrokken eigenaars uiteindelijk niet op de hoogte waren en in de plannen die ze gingen inkijken, moesten vaststellen dat hun woning mogelijk onteigend zou worden door de overheid. Ik hoop eerst en vooral dat een dergelijke fout niet opnieuw gemaakt wordt en dat er wel degelijk overleg komt met betrokken lokale besturen en eventuele Vlamingen die daarmee geconfronteerd zouden worden.
Los van de vraag of die leidingstraat inderdaad absoluut noodzakelijk is, is het natuurlijk wel zo dat op dit moment alweer veel tijd en geld verloren is gegaan. Het initiële opzet was om tegen 2023-2024 te starten met de aanleg van de pijpleiding. Dat zal nu uiteraard niet meer het geval zijn, maar kunt u aangeven welke concrete timing en eventuele voorbereidende handelingen u in deze legislatuur, dus voordat we opnieuw naar de stembus gaan, nog zou willen stellen?
De nieuwe startnota gaat dan uiteindelijk niet meer uit van tracés, maar die wil vooral eerst nagaan of de industrie of Fluxys en de haven bereid zijn om te investeren in die leidingstraat. Dat is natuurlijk een sterke afslanking van de oorspronkelijke ambities. En het geeft het project vooral heel wat vertraging, waardoor een aantal mensen zich terecht de vraag stellen of dit nu ook het einde is van dit project, het einde van de voorziene leidingstraat. Ik hoor u zeggen van niet, als ik het goed begrepen heb, omdat u het strategische belang ervan onderstreept. Tegelijkertijd noteer ik dat u uitdrukkelijk de ambitie hebt om in de komende tracés die zouden worden voorgesteld, geen woningen meer te onteigenen. Ik denk dat dat heel belangrijk is voor de mensen uit de drie betrokken provincies, om te weten dat ze safe zijn in de woning waar ze in wonen en dat zij voor dit project niet meer onteigend zouden worden.
U hebt zelf verwezen naar die twee andere belangrijke Europese chemieclusters, in Nederland en Duitsland. Die zijn al optimaal met elkaar verbonden via leidingstraten. Kan het niet op een gemakkelijkere, efficiëntere en ook goedkopere manier door via de haven van Antwerpen en de zeehaven van Gent aan te sluiten op die reeds bestaande leidingstraatverbindingen?
De heer Aerts heeft het woord.
Collega’s, bedankt voor deze vragen over de leidingstraat.
Wij hebben vanuit de Groenfractie van in het begin gezegd dat het te onduidelijk is welke stoffen er zouden worden vervoerd, maar ook op welke manier dit past in een klimaatneutrale industrie, waarvan we allemaal weten dat we ernaartoe moeten gaan. Dat hebben we van in het begin ook in deze commissie duidelijk aangehaald.
Ik herinner me nog, minister, dat u toen zei dat dat in uw lade zat, dat u dat eruit gehaald hebt en het vervolgens zou onderwerpen aan het participatie- en inspraaktraject. Dat heeft nu voor heel veel ongerustheid gezorgd bij inwoners die hun huis erop zagen staan, bij natuurverenigingen die hun natuurgebied erop zagen liggen, bij gemeentebesturen die dat door hun grondgebied zagen komen en bij landbouwers die hun landbouwgronden ineens geroerd zagen worden.
Na de heel vele reacties zegt u nu dat die doelstellingen helder moeten zijn en moeten passen in die klimaatneutrale industrie. U vraagt nu – onzes inziens terecht, al was het beter twee jaar eerder al gebeurd – een letter of intent, om duidelijk te vragen of dit wel past in een klimaatneutrale en fossielvrije industrie, waarvan we allemaal weten dat dat de weg is waar we naartoe moeten.
Maar die ongerustheid is er nog steeds, en dus is mijn vraag aan u, minister: wat als deze letter of intent niet voldoet? Wat als dit nog steeds niet voldoende is? Wordt het traject dan stopgezet of blijft dat zwaard van Damocles boven die mensen hun hoofd hangen? Want er is nog altijd heel veel ongerustheid bij iedereen die rond de trajecten woont.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega’s, we hebben inderdaad al heel wat discussies en gedachtewisselingen gehad over dit project. Ik denk dat ik mag stellen dat zo’n leidingstraat of reservatiestrook een project met een heel grote impact is. Uiteraard is dat zo voor hen die daar als vragende partij de economische noodzaak van zien, maar omgekeerd is er eveneens een maatschappelijke impact daar waar je zo’n leidingstraat of reservatiestrook zou leggen.
Minister, ik denk dat overleg en draagvlak in dezen inderdaad cruciaal zijn als men zo’n project wil lanceren. Dat is alleszins waarop wij de afgelopen jaren hebben gehamerd. Ik begrijp dat u nu aangeeft in februari-maart een toelichting te willen geven aan alle stakeholders en lokale besturen. Ik meen te hebben begrepen dat dat gaat over de huidige besluitvorming van de regering. Mijn vraag daarbij betreft al de volgende stap: op welke manier ziet u voor een eventuele vooruitgang in dit dossier de verdere overlegmogelijkheden met de lokale besturen, met alle stakeholders, met iedereen die op een of andere manier betrokken is bij dit traject? Ik ga ervan uit dat er opnieuw een consultatie zal worden gedaan. Er wordt immers volledig opnieuw van stap één gestart. Welke stappen ziet u voordien in het overleg met alle stakeholders en lokale besturen om te vermijden dat men opnieuw wordt geconfronteerd met een consultatieronde zonder dat men eigenlijk vooraf weet wat er gaat komen.
De regering spreekt over een letter of intent in dezen. Ik denk dat we het er duidelijk over eens waren dat het doel, datgene waarvoor dit allemaal zou dienen, datgene wat dit zou opleveren voor Vlaanderen, inderdaad onvoldoende scherp was. U hebt dat in het verleden ook heel duidelijk in deze commissie beaamd. Dat hebben we ook heel duidelijk moeten ervaren bij de consultatieronde. Ik denk dat dat misschien ook net een van de redenen was waarom dit al langer in de schuif lag en niet daadwerkelijk op tafel kwam. In die zin is het dus heel belangrijk dat die letter of intent wordt opgemaakt, maar ik heb daar toch ook de vraag bij hoever zo’n engagement gaat. Waaraan bindt men zich als men een letter of intent opmaakt? Is dat louter een engagement dat mogelijk, misschien, zou kunnen worden uitgevoerd, of zitten daar ook echt harde engagementen tot uitvoering, tot financiering in? Hoever verwacht u dat men daarin gaat? We hebben hier ook hoorzittingen gehad. Wordt daarbij ook heel duidelijk naar voren gebracht wat het doel voor Vlaanderen is? Er is immers natuurlijk een rol qua doorvoer, maar een aantal zaken moeten tegen elkaar worden afgewogen bij de keuze inzake de doelen van het aanleggen van die leidingstraat.
Wat het tracé betreft, hebt u heel duidelijk aangegeven dat er geen woningen meer worden getroffen. Ik denk dat er nog een aantal andere bezorgdheden zijn bij tracékeuzes, maar ik wil bij dezen ook de volgende vraag stellen. Is er ook de ruimte en/of de opdracht om in de breedste zin opnieuw te bekijken wat de mogelijke tracés zouden kunnen zijn? Ik bedoel daarmee: als de doelstelling heel duidelijk wordt omschreven en die wijkt mogelijkerwijze af van de leidingstraat met zeven leidingen zoals nu voorgesteld, komen er misschien nog andere mogelijke oplossingen naar boven. Zullen die mogelijke andere oplossingen ook een kans krijgen?
Minister Demir heeft het woord.
Eerst geef ik nog mee dat er in de periode tussen 2017 en 2019 wel degelijk een casestudie is uitgevoerd, samen met verschillende gemeentes, naar het gebruik van de leidingstraat. De resultaten van de onderzoeken werden toen ook toegelicht en integraal bezorgd aan de gemeentebesturen. Bij die onderzoeken was telkens ook de industrie actief betrokken. Omdat het om een voorbereidend onderzoek ging, is er toen inderdaad niet ruim gecommuniceerd naar de bredere bevolking. Dat klopt dus, collega’s. Dat is wel gebeurd in een vroege fase van het planproces en conform de geldende procedure naar aanleiding van de startnota via publieke raadpleging.
Collega's, onze administratie doet uiteraard het voorbereidend werk. Dat is ook hun job. Ik ga niet vooruitlopen op het verdere planproces. ‘First things first’: de letter of intent. Ik hoop dat die nauwkeuriger aangeeft wat men exact nodig heeft: het gebruik van de leidingstraat, de timing, het beheer en ook de financiële tussenkomsten. Ik besef immers ook wel dat zo’n leidingstraat een grote onderneming is. Daarom is het heel belangrijk dat we goed weten wat, hoe en waar.
Ikzelf en ook de administratie hebben al heel vaak gevraagd of de leidingen die er nu staan, niet voldoende zijn. Het antwoord daarop is altijd nee geweest. We hebben gevraagd om dat mee te bekijken in die letter of intent, zodat we daar een heel duidelijk zicht op hebben. Dat moeten we eerst doen voordat we vooruitlopen op een verder planproces.
We hebben de administratie wel meegegeven dat, welk tracé men in de toekomst ook wil bekijken, men dat zodanig moet leggen dat er geen woningen worden gegrepen.
Collega Aerts, de vraag naar stoffen en het aantal leidingen is cruciaal en kwam ook naar voren tijdens de vorige inspraakronde. Professor Van Geem heeft daarover een rapport gemaakt dat in een recente hoorzitting hier in het parlement werd toegelicht, voorzitter. Het is duidelijk dat er nood is aan leidingen voor CO2 en verschillende vormen van waterstof. Dat rapport toont onder meer aan dat er in een transitieperiode gebruik zal worden gemaakt van een ruimere waaier aan stoffen. Maar op overige ‘wat als’-vragen gaan we nu nog niet in. Dat is te vroeg, we moeten eerst de brede oefening van de organisaties vragen.
Collega Rombouts, de toelichting van onze administratie gaat inderdaad over de huidige GRUP-procedure. We zouden ook willen peilen naar hun verwachtingen, om na te gaan wat er verder leeft bij de lokale besturen.
Van de industrie willen we inderdaad de volgende zaken weten: formeel de intenties, de timing, het beheer en de financiële tussenkomsten voor het gebruik van de leidingstraat en ook voor een flankerend beleid, want ook daar willen we naar kijken. We willen graag dat zij daar eerst een concreet engagement rond formuleren. Dat is ook zo aan hen meegegeven. We zijn met hen in gesprek. We bekijken alle opties, zodra hier duidelijkheid over is en ook of er al dan niet een nieuw planproces moet komen. Zoals u weet, moeten in een planproces ook alle mogelijke alternatieven worden onderzocht. Maar belangrijk is – en dat hoor ik iedereen zeggen – dat dat participatietraject met lokale besturen en burgers in de toekomst veel beter moet, en daar ben ik het mee eens.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Ik schrik wel van sommige tussenkomsten. Het mag duidelijk zijn: als er een kans is om dit zonder onteigeningen te kunnen realiseren, dan geniet die eenieders voorkeur. Als er optimalisaties mogelijk zijn, is dat des te beter. En dan kan er een doorstart worden genomen met een traject dat veel minder impact heeft op de omgeving, iets waar we met z'n allen voor kiezen.
Maar als ik hoor dat de noodzaak door sommigen nog in twijfel wordt getrokken en dat er wordt gedaan alsof men de transitie met een knop kan realiseren, gewoon ‘overnight’, hup, ergens in 2028 of 2030, van de ene dag op de andere, puur CO2 en waterstof en niets anders meer ... Ja, collega’s, zo werkt dat niet. Dat zal een gefaseerde overschakeling zijn en dat maakt dat een breder scala van producten noodzakelijk zal zijn.
Ik hoor sommige vragen of dat wel nodig is, bijvoorbeeld het Vlaams Belang. Ik zal niet nalaten om die boodschap ook over te brengen aan de Antwerpenaren, dat men de vraag stelt of dat wel moet. Ja, zulke pijpleidingen zijn absoluut cruciaal om onze petrochemische sector en de chemie in Vlaanderen verankerd te houden en investeringen aan te trekken. Dat is cruciaal. Dus ik ken het antwoord. Maar ik zal de boodschap bezorgen. Is het noodzakelijk? Ja, het is noodzakelijk. En anders verminderen we onze aantrekkelijkheid als regio voor dergelijke petrochemische bedrijven en verminderen we ook hun weerbaarheid om die transitie, die omschakeling te maken. Dan maken we ons ook kwetsbaar, gezien de investeringen die men in Nederland treft.
Iedere pijpleiding haalt ook tienduizenden vrachtwagens van de weg. Ik hoor dan graag wat het alternatief is voor sommigen. Laat het dan bijvoorbeeld maar via de weg gaan? Dat kan ik me niet inbeelden. Of als men dat ook geen optie vindt, dan pleit men ervoor om de industrie gewoon niet te doen. Dat zou een drama zijn, en gelukkig staat dat ook haaks op de intenties van de Vlaamse Regering.
Ik ben dan ook heel blij dat dat is verankerd in ons regeerakkoord, minister, en ik kan u alleen maar aanmoedigen en ook ondersteunen in uw betrachting om zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen. Vanuit de haven en bij de bedrijven uit de chemie zullen we erop aandringen om zo snel mogelijk die letter of intent te bezorgen. Maar uiteraard is dat niet het niveau van een vergunning en kan dat niet in detail gaan. We zullen zoveel mogelijk bezorgen, zodat het hopelijk zo snel mogelijk een doorstart kan krijgen. Ik wil u alvast bedanken voor uw steun daarin.
De heer Janssens heeft het woord.
Ik hoor collega De Ridder herhaaldelijk wijzen op de noodzaak van deze leidingstraat. Dat is toch ook wel opmerkelijk, omdat de eerste plannen al dateren van 2005. Dat is ongeveer de periode vanaf wanneer de N-VA ook deel is beginnen uit te maken van de Vlaamse Regering – 2004 was dat om precies te zijn.
Intussen is er heel veel gestudeerd, is er heel veel belastinggeld besteed, is er nodeloos tijd, energie en wat dan ook allemaal verloren gegaan, maar is er nog altijd geen enkele vooruitgang in dit dossier. En dus minister en mevrouw De Ridder, vooraleer opnieuw met dergelijke grootschalige leidingstraatplannen van start te gaan in Vlaanderen, moet er inderdaad een veel beter participatietraject georganiseerd worden, één dat tot nu toe helemaal niet, veel te weinig of verkeerd werd uitgevoerd. Maar niet alleen dat: er moeten vooral toch ook voorafgaandelijk een aantal dingen gebeuren. In eerste instantie moet er duidelijkheid zijn. Welke noden zijn er vanuit de industrie die ingevuld moeten worden? Welke industriële partners willen gebruikmaken van dat nieuwe aanbod? Wat gaat de kostprijs zijn van een dergelijk project? En vooral: hoe zal dat gefinancierd worden? Hoe kunnen dergelijke projecten op Europese schaal ingepland worden met betrekking tot de drie belangrijke chemieclusters in Nederland, Duitsland en Vlaanderen?
En dan moet men daar uiteraard ook mensen bij betrekken die in de buurt van een dergelijk tracé wonen en de lokale besturen die daarbij in aanspraak komen. En dus, minister, is mijn oproep vooral: maak niet opnieuw dezelfde fout die de diverse Vlaamse Regeringen in dit project intussen al gemaakt hebben. Want ik denk dat heel wat problemen en ongerustheden hadden kunnen worden voorkomen indien de Vlaamse Regering – deze en de vorige – een proactievere aanpak in dit dossier had gehanteerd.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.