Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, mijn vraag gaat over natuurbeheerplannen. Een ontwerpnatuurbeheerplan van type 2, 3 of 4, dat ter goedkeuring ingediend wordt bij het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) en door het agentschap ontvankelijk en volledig verklaard is, moet gedurende dertig dagen voor consultatie door het publiek ter inzage gelegd worden. Burgers kunnen tijdens die periode de ontwerpnatuurbeheerplannen inkijken, digitaal of op papier, om een bezwaar of opmerkingen in te dienen. Maar er is kritiek over de manier waarop deze consultatieronde verloopt.
Ten eerste, eigenaars en gebruikers met percelen die het voorwerp uitmaken van dit ontwerpplan, worden niet rechtstreeks op de hoogte gebracht over de publieke consultatie. Er is enkel een aankondiging op de website van het Agentschap voor Natuur en Bos en een communicatie naar de lokale besturen.
Ten tweede, na het indienen van een bezwaar in het kader van de publieke consultatie, is het voor de bezwaarindieners onduidelijk op welke manier hun bezwaren daarna worden behandeld. De website vermeldt letterlijk: “U krijgt geen individueel antwoord op uw opmerkingen of bezwaren. U kunt na de goedkeuring van het natuurbeheerplan het verslag van de consultatie- en adviesronde inkijken of opvragen bij Natuur en Bos. Dat verslag wordt als bijlage toegevoegd aan het goedgekeurde natuurbeheerplan.”
Minister, dergelijke werkwijze staat niet voor een transparante publieke consultatie. Vandaar een aantal vragen. Bent u bereid om de eigenaars en gebruikers gelegen in het globale kader van het ontwerpbeheerplan persoonlijk aan te schrijven? Zo ja, binnen welke termijn kunt u dit realiseren? Zo nee, waarom niet? Ten tweede, bent u bereid om een individueel antwoord op de opmerkingen of bezwaren te verstrekken? Zo ja, binnen welke termijn kunt u dit realiseren? Zo nee, waarom niet? Ten derde, wilt u de transparantie van de publieke consultatie van natuurbeheerplannen op een andere manier verhogen? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?
Minister Demir heeft het woord.
In een natuurbeheerplan is er een duidelijk onderscheid tussen de effectief deelnemende percelen en percelen die vallen binnen het globaal kader. Dit globaal kader kan inderdaad ruimer afgebakend worden dan de deelnemende percelen.
Alle effectief deelnemende percelen zijn in eigendom of beheer van de indiener van het natuurbeheerplan, of de indiener is gevolmachtigd om in naam van een of meerdere beheerders een plan op te maken. De beheermaatregelen in het natuurbeheerplan gelden enkel voor deze percelen. De communicatie en afstemming met de eigenaars van deze deelnemende percelen worden gevoerd door de indiener van het natuurbeheerplan.
De ligging in het ruimer globaal kader heeft geen enkel gevolg voor het huidige grondgebruik, en legt geen bijkomende beperkingen op. Alle bestaande rechten op gronden in eigendom of verpacht aan landbouwers blijven in dit ruimer globaal kader behouden.
De eigenaars en gebruikers in dit ruimer globaal kader worden niet rechtstreeks op de hoogte gebracht tijdens de publieke consultatie. Dit is praktisch ook niet haalbaar, omdat de eigendomsstructuur beschermd is door de algemene verordening rond gegevensbescherming. De publieke consultatie is wel laagdrempelig georganiseerd, waardoor iedere betrokken persoon of organisatie op eenvoudige wijze kennis kan nemen van een ontwerpnatuurbeheerplan.
Dan kom ik tot uw tweede vraag: is de minister bereid om een individueel antwoord op de opmerkingen of bezwaren te verstrekken? Momenteel wordt er inderdaad geen individueel antwoord geformuleerd en overgemaakt op opmerkingen of bezwaren, die geuit worden tijdens de publieke consultatie. Dit is decretaal niet zo voorzien in het decreet van 2017. De zorg van de wetgever was toen om de procedure voor het opstellen van een natuurbeheerplan zo eenvoudig mogelijk te houden voor de eigenaars en beheerders die willen starten met een natuurbeheerplan.
In de wetgeving is voorzien dat de indiener zorgt voor de aankondiging van de consultatie. Deze aankondiging wordt bekendgemaakt op een van de volgende wijzen: ten eerste, in minstens één regionale krant; ten tweede, via de gemeentelijke informatiekanalen; ten derde, door middel van aanplakking op een duidelijk zichtbare wijze langs de toegangsweg of -wegen van het terrein in kwestie.
Naast deze wettelijke verplichting wordt sinds 2020 door het Agentschap voor Natuur en Bos op hun website een up-to-date overzicht gegeven van alle ontwerpnatuurbeheerplannen waar de publieke consultatie loopt. Alle documenten kunnen daar ook geraadpleegd worden. Wij handelen dus overeenkomstig het decreet van 2017.
De heer De Roo heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw antwoord. Als ik me niet vergis, hebt u niet rechtstreeks geantwoord op mijn derde vraag, die om de transparantie op een andere manier te verhogen. Maar omdat u niet antwoordt, leid ik dan ook af dat het antwoord daarop negatief is. Ik kom terug op het eerste deel van uw antwoord. Wat u zegt, klopt natuurlijk. Het is niet omdat percelen in een globaal kader zijn opgenomen, er plots nieuwe rechten op ontstaan of dat daar plots een beperking is op vlak van grondgebruik en dergelijke.
Dit is een technisch correct antwoord. Natuurlijk zien we wel dat lokale besturen dat soort natuurbeheerplannen meer en meer gebruiken om het ruimtelijk beleid dat daarop volgt, ook te gaan staven. Ze zeggen dan dat bepaalde percelen of gebieden opgenomen zijn in een natuurbeheerplan en dat de visie die ze vanuit de gemeente ontwikkelen op vlak van bijvoorbeeld natuur, mee in de richting gaat van de visie die al in dat natuurbeheerplan is opgenomen. Dat is de hele discussie van dat globaal kader.
Ik stel dan vast dat de manier waarop eigenaars en beheerders, of eigenaars en gebruikers van percelen, tot op vandaag worden geïnformeerd, niet volstaat voor de mogelijk verstrekkende gevolgen die zoiets kan hebben in de praktijk. Het lijkt me wel degelijk van groot belang dat zij op persoonlijke wijze worden geïnformeerd over het feit dat hun percelen ook deel uitmaken van een globaal kader. Het hoeft ook niet in tegenstrijd te zijn met het decreet, dat inderdaad voorzag om het eenvoudiger te maken voor beheerders om een natuurbeheerplan op te maken. Het decreet heeft natuurlijk niet tot bedoeling gehad om globale ruime afbakeningen te gaan doen van een aantal gebieden op vlak van natuur. Men heeft vooral willen kijken naar hoe een eigenaar, een beheerder van een bepaalde natuurpercelen, op een zo eenvoudig mogelijke manier, een natuurbeheerplan daarrond kon opmaken. Ik denk dat het een niet tegenstrijdig hoeft te zijn met het ander. Ik zou u daarom willen oproepen om toch te willen bekijken hoe gebruikers en eigenaars van percelen die in dat globaal kader voorkomen, waarvan de indiener van dat beheerplan geen eigenaar van is, beter te informeren.
De heer Van Hulle heeft het woord.
Minister, ik zou graag eens aan de hand van een voorbeeld verduidelijken waar het over gaat. Er is bijvoorbeeld een natuurbeheerplan bij ons voor Torrebos in het natuurgebied Burkel in Aalter, mevrouw Schauvliege, en Maldegem samen, waarvan de bezwaren afliepen op 16 december 2022. Een landbouworganisatie kwam dat pas te weten op 4 december 2022. Ze had dan 12 dagen de tijd om bezwaren in te dienen. Waarom wisten ze dat zo laat? Ik denk dat er in de aankondiging staat dat er minstens één krant moet worden aangeschreven. Ik heb de kranten van die maand geanalyseerd en bij mijn weten is dat niet in één krant verschenen. Het zou kunnen van wel. Maar als dat in één krant verschenen is, is het toch wel minimaal. Daarom pleit ik om te overwegen, minister, om toch die eigenaars en inwoners aan te schrijven.
Dan is er nog een tweede aspect. Als er bezwaar ingediend is, is er geen transparantie over wat er met hun bezwaar is gedaan. Vandaar dat ik collega De Roo in zijn betoog steun om te overwegen of die twee aspecten die wij voorstellen kunnen worden geactualiseerd of geïmplementeerd.
Als u meldt dat de natuurbeheerplannen eigenlijk geen effect hebben op het ruimer kader, op het ruimtelijk beleid, had ik toch graag van u geweten of dat effectief zo is en wat dan toch wel de gevolgen kunnen zijn. Collega De Roo heeft het ook al aangehaald. Als er een beleidsinstrument is van het moment dat er natuurbeheerplannen zijn, kan veel gemakkelijk overgaan worden tot een ander omgevingsbeleid.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, ik wil me aansluiten bij de vraagstelling van de collega’s in dezen, maar wil ook een heel punctuele vraag stellen. U geeft aan dat een natuurbeheerplan geen impact heeft op de omgeving. Voor zover ik weet, wordt in een natuurbeheerplan ook vastgelegd op perceelniveau welke natuur waar wordt nagestreefd en welke beheermaatregelen daarvoor worden ingezet. Ik heb het gevoel dat, als wordt bepaald waar welke natuur wordt nagestreefd, er natuurdoelen worden vastgelegd op perceelniveau. Klopt uw stelling dan dat dit geen impact heeft op de omgeving? Met andere woorden, als dat in een natuurbeheerplan is opgenomen en de terreinbeherende vereniging die dat aanvraagt, bepaalt bijvoorbeeld dat op die percelen die bepaalde natuur moet worden nagestreefd, Vlaams of Europees, behoort dat dan tot een allocatie? Heeft dat een mogelijke impact op vergunningenbeleid of niet? Moet ik dat daar volledig los van zien? Ik begrijp uit uw antwoord dat u zegt dat dat geen impact op de omgeving heeft, maar ik zit toch met een dubbel gevoel wat dat betreft, en zou daar heel graag uitsluitsel over hebben.
Minister, ik was graag zelf naar aanleiding van de vraagstelling van collega De Roo nog even teruggekomen op een voorstel van resolutie dat hier is goedgekeurd. Ik heb als initiatiefnemer dat voorstel ingediend, samen met de collega’s van de meerderheid. De resolutie ging over natuurbeheerplannen, meer bepaald over de educatieve en informatieve communicatie ten aanzien van omwonenden en lokale besturen in het kader van die natuurbeheerplannen. Dat ging over zes werven waarover we aan de Vlaamse Regering vragen om dat parcours toekomstgericht te verbeteren. Een van die aspecten was het raadpleegbaar maken van zowel fysiek als digitaal goedgekeurde natuurbeheerplannen, uiteraard op constante basis. Ook stond erin dat moest worden bekeken hoe de communicatie naar betrokkenen rondom in de toekomst kan worden verbeterd. Mijn vraag is dus heel eenvoudig: wat werd er ondertussen gedaan met die resolutie, die toch wel een beetje breder gaat dan de vragen die collega De Roo hier stelt. Zijn er zaken op het vlak van communicatie die we in de toekomst nog mogen zien verbeteren?
Minister Demir heeft het woord.
Ik wil eerst en vooral meegeven dat de decreetgever in 2017 – ik denk dat het destijds een initiatief van het parlement was – heeft bepaald dat de aankondiging moet worden bekendgemaakt op een van de volgende wijzen: in een regionale krant, via een gemeentelijk informatiekanaal of door middel van een aanplakking. Ik ga me niet uitspreken over het geval in kwestie, want dat is een individueel geval en ik ken het dossier ook niet. Naast die wettelijke verplichtingen zijn we wel transparanter dan de decreetgever eigenlijk van ons vraagt, in die zin dat we met het ANB een website hebben gemaakt waarop we een geüpdatet overzicht geven van alle ontwerpnatuurbeheerplannen waarvan de publieke consultatie loopt. Collega De Vroe, dat komt al een beetje tegemoet aan wat u vraagt. Alle documenten kunnen daar worden geraadpleegd. Een professionele organisatie, of dat nu in de landbouw of iets anders is, kan dus wel die website consulteren en dat nagaan. Dat is dus een publieke consultatie. Dat doen we eigenlijk extra. Wij moeten dat niet doen. De decreetgever heeft dat niet van ons gevraagd, maar we moeten transparant zijn en vinden dat allemaal niet erg. Vindt de decreetgever dat het decreet van 2017 niet goed is, dan sta ik altijd open voor een initiatief. Ieder zijn taak.
Het natuurbeheerplan legt voor elk perceel in dat plan ook een natuurdoel vast. Collega Rombouts, dat was uw vraag. Als dat een Europees natuurdoel is, dan is dat gelegen binnen een speciale beschermingszone – Habitatrichtlijn (SBZ-H). Dan gaat dat om een allocatie van een natuurdoel op de plek waar dat thuishoort. Dat heeft geen gevolg voor de percelen opgenomen in het globale kader. Eventuele vergunningen in de buurt moeten natuurlijk een passende beoordeling doorlopen indien er een betekenisvolle impact wordt vermoed. Dat wordt ook getoetst aan de geldende kaders.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, dank u voor uw bijkomende reactie. Ik onthoud dat u openstaat voor een initiatief. Ik denk dat het van groot belang is dat we gebruikers van een perceel dat is opgenomen in zo’n globaal kader, ook voldoende kunnen informeren, zodat zij ook op de hoogte zijn van de visie die wordt ontwikkeld op hun perceel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.