Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Slootmans heeft het woord.
Minister, u hebt ongetwijfeld ook gelezen dat de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) de VRT onlangs op de vingers tikte. Op 10 oktober 2022 ging de VRM over tot een waarschuwing, een instrument dat het Mediadecreet aanreikt. De aanleiding was een klacht van een kijker – JFT genaamd – die de prerolls die de VRT bij live-uitzendingen op VRT MAX hanteert, aankloeg omdat zij strijdig zijn met artikel 50 van het Mediadecreet. Dat artikel stelt: “Het is de omroeporganisatie van de Vlaamse Gemeenschap verboden reclame te brengen, met uitzondering van radioreclame en van reclame die gericht is op zelfpromotie.”
Er is hier weinig marge tot interpretatie. Toch hebben we kunnen vaststellen dat de VRT van mening was dat deze prerolls niet expliciet worden verboden door het Mediadecreet. De VRM verwierp deze argumentatie en oordeelde dat er wel degelijk sprake was van een commerciële boodschap tijdens het lineaire omroepschema en er dus een schending plaatsgrijpt van artikel 50 van het Mediadecreet.
Nu, hoewel de waarschuwing van de VRM dateert van 10 oktober 2022 – dat is vandaag bijna twee maanden geleden –, blijkt dat de VRT tot op heden geen enkel gevolg heeft gegeven aan deze uitzonderlijke waarschuwing van de VRM, zeker aan het adres van de VRT.
Ik heb het hier net nog gecontroleerd, minister. Ook wie nu live wil kijken via VRT MAX, stelt vast dat daar reclame wordt gemaakt voor Campari, Carglass, voor Collect&Go en dies meer. Dat gaat dus niet over boodschappen van algemeen nut. Men kan ook niet als argument aanbrengen dat er contractuele verbintenissen zouden zijn aangegaan die dateren van voor 10 oktober 2022. Want ik stel vast dat er op dit moment constant nieuwe reclame wordt gemaakt voor nieuwe producten die er op 10 oktober nog niet waren. Het is dus duidelijk dat men nieuwe contractuele verbintenissen aangaat. Daarover heb ik de volgende vragen voor u, minister.
Hoe evalueert u deze beslissing van de VRM?
Wanneer zal de VRT gevolg geven aan de beslissing van de VRM? Hoe komt het dat hier geen onmiddellijk gevolg aan wordt gegeven?
Zal de VRT beroep aantekenen bij de Raad van State tegen deze beslissing van de VRM? We weten dat zij zestig dagen de tijd hebben om beroep aan te tekenen tegen een nietigverklaring. Die zestig dagen zijn intussen bijna verstreken. Het lijkt me wel nuttig te weten of men dat beroep zal aantekenen, ja dan neen.
Minister Dalle heeft het woord.
De VRM besloot dat de commerciële boodschappen, uitgezonden bij de live televisie-uitzendingen op VRT MAX, beantwoorden aan de decretale definitie van reclame. Zij vallen volgens de VRM bijgevolg onder de verbodsbepaling van artikel 50 van het Mediadecreet.
Ik neem akte van deze beslissing.
Aangezien de VRM autonoom toezichthouder is op de bepalingen van het Mediadecreet is het niet aan mij om over deze beslissing een uitspraak te doen.
De VRT laat me weten dat ze de beslissing van de VRM bestudeert en de impact ervan nader bekijkt. Pas daarna zal de VRT al dan niet gevolg geven aan de VRM-beslissing. De VRT stelt dat ze de bestaande afspraken wel nog zal afwerken. De VRT heeft nog geen beslissing genomen of zij beroep gaat aantekenen bij de Raad van State.
De heer Slootmans heeft het woord.
Het is toch vreemd allemaal. Men bestudeert het nog. Men heeft decretaal zestig dagen de tijd om over te gaan tot nietigverklaring. Dat is binnen twee dagen afgelopen en men is het nog aan het bestuderen. Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat men ons met een kluitje in het riet stuurt.
Ik begrijp zeker dat er contractuele verbintenissen zijn, maar als een officieel toezichtsorgaan, zijnde de VRM, een beslissing neemt die wordt voorgezeten door een magistraat, dan ga je ofwel in beroep, ofwel schik je je ernaar. Maar we stellen vast dat men aan de Reyerslaan de mediaregulator eigenlijk uitlacht in het gezicht. Men gaat over tot de orde van de dag. Ik had graag van de minister vernomen wanneer hij deze illegale boodschappen – want ze zijn illegaal, ze zijn strijdig met artikel 50 van het Mediadecreet – zal laten stoppen. U kunt daarvoor het instrument van het Mediadecreet gebruiken. U bent vertegenwoordiger van de enige aandeelhouder van de VRT. We vragen u om het nodige te doen en stappen te nemen opdat deze beslissing van de VRM in de praktijk zou worden gebracht. Anders kan men zich vragen stellen over de doelstelling en het nut van deze regulator, wanneer men gewoon met die mensen lacht als ze een beslissing nemen, en overgaat tot de orde van de dag.
De heer Vandaele heeft het woord.
Het klopt dat je op het eerste gezicht, minister, inderdaad zou zeggen dat de VRM gelijk heeft en dat de VRT geen reclame mag maken op televisie en VRT MAX – dat is ook een vorm van televisie – enzovoort. Toch zijn wij geneigd om hier wat nuance aan te brengen en misschien een beetje door te dringen tot de kern van de zaak. We hebben destijds afgesproken dat er een gemengde financiering is voor de openbare omroep: laat ons zeggen 60 procent publieke middelen en 40 procent eigen inkomsten. Er is ook een reclameplafond, weten we. Dat is in het verleden af en toe eens overschreden. Nu is dat blijkbaar niet het geval, men blijft onder dat plafond. Dus er is van overschrijding geen sprake. Om maar te zeggen dat de middelen natuurlijk wel ergens vandaan moeten komen, als het niet uit dotaties is. Wij blijven, als N-VA, de rol van die openbare omroep essentieel vinden, maar de openbare omroep moet die rol natuurlijk ook wel kunnen spelen.
En dan het argument dat dit concurrentie is voor de privémarkt, ik denk dat we ook dat moeten nuanceren. Ik heb het hier neergekrabbeld, dus ik ben het niet zeker, maar ik denk dat het wel de juiste cijfers zijn. Ik denk dat DPG iets van een 43 procent van de reclametaart voor zijn rekening neemt, de Vlaamse Audiovisuele Regie (Var) 6,6 procent. En als je enkel naar televisie kijkt, dan zit DPG op 56 procent en de VRT op 5 procent, dus of we met die reclame op de VRT de privésector echt doodnijpen? Dat willen we uiteraard niet. Dat is ook een hele duidelijke lijn die we in het verleden hebben getrokken: we mogen de privésector niet nodeloos beconcurreren, maar veeleer versterken. Maar goed, als we die cijfers bekijken, dan ben ik geneigd om te denken dat dit niet zo’n grote misdaad tegen de mensheid is, die prerolls. De beheerovereenkomst laat daar ook wel ruimte voor en geeft wel mogelijkheden om wat extra bronnen aan te boren. Dit behoort dan misschien wel tot die serie van extra bronnen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik zit eigenlijk bijna op dezelfde lijn als collega Vandaele. Dat verheugt mij ten zeerste. (Opmerkingen)
Ik heb collega Vandaele lang horen zeggen dat de VRT moest wegblijven van al dat digitale en reclame. Dus, voilà, we zitten op dezelfde lijn in die zin dat we allebei vinden dat we absoluut een sterke openbare omroep nodig hebben, omdat dat gewoon ook beter is voor ons medialandschap, omdat dat gewoon ook een goede zaak is voor onze democratie.
De collega van het Vlaams Belang zegt dat de VRT de waarschuwing van de VRM zomaar naast zich neerlegt. Over de afspraken van de VRM, daar hebben wij echt met geen woord over te reppen. Die gebeuren door de VRM. En zij doen dat natuurlijk binnen hun huidig regelgevend kader. Dat is, denk ik, wat nu wel aan de orde is, nog voor minister Dalle of zeker voor een volgende legislatuur. De mediatechnologieën evolueren zodanig snel dat je met de regelgeving de facto altijd achterop loopt en dat je die nieuwe realiteit een kader moet kunnen geven.
In dezen denk ik dat, als de VRT haar publieke rol met volle kracht wil blijven volbrengen, daar de nodige middelen tegenover moeten staan. Natuurlijk is het deze Vlaamse Regering die er verantwoordelijk voor is dat de VRT voor een ongeziene besparingsoefening is gesteld, een besparingsoefening die haar verzwakt. We hebben de effecten daarvan gezien: de stakingen, de perikelen met Thuis, de naakte ontslagen. Die laatste blijven voor heel veel beroering zorgen, vooral als je kijkt naar de profielen. Het is de verantwoordelijkheid van deze Vlaamse Regering dat de VRT momenteel moet roeien met alle riemen die ze heeft om die cruciale taak toch te kunnen blijven vervullen. Het is normaal dat de VRT dan creatief wordt.
Het veelbesproken interview van de heer Delaplace in De Tijd zette kwaad bloed bij de private zenders, waarop de VRT zei dat ze niet per se meer reclame-inkomsten wil. Wij hebben er destijds voor gekozen om onze VRT in een gemengde financiering – publiek en privaat geld – te steken. Ik denk dat dat de juiste is. Ik zou nooit willen dat een openbare zender voor 100 procent gesubsidieerd zou worden. Maar als die reclamemarkt ook evolueert, moeten we ook daar volgen. Dus ook wat mij betreft: ik heb geen probleem met die prerolls. Opnieuw, de VRM oordeelt natuurlijk binnen haar huidig regelgevend kader. Het zal aan deze en de volgende regering zijn om te kijken hoe de VRT haar reclame-inkomsten maximaal kan blijven inzetten, in overleg met de private spelers, vanuit het idee van een gezond ecosysteem.
Minister Dalle heeft het woord.
Voorzitter, collega's, ik denk dat het wel zinvol is. De VRM doet de analyse over het Mediadecreet. Zoals gezegd heb ik daar als minister geen uitspraak over te doen. Mocht er geen gevolg worden gegeven aan een beslissing van de VRM, dan heeft de VRM de middelen om dat vast te stellen en desgevallend sancties op te leggen. Dat staat het Mediadecreet toe. Als minister kan ik daar niet in tussenkomen, zeker ook omdat het gaat over een juridische kwestie, waartegen desgevallend vandaag nog beroep openstaat.
Wat de inhoud en de beheersovereenkomst betreft, wens ik wel te verwijzen naar mijn antwoord in deze commissie op 27 oktober, waar ik heb aangegeven dat we naast het Mediadecreet met de beheersovereenkomst een heel duidelijke tekst hebben op het vlak van prerolls voor live radio- en televisieprogramma's. Prerolls in het algemeen als methode worden zeker niet uitgesloten, maar de tekst van de beheersovereenkomst is wel duidelijk op het vlak van live radio- en televisieprogramma's. Daar zijn prerolls niet toegestaan. Ik denk dat dat terecht is, vanwege de digitale logica, waarbij je eigenlijk via de digitale kanalen zeker even goed bediend moet zijn als via het lineaire kanaal. Als je om 7 uur 's avonds het VRT Journaal wilt bekijken via je televisietoestel of via VRT MAX, dan moet dat op dezelfde gebruiksvriendelijke manier kunnen gebeuren. Hetzelfde geldt voor het radionieuws van gelijk welke radiozender om 7 uur 's morgens. Op dat moment, live, moeten er geen prerolls zijn. Dat is wat de huidige beheersovereenkomst duidelijk stelt.
Ik denk dat we de komende jaren heel goed moeten nadenken over hoe we de duurzame financiering van de VRT blijven garanderen. We hebben het er al vaak over gehad dat we bij aanvang van de bestuursperiode een beperkt besparingstraject hebben doorgezet en dat we nadien voor meer dan 40 miljoen euro extra middelen hebben toegekend aan de VRT voor allerhande projecten en voor de transitie. Dat zijn toch wel belangrijk extra middelen. Desalniettemin staat de publieke omroep nog steeds voor een grote financiële uitdaging en moeten we alles bekijken. We moeten daarbij uiteraard de dotatie in ogenschouw nemen, zeker richting volgende legislatuur, maar eveneens de mogelijkheden die de VRT heeft om die private inkomsten te verwerven. Ook de reclame-inkomsten en met name de digitale reclame-inkomsten moeten daar bekeken worden. Ik kan alleen maar zeggen dat de tekst van de beheersovereenkomst vandaag wel duidelijk is, los van wat de VRM op puur juridisch vlak, op het vlak van het decreet, heeft gesteld. Dat is toch wel een belangrijke aanvulling.
De heer Slootmans heeft het woord.
Het valt wel echt op dat sinds de N-VA de voorzitterszetel van de raad van bestuur bezet, men het geweer serieus van schouder heeft veranderd. Alleen een blinde ziet dat niet. Het argument dat dit negatief zou uitdraaien voor de commerciële groepen is eigenlijk totaal irrelevant. Artikel 50 van het Mediadecreet stelt dat er een verbod is op het brengen van reclame, met uitzondering van radioreclame en van reclame die gericht is op zelfpromotie. Of dat nu nadelig is voor de commerciële groepen of niet, dat argument snap ik niet. Dat lijkt mij in dezen compleet irrelevant. De wet is de wet en ook de VRT moet die naleven, zeker als een toezichtsorgaan daartoe verplicht.
Ik heb ook de indruk dat men de wetgeving zeer à la carte wil gaan toepassen, als ik mevrouw Segers bezig hoor, en dat we daar creatief mee moeten zijn. Nu, artikel 50 is helemaal niet creatief. Verbod is verbod. Ik denk dat het nuttig zou zijn dat de minister de extra middelen die hij de VRT wil geven in 2023, die hij net heeft genoemd, in het kader van informatie en in het kader van de energiepremie, misschien net zoals mevrouw Demir, op de helling zou zetten om als hefboom te gebruiken om de wet, zijnde het Mediadecreet, af te dwingen en dat men zich niet laat uitlachen door de VRT, die gewoon overgaat tot de orde van de dag.
De vraag om uitleg is afgehandeld.