Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, in deze legislatuur zet de Vlaamse Regering sterk in op de optimalisering van de werking van de Vlaamse Dienst van de Bestuursrechtscolleges (DBRC). In de beleids- en begrotingstoelichting (BBT) Justitie en Handhaving stelde u onder andere het verkorten van de doorlooptijden van beroepsprocedures en de aanwerving van extra bestuursrechters als de belangrijkste prioriteiten om de bestuursrechtspraak in Vlaanderen te verbeteren.
Ondertussen werden reeds grote stappen vooruit genomen. Zo hebben de uitrol van het digitaal loket en de wijziging van het DBRC-procedurebesluit er reeds voor gezorgd dat procespartijen, burgers, advocaten, overheden hun documenten digitaal kunnen bezorgen aan de DBRC. Daarnaast werd er ook reeds budget uitgetrokken om extra bestuursrechters, ICT-personeel, inhoudelijk en ondersteunend personeel aan te werven. Op deze manier kunnen we de doorlooptijden van de dossiers maximaal aanpakken.
Kunt u de laatste stand van zaken toelichten omtrent de optimalisering van de werking van de DBRC?
Hoe evolueren de doorlooptijden van de dossiers bij de bestuursrechtscolleges? Welke stappen moeten nog worden genomen om deze verder te verbeteren?
Minister Demir heeft het woord.
We hebben bij de start van de regering gezegd dat we die doorlooptijden gingen inkorten. Daarom hebben we in 2021 het DBRC-decreet en het DBRC-procedurebesluit gewijzigd om de procedures bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen verder te verfijnen. Deze traden intussen allemaal in werking.
Het procedureverloop bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen verandert hierdoor op een aantal belangrijke punten. De vergunninghouder en de persoon die de melding doet, worden van rechtswege als volledig volwaardige procespartij erkend. De bemiddelingsprocedure bij de Raad is vereenvoudigd. De substitutiebevoegdheid is verder verduidelijkt zodat procedurecarrousels worden vermeden. Ook de termijnen van de schorsings- en vernietigingsprocedures zijn ingekort. Het verlenen van toegang tot het omgevingsloket wordt voortaan ook beschouwd als een indiening van het administratief dossier bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, zodat geen dikke bundels papier meer moeten worden overgemaakt.
Daarnaast werd vorig jaar ook het digitaal loket uitgerold en is de DBRC momenteel bezig met de verdere uitrol van haar volledige digitalisering. We doen dit door het digitaal loket te laten uitgroeien tot een innovatief en klantvriendelijk digitaal platform. Hierdoor kan de volledige administratieve afhandeling van de procedure bij de bestuursrechtscolleges digitaal verlopen, gaande van indiening en ontvangst van processtukken, onmiddellijke betaling rolrecht, toegang tot volledig dossier, termijnberekening, zittingskalender, enzovoort.
Ter verankering van deze digitalisering, zijn we nog volop bezig met DBRC-wetgeving te wijzigen. Dat is in voorbereiding. Daarnaast bouw ik aan een kennisdatabank met bijbehorende zoekfunctie om te zorgen voor een snelle opzoeking van de rechtspraak.
Dan wat de doorlooptijden betreft: tussen 1 september 2021 en 31 augustus 2022 zijn er bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen 1009 beroepen ingediend. De instroom is opnieuw hoger dan de 2 voorbije werkjaren. In dezelfde periode heeft de Raad 959 dossiers afgesloten met een eindarrest. Daarnaast heeft de Raad 96 uitspraken in de schorsingsprocedure en 41 uiterst dringende uitspraken gedaan.
De Raad voor Vergunningsbetwistingen slaagt er intussen in om in een standaarddossier gemiddeld na 14 maanden uitspraak te doen over een beroep tot vernietiging van een beslissing over een omgevingsvergunning. Dat betekent dat de doorlooptijd ten opzichte van het werkjaar 2020-2021 met 3 maanden verder is gedaald.
Er zijn vier bijkomende bestuursrechters en ondersteunend personeel aangeworven om de dossiers nog sneller te behandelen, tezamen met het digitaal loket. Ik hoop dat we met de menselijke expertise – want we hebben toch nog altijd brains nodig, de rechters zullen de vonnissen natuurlijk blijven schrijven – en de digitalisering de termijnen van de doorlooptijd kunnen reduceren tot minder dan een jaar, en idealiter zou het 9 maanden moeten zijn. Ik wil ernaar streven om op Vlaams niveau de doorlooptijd van de bestuursrechtspraak, waar we voor bevoegd zijn, onder die 1 jaar te brengen.
Het gaat hier over omgevingsrecht. Als het gaat over mensen – dat is de federale rechtbank – hoop ik dat de procedures ook daar niet te lang duren en veel tijd in beslag nemen, want dat kan soms tot pijnlijke situaties leiden.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Absoluut, minister. Zeker nu, in economisch moeilijke tijden waar steden en gemeenten, maar ook ondernemers projecten on hold zetten, is het des te belangrijk dat diegenen die wel zouden kunnen doorgaan, snel een beslissing hebben. En dat die ondernemers of die steden en gemeenten ook snel weten wat er wel of niet kan doorgaan.
Het zou een enorme vooruitgang zijn mocht u die procedure in de toekomst met een half jaar kunnen verminderen. Bij ieder bedrijfsbezoek krijgen we dezelfde opmerking: de vergunningsprocedures duren veel te lang en dat gaat ten koste van de ganse samenleving en van de investeringen en dus van onze economie.
U sprak ook over de kennisdatabank met bijbehorende zoekfunctie om de rechtspraak en dergelijke meer te kunnen raadplegen. Heeft u er zicht op in welke fase dat momenteel zit?
Minister Demir heeft het woord.
Ik moet van daarstraks nog eventjes iets corrigeren. De doorlooptijd vandaag is 12 maanden, en geen 14 maanden. We komen van 15 maanden en nu zitten we aan 12 maanden. Het is mijn bedoeling om onder die 12 maanden te gaan. De richtlijn voor een dossier zou gemiddeld 9 maanden moeten zijn.
De databank zal pas volgend jaar rond zijn. Eerst willen we volledig digitaliseren. Het zal eerder begin 2024 zijn. Daarmee zal wat er rond DBRC in het regeerakkoord staat zijn uitgevoerd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.