Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, u kondigde heel recent – ik denk vorige week – aan dat er 4,2 miljoen euro extra is vrijgemaakt voor de versterking van de justitiehuizen en voor het slachtofferonthaal. We konden daarbij lezen dat dat gebeurt naar aanleiding van het gegeven dat steeds meer mensen te kampen hebben met de stijgende levensduurte en de hoge energieprijzen en als gevolg daarvan met financiële uitdagingen en problemen. De druk die mensen zo ervaren, kan aanleiding geven tot bijkomende spanningen en mogelijk zelfs tot familiaal of intrafamiliaal geweld. Met de levensduurte dreigt dus ook het intrafamiliaal geweld toe te nemen. Onder meer om dit op te vangen – het zal niet de enige reden zijn – krijgen de justitiehuizen er een zestigtal personeelsleden bij, zo kondigde u aan. De justitiehuizen hebben immers een belangrijke opdracht met betrekking tot slachtofferonthaal, maar ook wat betreft de opvolging van daders die tijdelijk uit huis worden geplaatst en dus een tijdelijk huisverbod opgelegd krijgen.
Uit eerdere schriftelijke vragen leerde ik al dat het aantal dossiers slachtofferonthaal de voorbije jaren sterk steeg. In antwoord op mijn vraag om uitleg daarover van 19 april 2022 haalde u verschillende verklaringen aan. Zo zijn de parketten, onder andere dankzij blijvende sensibilisering door de diensten slachtofferonthaal, zich steeds meer bewust van het belang van de vatting door de dienst slachtofferonthaal. Daarnaast is er sinds 2020 een systematische vatting van de diensten slachtofferonthaal voor dossiers vanuit de zorgcentra na seksueel geweld en bij uitbreiding in alle zedenzaken. Op de stijging van het aantal dossiers slachtofferonthaal werd de voorbije twee jaar wel ingespeeld door extra aanwervingen.
Minister, uit een recente schriftelijke vraag leerde ik ook dat het aantal dossiers tijdelijk huisverbod ook nog verder in stijgende lijn zit.
Ik heb daarover de volgende vragen.
Hoe worden de extra middelen precies ingezet? Hoe zal de verdeling gebeuren tussen de justitiehuizen? Hoe gebeurt de verdeling met betrekking tot de taakstelling van de justitiehuizen? In hoeverre wordt ingezet op slachtofferonthaal dan wel op daderopvolging?
Op welke termijn plant u de zestig bijkomende werkkrachten aan te werven en op te leiden?
Ik las in het persbericht de verwijzing naar de druk op mensen wegens de stijgende levensduurte en de hoge energieprijzen en de druk die daarop ook kan ontstaan wegens een stijging van intrafamiliaal geweld. Minister, hebt u dan aanwijzingen dat die stijgingen er momenteel al zijn en kunt u dat aantonen met cijfers?
Minister Demir heeft het woord.
Onze diensten, en in het bijzonder de justitiehuizen, worden de afgelopen jaren geconfronteerd met een sterke stijging in het aantal opdrachten. In de afgelopen vijf jaar is het aantal lopende dossiers met maar liefst 25,9 procent gestegen. Ook 2022 zal een nieuw recordjaar worden. Zo ontvangen de justitiehuizen vandaag bijna drieduizend dossiers op maandelijkse basis.
Om een structureel antwoord te bieden op deze verhoogde instroom zal ik de justitiehuizen inderdaad verder versterken met justitieassistenten, om nog meer slachtoffers te kunnen helpen en natuurlijk ook om nieuwe slachtoffers te vermijden.
Om te verzekeren dat we in Vlaanderen daders kort op de bal kunnen blijven opvolgen, zal ik ook op daderbegeleiding inzetten. Zo zal ik bijkomend personeel inzetten op de strafrechtelijke begeleidingsopdrachten, zoals de werkstraffen, probatie en het mandaat ‘bemiddeling en maatregelen’. Ook bij het Vlaams Centrum Elektronisch Toezicht (VCET) zal er extra personeel worden ingezet, aangezien het aantal daders onder elektronisch toezicht enorm toegenomen is.
Daarnaast gaan we ook de teams versterken die belast zijn met het maatschappelijk onderzoek bij conflicten waarbij kinderen betrokken zijn, zoals over de verblijfsregeling na een echtscheiding. Wij stellen ook vast dat de druk op deze teams bijzonder hoog blijft en dat zij geconfronteerd worden met meer en meer problematische en complexe familiesituaties.
Ten slotte wat slachtofferonthaal betreft, blijft de druk op de reguliere werking erg hoog: het aantal lopende opdrachten steeg de afgelopen vijf jaar zelfs met 70 procent. Daarom hebben we de justitiehuizen onlangs versterkt met 28 tijdelijke justitieassistenten. Zij zullen deels instaan voor het begeleiden van slachtoffers, ook tijdens het proces van de aanslagen, en deels voor de reguliere werking slachtofferonthaal. Het doel is om die bijkomende voltijdsequivalenten (vte’s) voor een stuk ook structureel te verankeren.
Wat uw vraag naar financiële instabiliteit en een stijging van de caseload betreft, merken we al sinds covid dat financiële instabiliteit voor meer stress in een gezin zorgt. Een stijging van de stress en onzekerheid versterkt de geweldescalaties en verhoogt de frequentie van gewelddelicten in die gezinnen waar er al sprake was van geweld. Dat komt daar nog eens bovenop. We stellen dit vast bij de bestaande Family Justice Centers (FJC’s), waar er sprake is van een verdubbeling van het aantal casussen. Ook de Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW’s) stellen dit vast. Daarom zal ik binnenkort het nieuwe personeelsplan van de centra intrafamiliaal geweld (IFG) voorleggen aan de regering, omdat dit breder gaat dan slachtofferonthaal en voornamelijk door die IFG-centra opgenomen zal worden. Als voorafname daarvan zullen er dit jaar nog twee coördinatoren intrafamiliaal geweld per provincie worden aangeworven om de nieuwe IFG-centra vorm te kunnen geven.
Wat dan het personeelsplan voor de justitiehuizen betreft: dat zal ik zo snel mogelijk voorleggen aan de Vlaamse Regering zodat de aanwervingen kunnen starten in het eerste kwartaal van 2023. De lokale verdeling wordt bepaald op basis van de concrete personeelsnoden per justitiehuis en per opdracht.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Dank u wel, minister. Justitiehuizen hebben natuurlijk veel opdrachten. U hebt er verschillende genoemd. Het is belangrijk om elk van die verschillende opdrachten te monitoren – hoe groot is de druk op die opdracht in de verschillende justitiehuizen – om daar dan gericht op te kunnen inzetten.
Ik leid uit uw antwoord af dat het op die manier gebeurt. Want, natuurlijk, alle opdrachten zijn belangrijk. Als we inzoomen op de ene na de andere, dan kunnen we heel wat voordelen en meerwaarde opnoemen om dat op een goede manier te kunnen behandelen en om daar voldoende personeelsinzet voor te hebben. Het is belangrijk dat die monitoring ook de volgende periodes blijft gebeuren, zeker gezien het feit dat u zegt dat er het gevoel is dat de druk op gezinnen stijgt vanwege financiële instabiliteit, en dat de stress aanleiding kan geven tot intrafamiliaal geweld.
Ik heb nog twee bijkomende vragen, minister. U zegt dat we bij de Family Justice Centers een verdubbeling van het aantal casussen zien. Binnen welke tijdsperiode is dat? Zijn dat casussen dit jaar tegenover vorig jaar? Op welke tijdsperiode is die verdubbeling?
Mijn tweede vraag betreft het tijdelijk huisverbod. Ook in de eerste helft van dit jaar zien we een grote stijging, die eigenlijk volledig op conto is van de gerechtelijke arrondissementen waar het voordien veel minder werd toegepast. Dat is eigenlijk een goede evolutie. Want als ik de vergelijking maak, zie ik dat Antwerpen en Limburg ongeveer op hetzelfde niveau blijven. Zij staken er altijd bovenuit. De anderen maken een inloopbeweging. Dat is goed. We hebben altijd gepleit voor een betere bekendmaking. Dat is goed. Het mag niet dat een tijdelijk huisverbod afhangt van de plaats waar je woont. Mijn vraag is: wordt er eventueel in functie daarvan voor die justitiehuizen een bijkomende versterking voorzien? Hebt u het aanvoelen dat daar nood aan is en zult u daar gevolg aan geven? Of hebt u dat aanvoelen niet?
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Bedankt voor de vraag, collega Schryvers. We spenderen inderdaad heel wat aandacht aan de economische gevolgen van bijvoorbeeld de covidcrisis en de energiecrisis, maar de gevolgen die er zijn voor families – familiaal geweld, seksueel geweld – zijn niet te onderschatten. Die moeten blijvend gemonitord worden. De justitie-assistenten staan onder grote druk om alles te kunnen blijven opvolgen. Het is een goede zaak, minister, om daar extra middelen voor vrij te maken.
Verder zien we ook de laatste tendens in de uitvoering van de alternatieve straffen: dat het federale niveau, Justitie, steeds meer alternatieve straffen uitspreekt. Ook daar zitten we eigenlijk met een situatie waar Vlaanderen moet volgen. Het is belangrijk dat, als er een straf wordt uitgesproken, die ook effectief wordt uitgevoerd. Mijn vraag daarbij is, minister, of daar van het federale niveau extra middelen zullen voor komen. Als we zien dat die alternatieve straffen stijgen en druk zetten op de justitiehuizen, zou je denken dat Vlaanderen daarin inspraak krijgt en dat er ook middelen tegenover staan.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
U hebt enig licht geworpen op de verdeling van de middelen. We hebben twee korte bijkomende vragen. U had het over het slachtofferonthaal. Als ik me niet vergis, gaf u cijfers over de lopende opdrachten van de laatste vijftig jaar. Klopt dat?
Vijf jaar.
Vijf jaar. Dat is dan een ‘verhoring’, gelukkig. Ik was even verbaasd, eerlijk gezegd.
Is er ook duidelijkheid over de afgelopen twee jaar en het afgelopen jaar? Want daar gaat het natuurlijk over covid, een factor die u zelf hebt aangehaald. Hoe zijn de evoluties daar?
Slachtoffers steunen in de praktijk, is iets wat justitieassistenten door hun opdracht minder kunnen doen. Ze begeleiden in de rechtbank. Ze lezen veel dossiers. En dat is belangrijk werk. Maar vooral de CAW’s ondersteunen slachtoffers in gezinnen, als het gaat over psychosociale noden, in hun concrete begeleiding. Gezien hun grote proactiviteit hierin: hebt u overleg gepleegd zodat er ook bij de CAW’s versterking kan komen? Het is belangrijk dat ook daar slachtoffers kunnen worden opgevolgd. Ik had zelf nog niets gehoord over versterking bij de CAW’s. Als daar overleg over loopt, hoor ik het graag.
Minister Demir heeft het woord.
Wel, wat de verdubbeling betreft, gaat het over de periode tussen 2019 en nu. De laatste twee jaar is er ook een stijging te merken van het aantal dossiers slachtofferonthaal, niet enkel door covid, maar ook door extra sensibilisering bij de magistraten rond slachtofferonthaal.
Wat het tijdelijk huisverbod betreft, zijn er inderdaad stijgingen in Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant. Wij werken verder aan het kader van lokale noden. Ook het tijdelijk huisverbod hebben we bij het college van de procureurs onder de aandacht gebracht. We hebben daar gesteld dat het niet kon dat het alleen in Limburg en Antwerpen is, het moet ook in de andere provincies zijn. Het is goed dat het meer wordt uitgesproken.
Per regio is er een groter team tijdelijk huisverbod opgesteld, waar bijvoorbeeld een groter justitiehuis, maar ook een kleiner justitiehuis, een beroep op kan doen. De dotatie wordt pas om de drie jaar aangepast. Vlaanderen geeft nu die extra middelen zelf uit. De stijging gaat niet mee met het aantal opdrachten omdat je natuurlijk telkens met die drie jaar zit.
Wat het contact met CAW’s betreft hebben we constant overleg in het kader van de Family Justice Centers, aangezien zij daarin een cruciale partner zijn. Dat overleg loopt. We hebben straks nog een extra overleg met de CAW’s. Ook tijdens corona zijn er extra middelen naartoe gegaan in het kader van 1712 en andere hulplijnen. Dat is eigenlijk een continu overleg.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Dank u wel, minister. De justitiehuizen vervullen heel belangrijke opdrachten, onder meer met betrekking tot slachtofferonthaal, maar ook op het vlak van daderbegeleiding, tijdelijk huisverbod, de maatschappelijke onderzoeken in het kader van echtscheidingsdossiers, opvolging van daders die veroordeeld zijn tot een werkstraf en dergelijke meer. Het is belangrijk om goed te monitoren hoe het aantal taken evolueert om er altijd voor te kunnen zorgen dat de opdrachten op een goede manier kunnen gebeuren, want ze moeten op een correcte manier kunnen worden uitgevoerd. Dat was de reden van mijn vraag, en ik zal dit verder blijven opvolgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.