Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Vraag om uitleg over het bezoek van de minister-president aan Den Haag op 10 oktober 2022
Verslag
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, op maandag 10 oktober was u op werkbezoek in Den Haag in Nederland. U hebt daar verscheidene interessante ontmoetingen gepland. Zo sprak u met uw Nederlandse collega Mark Rutte. Volgens de sociale media die we hebben kunnen volgen, ging het onder meer over moeilijke dossiers als de stikstofproblematiek, een problematiek die zowel hier als in Nederland speelt, maar ook over de IJzeren Rijn – de 3RX-spoorweg tussen Antwerpen en het Ruhrgebied – en de mogelijkheden op het vlak van circulaire economie. U gaf na afloop aan dat u hoopt dat er meer concrete beslissingen genomen kunnen worden tijdens de Vlaams-Nederlandse top die in januari 2023 zal plaatsvinden. Verder sprak u nog met de Nederlandse minister van Binnenlandse Zaken Hanke Bruins Slot.
Kunt u verdere toelichting geven bij eventuele afspraken rond de besproken thema’s? Wat is de output?
Kunt u uw ontmoeting met de Nederlandse minister van Binnenlandse Zaken, Hanke Bruins Slot, verder toelichten? Wat werd er besproken en met welke output?
Kunt u ook een stand van zaken geven over de Vlaams-Nederlandse Top die in januari 2023 zal plaatsvinden? Welke punten staan er op de agenda tijdens die top? Welke concrete beslissing hoopt u tijdens die top af te kloppen? Ik loop misschien een klein beetje vooruit, maar het is voor ons wel van belang om te weten wat er op de agenda zal staan.
Zijn er nog andere werkbezoeken of politieke ontmoetingen aan Nederland gepland dit parlementair jaar?
De heer Aerts heeft het woord.
Mijn vraag gaat over dezelfde zending, dus ik zal niet alles herhalen.
Ik had opgevangen dat het tijdens de zending over de binnenlandse en buitenlandse politieke situatie is gegaan, ook over de energie-uitdagingen. Dat is een belangrijke aanvulling. Ik had van daaruit een gelijkaardige vraag.
Hoe evalueert u dit bezoek aan Den Haag?
Hoe was uw ontmoeting met minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Hanke Bruins Slot?
Hoe was uw ontmoeting met minister-president Mark Rutte?
Wat waren de voornaamste overeenkomsten of verschilpunten in de visie op de binnen- en buitenlandse politieke situatie? Wat dat laatste betreft: welke energie-uitdagingen kwamen aan bod? Formuleerde de Nederlandse minister-president rond dit thema verwachtingen ten aanzien van Vlaanderen? En wat was uw respons?
Werd er met 27th Conference of the Parties (COP27) in het vooruitzicht ook van gedachten gewisseld over het nationaal en internationaal klimaatbeleid? Wat waren in dezen de verschilpunten en overeenkomsten?
Circulaire economie, de IJzeren Rijn en de stikstofproblematiek heeft mijn collega reeds aangehaald.
Ik was eveneens benieuwd naar de afspraken voor de Vlaams-Nederlandse Top.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Hoe evalueer ik mijn bezoek aan Den Haag? Het was een positief bezoek, waarbij met zowel minister Hanke Bruins Slot als met minister-president Mark Rutte een goed gesprek werd gevoerd over onze toekomstplannen aangaande samenwerking, alsook over de internationale en nationale uitdagingen waar we voor staan. Deze gesprekken passen in de goede en lange traditie om de bilaterale contacten tussen Vlaanderen en Nederland frequent en inhoudelijk te blijven voeren.
Wat de inhoud betreft, begin ik met alle vragen rond de ontmoeting met minister-president Mark Rutte.
Tijdens mijn ontmoeting met minister-president Mark Rutte heb ik verschillende onderwerpen aangehaald. We hebben uitvoerig de binnenlandse politieke actualiteit in zowel Vlaanderen als Nederland besproken. Natuurlijk hebben we ook gepraat over de energietransitie en de respectievelijke maatregelen om de strijd tegen galopperende energieprijzen aan te gaan. Daarbij waren we beiden van mening dat vooral de bevoorradingszekerheid niet in het gedrang mag komen. De ambities van Vlaanderen en Nederland inzake energie tonen ook verschillen. Zo is Nederland bijvoorbeeld geen voorstander van het ingrijpen op de ETS-markt (emissions trading scheme) bij excessieve prijsstijgingen in het kader van de nieuwe ETS-richtlijn; wij zijn daar wel voorstander van.
Op bilateraal vlak blikten we vooruit op de Vlaams-Nederlandse Top op 31 januari 2023 in Noord-Brabant – waar exact in Noord-Brabant is nog niet vastgelegd, maar het zal wel in die provincie zijn – en maakten we een aantal praktische en inhoudelijke afspraken daarrond. We bekeken ook de mogelijkheden en opportuniteiten om in de nabije toekomst een eventuele gezamenlijke handelsmissie te organiseren, met als thema’s waterstof, groene energie en waterstoftechnologie. Tijdens de top zouden we moeten kunnen afkloppen welke handelsmissie we samen kunnen doen.
Een ander belangrijk onderwerp was grensoverschrijdende samenwerking. Toen we praatten over de circulaire economie, zag ik interesse van Nederlandse kant om mee te stappen in onze plannen met Noordrijn-Westfalen inzake circulaire economie, de zogenaamde Circular Valley. Jullie weten dat de minister-president van Noordrijn-Westfalen me in Davos heeft aangesproken om de Circular Valley die zij hebben opgericht, uit te breiden naar Vlaanderen. Nu, als je van Noordrijn-Westfalen naar Vlaanderen gaat, dan zit daar een stukje Nederland tussen. Ik heb de heer Rutte gevraagd of hij interesse had om in dat concept mee te stappen en hij zou dat opnemen, wat hij ondertussen gedaan heeft, met de minister-president van Noordrijn-Westfalen Hendrik Wüst – kort na onze ontmoeting heeft hij de heer Wüst gezien. Een eerste overleg met mijn kabinet, Noordrijn-Westfalen en Nederland heeft al plaatsgevonden om dit verder inhoudelijk vorm te geven.
We praatten eveneens over de stikstofproblematiek, meer bepaald over de ongerustheid van de Nederlandse grensprovincies over investeringen van de chemische bedrijven INEOS en BASF. Minister-president Mark Rutte lichtte de rol en de bevoegdheden van de Nederlandse provincies toe. Langs onze kant liet ik weten dat we uiteraard respect hebben voor eenieders bevoegdheden en bezorgdheden, maar dat we tegelijkertijd hopen om in de geest van goed nabuurschap tot constructieve oplossingen te komen. De heer Rutte zei dat als de provincies een initiatief nemen hij daar niet in tussen kan komen. Wij kennen dat model: als wij dergelijke initiatieven zouden nemen, dan zou de federale overheid dat ook niet kunnen.
Nog ruimer hebben we het gehad over de Europese Einsteintelescoop, een geavanceerd observatorium voor zwaartekrachtgolven. De Euregio Maas-Rijn is een potentiële gunstige locatie voor dit project en we proberen, in samenwerking met Nederland en Duitsland, dit prestigieuze project binnen te halen.
Op Europees vlak haalden we eveneens een aantal onderwerpen aan. Allereerst wisselden we van mening over het achtste Europese sanctiepakket tegen Rusland, waarbij ik de particulariteiten in Vlaanderen en Wallonië rond diamant en staal duidde. Verder bekeken we het voorstel van de Europese Commissie voor een verordening inzake natuurherstel van de land- en zeegebieden. We deelden de bezorgdheid over de draagwijdte hiervan voor dichtbevolkte geïndustrialiseerde regio’s, zoals een groot deel van Vlaanderen en Nederland. Er zal worden bekeken om hierover samen standpunten te vormen in Europees verband.
Dan wil ik het hebben over de contacten met Hanke Bruins Slot en de verschilpunten en overeenkomsten in visie.
Tijdens mijn onderhoud met minister van Binnenlandse Zaken Hanke Bruins Slot was het hoofdonderwerp de grensoverschrijdende samenwerking (GROS), en meer specifiek het document ‘Nader advies van de bestuurlijke werkgroep Donner-Berx voor de sturing van de grensoverschrijdende samenwerking’. We verklaarden ons grotendeels akkoord met dat advies. Het advies strekt ertoe dat men binnen de bestaande regelgeving, zowel in Vlaanderen als in Nederland, bestuurlijke oplossingen kan vinden zonder dat men decretale en, langs hun kant, wettelijke wijzigingen aan het arsenaal moet aanbrengen.
In verband met de voornaamste daarin opgenomen engagementen werd overeengekomen om op de regeringstop van 31 januari 2023 een aantal concrete aanbevelingen af te kloppen. In eerste instantie gaat het om een versterking van de bestaande GROS-ondersteuning en een versterking van het bestuurlijk grensregio-overleg, waar we meer bepaald de ondervertegenwoordiging vanuit Vlaamse zijde willen aanpakken. Verder gaat het om een politieke verklaring om grensbelemmeringen aan te pakken en om een aanpak rond grensoverschrijdende infrastructuur met het oog op een betere afstemming van de omgevingsrechtelijke procedures.
Ten slotte zullen we juridische oplossingen om in specifieke gevallen af te wijken van de bestaande regelgevingen onderzoeken. Ondertussen heb ik ook reeds beslist om in te gaan op de vraag van de gouverneur van Oost-Vlaanderen, Carina Van Cauter, met betrekking tot de versterking van de capaciteit van de gouverneur in haar rol als grenscoördinator. Zoals de gouverneur van West-Vlaanderen grenscoördinator is voor de betrekkingen met Nord-Pas-de-Calais, is Carina Van Cauter ook aangesteld als grenscoördinator voor de betrekkingen met Nederland. Ik heb mijn diensten de opdracht gegeven om te voorzien in een eenjarige subsidie om haar diensten te versterken met het gepaste personeel, voor een maximaal bedrag van 75.000 euro. Deze steun kan daarna verlengd worden, hetzij met een gelijkaardige subsidie, hetzij binnen het bredere Interreg Europe-project voor de aanpak van grensknelpunten, dat in de loop van 2023 zal worden gefinaliseerd. Andere aanbevelingen worden, zoals ik reeds gezegd heb, momenteel onderzocht door mijn diensten en zullen op 31 januari 2023 afgeklopt worden.
De coronacrisis vormde een ander belangrijk onderwerp in ons onderhoud. Op mijn voorzet uitten we beiden de wens om lessen te trekken uit de coronacrisis. De sluiting van de grens en de wisselende coronamaatregelen leidden niet alleen tot veel ellende in de grensstreek, maar ondergroef ook de doeltreffendheid van nationale maatregelen. We willen graag onderzoeken hoe een betere afstemming tussen overheidsmaatregelen in tijden van soortgelijke crisissen kan worden gerealiseerd, met aandacht voor de grenseffecten.
We bespraken eveneens het Europees project van de Einsteintelescoop, waarvoor volgens minister Hanke Bruins Slot een gezamenlijke startnotitie met Duitsland aangewezen is.
Dan zal ik nu verder ingaan op de Vlaams-Nederlandse Top en het 3RX-dossier.
De agenda van de Vlaams-Nederlandse Top staat nog niet volledig op punt en wordt in nauw overleg aangevuld. Er zal echter ongetwijfeld dieper worden ingegaan op vragen die vandaag besproken worden. Ik kan u alvast vertellen dat de volgende bilaterale thema’s zeker aan bod zullen komen.
Allereerst maakt het thema mobiliteit, al dan niet in grensoverschrijdend opzicht, steeds deel uit van de agenda. Daarbij zal aandacht geschonken worden aan de spoorcorridor 3RX. Er zal worden ingegaan op de status quaestionis van de werkzaamheden in beide sporen, waarbij een herijking van de maatschappelijke kosten-batenanalyse, de discussie over bredere mobiliteit en het koppelen van dit project aan andere infrastructuurdossiers aan bod zullen komen. Er zal worden ingegaan op de verdere tijdslijn van het project, waarbij zowel Vlaanderen als Nederland de druk in dit dossier hoog willen houden.
Andere afgesproken agendapunten zijn de energiebevoorrading en -zekerheid, grensoverschrijdende samenwerking en de estuaire vaart. We zullen bekijken hoe de grensoverschrijdende samenwerking te versterken in navolging van de adviezen uit het rapport Donner-Berx. In verband met de estuaire vaart bereiden we op dit moment een ontwerp van intentieovereenkomst voor en zouden we graag tegen de bilaterale top bindende afspraken hierrond maken. We zitten in het thema van de estuaire vaart eindelijk op een doorbraak.
Sinds het aantreden van het kabinet Rutte IV zijn er reeds een twintigtal politieke ontmoetingen geweest tussen Vlaamse ministers en hun Nederlandse collega’s. De contacten lopen dus zeer goed, waardoor ontmoetingen snel ingepland kunnen worden al naargelang de noodzaak om bepaalde dossiers te bespreken.
Op mijn vraag komen de Nederlandse minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Robbert Dijkgraaf, de Nederlandse staatssecretaris voor Cultuur en Media Gunay Uslu, Ben Weyts in zijn hoedanigheid als minister van Onderwijs en ikzelf op maandag 12 december 2022 naar het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) voor het Comité van Ministers van de Taalunie. We gaan het Comité van Ministers van de Taalunie in het KMSKA organiseren.
Tijdens de lunch in Den Haag op 10 oktober 2022 nodigde ik minister-president Mark Rutte ook uit voor een bezoek aan het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen, en voor een gesprek wanneer hij in Brussel is voor de Europese Raad. De volgende politieke ontmoetingen tussen Nederlandse en Vlaamse bewindspersonen zullen plaatsvinden tijdens de Vlaams-Nederlandse Top van 31 januari 2023 in Noord-Brabant.
Ten slotte, mijnheer Aerts, werd er niet specifiek ingegaan op de COP27. Dat thema is niet aan bod gekomen.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, dank u wel voor uw zeer uitgebreide antwoord. Ik hoor dat er heel wat thema's besproken zijn. Ik wil wat aandacht vragen voor twee bijkomende thema's. De spoorwegcorridor, dus de IJzeren Rijn 3RX, is een dossier dat ook al zeer lang aansleept. Ik dacht dat de haalbaarheidsstudie ondertussen ook al vijf of zes jaar geleden is. Er is een samenwerkingsovereenkomst. Het is dus goed dat het opnieuw op de Vlaams-Nederlandse Top zal staan maar ik hoop natuurlijk dat er echt wel een doorbraak kan worden gerealiseerd. Het is uiteraard van belang voor de haven van Antwerpen, voor onze industrie en evengoed voor de industrie in Nederland, misschien in iets mindere mate, maar zeker ook die in Noordrijn-Westfalen.
Verder hoorde ik u zeggen dat de energietransitie en de groene waterstof ter sprake zijn gekomen. Ik dacht u te horen zeggen dat er een handelsmissie zou zijn met betrekking tot dat thema. Ik weet dat wij zeker in de haven van Antwerpen toch bepaalde primeurs hebben, ik denk aan sleepboten die op groene waterstof varen en heel wat tankers en schepen die in een soort tankstation in Antwerpen kunnen tanken op waterstof. We staan daar misschien aan de top, toch zeker in Europa. Het zou misschien goed zijn dat daar met andere havens of met Nederland kan worden samengewerkt. Ik kijk zeker en vast uit naar wat die handelsmissie kan opbrengen en uiteraard ook wat de Vlaams-Nederlandse Top in maart kan opleveren.
De heer Aerts heeft het woord.
Minister-president, dank u wel voor de antwoorden. In verband met samenwerking rond waterstof, moeten we absoluut inzetten op zware processen die we anders niet geëlektrificeerd krijgen of niet fossielvrij krijgen. Tegelijkertijd moeten we ook voorzichtig zijn dat we hier niet zwaar elektriciteit gaan verbruiken om waterstof te maken. Een studie van EnergyVille zegt dat er binnen Europa niet voldoende duurzame elektriciteit zal zijn om waterstof op te wekken. Investeren in het gebruik van waterstof wanneer het niet anders kan: ja. Produceren is een heel ander verhaal. Ik hoop dat we daar zeer voorzichtig in blijven en dat alleen maar doen puur omdat het wetenschappelijk is en om het proefondervindelijk te leren, en niet meer dan dat. Dat is een belangrijke boodschap als we dat samen met Nederland aangaan. Nederland ligt ook in Europa en heeft ook te weinig groene elektriciteit om waterstof op te wekken. Dat is daar een belangrijke kanttekening bij.
Ik vroeg me ook nog af waar die handelsmissie zich op zal richten. Welke landen en regio's zitten er op dat vlak in het achterhoofd om die handelsmissie op te richten en te laten plaatsvinden?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Vanlouwe, wat betreft de 3RX: er is een hele reeks opdrachten gegeven, waaronder de haalbaarheidsstudie en de mobiliteit. De vraag van Nederland was hoe het pakket kan worden vergroot. Als het alleen gaat over de 3RX, dan zit het nadeel alleen bij hen en zijn er weinig voordelen aan. Al die studies en die opdrachten die gegeven zijn, zullen normaal gezien tegen het einde van dit jaar afgerond zijn. Dus hebben we materie op de top.
Ondertussen is natuurlijk ook de positie van Duitsland daarin belangrijk. Noordrijn-Westfalen is geen probleem. Die zijn vragende partij. Bij de Duitse bondsregering ligt het anders. De deelstaten moeten ook met de Duitse bondsregering rekening houden. Daar schippert men nog wat, niet zozeer over het belang van de 3RX maar over de vraag van Nederland om de ‘assiette’, zoals men dat zegt, wat te vergroten en om bijvoorbeeld de Betuwelijn en dergelijke meer daarbij te betrekken, waar wij niets aan hebben. Duitsland was eerder geneigd om het dossier per dossier te bekijken, maar er is een gesprek geweest tussen Scholtz en Rutte en er is beweging in de zaak. Het is soms al moeilijk om met twee akkoorden te bereiken. Eigenlijk zitten we met vijf partijen rond de tafel: de drie landen en de twee deelstaten. Dat maakt het moeilijk.
Waar ik bij Rutte op aangedrongen heb, is om uit een concurrentiemodel te treden. Met de energie-uitdaging die voor ons staat, zal eigenlijk heel continentaal Europa moeten worden bevoorraad, en dat zal door onze twee havens gebeuren, door die van Nederland en die van ons. Waarschijnlijk zullen we het alle twee nodig hebben. De functie van de twee havens zal zo cruciaal worden dat men op dat vlak eerder partners kan zijn dan concurrenten.
Dat brengt me bij de opmerking van de heer Aerts over waterstof. Ik ben absoluut geen specialist in waterstof maar het is juist dat de technologie van vandaag nog weinig energie-efficiënt is. Maar die technologie evolueert razendsnel. Door de hoge prijzen van de fossiele brandstoffen wordt die businesscase razendsnel anders.
Er is nog een ander belangrijk verschil. Als we over fossiele brandstoffen spreken, gas en olie, is er maar een beperkt aantal landen in de wereld dat daarin leverancier is. Dat is een heel beperkte set. Als we over hernieuwbare energie spreken, dan is de set veel ruimer. Energieafhankelijkheid moet men in die context bekijken. Gas komt van een paar landen. Als de kraan van het Russische gas dichtgaat? Gelukkig zitten zon en ook offshore windenergie in heel wat meer landen. Ik zie wat de plannen van Ierland en Schotland zijn en wat Nederland zelf nog van plan is. Dat zijn allemaal landen met enorm lange kustlijnen. Dan zitten we toch in een andere context, ook wat betreft de zonne-energie uit Afrika.
Met dergelijke handelsmissies zijn we aan het bekijken of we de technologie die wij hebben en de hernieuwbare energie elders in de wereld met elkaar kunnen matchen. In dat vraagstuk zijn onze Vlaamse en Nederlandse havens de toegangspoorten voor de massale vraag naar hernieuwbare energie in de toekomst. In die zin is het aangewezen om samen met Nederland die stap naar de wereld te zetten.
De heer Aerts heeft het woord.
Minister-president u zei dat de COP27 niet aan bod kwam, wat ik wat opmerkelijk vind. Maar goed. Er waren een aantal klimaatgebonden thema's waar u op een speciale manier rond praatte, ik denk aan stikstofuitstoot van INEOS. Ik kan me voorstellen dat Nederland daar geen grote fan van is. De Belgische klimaatverenigingen zijn er ook geen grote fan van. Dan is er ook het ingrijpen op het ETS-systeem, waar Vlaanderen zich meer op de lijn van Polen zet dan op de meer vooruitstrevende lijn, zoals Nederland, dat niet wil ingrijpen op ETS en zich dus niet achter de steenkoollanden schaart.
Los van het klimaat maar wat betreft de internationale crisis, hebt u ook de gevoeligheden rond diamant geschetst aan de minister-president van Nederland. Daar is het natuurlijk pijnlijk dat de Belgische onthouding in de Europese Unie op het laatste sanctiepakket geïnitieerd is op basis van staal en diamant hier in onze regio. Dan leiden we eigenlijk drie keer internationaal gezichtsverlies en drie keer komt dat toch blijkbaar zijdelings aan bod in het gesprek met de minister-president van Nederland. Ik hoop dat we met wat meer ambitie in al die thema's aan de slag gaan. Daarover zal zo dadelijk nog een andere vraag worden gesteld, namelijk die over het Energiehandvest want dat zit eigenlijk in dezelfde richting. Als we meer ambitie hebben dan moeten we ons niet op de vingers laten tikken door onze buurlanden.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.