Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Collega’s, in het kader van de YOUCA Action Day geef ik graag het woord aan de voorzitter Angelo Rahimy.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
In het kader van de YOUCA-stagedag zal ik het echte werk laten uitvoeren door mijn stagiaires. Julie Moens zal mijn eerste vraag om uitleg stellen.
De Vlaamse overheid maakt samen met De Ambrassade, Pimento en Tumult werk van een gericht integriteitsbeleid. Dat kadert binnen prioriteit 1 binnen het Vlaamse jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan (JKP) ‘Welbevinden en positieve identiteitsontwikkeling’.
Pimento zal instaan voor de trajecten integratiebeleid en workshops over integriteit, terwijl men bij Tumult zal terechtkunnen voor het aanbod van de zogenaamde ‘rapid response coaches’.
De Ambrassade zal in dezen haar ondersteunende rol voor de jeugdsector blijven vervullen: stimuleren van integriteitsbeleid; ondersteuning versterken; informeren van kinderen, jongeren en hun ouders, en bekendmaken van de aanspreekpunten Integriteit.
De samenwerking van Vlaanderen met die organisaties moet leiden tot een performant integriteitsbeleid binnen de jeugdsector en dat is een heel goede intentie. Onze kinderen en jongeren moeten zorgeloos jong kunnen zijn. Hun fysiek, seksueel en psychisch welzijn moet gewaarborgd zijn. Een performant integriteitsbeleid is een absolute sleutel in dat verhaal.
Ik had van de minister graag een antwoord gekregen op volgende vragen.
Welke samenhang dan wel hiërarchie bestaat er tussen dit plan, het actieplan grensoverschrijdend gedrag binnen de mediasector, het beleid Mediawijsheid en de influencercode?
Op welke manier zal de samenwerking tussen alle organisaties geëvalueerd worden?
Op welke wijze krijgt integriteitsbeleid een plek in het voorgenomen geïntegreerde jeugddecreet?
Minister Dalle heeft het woord.
De gemene deler tussen al die initiatieven is de bescherming van de integriteit van mensen, van kinderen en jongeren en ook van volwassenen. Er is geen hiërarchie tussen de verschillende plannen. Ze verschillen van doelgroep, beoogde doelstellingen of betrokken beleidsdomeinen.
Ik coördineer het JKP en dat geldt voor de volledige regering. Daarin worden de doelstellingen voor kinderen en jongeren opgenomen in de verschillende beleidsdomeinen van de Vlaamse Regering. Ik doe dat niet alleen, maar samen met de acht andere regeringscollega’s. Prioriteit 1 is inderdaad Welbevinden. Streven naar veel respect voor integriteit van kinderen en jongeren is daarvan een onderdeel. Dat is een belangrijke focus in het jeugdbeleid en ook in dat van de hele Vlaamse Regering waar het gaat over kinderen en jongeren.
Daarnaast heb ik ook een actieplan voor de mediasector ontwikkeld, specifiek voor mediaspelers- en bedrijven, voor mensen die werkzaam zijn in de mediasector, of ze dat nu doen als journalist of bijvoorbeeld als stagiair. We doen dat samen met de sectorfederatie Mediarte en verschillende spelers binnen de mediasector. Als minister van Media is het mijn doelstelling om gevallen van grensoverschrijdend gedrag in de mediasector tegen te gaan. Daarvoor dient dat plan.
Mediawijsheid is een belangrijk transversaal beleidsthema binnen verschillende sectoren en beleidsdomeinen. Transversaal betekent dat het toepasselijk is op verschillende domeinen, dus niet alleen binnen een enkel domein, zoals Media of Jeugd. Ik ben verantwoordelijk voor de opmaak en de opvolging van de beheersovereenkomst met het Vlaams Kenniscentrum Digitale en Mediawijsheid, een kenniscentrum binnen het Interuniversitair Micro-elektronicacentrum (Imec), een Vlaamse instelling die bezig is met innovatie en technologie. De Vlaamse Regering heeft de nieuwe beheersovereenkomst voor de periode 2022-2025 begin dit jaar goedgekeurd.
We willen daarmee kennis, vaardigheden en attitudes van mensen versterken, bijvoorbeeld wat betreft de gevaren van nieuwe media. Het gaat om jonge mensen, maar ook alle categorieën van personen in Vlaanderen. Wat integriteit betreft, gaat het om werken aan digitale veiligheid tegen online risico’s, zoals cyberpesten, vriendschapsfraude, bedreigingen van de privacy, online haatspraak enzovoort. Digitale inclusie van kwetsbare doelgroepen is een belangrijk thema daarvoor.
De bedoeling van de influencercode is om influencers op Instagram of TikTok goed te informeren over de wetgeving, maar ook over manieren waarop je met bepaalde zaken omgaat. Als volgers je bijvoorbeeld aanspreken over mentale problemen of over zelfdoding, heb je als influencer een grote verantwoordelijkheid en moet je goed weten hoe je daarmee omgaat.
Kortom, al die initiatieven zijn complementair. Ze bestaan naast elkaar, maar versterken elkaar en in sommige gevallen overlappen ze elkaar. Om die redenen is het belangrijk dat er zo veel mogelijk coördinatie is. Dat gebeurt door het departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media, zowel binnen het team Media als het team Jeugd. Kennisdeling en expertise-uitwisseling tussen de verschillende organisaties worden aangemoedigd. Er zijn ook experten die daarrond werken.
De vraag was ook hoe we de samenwerking tussen alle organisaties evalueren. Ik ga ervan uit dat het vooral gaat over de samenwerking tussen De Ambrassade, Pimento en Tumult om te komen tot een performant integriteitsbeleid binnen de jeugdsector. Samenwerking is inderdaad cruciaal voor het welslagen van de aanpak.
De drie organisaties hebben een hele geschiedenis in het samenwerken op vlak van integriteitsversterking binnen de jeugdsector, onder meer omdat ze gezamenlijk een API-tool hebben ontwikkeld. API staat voor ‘Aanspreekpunt Integriteit’. Specifiek voor de bijkomende versterkingstrajecten die ik net heb opgezet, heb ik de samenwerking uitdrukkelijk laten inschrijven in de opdracht van De Ambrassade, dat is de koepel van het jeugdwerk. Vanuit zijn reguliere opdracht voor praktijkontwikkeling, -ondersteuning en informatie van de jeugdsector moet De Ambrassade ook coördinerend handelen. Samenwerking moet er zijn met Tumult en Pimento, maar ook met experten binnen en buiten het jeugdwerk. Mijn Departement Cultuur, Jeugd en Media zal de samenwerking en de resultaten in het kader van de werkgroep integriteit jeugd evalueren.
Dan was er nog de laatste vraag: op welke wijze krijgt integriteitsbeleid een plek in het voorgenomen geïntegreerde jeugddecreet?
Het is zo dat er vandaag een viertal decreten zijn voor de jeugdsector. We gaan die allemaal samenbrengen in één decreet. Dat zal hier in de commissie uitvoerig besproken worden. Naast vragen stellen aan de minister, heeft het parlement ook als taak om decreten, wetgeving te maken. En het is zo dat we integriteitsbeleid in dat decreet heel uitgesproken zullen opnemen. Er is vandaag al een integriteitsbeleid en het organiseren van een API is een subsidievoorwaarde voor de landelijke jeugdverenigingen. De bedoeling is nu om de algemene subsidievoorwaarden voor alle verenigingen te veralgemenen, gelijk te maken. Dat betekent dat alle verenigingen die subsidies willen ontvangen op het Vlaamse en het bovenlokale niveau daaraan zullen moeten voldoen.
Op dit moment zijn we nog bezig om dat decreet te schrijven, maar zodra het decreet naar hier komt, zullen we daar extra informatie over kunnen geven.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Dank u wel voor de antwoorden, minister.
Een degelijk integriteitsbeleid kan natuurlijk pas ernstig vorm krijgen, dat kan pas degelijk uitgewerkt worden, wanneer er geïntegreerd beleid is. U hebt daarnet duidelijk gemaakt in hoeverre alles verweven zit met elkaar en dat het zaak is om de verschillende componenten naast elkaar te behandelen met verschillende domeinen en verschillende organisaties om zo vanop alle vlakken aan dat integriteitsbeleid te werken. Die plek in dat geïntegreerd jeugddecreet is zeker een stap in de goede richting. We moeten naar al die domeinen blijven kijken. Ik ben er echt van overtuigd dat het een enorme meerwaarde is.
Nu, we hebben het in de commissie al heel regelmatig gehad over het geïntegreerde jeugddecreet. U weet dat ik nogal eens ongeduldig durf te zijn. Ik vroeg me af of we nog meer zicht hadden op de timing.
U hebt ook aangegeven dat u verschillende initiatieven neemt als coördinerend minister van Jeugd en Kinderrechten. Ik vroeg mij af of u, afgezien van het kind- en jongereneffectrapport (JoKER), nog andere instrumenten tot uw beschikking hebt om in te zetten om de evaluatie en de opvolging te verzekeren.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter, u doet uw werk uitstekend.
Minister, ik wil mij aansluiten bij het pleidooi van collega Perdaens om hier heel actief rond te werken. De vraag die ze hierover indient, is heel terecht.
Ten tweede ben ik ook heel enthousiast over het feit dat het decretaal verankerd zou worden in het nieuwe geïntegreerd jeugddecreet. We delen niet alleen de inhoudelijke overtuiging, maar ook het gevoel van urgentie. Ook ik wil peilen naar de timing van het decreet. De legislatuur vordert stilaan. Ik zou graag hebben dat we dit nog op een serene manier in het parlement kunnen bespreken. Daarom vroeg ik me af wanneer het jeugddecreet naar de commissie en het parlement komt.
Minister Dalle heeft het woord.
Ik wil eerst de vraag over de timing beantwoorden. Ik deel jullie aanvoelen dat dit op een ordentelijke en serene manier moet kunnen worden behandeld in het parlement, dus ver voor de verkiezingen in mei of juni 2024. Ik zou heel graag het ontwerp van decreet in eerste lezing nog dit jaar goedgekeurd zien, liefst voor de kerstvakantie, zodat we het in het voorjaar 2023 in het parlement kunnen behandelen. Dan is het voor de zomer 2023 afgerond. Zo zou ik het heel graag zien.
Er was ook een vraag van mevrouw Perdaens over welke verschillende manieren van opvolging inzake integriteit er nog mogelijk zijn. Ten eerste zijn er de aanspreekpunten integriteit (API’s) en die willen we breder bekendmaken. We hebben daar al op verschillende manieren aan gewerkt, maar de bedoeling is ook dat ze voldoende intervisies doen onder elkaar. Dat is een manier om hun werkzaamheden op te volgen.
Er komen ook werkingsverslagen van onze jeugdorganisaties waarin ze rapporteren, onder meer over decretale vereisten zoals de API die zijn opgenomen. In het kader van het geïntegreerd jeugddecreet heb ik aan mijn administratie gevraagd om niet alleen controles te doen op papier over hoe het zit met onze dossiers, maar ook om regelmatig werkbezoeken te doen en zo de sector beter aan te voelen en beter te kunnen inschatten wat er leeft. Tijdens een werkbezoek kan er natuurlijk ook worden gepeild naar het integriteitsbeleid.
Dit zijn enkele elementen die toelaten om dit nog sterker op te volgen.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Dank u wel, minister Dalle, en alle leden die zijn tussengekomen.
De essentie is dat elk kind en elke jongere zich om het even waar veilig moet voelen. Dat moet gebeuren in jeugdbewegingen, maar ook in elke andere organisatie. Zij moeten hier ook mee bezig zijn, zodat jongeren en ouderen de geruststelling hebben dat hun kinderen veilig zijn en zichzelf kunnen zijn. Dit is de pure basis, het is gewoon een basisbehoefte, net zoals water drinken als je dorst hebt. Het is een basisbehoefte die elk kind in Vlaanderen nodig heeft, een veilige omgeving waar het zichzelf kan zijn. (Applaus)
De vraag om uitleg is afgehandeld.