Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Dalle.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, crisissen hebben altijd een dubbel effect. Je hebt enerzijds het effect van de crisis zelf; dat zagen we tijdens de gezondheidscrisis van covid. Maar de maatregelen en de gevolgen ervan hebben ook een effect op het welbevinden van mensen in een soort van tweede lijn. Ik wil het over die tweede lijn hebben wat betreft de impact van de energiecrisis. Sta mij toe al van in het begin te zeggen dat het fundamentele antwoord de aanpak van de energieprijzen zal zijn. Ik hoef dat niet aan te vullen, ik ben het daar helemaal mee eens. We gaan niet doen alsof we het ene door het andere kunnen oplossen.
De energiecrisis en de winter die voor de deur staat, zullen niet enkel in de portemonnee van de Vlaming doorwerken, maar ook in diens hoofd. Zo merkte Tele-Onthaal de voorbije maanden een forse toename van het aantal noodkreten die verband houden met de energiefactuur, telefoontjes van mensen die plots en voor het eerst in acute geldnood komen en zich daar geen raad mee weten. Daar heerst een taboe over. Er zijn de verhalen over gezinsruzies die ontstaan, oproepen over schaamte en geen hulp durven te vragen.
De hulplijn werd gedurende de coronacrisis versterkt, maar na corona werd het er niet rustiger. Eenmaal corona was opgeklaard, zorgde de oorlog in Oekraïne voor kopzorgen, gevolgd door de energiecrisis en de dreigende economische recessie.
De oproepen die binnenlopen komen vanuit de brede bevolking, al ziet Tele-Onthaal wel een oververtegenwoordiging van singles en ouderen. Die groep heeft, zeker in combinatie met financiële problemen, niet de ruimte om deze winter heel veel dingen te gaan doen en is bijgevolg heel gevoelig voor vereenzaming. Vandaar dat we iets breder moeten kijken dan enkel het antwoord op de factuur. We moeten mensen ook begeleiden en helpen als ze met andere hulpvragen zitten.
Hoe wilt u concreet inspelen op de vaststelling dat de energiecrisis weegt op het gemoed van de Vlamingen?
Hoe wilt u vermijden dat de geldzorgen uitdijen richting relationele problemen of meer algemene geestelijke gezondheidsproblemen?
Hoe wilt u de mensen het gevoel geven dat ze er niet alleen voor staan?
Hoe wilt u de schaamte doorbreken die nu soms een hulpvraag in de weg staat?
Hoe wilt u vermijden dat de vereenzaming nog meer toeneemt door toedoen van de energiecrisis?
Plant u een doelgroepgerichte aanpak, bijvoorbeeld richting alleenstaanden of ouderen?
Is deze crisis-na-crisis nog behapbaar voor de mensen van Tele-Onthaal? Dit is immers de zoveelste crisis-na-crisis.
Minister Dalle heeft het woord.
Collega Vaneeckhout, ik denk niet dat we elkaar moeten overtuigen van het belang van mentaal welzijn en de impact van de opeenvolgende crisissen. We merken dat ook bij onze centra algemeen welzijnswerk (CAW's) en Tele-Onthaal, waar we een redelijk sterke toename zien van mensen die om een aantal redenen contact opnemen, zeker ook vanwege de energiecrisis.
Het aantal gesprekken rond sociaal-economische thema’s nam bij Tele-Onthaal de voorbije twee maanden met 7 procent toe. Dat zijn cijfers geüpdatet op 14 september 2022. Ook de mensen die naar het gratis 0800-nummer van het CAW belden, deden dat vaak met vragen over de stijgende energieprijzen en de impact op hun relatie en welbevinden. De impact is dus duidelijk vaststelbaar, ook bij onze diensten.
Vanuit een lange termijnperspectief is het van belang om dit integraal en multidisciplinair te bekijken. De energierekening aanpakken is inderdaad het eerste dat we moeten doen. Een structurele aanpak daarvan is essentieel, maar daarnaast kunnen ook gerichte initiatieven rond mentaal welzijn wel helpen. We hebben bijvoorbeeld in Vlaanderen en Brussel meer dan honderd projecten lopen in het kader van de zorgzame buurten. Die helpen om mensen te ondersteunen in hun eigen buurt. Er zijn ook verschillende maatregelen gelanceerd bij Welzijn, Jeugd en Sport in het kader van het eenzaamheidsplan dat eind 2021 werd gelanceerd. Het is vooral belangrijk ervoor te zorgen dat mensen de weg vinden naar de hulp en zich daar niet over hoeven te schamen. We zetten de noodzakelijke stappen, ook naar sensibilisering toe, om dat te ondersteunen.
Er zijn verschillende organisaties die vanuit de Vlaamse overheid gefinancierd worden om duurzaam te werken aan het mentaal welbevinden en de veerkracht. Denk aan de partnerorganisatie Geestelijke Gezondheidsbevordering, een consortium van het Vlaams instituut Gezond Leven en The Human Link, en het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie, de partnerorganisatie voor de preventie van zelfdoding. Daar worden bijvoorbeeld initiatieven genomen om burgers vaardigheden aan te leren om om te gaan met verminderd mentaal welbevinden, ondanks moeilijke omstandigheden, bijvoorbeeld door oplopende facturen.
Vanuit de Vlaamse overheid investeren we al lang in beeldvorming en destigmatisering van psychische problemen. Onder de merknaam Te Gek!? zijn er heel wat initiatieven om dat op een niet-stigmatiserende en positieve manier in de markt te zetten – als ik dat zo mag zeggen – en er aandacht voor te vragen. Er is vanuit Vlaanderen de voorbije jaren sterk gewerkt op het individuele hulpaanbod. Ik denk dan onder meer aan de uitrol van de OverKop-huizen voor jongeren. Ook aan de CAW’s en Tele-Onthaal werden in het kader van Zorgen voor Morgen heel wat extra middelen en personeelskredieten ter beschikking gesteld. Wat die personeelskredieten betreft, hebben we natuurlijk ook de versterking door de Septemberverklaring, waar we niet alleen ten aanzien van de energiehuizen en de OCMW’s werken, maar waar we ook de CAW’s versterken. We voorzien een bijkomend bedrag van 5,6 miljoen euro voor de versterking van de CAW’s. Daarnaast voorzien we een dikke 1,2 miljoen euro voor de versterking van de samenwerkingsverbanden van de erkende instellingen voor schuldbemiddeling. Daar is straks nog een specifieke vraag om uitleg van collega De Rudder over. Het is vooral belangrijk dat het welzijnsaanbod dat vanuit Vlaanderen ter beschikking is, ook effectief bij de mensen terechtkomt, met specifieke inspanningen voor bijzondere doelgroepen. Ik denk bijvoorbeeld aan alleenstaanden of alleenstaande ouders, die hier bijzonder onder lijden.
We willen ook de dialoog aangaan met het werkveld, en in het bijzonder met de CAW’s, om na te gaan of de brede opdracht rond eerstelijnswelzijnswerk die ze vandaag hebben, toelaat om de focus te leggen op dit soort opdrachten. Ze hebben heel veel opdrachten, we moeten met de schaarse middelen die we hebben kunnen focussen.
Heel belangrijk – en dat is het laatste dat ik daarover wil zeggen – is de aanwezigheid van vrijwilligers. Er is een professioneel kader, zowel bij de CAW’s als bij Tele-Onthaal, maar zij doen ook een beroep op gewaardeerde hulp van vrijwilligers om de permanentie te verzekeren en eventueel (tijdelijk) hoger te schakelen wanneer dat nodig is. Op dit ogenblik stelt men vooral een verschuiving van de vragen en nog niet een globale toename vast. Maar dat kan snel veranderen. We hebben samen met Tele-Onthaal een oproep gelanceerd om vrijwilliger te worden. In oktober 2022 zullen trainingsreeksen voor de – hopelijk talrijke – kandidaat-vrijwilligers worden aangeboden. Ik vind het belangrijk dat we, naast de professionele omkadering, ook die belangeloze inzet voldoende waarderen.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, dank u wel voor het antwoord. Ik vond het belangrijk om de vraag te stellen. Ik verwacht hier geen toverformules. We zitten in een crisissituatie, dus je kunt niet alles zomaar gaan voorspellen of heel vlot op alles een antwoord bieden. Het is heel goed dat u verwijst naar cijfers van half september. Dat betekent dat u redelijk kort op de bal een stuk monitoring kunt doen. Ik wil vooral aandringen – de winter staat voor de deur, voor heel wat mensen komt de moeilijkste periode er nog aan – om daar goed te blijven monitoren en dat ook doelgroepgewijs te doen. We hebben het nu gehad over alleenstaanden en ouderen, maar ik hoor bijvoorbeeld op dit moment zeer veel kleine zelfstandigen die echt met de handen in het haar zitten en zich niet alleen zorgen maken over de factuur, maar er ook menselijk onderdoor dreigen te gaan. Het is belangrijk om daar voldoende op in te spelen.
Ten tweede is het van belang om in te zetten op wat u zelf zegt: de sensibilisering. Er kan een heel hulpaanbod zijn, maar daarom komt dat niet altijd terecht. U verwijst ernaar dat er ook extra inspanningen zullen gebeuren. Ik ben benieuwd wat die dan exact zijn.
Ten derde is er het versterken. U verwijst naar de CAW’s, naar andere initiatieven. U verwijst terecht ook naar vrijwilligers. Ik wil nog een extra aandachtspunt aanstippen, namelijk de lokale besturen, die heel vaak de eerstelijnshulp zijn bij dat soort zaken die bij mensen terechtkomen, daar sterk genoeg in maken.
Tot slot: het zijn vaak dezelfde mensen die in de coronacrisis de samenleving hebben moeten rechthouden, die het nu opnieuw zullen moeten doen, die opnieuw energie moeten geven, die opnieuw moeten klaarstaan om hulp te verlenen. Ik vraag u toch om extra aandacht te hebben voor al die zorgverstrekkers in allerlei gebieden. Als je iedere dag met dertig mensen bezig moet zijn over hun energiefactuur en daar fundamenteel niet altijd een antwoord op kunt formuleren, ga je op het einde van de dag met een heel zwaar gemoed naar huis. Om dat zeer tastbaar te maken: misschien is het een extra aandachtspunt om ook na te denken hoe je extra kunt zorgen voor de zorgers.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, veel mensen houden na het betalen van hun afbetaling, hun huur of hun energiefacturen nog amper iets over. Geld voor leuke dingen is er niet meer. Van deze situatie wordt niemand echt vrolijk. Die mensen zitten vaak in een overlevingsmodus en vinden geen rust. Ook in de media zijn er dagelijks berichten over het duurder worden van het leven, de uitzichtloosheid van de oorlog in Oekraïne, de stijgende energieprijzen en de inflatie. Die hakken er elke dag in bij de mensen. Het is dus logisch dat we pessimistisch worden. Mensen moeten inderdaad het gevoel hebben dat ze niet alleen komen te staan, dat ze ergens met hun verhaal terechtkunnen en dat ze ondersteund worden. Het is dus goed dat er bijkomende investeringen gedaan worden.
Minister, de stijgende bezorgdheid omtrent de energiefactuur is ook merkbaar bij andere hulplijnen, zei u in uw antwoord. Is dat ook merkbaar bij bijvoorbeeld de Zelfmoordlijn? Kreeg u hierover al signalen?
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, bij iedereen is het momenteel alles op alles voor die energieprijzen.
Collega Vaneeckhout, u mag het me niet kwalijk nemen, maar ik zie dat cd&v al stilaan bijdraait, en hopelijk ook over kernenergie. Ik hoor het ook bij Open Vld. Minister, ik hoop dat het ook bij u daar eindelijk toekomt. Het is al vijf over twaalf. Mijnheer Vaneeckhout, u hebt het zelf gezegd: stap één is de energieprijzen naar beneden krijgen. Pas stap twee is hulp, eerst preventie en dan curatie.
Wat betreft curatie en het stuk van Tele-Onthaal: hebben we voldoende mensen, vrijwilligers om op dat punt de verwachte toestroom aan vragen ook te kunnen beantwoorden?
Minister Dalle heeft het woord.
Ik start met de vraag naar de plaats van zelfstandigen. Dat is een terechte zorg. De stijgende facturen wegen natuurlijk op onze gezinnen, maar ook op onze ondernemingen. Voor kleine zelfstandigen is dat vaak een disproportionele kost. Denk maar aan frituurzaken, bepaalde horecazaken, bakkerijen en dergelijke meer, die toch een relatief hoge energiekost hebben. We blijven dat opvolgen, om ervoor te zorgen dat we die mensen niet uit het oog verliezen.
We hebben van collega Brouns de maatregelen om niet alleen renteloze leningen ter beschikking te stellen, maar ook effectieve ondersteuning aan kmo's en zelfstandigen te bieden. Er is ook specifieke ondersteuning van collega Brouns voor de vzw Dyzo, die specifiek werkt met ondernemingen en ondernemers in moeilijkheden. Ook voor andere organisaties – denk aan specifieke doelgroepen zoals boeren, landbouwers en tuinbouwers, maar ook andere zelfstandigen – voorziet hij extra ondersteuning.
Wat sensibilisatie betreft, gaf u aan benieuwd te zijn naar een aantal zaken die we extra doen. Ik geef een voorbeeld. Er is een nieuw initiatief dat volgend jaar door het Vlaams Instituut Gezond Leven zal worden uitgewerkt. Het gaat over een groepstraject dat zich primair richt op mensen in maatschappelijk kwetsbare situaties, gebaseerd op de zogenaamde geluksdriehoek. Centraal daarin staat de vraag hoe mensen in moeilijke situaties hun mentaal welbevinden in evenwicht kunnen houden, ondanks die moeilijke omstandigheden. Dat project richt zich specifiek op dit soort problematieken, moet de aandacht ervoor versterken en het stigma helpen wegnemen.
Aandacht voor de lokale besturen is uiteraard belangrijk. Niet alleen de CAW's en de energiehuizen, maar ook de OCMW's worden hier ter zake versterkt. Ik verwees er al naar: er zijn ook de zorgzame buurten, die vanuit de lokale besturen extra worden ondersteund.
De zorg voor de zorgers is een belangrijk thema. Ik geloof nogal in de kracht van intervisie, waarbij men onder elkaar een netwerk vormt, men met collega’s kan spreken om dat verder op te nemen en op die manier kracht en energie kan putten uit de ervaringen van de collega’s.
Collega Wouters, u peilde naar de Zelfmoordlijn. We krijgen op dit moment geen specifieke signalen van de Zelfmoordlijn dat ze op basis van deze problematiek meer meldingen zouden krijgen. Maar we kunnen het wel bij hen navragen, om het goed te kunnen monitoren.
Collega Daniëls, wat Tele-Onthaal betreft, is het inderdaad zo dat we erop mikken om een extra vorming te hebben voor de vrijwilligers. We hebben ook een oproep gedaan voor extra vrijwilligers. We hopen dat die dit najaar heel wat resultaten met zich zal meebrengen. Want we rekenen daar wel op, we hebben echt nood aan die vrijwilligers bij Tele-Onthaal om die vragen te kunnen beantwoorden.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw aanvullend antwoord. Ik ben heel aangenaam geprikkeld door het initiatief van het Vlaams Instituut Gezond Leven rond het preventief werken rond mentaal welzijn in moeilijke situaties en hoe je dat in evenwicht houdt. Ik zal dat met heel veel interesse blijven opvolgen.
Ik ben blij dat we over de partijgrenzen heen allemaal beseffen dat het niet de meest makkelijke tijden zijn. Waar ik mij wel wat voor hoed – en daarom bracht ik deze vraag op een redelijk serene manier – is om aan partijpolitiek te doen op de kap van het mentale welzijn en de zorgen van mensen, de zorgen van vele gezinnen, zelfstandigen en alleenstaanden.
En er is iets wat mij wat stoort, collega Daniëls. Ik heb u heel hoog zitten, zeker als expert in de materie Onderwijs en Welzijn. Maar ik geef u een klein advies, al is het eigenlijk niet aan mij om dat te geven: noem u geen expert in energie of energieprijzen. De voorbije maanden draaiden al onze kerncentrales, en op dit moment ook.
Ik stel voor om dit debat aan de andere kant van de straat te voeren.
Voorzitter, als ik daar politiek op word aangesproken in deze commissie, wil ik graag reageren.
U mag er kort op reageren, maar we gaan hier het hele debat niet voeren.
Ik zal geen exposé van een uur geven, want daar is het hier inderdaad niet de plaats voor.
Maar als collega Daniëls ook maar iemand die zich op dit moment zorgen maakt over zijn energiefactuur wenst wijs te maken dat dat komt omdat er op dit moment kerncentrales niet draaien ... De voorbije maanden draaiden ze alle zeven, en de mensen hebben hun factuur gezien. Als u mensen wilt wijsmaken dat de energiefacturen opgelost zullen zijn door centrales al dan niet te verlengen, dan maakt u hen iets wijs. En dat is lachen met de mensen die op dit moment zorgen hebben.
Maar wel gascentrales met Poetin stoken. Dat zal veel goedkoper zijn. (Opmerkingen van de voorzitter)
Nee, absoluut niet. U lacht mensen met een hoge energiefactuur uit. (Opmerkingen van de voorzitter)
Ik lach hen niet uit, absoluut niet.
U zou zich moeten schamen.
Ú moet zich schamen.
Twee jaar geleden was u bevoegd.
Collega’s, zet u apart, ga samen naar buiten. We gaan over naar de volgende vraag.
De vraag om uitleg is afgehandeld.