Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
De heer Warnez heeft het woord.
Het is lang geleden dat we het erover gehad hebben, over de coronavaccinatiecampagne en over hoe goed onze lokale besturen het hebben gedaan. Ik denk dat we nog eens mogen onderstrepen dat ze dat uitmuntend gedaan hebben, heel efficiënt en ook op een snel tempo georganiseerd. De campagnes waren eigenlijk afgerond en ook de lokale vaccinatiecentra waren gesloten.
Maar vorige week hebben de ministers van Volksgezondheid beslist dat er vanwege de snel stijgende besmettingen opnieuw een vrijwillige vaccinatie wordt opgestart, de zogenaamde herfstcampagne, voor iedereen vanaf 18 jaar. Er zal prioriteit gegeven worden aan de 65-plussers, mensen met een lage immuniteit en het zorgpersoneel. Daarnaast zal er een campagne zijn voor de groep voor de +18-jarigen, waarbij er geen massacampagne zal komen voor de mensen tussen 18 en 50 jaar, maar wel een herfstbooster op individuele basis.
Begin juni heeft de Vlaamse Regering al aan de vaccinatiecentra gevraagd om zich opnieuw klaar te houden om eventueel een nieuwe ronde te starten dit najaar. Er is toen gezegd dat er 60 miljoen euro voorzien zou zijn om snel- op en af te kunnen schakelen.
Heel concreet stelt zich nu uiteraard de vraag zich hoe de lokale besturen opnieuw hun rol zullen moeten invullen. En dan is het ook belangrijk dat we heel snel duidelijkheid hebben over de termijn en de modaliteiten waarbinnen de lokale besturen en de eerstelijnszones de lokale vaccinatiecentra zullen moeten heractiveren.
Kunt al duidelijkheid geven over de timing en de modaliteiten waarbinnen de lokale besturen gevraagd zullen worden de lokale vaccinatiecentra opnieuw op te starten?
In welke mate wijken deze modaliteiten eventueel af van de modaliteiten die van toepassing waren bij de vorige vaccinatiecampagne? Zullen er na evaluatie van de vorige vaccinatiecampagnes ook elementen gewijzigd worden? Zo ja, welke?
Het is natuurlijk niet ondenkbaar dat er in de toekomst nog heropstartmomenten zullen voorkomen. Op welke manieren kunt u de lokale besturen ondersteunen om dergelijke heropstarten zo efficiënt mogelijk aan te pakken?
Minister Somers heeft het woord.
Meneer Warnez, dank u wel. Eerst en vooral sluit ik me graag aan bij uw woorden van appreciatie voor de lokale besturen.
Wat betreft de concrete vraag: zoals u weet, zijn we voor de periode die begon op 1 mei en die loopt tot eind dit jaar, 31 december, overgeschakeld naar een flexibel op- en afschakelplan voor de vaccinatiecentra. Door te werken met zo’n plan is het mogelijk om snel van lage volumes aan vaccinaties op te schalen naar grotere volumes. Zo kunnen we snel inspelen op veranderende omstandigheden. En dat is ook nodig, gelet op de aard van het virus en de evolutie die we daar zien.
We onderscheiden, op basis van het volume aan benodigde prikken, drie fases: de waakstand, opschalingsfase en massavaccinatiefase, respectievelijk tot 50.000, tot 400.000 en tot 800.000 prikken per week. De insteek achter deze methodiek is dat er een basiswerking wordt gegarandeerd in fase 0, door een vaccinatiecentrum in waakstand operationeel te houden. In dit centrum worden dan een beperkt aantal prikken per week gezet. Van zodra de doelgroepen worden uitgebreid en de volumes stijgen, kunnen de vaccinatiecentra in een aantal weken tijd worden opgeschaald naar een andere fase.
Momenteel bevinden de vaccinatiecentra zich in die waakstandfase, fase 0, maar vanaf 12 september zullen we opschalen naar fase 2. Deze fase zal vier weken duren, waarna tot eind oktober wordt overgegaan naar fase 1. Vanaf november zijn de meeste prikken immers gezet en schakelen we terug naar de waakstandfase. We hebben wel voorzien dat we fase 2 kunnen aanhouden tot en met eind oktober, indien dit nodig blijkt op basis van actuele cijfers. We gaan dat monitoren en kijken of we toe komen met die maand of dat we toch iets meer tijd nodig hebben in fase 2.
Wat de financiering betreft: de vergoeding van de kosten die lokale besturen maken voor infrastructuur en uitbating van een vaccinatiecentrum, wordt afgestemd op dit op- en afschakelplan. Voor de vergoeding van de kosten van fase 2 zullen we een subsidie toekennen van 1,50 euro per inwoner per maand. Voor fase 0 en 1 bedraagt de financiering respectievelijk 0,19 euro per te vaccineren inwoner per maand en 0,75 euro in fase 1. (N.v.d.r.: Het kabinet van minister Somers heeft gevraagd de volgende rechtzetting aan het verslag toe te voegen: “Voor fase 0 en 1 bedraagt de financiering respectievelijk 0,19 euro per inwoner per maand en 0,75 euro in fase 1.”) Belangrijk hierbij is dat de modaliteiten van de subsidies niet wijzigen ten opzichte van de voorgaande perioden.
Penhoudende gemeenten krijgen nog steeds een forfaitair bedrag per te vaccineren inwoner van de betrokken gemeenten. En bovendien blijft deze financiering een algemeen karakter hebben, wat wil zeggen dat ze niet zal worden teruggevorderd. Dat zorgt ervoor dat gemeenten deze middelen volledig volgens de lokale noden kunnen worden ingezet.
De planlast blijft minimaal. Dat is absoluut noodzakelijk gezien de inspanningen die we al vragen van de lokale besturen, bijvoorbeeld in de Oekraïnecrisis. Op die manier bieden we de gemeenten zekerheid en tonen we ons vertrouwen in hen om de middelen op een goede manier te besteden volgens de plaatselijke context.
Hoe ondersteun ik de lokale besturen? Het is inderdaad mogelijk dat er in de toekomst nog heropstart- of opschalingsmomenten komen, bijvoorbeeld naar aanleiding van massale virusuitbraken of de verspreiding van nieuwe virusvarianten. Om grote groepen van de bevolking op korte termijn efficiënt en gestructureerd te kunnen vaccineren, is de nodige operationele, logistieke en technische knowhow noodzakelijk. De kennis en expertise die werd opgedaan tijdens de voorbije campagnes moeten daarom beschikbaar blijven om bij crisissituaties een snelle opschaling te kunnen garanderen.
De schaalbaarheid van de vaccinatiecentra is daarbij een sleutelbegrip voor de Vlaamse Regering. Als je van nul moet beginnen, zal dat veel extra tijd vragen op momenten van crisis. Daarom hebben we eerder dit jaar dat op- en afschalingsplan ontwikkeld. Vertrekkende vanuit een waakstandfase kunnen we opschalen wanneer dat nodig is. Op die manier bieden we ook duidelijkheid en zekerheid aan onze lokale besturen, die vanaf de start van de vaccinatiecampagne een heel goede partner zijn geweest. U hebt er zelf al naar verwezen.
Kortom, met dit plan weten gemeenten wat er van hen verwacht wordt, wanneer ze in actie moeten komen en hoe ze gecompenseerd worden voor hun inspanningen.
De vaccinatiecampagne is een gigantisch succes geweest. Daarom is het niet wenselijk om het plan van aanpak en cours de route te wijzigen. Zeker omdat de lokale besturen nu ook de handen vol hebben met het beheersen van de opvang van tijdelijk ontheemden uit Oekraïne. Daarom moeten we als Vlaamse Regering voorzien in zekerheid, stabiliteit en voorspelbaarheid in de aanpak.
Momenteel loopt dit plan tot het einde van dit jaar, maar we zullen in het najaar binnen de Vlaamse Regering een evaluatie maken en bekijken hoe we deze uitdaging verder zullen aanpakken in 2023. Dat hebben we zo afgesproken binnen de Vlaamse Regering.
Mijnheer Warnez, ik hoop dat ik daarmee een antwoord heb gegeven op uw vragen.
Laat uw oordeel, horen, mijnheer Warnez.
De heer Warnez heeft het woord.
Minister, u hebt een antwoord gegeven, maar ik heb toch nog een vraag. Het is belangrijk dat u aanhaalt dat er continuïteit is in die vaccinatiecampagne. We hebben gezien dat die goed gelopen heeft. We mogen het plan van aanpak niet en cours de route veranderen, dat is een terechte zorg die u hebt.
Ik las in de pers dat de federale minister van Volksgezondheid wel een aanpassing van het plan ziet. Hij zou namelijk de logistieke partner wijzigen die verantwoordelijk is voor de levering, de stockage en het transport. Vanuit Vlaanderen zou er angst zijn dat dat misschien niet zo goed zou lopen. In elk geval betekent dit voor de lokale besturen dat ze op zijn minst met andere mensen moeten samenwerken. Dat lijkt mij wat bizar.
Ik heb gezien dat er deze ochtend een flash is verstuurd voor een nieuw webinar met de lokale besturen. Zullen u en de diensten ook bespreken of het veranderen van die logistieke partner al dan niet een probleem kan vormen? Ik dank u.
De heer Van Miert heeft het woord.
Collega Warnez, dat is een heel terechte en actuele vraag. Ook bij onze diensten is er wat bezorgdheid. Het is een verlofperiode. Als we nu opnieuw de hele zaak moeten opstarten met mensen die in vakantie zijn, opnieuw prijzen moeten vragen, locaties moeten zoeken … Er komt weer heel wat werk bij kijken. Maar minister, ik ben wel heel tevreden dat we de ingeslagen weg blijven volgen, dat we dus de lijn die we getrokken hadden, blijven volgen.
Maar ik heb toch een vraag – ik heb het er net ook met een collega over gehad – over de vrijwilligers die massaal te hulp geschoten zijn in de vorige campagnes. Heel veel van die mensen zitten tegen de grensbedragen aan van wat zij kunnen bijverdienen als vrijwilliger. We hebben nu al de eerste signalen gekregen van mensen die dreigen af te haken door het grensbedrag dat zij bereikt hebben. Ze mogen dat natuurlijk niet overschrijden. Is er al over nagedacht om eventueel een oplossing te zoeken voor de mensen die in die situatie verkeren?
Minister Somers heeft het woord.
Hartelijk dank voor de drie concrete vragen en de positieve basishouding ten aanzien van deze uitdaging.
Mijnheer Warnez, eerst en vooral wat de medische logistiek betreft: u verwijst naar de discussie, dat het federale niveau dus geen andere partner neemt. Heel de discussie over de medische logistiek zit bij minister Crevits. Ik wil daar graag met haar eens contact over opnemen, maar misschien is het interessant om die vraag eens in haar commissie te stellen.
Twee, de webinar die morgen plaatsvindt, waar vandaag een flash voor verstuurd is, is er om aan de lokale besturen dit nieuw financieringsmodel goed uit te leggen, dat ze goed mee aan boord zijn, dat ze goed weten wat er van hen verwacht wordt. Er wordt ook uitgelegd wanneer we opnieuw gaan opschalen voor die vaccinatiecentra, zodat men echt weet waar men aan toe is.
Drie, mijnheer Van Miert, uw vraag is heel terecht. Vrijwilligers zitten stilaan aan hun plafond, aan hun maximum. Dat is natuurlijk in wezen federale regelgeving, maar ik wil me wel engageren om ter zake contact op te nemen met de federale collega’s en dat probleem voor te leggen en te vragen of in dezen geen ad-hocoplossing denkbaar is. De discussie over het optrekken van vrijwilligersvergoedingen is een breder debat, maar misschien moet men dat ook bekijken in deze specifieke context, of dat mogelijk is. Ik kan daar niet geïmproviseerd op antwoorden. Maar ik wil die problematiek zeker meenemen en terecht aankaarten bij de federale collega’s. Mijnheer Van Miert, het normale plafond voor vrijwilligers is al specifiek verhoogd in de vrijwilligerscentra, maar dit zit misschien opnieuw aan een plafond. We gaan dat dus opnieuw bekijken.
De heer Warnez heeft het woord.
Minister, u neemt me de woorden uit de mond. Ik wou ook net zeggen dat er inderdaad een verhoging is naar die 2200 euro. Dat is een belangrijke verhoging geweest in de vorige campagnes. Het is inderdaad wel goed om te bekijken of dat voldoende is. Dat moet inderdaad meegenomen worden naar het federale niveau. Want de vrijwilligers zijn toch de basis van alles geweest in de vaccinatiecentra.
Minister, dank voor de ondersteuning die u biedt aan de lokale besturen. Ze zijn onze primaire partner en onze sleutel tot succes, opnieuw ook in deze case.
De vraag om uitleg is afgehandeld.