Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
De heer Warnez heeft het woord.
Deze vraag gaat over de vertegenwoordiging van vrouwen in het Vlaamse top- en middenkader.
In uw beleidsnota hebt u aangegeven, minister, dat u wilt streven naar een evenwichtige participatie en vertegenwoordiging door mannen en vrouwen in alle maatschappelijke en politieke geledingen. Dit strookt met het diversiteitsbeleid van de Vlaamse overheid – u zou niet anders durven, minister –, dat stelt dat 40 procent van de middenkader- en topfuncties moet worden ingevuld door vrouwen.
Er is goed nieuws: uit de personeelsbalans 2021 blijkt dat dit doel gehaald is. De functies die door vrouwen worden ingevuld, zijn voornamelijk gesitueerd in de departementen Onderwijs en Vorming en Financiën en Begroting. Deze cijfers geven aan dat het de goede kant op gaat met de gendergelijkheid, alhoewel dat niet helemaal waar is als we naar het topmanagement kijken. Daar werden slechts 18 vrouwen ten opzichte van 41 mannen aangeduid. Dat wil zeggen dat het over een derde vrouwen gaat, en dat is ver van het streefcijfer van 40 procent.
Enkele maanden geleden hebt u in de commissie van 8 maart 2022, op aangeven van een vraag van collega Sminate, gezegd dat u tegen de zomer de cel diversiteit van de Vlaamse overheid een nieuw elan wilde geven en hen beter wilde wapenen voor de complexe uitdagingen waar de Vlaamse overheid voor staat. Nu het ongeveer zomer is, minister, zijn dit mijn vragen.
In het licht van deze cijfers, wat is het plan van aanpak van de minister, specifiek inzake de positie van vrouwen in top- en middenkaderfuncties binnen de Vlaamse overheid? Welke concrete maatregelen overweegt u om het streefcijfer van 40 procent alsnog te behalen?
Hoe evalueert u de huidige resultaten? Ziet u nood aan bijsturing? Zo ja, waar?
Welke concrete voorstellen hebt u om, na het behalen van een evenwichtige participatie en vertegenwoordiging in zowel het middenkader als in topmanagement, deze verdeling te bestendigen en te behouden?
Minister Somers heeft het woord.
Het valt op dat er bezoek is, want u bent zeer gedreven bezig met uw vraagstelling. (Gelach)
Ik eis een rechtzetting: ik ben altijd zeer gedreven, minister. (Gelach)
Nu ben ik eens positief!
Alle gekheid op een stokje: bedankt voor uw vraag. U verwijst naar collega Sminate, maar ik herinner er u aan dat ook collega Moerenhout hier begin februari 2022 een vraag over heeft gesteld. Ik heb toen aangegeven dat ik het, samen met mijn collega’s in de Vlaamse Regering, belangrijk vind om te werken aan een representatieve overheid. Diversiteit in ons personeelsbestand is een onderdeel daarvan. Zeker met de krapte op de arbeidsmarkt hebben we iedereen nodig. Bovendien zal een divers samengestelde personeelsploeg ook zorgen voor een betere dienstverlening. Dat blijkt uit heel veel, ook internationaal, onderzoek.
In mijn antwoord van februari 2022 heb ik verwezen naar het meerjarenprogramma ‘Gender in Topkader’. Met dat programma hebben we een meervoudige aanpak van motoring, sensibilisering, competentieversterking en inclusieve, objectieve en transparante selectieprocedures. Het programma heeft al een aantal heel concrete acties opgeleverd. Ik geef een aantal voorbeelden. We houden een interne zoektocht waarbij we potentiële kandidaten binnen de Vlaamse overheid gericht contacteren bij vacatures om hen aan te moedigen om te solliciteren. We hebben een aanbod rond leiderschapsontwikkeling en leiderschapscoaches. We passen ons taalgebruik aan in onze vacatures zodat we vrouwen, maar ook personen uit andere kansengroepen, meer aanzetten voor een topfunctie. En we hebben een aanbod van mentorship waarbij acht topambtenaren personen uit het middenkader begeleiden bij de volgende stappen in hun loopbaan. Dat zijn dus toch wel een aantal zeer concrete stappen.
Maar u hebt gelijk: op het vlak van topfuncties is het genderevenwicht nog niet bereikt. We hebben doorheen de jaren toch al een mooie evolutie doorgemaakt. Ik geef u twee cijfers. In 2016 waren er 22,7 procent vrouwen in het topmanagement, vandaag is dat 30,5 procent. Op vijf jaar tijd is dat toch een stap vooruit. Dat is niet niets: iets meer dan een op de vijf, nu bijna een op de drie.
De implicatie van het streefcijfer van 40 procent voor topmanagement is namelijk – en dat maakt het wat moeilijk – dat we van 18 vrouwen op maar 59 functies – het gaat over een kleine groep – moeten evolueren naar minstens 24 vrouwen. We kunnen dat natuurlijk maar doen op het moment dat er vacatures zijn – in zo’n groep valt niet elke week een vacature –, zoeken naar kandidaten die er als beste uit komen en tevens vrouw zijn. Dit jaar en de komende jaren komen er meerdere topfuncties vrij. Gezien het relatief lage aantal functies in topmanagement heeft elke vacature een impact, zoals ik u net vertelde.
De evolutie naar meer vrouwen in het topkader is gestaag, maar ik geef toe dat bijkomende acties nodig zijn om deze positieve evolutie gaande te houden en te versnellen. Er zijn natuurlijk ook dames in topfuncties die op pensioen gaan, en omdat we niet kiezen voor positieve discriminatie, kan een vrouw potentieel nog altijd vervangen worden door een man. Het vraagt dus extra acties. Daarom gaan we dit en volgend jaar nog een aantal gerichte acties ondernemen: een inspirerende podcastreeks met topvrouwen over diverse leiderschapsthema’s, een netwerk voor top- en middenkader, een onderzoek naar het opzetten van een interne ‘search’-databank met sollicitanten uit vorige selectieprocedures van het topkader en een onderzoek naar positieve acties in het rekruterings- en selectieproces van topfuncties.
Ik kan u ook meedelen dat de Vlaamse Regering de vacature voor de Vlaamse diversiteitsambtenaar afgelopen week heeft goedgekeurd en deze gepubliceerd is. Ik heb het functieprofiel van deze functie tijdens het voorjaar versterkt, met bijkomend een betere verloning, om die positie binnen het geheel van het topkader te versterken, zodat ze met meer gezag en autoriteit kan handelen en optreden. Ik kijk ernaar uit om samen met de nieuwe diversiteitsambtenaar aan de slag te gaan om het programma te bestendigen en nieuwe acties uit te werken.
De heer Warnez heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord.
Ik denk dat het inderdaad niet te miskennen valt dat er al heel wat stappen genomen zijn, dat de cijfers dat eigenlijk ook wel bewijzen en dat het een lange weg is om – zeker in het topmanagement – meer vrouwen op die posities te hebben. Het is dus goed dat dat allemaal gebeurt.
Wat die topfuncties betreft, er zijn er een aantal vrijgekomen de afgelopen tijd en er zullen er nog een aantal vrijkomen. Gewoon om wat inzicht te krijgen, stellen vrouwen zich daar minder snel kandidaat voor of zit het probleem in de selectie? Zit het bij de start of eindigen er gewoon minder vrouwen? Misschien weet u dat niet vanbuiten. Zijn er minder vrouwen die zich kandidaat stellen voor topfuncties of is dat niet zo?
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer Warnez, ik wil u dit antwoord ook schriftelijk overmaken, maar het is alleszins zo dat bij de eindselectie, wanneer de kandidaten die in de laatste ronde overblijven – dat zijn er soms twee, soms drie, vier of vijf – zichzelf voor de kern van de Vlaamse Regering komen voorstellen – want het is uiteindelijk de Vlaamse Regering die hen benoemt – vrouwen ondervertegenwoordigd zijn. Waar ik niet op kan antwoorden, is of ze al bij de start ondervertegenwoordigd zijn. Dat moet ik nakijken en navragen. Dan kan ik u dat ook bezorgen. Maar het is alleszins zo dat wanneer er een functie openstaat, er bij de mensen die wij, als Vlaamse Regering, zien, een duidelijke ondervertegenwoordiging is van vrouwen. Ik weet niet of dat het gevolg is van al aan de start met minder vrouwen te zijn of dat het door de selectieprocedure zelf komt. We gaan dat zeker laten nakijken en zullen die cijfergegevens via de commissievoorzitter aan iedereen overmaken. Het lijkt me inderdaad interessante materie en een interessant gegeven om naar te kijken.
De heer Warnez heeft het woord.
Ik dank de minister voor zijn antwoord en zijn inspanningen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.