Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer De Witte heeft het woord.
Minister, ongeveer een jaar geleden, op 18 juni 2021, stortte in Antwerpen een schoolgebouw in aanbouw in. Vijf bouwvakkers die aan het werk waren op de werf, lieten het leven bij dit ongeval. Het onderzoek naar de precieze oorzaak van dat ongeval loopt nog steeds, maar het ongeval bracht sowieso al het probleem van de sociale dumping en de schijnzelfstandigheid in beeld. In de plenaire vergadering van woensdag 23 juni 2021 gaf toenmalig minister van Werk Hilde Crevits aan dat ook de Vlaamse sociale inspectie, samen met de federale sociale inspectie, werkt aan controles op sociale dumping. Ze verklaarde toen dat de Vlaamse en de federale diensten beter gecoördineerd zouden worden en er indien nodig extra mensen zouden worden ingezet om controles te doen in de nabije toekomst.
Sinds de ramp in Antwerpen kwam het thema van sociale dumping en de sociale inspectie, die de controles doet op sociale dumping, nog een aantal keer breder aan bod in de media. Zo was er heel het probleem bij PostNL, reportages in de kranten en op tv, de invallen bij de pakjesbedrijven en het debat over de sociale dumping in die sector en de wantoestanden bij werknemers van hier en werknemers uit andere landen. Naar aanleiding van die gebeurtenissen deed minister Crevits ook een oproep tot meer controles en een goede samenwerking met de federale inspectie. Op 5 april 2022 kondigde de minister naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne, waarbij we nog veel meer arbeidsimmigratie verwachtten, aan tien nieuwe sociaal inspecteurs te zullen aanwerven.
Minister, bent u van mening dat de Vlaamse inspectie op dit moment voldoende slagkracht heeft om ervoor te zorgen dat sociale dumping en andere misbruiken drastisch teruggedrongen worden in de sectoren waarvoor ze bevoegd is? Zijn er volgens u sinds de ramp in Antwerpen en de uitspraken van uw voorganger, minister Crevits, in de plenaire vergadering van 23 juni 2021 voldoende stappen gezet wat betreft de coördinatie tussen de Vlaamse en de federale inspectiediensten? En zult u bijkomende investeringen doen om de Vlaamse sociale inspectie te versterken?
Minister Brouns heeft het woord.
Collega De Witte, ik ben er net als u van overtuigd dat sociale dumping en andere inbreuken op de sociale wetgeving zeer streng moeten worden aangepakt. Daar bestaat geen twijfel over. De Vlaamse sociale inspectie richt zich binnen onze bevoegdheden voor een groot deel op de bestrijding van sociale dumping en andere misbruiken. Vorig jaar zette de Vlaamse sociale inspectie 40 procent van haar personeelsmiddelen in op de controle van tewerkstelling van buitenlandse werknemers en zelfstandigen en op uitzendactiviteiten. Het is namelijk in die materies dat de Vlaamse inspecteurs sociale dumping kunnen opsporen en mee helpen bestrijden.
Ik zeg ‘mee helpen bestrijden’, want vanuit Vlaanderen alleen zullen wij de sociale dumping niet drastisch kunnen terugdringen. Veel van de misbruiken situeren zich op het vlak van verloning en ontduiking van sociale lasten, wat federale bevoegdheden zijn. Daarom werkt de Vlaamse sociale inspectie samen met haar federale collega’s, zowel op het vlak van de uitvoering van gezamenlijke controles als op het vlak van kennis- en informatiedeling. Daar zijn veel goede en mooie voorbeelden van, zoals de Arrondissementele Informatie- en Expertisecentra (ARIEC’s), die samenwerken met lokale besturen, politie en justitie, maar ook met alle inspectiediensten die er in dit land zijn, en die grootschalige flexacties opzetten om onder andere dit soort misbruiken op te sporen. Ik vind dat goede voorbeelden waar de sociale inspectie en andere inspectiediensten de handen in elkaar slaan, waarbij onder andere sociale dumping, mensenhandel en andere zaken naar boven komen. Ervaringen van op het terrein wijzen inderdaad op het belang van een goede samenwerking tussen alle inspectiediensten, zeker ook de sociale.
Met betrekking tot de samenwerking tussen de regionale en de federale sociale inspectie werd eind 2020 een samenwerkingsprotocol afgesloten tussen de regionale sociale inspectiediensten en de federale arbeidsinspecties ‘toezicht op de sociale wetten’ en ‘toezicht op het welzijn op het werk’, nog voor de gebeurtenissen in Antwerpen, waar u naar verwees. Samenwerking is immers een van de elementen waarmee we onze inspectiedienst efficiënter willen inzetten. Dat protocol beoogt naast kennis- en informatie-uitwisseling ook het verlenen van wederzijdse ondersteuning bij inspecties, met als doel misbruiken beter te kunnen bestrijden. Daarbij gaat ook aandacht naar de werkomstandigheden waarin de werknemers worden tewerkgesteld.
Als gevolg van dat protocol en naar aanleiding van de tragische gebeurtenissen in Antwerpen worden er specifieke controles georganiseerd in de bouw, gericht op veelal buitenlandse uitzendkantoren en de gedetacheerde werknemers, waarbij de collega’s van het toezicht op het welzijn op het werk in het bijzonder letten op de veiligheid op de werven.
Naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne werd inderdaad beslist om de Vlaamse inspectie minstens tijdelijk uit te breiden met tien extra voltijds equivalenten. De aanwerving van die inspecteurs is volop bezig. Daar heb ik ook al op geantwoord in eerdere vragen. Daarnaast werken we aan een herziening van het samenwerkingsakkoord tussen de regionale en de federale sociale inspectiediensten. Zo verdiepen we de samenwerking tussen de federale en regionale inspecties nog verder, ook op het niveau van de Benelux.
Uiteindelijk is het doel om ook maximaal de mogelijkheden van digitalisering in te zetten. Ik denk dat daar ook al wat good practices zijn om info en data te delen. Het gaat dan inderdaad om het koppelen van databanken om inbreuken automatisch op het spoor te komen. Zo is er het misdaadpreventieplatform dat op dit moment door collega Demir in tien Vlaamse steden en gemeenten proefondervindelijk wordt uitgerold en waarbij ook heel wat inbreuken op arbeidssituaties worden vastgesteld en sociale dumping kan worden voorkomen.
Door in te zetten op die verschillende sporen, zetten we heel breed in op de strijd tegen sociale dumping en sociale inbreuken.
Naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne werd inderdaad beslist om de Vlaamse Sociale Inspectie minstens tijdelijk uit te breiden met tien extra voltijdse equivalenten. De aanwerving van inspecteurs is volop bezig. Daar heb ik ook al op geantwoord in eerdere vragen. Daarnaast werken we aan een herziening van het samenwerkingsakkoord tussen de regionale en de federale sociale inspectiediensten. Zo verdiepen we de samenwerking tussen de inspecties nog verder, ook op het niveau van de Benelux.
Uiteindelijk is het de bedoeling om maximaal de mogelijkheden van digitalisering in te zetten. Er zijn good practices om info en data te delen. Het gaat dan over de koppeling van databanken om inbreuken automatisch op het spoor te komen. Zo is er het misdaadpreventieplatform dat op dit ogenblik door minister Demir in tien Vlaamse steden en gemeenten proefondervindelijk wordt uitgerold en waarmee heel wat inbreuken op arbeidssituaties worden vastgesteld en sociale dumping kan worden voorkomen.
Door in te zetten op die verschillende sporen, zetten we heel breed in op de strijd tegen sociale dumping en sociale inbreuken.
De heer De Witte heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Ik hoor dat u veel belang hecht aan de sociale inspectie, net als wij.
Samenwerking en digitalisering zijn belangrijke elementen om te versterken, maar de aantallen zijn toch nog altijd zeer beperkt. Sta me toe om die vraag te herhalen: wilt u dat verder uitbreiden? Kunt u ook meer informatie geven over die tien nieuwe inspecteurs? Zijn ze er al? Wanneer komen ze juist? Zijn ze tijdelijk of permanent?
Wat zijn de vooruitzichten omtrent de arbeidsimmigratie vanuit Oekraïne? De laatste artikels die ik hierover las in De Tijd spraken erover dat velen zullen blijven.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik dank collega De Witte voor de interessante vraag en de minister voor het zeer boeiende antwoord.
Ik wil de dingen een klein beetje in perspectief plaatsen. Het is wel zo dat de bevoegdheden van de Vlaamse Sociale Inspectie vrij beperkt zijn. Dat gaat over illegale tewerkstelling, arbeidsgerelateerde discriminatie, over private arbeidsmarktbemiddeling, over dienstencheques, taalwetgevingen, arbeidsrelaties en subsidie- en activeringsmaatregelen en ook over een stukje sociale economie. Veel van de vreselijke zaken die recent in de actualiteit werden opgesomd, zijn nog altijd de bevoegdheid van de federale sociale inspectie. Het zou ideaal zijn, mochten die bevoegdheden overkomen naar Vlaanderen. Dat zou ons alleszins al toelaten om veel korter op de bal te spelen. Vandaag is dat niet het geval en moeten we werken in de constellatie waarin we zitten. Ik heb de indruk dat men op het niveau van de Vlaamse inspectie hard zijn best doet naar de foute zaken te speuren.
Ik kan alleen aangeven dat ook onze fractie keihard wil zijn ten aanzien van wie er de kantjes van afloopt, zeker in het geval van Oekraïners die naar hier gekomen zijn en die bij malafide gastgezinnen zijn terechtgekomen en in totaal foute omstandigheden aan de slag zijn geholpen. Het gaat over praktijken van dagcontracten die nog altijd worden toegepast en andere. Ik wil namens onze fractie zeker bijtreden dat we daar keihard voor moeten zijn. Als daar extra mankracht voor nodig zou zijn, dan gaan we dat toejuichen, maar wel altijd met de nuance in dit debat, dat we maar daar kunnen werken waar we bevoegd zijn met betrekking tot die inspectie.
Minister Brouns heeft het woord.
Ik vind het een heel interessante vraag. Het sluit wat aan bij mijn verleden, in allerhande opzichten. Het gaat er wel degelijk over om zo snel mogelijk een onderscheid te kunnen maken tussen degenen die malafide dan wel bonafide intenties hebben. Uw vraag naar capaciteit is op zich ook terecht, maar het antwoord daarop is ook eerlijk: het gaat over een tijdelijke aanwerving, voor een jaar, van tien mensen. Er zijn er nu twee aangeworven.
Ik wil toch vooral wijzen op het aspect van data. Vandaag zijn er zoveel publieke databanken beschikbaar en die kunnen we slim koppelen. Ik kan bijvoorbeeld verwijzen naar Graydon, dat moet u maar eens opzoeken. Men noemt het nu een misdaadpreventieplatform, dat klinkt nogal zwaar, maar het laat ons toe om niet naar een speld in een hooiberg te moeten zoeken en de bestaande, beschikbare capaciteit van de inspectie- en politiediensten en van justitie veel gerichter in te zetten op de bedrijven die verkeerde intenties hebben, ook op het vlak van sociale dumping.
Er bestaan vandaag heel wat mooie voorbeelden. Collega Demir heeft het opgepikt vanuit haar Vlaamse bevoegdheden, maar er zitten natuurlijk ook databanken in die de Vlaamse bevoegdheden overstijgen, wat op zich geen probleem is. De Vlaamse lokale besturen en departementen kunnen daarmee aan de slag.
Ik geloof dus heel sterk in zo’n platform, ook vanuit economisch oogpunt, rond bedrijven met verkeerde bedoelingen, die mensen in onjuiste arbeidsomstandigheden willen tewerkstellen. Ik denk dat daar dus misschien nog kansen liggen, ook voor jullie hier in het parlement, om daar verder mee aan de slag te gaan, in functie van eerlijke en correcte arbeidsomstandigheden en om sociale dumping tegen te gaan.
De heer De Witte heeft het woord.
Ik ga zeker eens kijken naar Graydon. Ik kende het nog niet, maar ik ondersteun uw punt dat data heel belangrijk zijn. Daarnaast denk ik dat we ook echt mensen nodig hebben. Ik ga dus akkoord met u, collega Ronse, dat die bevoegdheidsverdeling absurd is. We hebben een andere visie over welke richting het dan wel moet uitgaan, maar nu is het absurd.
Zelfs als we de inspecteurs samentellen die er zijn in Vlaanderen – of in België, dus in de gewesten – en op het federale niveau, dan komen wij aan ongeveer 150 inspecteurs. Als het gaat over het aantal inspecteurs per 20.000 werknemers bengelen we dus helemaal achteraan in Europa. Het spijt me: ik vind het dan wel jammer, minister, dat er blijkbaar geen ambitie is om dat aantal uit te breiden. Er is een tijdelijke ambitie en er was een heel kleine stijging in het laatste jaar – er zijn er 4 of 5 bijgekomen op Vlaams niveau –, maar een beetje toevoegen aan veel te weinig is nog altijd veel te weinig.
De vraag om uitleg is afgehandeld.