Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer D’haeseleer heeft het woord.
Minister, op 19 februari 2022 tijdens de plenaire zitting heb ik u bevraagd over de onduidelijkheid die ontstaan was rond de aanwending van een budget van ongeveer 500 miljoen euro aan leningsmachtigingen voor sociale woningbouw en de renovatie ervan. De onduidelijkheid werd gecreëerd door de verschillende opinies van u en uw coalitiepartners over hoe dit budget zou kunnen worden aangewend.
Tijdens de commissie van 24 februari gaf u aan dat het overleg nog liep binnen de regering en dat er nog niet veel toelichting zou kunnen worden gegeven. U zei dat iedereen uw voorstel kende en dat het nu aan de Vlaamse Regering zou zijn om te beslissen hoe er zou mee worden omgegaan. We zijn intussen mei, de tijd begint te dringen voor een concrete beslissing. Er moeten nog een regeling en voorwaarden worden uitgewerkt, we staan bijna voor het reces, de tijd dringt.
Hoe zit het met dat overleg in de regering? Is er al duidelijkheid over het ongebruikte budget aan leningsmachtigingen? Zo neen, wanneer wordt die duidelijkheid verwacht? Is er überhaupt nog iets te verwachten van de Vlaamse Regering op dat vlak? Zo ja, kunt u omschrijven waarvoor het budget zal worden aangewend?
U hebt in de commissie gezegd dat u in 2021 gewerkt hebt met het overschot van 2020 en dat u in 2020 op een berg geld zat van 2 miljard euro aan leningsmachtigingen. Hoe groot schat u zelf het overblijvende budget aan leningsmachtigingen in?
Aangezien u zelf aangeeft dat het voorziene budget nooit volledig besteed raakt, zal het budget verlaagd worden om op andere vlakken in te zetten om andere dossiers zoals bijvoorbeeld het tekort aan noodwoningen sneller op te lossen? Is er al duidelijkheid over uw initiatieven op dat vlak?
Minister Diependaele heeft het woord.
Ik zal eerst de cijfers geven. U weet hoe het werkt: op één jaar wordt een bedrag aan leningsmachtigingen gereserveerd – dat is geen geld dat daar concreet ligt – om aan de sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s) te geven. Wordt dat niet opgebruikt, dan gaat het naar het volgende jaar. In dat jaar begin je met die machtigingen op te gebruiken voor je de nieuwe machtigingen aanspreekt. Je mag ze immers geen derde jaar meesleuren. Je moet altijd eerst de oude machtigingen opgebruiken.
Zo hebben we altijd een cumul gehad, maar vorig jaar hebben we nog alles kunnen opgebruiken. In 2021 hadden we een overdracht van 2020. Dat is net volledig opgebruikt. Van het bedrag voorzien voor 2021 hebben we 8 miljoen euro opgebruikt. Dat is zeer weinig tegenover het budget van 1,1 miljard euro dat er lag, want door de relance was er nog bij gekomen. Dat is bitter weinig.
Nagenoeg het volledige bedrag – 98 of 99 procent – van het bedrag van 2021 gaat door naar 2022. Dit jaar hebben we ook nog eens 900 miljoen euro liggen. Dat betekent dat we dit jaar 2 miljard euro – 27,914 miljoen euro – beschikbaar hebben aan FS3-leningen (financiering sociaal wonen). Dat is wat we dit jaar zouden moeten opgebruiken om te vermijden dat dit verloren gaat. Van 2021 is dat 1,123 miljard euro, en wat we daarvan niet gebruiken, gaat definitief verloren. Dat is begrotingstechnisch, we kunnen dat maar twee jaar meenemen. Dat zijn de achtergrond en de cijfers.
Dan kom ik tot uw concrete vragen. Er is alvast eensgezindheid binnen de regering dat de eerste prioriteit is om zoveel mogelijk budget voor sociale huurwoningen te benutten en dus zoveel mogelijke bijkomende sociale huurwoningen te bouwen of te renoveren. We hebben daarvoor al een aantal maatregelen genomen. Ik zet die nog eens op een rij. Er is sinds vorig jaar een wekelijkse beoordelingscommissie in plaats van om de vier maanden. Er zijn nieuwe woonbeleidsconvenanten afgesloten. Er werden nieuwe raamcontracten aan de sector ter beschikking gesteld voor zowel nieuwbouw als renovatie. Er wordt op heel korte termijn een voorbeeldbestek ter beschikking gesteld zodat de SHM's zelf een ‘Design and Build’-procedure kunnen lanceren. Er is een nieuwe simulatietabel goedgekeurd die de SHM's de mogelijkheid geeft om 15 procent meer FS3 te lenen. Dat is nodig door de prijsstijgingen in de bouw. Ik heb innovatieve projecten mogelijk gemaakt die kunnen afwijken van deze simulatietabel en ontwerprichtlijnen. Ik zal de aankoop van woonmodules mogelijk maken om renovatieprojecten te versnellen. Dat is hier eerder al aan bod gekomen. Ik heb de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) gevraagd om de constructieve benadering overheidsopdrachten (CBO) twee keer per jaar te organiseren. Dat was een voorstel van de rondetafel die ik heb georganiseerd om de samenwerking tussen de SHM’s, de sociale verhuurkantoren (SVK’s) en de private sector nog te verbeteren. Verder heb ik het Steunpunt Wonen om twee onderzoeken gevraagd. Het eerste gaat over de doorlooptijden van projecten in de sociale huisvesting en de onderbenutting van de kredieten en het tweede gaat over de innovatie in de sociale woningbouw.
Daarnaast overweeg ik nog andere bijkomende maatregelen, zoals de verdere vereenvoudiging van de procedure voor de goedkeuring van sociale bouwprojecten, onder andere op het vlak van de renovatietoets en de koppeling van de bouw en de infrastructuur. Ik zal de procedure voor de aankoop van bestaande woningen nog beter bekend maken. We hebben bij het Steunpunt Wonen een studie besteld om een systeem uit te werken voor een periodieke indexatie van de grondprijzen, maar ik overweeg om in afwachting de grondprijsplafonds in FS3 al sneller eenmalig te actualiseren om zo de aankoop van bestaande woningen beter mogelijk te maken.
Uw tweede en derde vraag zal ik samen beantwoorden. Ik schat dat er met de huidige budgetten en aan de huidige productie van de sector op het einde van dit jaar een budgetoverschot zal zijn van 1,5 miljard euro. Dat is een deel uit 2021, dat we dan verliezen en een deel van 2022 waaraan we nog niet begonnen zijn maar dat wel doorschuift naar volgend jaar.
Het blijft mijn bedoeling om in te zetten op een nieuw initiatief dat inzet op de uitbreiding van het aanbod aan betaalbare en kwalitatieve huurwoningen. Ik wil de middelen die niet besteed raken voor sociale huisvesting heroriënteren in de richting van instrumenten voor een uitbreiding van het aanbod aan betaalbare en kwalitatieve huurwoningen op de private huurmarkt. Enige tijd geleden heb ik daarover het debat opgestart met de coalitiepartners. We hebben daar al enkele keren over gesproken, maar ondertussen is daar de Oekraïnecrisis tussengekomen, waardoor er meer aandacht gegaan is naar de opbouw van opvangcapaciteit. Het blijft wel mijn ambitie om daaraan verder te werken. Dat blijft dus zeker de bedoeling.
De heer D’haeseleer heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitleg, voor de cijfers en voor alle projecten die u hebt opgesomd. Maar wat mij natuurlijk het meest interesseerde, was het overleg met uw coalitiepartners, omdat dat toch wel de angel was. Ik wil nogmaals verwijzen naar de toch wel stevige kritiek van CD&V-zijde op uw plannen. Dat was eigenlijk het voornaamste doel van mijn vraag en u maakt er zich van af met te zeggen ‘we zijn al een paar keer in debat geweest met onze coalitiepartners maar door de Oekraïnecrisis zijn we wat achterop geraakt. Maar we blijven verder werken.’ Dat is uw antwoord op mijn vraag. Maar dat is natuurlijk de essentie van de zaak. Als u nog veel langer wacht, hoeft u niets meer op te starten en zijn de budgetten inderdaad verloren. Ik vrees, en verwacht, dat er helemaal geen akkoord komt met uw coalitiepartners en dat zij u dat waarschijnlijk ook niet gunnen, gezien de standpunten die ze hebben ingenomen in de plenaire vergadering. Aangezien ik u al een paar keer om de hete brij heen hoor draaien, denk ik dat er helemaal geen akkoord meer komt, zeker niet met CD&V, en dat we op het einde van het jaar dus zullen moeten concluderen dat er een heel pak geld gebruikt zal worden om de schuld van de Vlaamse Gemeenschap minder snel te laten oplopen. Ik denk dat we kunnen concluderen dat er helemaal geen akkoord is met uw CD&V-partners. Het antwoord op mijn vraag bewijst dat.
De heer Veys heeft het woord.
Dank u voor uw antwoorden, minister. U somde een reeks maatregelen op. Ik denk dat het goed is dat u die maatregelen neemt. Ik mis daar wel nog cruciale maatregelen in. We zeggen hier al sinds het begin van deze legislatuur dat het tijd is om een noodprogramma op te starten. U schermt er vaak mee – en daar volg ik u wel in – dat de komst van Oekraïense vluchtelingen geen impact mag hebben op de reguliere, private huurmarkt. Maar het is net daarom, want dat was voorheen ook al een probleem. Het is dus nu wel het moment om door te zetten en effectief het verschil te maken op het terrein. Ik roep u nogmaals op om echt voor dat noodprogramma te kijken. Dat is essentieel. Over zes weken krijgen we nieuwe wachtlijstcijfers. Ik weet niet of die veel gedaald zullen zijn. Ik betwijfel het. Het is nochtans een actualisatiejaar.
Een tweede punt is het responsabiliseren van de gemeenten. Dat hoor ik ook niet in uw maatregelen. Ook daar roep ik u toe op. We hebben het hier vorige week nog gehad over het bindend sociaal objectief. Er zit geen stok achter de deur voor het Vlaamse sociale woningenbouwbeleid. Zolang dat er niet komt, zult u weinig verschil kunnen maken op het terrein.
De FS3-leningen worden te weinig toegewezen. Ik heb de cijfers hier onlangs opgevraagd. We zijn in 2022 nog minder aan het besteden dan in 2021. We zitten dus totaal niet op koers. We zitten nu aan 5 procent van die 2 miljard euro. Dan kunt u twee dingen doen. Ofwel kunt u kijken naar een ander voorstel, het voorstel rond bescheiden wonen of geconventioneerd huren, dat u toch al een maand of vier geleden hebt aangekondigd en waar in de coalitie nog over moet worden gebikkeld, als ik het goed begrijp. Maar de tijd dringt wel. U gaf zelf aan dat een deel van dat budget verloren dreigt te gaan. Maar dat hebt u ook in handen. Dat heb ik al van bij het begin gezegd, toen wij dit dossier op de agenda hebben gezet. Als u in het decreet de overdracht van de middelen naar x plus 2 in plaats van x plus 1 aanpast, gaan de middelen niet verloren. Dan gaan cruciale middelen voor sociale woningbouw, om het verschil te maken voor kwetsbare Vlamingen, niet verloren. U kunt dat doen.
Overweegt u dat te doen, als dat voorstel er niet komt en die onderhandelingen wat spaak lopen? De tijd dringt inderdaad. In die zin heeft de collega gelijk. Er is niet veel tijd meer dit jaar. Ik kan u enkel maar aanmanen om daar spoed achter te zetten. Gaat u dit jaar nog met uw voorstel komen? Of gaat u de termijn verlengen, zodat het geld niet verloren gaat, zodat de budgetten om de kwetsbare Vlamingen te helpen, niet verloren gaan?
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, het zou inderdaad sneu zijn om die ongebruikte budgetten aan leningsmachtigingen verloren te laten gaan.
Mijnheer Veys, u stelt voor om het nog een jaar op te schuiven als men niet tot een akkoord komt, maar dan blijven de budgetten natuurlijk onbenut. Ik denk dat we er baat bij hebben om binnen de meerderheid – en dat is dan bij deze ook een oproep – te zoeken naar dat akkoord, om ze alsnog te kunnen aanwenden, veeleer dan te zeggen dat als we ze niet benutten we ze kwijt zijn en dat we daarom dat systeem dan nog maar met een jaar zullen verlengen. Daarmee helpen we het woonbeleid natuurlijk niet. Ik denk dat de initiële piste van de minister nog altijd de beste is om de middelen dan aan te wenden.
Mijnheer D’haeseleer, het debat in het parlement daarover is inderdaad gevoerd. En het is ook goed dat dat debat gevoerd is, maar ik denk dat de minister daar wel het juiste voorstel heeft gedaan, om de niet-bestede budgetten over te hevelen naar de private huurmarkt, waar ook nog veel mensen in woonnood zitten.
Minister, u sprak over de studie die u besteld had bij het Steunpunt Wonen. Dat is een studie met als doel om ook sneller bestaande woningen te kunnen aankopen. Het is een studie om een periodieke indexatie van de grondprijzen mogelijk te maken en de grondprijsplafonds eenmalig te actualiseren. Dat is allemaal ingewikkelde terminologie, maar de doelstelling is om bestaande woningen sneller te kunnen aankopen. Ook daar zal binnen de meerderheid nog steun moeten worden gevonden voor uw idee, als de studie eenmaal afgelopen is. Dat zijn dus al twee zaken waarvoor wij hopen op goodwill en goede inzichten van de coalitiepartners. Mijnheer D’haeseleer, we delen dus dezelfde bekommernis, maar ik denk dat uw conclusie dat het een dode mus zal zijn, iets te voorbarig is. Ik hoop alsnog op de juiste inzichten binnen deze meerderheid.
Minister Diependaele heeft het woord.
De ondersteuning in de zin van de aanmoediging en het opjagen of wat dan ook begrijp ik helemaal en neem ik voor lief, in die zin dat ik er ook van overtuigd ben. Ik heb ook gezegd dat het de ingesteldheid is van iedereen in de regering dat we sneller meer moeten gaan bouwen. Maar die bouwcapaciteit opdrijven – er is de hervorming die wij doen bij de woonmaatschappijen, maar er zijn ook nog een paar andere zaken richting de lokale besturen en dergelijke meer – is sowieso een werk van lange adem.
Het probleem van die onbenutte budgetten zal zich ook de komende jaren voordoen. Er wordt gezegd dat het dit jaar zal zijn en dat ik dan geen oplossing heb. Ik werk naar een oplossing op lange termijn. Als dat dit jaar niet is, gaan we volgend jaar met exact hetzelfde zitten. Het volledige bedrag van 2022 zal waarschijnlijk naar 2023 gaan. En in 2023 ligt er in onze meerjarenraming ook al een bedrag te wachten, dat is meestal rond de 900 miljoen euro. Volgend jaar zullen we dus opnieuw 900 miljoen euro plus de overschot van 2022 hebben. Elk jaar herhaalt zich dat opnieuw vanaf nu. Vorig jaar was eigenlijk het laatste jaar dat we het vorige nog uitgegeven gekregen hebben. Dus vanaf nu herhaalt dat probleem zich. Zolang we die capaciteit niet opgedreven hebben, blijven we daarmee zitten. Maar dat zal iets over een lange termijn zijn. Mijnheer Veys, ik begrijp ook wel de redenering van uw x plus 2, ik snap dat wel, maar dat helpt niets. Daar gaat het ook helemaal niet over, dat is het punt helemaal niet. Dat gaat alleen maar een excuus zijn in de toekomst om minder centen te voorzien, want er is toch een spaarpot. Het is toch geen verstandig beleid om daar een spaarpot van een paar miljard euro aan te leggen die niet aangesproken wordt? (Opmerkingen van Maxim Veys)
Ja, inderdaad. Maar daar staat natuurlijk een rentebetaling tegenover die we elk jaar moeten doen. Dat geld gaat de komende jaren niet uitgegeven worden, inderdaad. Druk het uit in rentesubsidies, dan blijven die staan en het is onverstandig van een overheid om dat te doen. Dat is wel uw spaarpot die daar staat. Dus in dat oppotten ga ik niet mee. We gaan niet naar x plus 2, x plus 1 is meer dan voldoende. Daar houd ik heel hard aan vast.
Ik heb nog twee zaken. We zijn nu die hervorming aan het doen. Vorig jaar werd er gezegd dat die hervorming in de sociale huisvestingssector ook al impact zou hebben op de bouwcapaciteit. Ik denk dat we ondertussen vanuit de sector bevestigd kregen dat dat eigenlijk maar beperkt was. Maar dit jaar weegt dat wel door, dan zit je echt met die hervorming: vennootschapsrechtelijke structuren die opgericht moeten worden of gesplitst of weet ik wat. Inderdaad, maar ik heb altijd gezegd dat we een pitstop moeten doen om nadien sneller te kunnen verdergaan. Wel, we zijn nu bezig aan die pitstop om nadien die capaciteit omhoog te krijgen. Dit jaar zal dat zich dus zeker aftekenen, dat zal ontegensprekelijk zo zijn.
Wat u zegt over Oekraïne, daar moet je wel mee opletten. Ik heb altijd gezegd: we proberen dat zo veel mogelijk te vermijden. Maar ik heb nooit gezegd dat we dat volledig gaan kunnen vermijden. Wat betreft de Oekraïnecrisis, zeker zoals die zich nu meer en meer aftekent, hebben we de laatste cijfers: het grootste deel van de mensen heeft geen opvangnood en gaat dus door het statuut dat men federaal heeft toegekend. Ze maken geen gebruik van de collectieve opvang die we voorzien. Dat betekent dat de overgrote meerderheid, al dan niet via vrienden of familie, doorstroomt naar de reguliere huizenmarkt. Ik denk dat ik het hier in de commissie al gezegd heb, maar heel die Oekraïnecrisis zal op de huizenmarkt zeer onzichtbaar zijn, omdat je niet direct ziet van waar het komt, maar het zal wel een heel voelbare crisis zijn. Onzichtbaar, maar heel voelbaar. Dat is van in het begin mijn grootste bezorgdheid geweest. Die discussie is gevoerd. Dat is door het statuut dat men onmiddellijk heeft toegekend. So be it, daar moeten we mee aan de slag. Maar dat maakt natuurlijk dat het onmogelijk is om die druk op de reguliere huizenmarkt volledig uit te schakelen. Dat gaat niet. Er is maar één iemand die dat kan, en daar hebben we niet zulke goede contacten mee: dat is Poetin.
Ik denk dat ik daarmee alles beantwoord heb. Dank u wel.
De heer D’haeseleer heeft het woord.
Mevrouw Smeyers zegt mij dat dit nog geen dode mus zal zijn. Maar de mus ligt toch wel op sterven, ze ligt toch al een tijdje in coma. Ik weet ook wel dat het als minister niet gemakkelijk is om toe te geven dat over iets dat met veel bombarie werd aangekondigd, geen consensus zal komen met CD&V. Ik hoop dat u mij de komende maanden zult kunnen verrassen, maar ik vrees er een beetje voor als ik mevrouw Smeyers hoor smeken om goodwill bij de coalitiepartners, vooral CD&V. Dan denk ik dat dat eigenlijk een hopeloze kreet is die duidelijk maakt dat er niets van in huis komt, zeker gezien het feit dat het jaar ook al zo ver gevorderd is.
Ik zou het toch wel betreuren, want iedereen beseft dat de Vlaamse Regering uiteraard geen middelen te veel heeft. Wat u niet opgebruikt voor sociale woningen, zal uiteraard in de kas voor algemene middelen terechtkomen. Daar zult u dan als minister van Begroting – het andere petje dat u draagt – blij over zijn. Maar het is toch wel sneu voor die 173.000 wachtenden op een sociale woning die dan voor een groot stuk in de kou zullen blijven staan en die inderdaad geen boodschap hebben aan het feit dat budgetten worden overgedragen. Budgetten moeten worden uitgegeven. Er moeten sociale woningen gebouwd worden. Er moeten zo weinig mogelijk budgetten overgedragen worden. Ik denk dat dit in ieder geval toch een smet is op het beleid inzake sociale woningen, zeker gezien de crisis op de woningmarkt in het algemeen en binnen de sociale sector in het bijzonder.
Ik zal het in het vervolg via een schriftelijke vraag blijven opvolgen, want ik krijg altijd hetzelfde antwoord van u, minister, als het gaat over een consensus met CD&V – die trouwens vandaag ook heel stil is, maar goed, dat zal ook wel zijn redenen hebben. We zullen het in ieder geval verder opvolgen en hopen dat er niet te veel miljarden verloren gaan voor de sociale woningsector. Ik dank u.
De vraag om uitleg is afgehandeld.