Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, dit is een sector waarin er wel wat leeft op dit moment: de rendabiliteit, noem maar op. U hebt een aantal beslissingen genomen: 16,6 miljoen euro extra om financiële ademruimte te geven, de subsidie per dienstencheque die daardoor met 0,13 euro wordt verhoogd en een volledige indexering. Die financiële ingreep werd on hold geplaatst en gekoppeld aan een sociaal akkoord om de arbeidsvoorwaarden voor de huishoudhulpen gevoelig te verbeteren, terecht trouwens. U stelde ook voor om een sociaal bemiddelaar in te schakelen.
Nu heeft de Vlaamse Regering ook extra middelen vrijgemaakt om de duurder wordende verplaatsingskosten te compenseren. Dat gaat over 30 miljoen euro. Nu is het aan de sociale partners om te beslissen welke sectoren dat zullen ontvangen en te bepalen hoe het zal worden verdeeld. Met de stijgende inflatie en de groei van de lonen wordt de situatie nog precairder voor die ondernemingen. Daarom heb ik toch een aantal vragen.
Minister, welke mogelijkheden ziet u vandaag om tot een oplossing te komen en rust te brengen in de sector? Op welke manier kan dat budget, die 30 miljoen euro een antwoord bieden op de stijgende verplaatsingskosten? Wat is de timing voor het voorstel dat de sociale partners moeten uitwerken? Wat zal de regering doen als er geen sociaal akkoord wordt gevonden?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, dank u wel voor de vraag.
Er zijn spijtig genoeg niet zo heel veel nieuwe ontwikkelingen in de sector. De onderhandelingen met het oog op een sociaal akkoord verlopen nog altijd niet vlot. Ik heb wel regelmatig informeel contact met de sociale partners en ook met het kabinet van minister Dermagne om waar mogelijk de onderhandelingen te ondersteunen. We hebben bijvoorbeeld onderzocht wat de financiële impact van de diverse vragen op de onderhandelingstafel is, waaronder een verhoging van de verplaatsingsonkosten. Dat is eigenlijk om de gesprekken te ondersteunen. U weet immers dat ik geen bevoegdheid heb om over een sociaal akkoord te onderhandelen.
Om de rust in de sector te laten terugkeren, is het vooral belangrijk om dat akkoord te sluiten. Ik zag dinsdag op onze werkgelegenheidsconferentie nog de baas van Federgon. Ik heb hem ook nog eens gezegd hoe belangrijk dat is. De dienstenchequebedrijven zelf vinden dat akkoord ook belangrijk. De stijgende kosten door de inflatie zijn ook een risico voor de leefbaarheid van de sector. Ik steek dat ook niet onder stoelen of banken. Daarom heeft de Vlaamse Regering beslist – en dank ook aan de parlementsleden om dat mee goed te keuren – om de inruilwaarde van de cheques volledig te indexeren, maar zolang dat akkoord niet is gesloten, is er maar een partiële indexatie, dus dat is ook niet positief.
Om de hoge kosten tegen te gaan bij de cheques, zien we dat er iets vaker dan vroeger administratiekosten worden aangerekend. Dat is echter al uitgebreid aan bod gekomen in deze commissie. Ik heb dat ook al beantwoord. We proberen ter zake een kader te scheppen, zonder dat ik dat ga opleggen, omdat dan iedereen plots kosten zal aanrekenen. Ik houd ook de vinger aan de pols bij de sector, maar voor mij is de prioriteit der prioriteiten nu duidelijkheid krijgen over die sociale onderhandelingen.
Ik weet dat u qua karakter ook een beetje ongeduldig bent. Bij mij is dat niet anders, maar ik zit in dezen niet aan het stuur. Ik kan alleen maar ondersteunen waar mogelijk.
De heer Ronse heeft het woord.
Zoals bij zoveel andere zaken omtrent het arbeidsmarktbeleid had ik liever gehad dat u aan het stuur zat. (Opmerkingen van minister Hilde Crevits)
In dezen is dat echter jammer genoeg niet het geval. Het is ook iets heel complex. Het blijft zo dat de Vlaamse Regering, de Vlaamse belastingbetaler recurrent ongeveer 1,4 miljard euro besteedt aan het systeem van de dienstencheques. Dat is iets belangrijks en unieks om de arbeid-gezinssituatie in balans te brengen en te houden. Ik hoop dus toch dat we ter zake snel naar een oplossing gaan die duurzaam en goed is voor de huishoudhulpen en die ook de leefbaarheid en het verdienmodel van dienstenchequebedrijven op lange termijn kan handhaven. Ik kan echter niets anders dan wachten en hopen dat er witte rook komt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.