Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
– Deze vraag om uitleg werd via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Ook dit debat hebben we in het verleden in de commissie al gevoerd. Mijn fractie vindt het neutraliteitsprincipe een van de belangrijkste passages in het regeerakkoord. De Vlaming moet kunnen rekenen op een correcte en neutrale dienstverlening. Een van de centrale speerpunten daarbij is het weren van uiterlijke symbolen van levensbeschouwelijke, religieuze of politieke overtuiging om zodoende partijdigheid te vermijden in het klantencontact.
Ongeveer een half jaar geleden, minister, vroeg ik u naar uw concrete acties om dit principe te verankeren. Toen sprak u uit dat er volop administratief en juridisch onderzoek wordt gedaan om de neutraliteitsverplichting in de deontologische code te kunnen verankeren.
Welke stappen hebt u reeds gezet om de neutraliteit van dienstverlening verder gestalte te geven?
Heeft men al een duidelijk toepassingsgebied in kaart gebracht met betrekking tot welke de personeelsleden rechtstreeks in contact staan met burgers via visueel contact?
Hoever staat het juridisch en technisch onderzoek naar de toepassing van de regelgeving voor de uitzendkantoren, Vlaanderen Connect, en de consultancybedrijven waar de werkgevers de arbeidsvoorwaarden bepalen en niet de Vlaamse overheid?
Wat kan geconcludeerd worden uit het gevoerde onderzoek naar de invoering van de neutraliteitsverplichting bij de reeds in dienst zijnde statutairen en contractuelen en in hoeverre deze in lijn is met de geldende arbeidswetgeving?
Wat is vandaag de concrete timing?
Wanneer mogen we bijkomende acties of een nieuw regelgevend kader verwachten om dit principe verder te verankeren in de werking van de Vlaamse overheid?
Minister Somers heeft het woord.
In de commissie van 5 oktober 2021 vroeg u mij welke concrete acties ik reeds ondernomen heb om dit principe van neutraliteit te verankeren binnen de Vlaamse overheid. Ik heb hier uitgebreid bij stilgestaan. Ik herhaal graag enkele krachtlijnen, aangevuld met bijkomende informatie.
Wat vooreerst het toepassingsgebied betreft, benadruk ik dat de Vlaamse Regering enkel bevoegd is voor het personeelsbeleid van de diensten die vallen onder het Vlaams Personeelsstatuut (VPS). Bij de ruimere Vlaamse overheid zijn er echter heel wat entiteiten waar niet de Vlaamse Regering, maar de gedelegeerd bestuurder en/of raad van bestuur bevoegd is voor het personeelsbeleid. Het gaat dan om de VRT, De Vlaamse Waterweg, het Vlaams Fonds voor de Letteren, De Lijn en dergelijke.
Het regeerakkoord bepaalt dat de neutraliteitsverplichting enkel personeelsleden betreft die vanuit hun functie rechtstreeks visueel klantencontact hebben. Mijn administratie brengt momenteel ook in kaart welke van de vele functies rechtstreeks in contact staan met burgers.
Daarnaast stelt u de vraag wat dit betekent voor externe werknemers zoals uitzendkrachten, informatici van Vlaanderen Connect of consultants enzovoort. De neutraliteitsverplichting kan niet ten aanzien van hen gelden want de werkgevers van deze personen bepalen zelf de arbeidsvoorwaarden van hun personeel, en dus niet de Vlaamse overheid. Het opleggen door de Vlaamse Regering van een dergelijke neutraliteitsverplichting kan in deze gevallen dus niet.
De administratieve en juridische voorbereidingen zijn nog niet afgerond, waardoor ik momenteel nog geen timing kan meegeven voor de implementatie van de neutraliteitsverplichting. Zoals ik bij uw vorige vraag om uitleg hierover heb aangegeven is het regeerakkoord een omvangrijk document, met heel veel ambitieuze werven die we moeten uitvoeren. De voorbije twee jaar hebben we al op heel wat werven gewerkt, zoals een nieuw erkenningsdecreet, een gewijzigd inburgeringsdecreet, de erkenning van de nieuwe participatieorganisatie, een decreet rond de versterking van lokale democratie, de regiovorming en zo verder.
Daarnaast kadert deze oefening ook in het bredere diversiteitsbeleid van de Vlaamse overheid. Hier heeft de regering op 25 februari de beslissing genomen om de positie van de diversiteitsambtenaar vacant te plaatsen en deze inhoudelijk te versterken. U weet dat we de samenwerking met de heer Michiel Trippas, onze vorige diversiteitsambtenaar, hebben moeten verbreken, na een hele tijd afwezigheid wegens ziekte. Dat heeft voor enige vertraging gezorgd, waar we nu doorheen moeten. Door de versterking van de functie, kunnen we de cel diversiteit van de Vlaamse overheid tegen de zomer 2022 een nieuw elan geven en beter wapenen in de complexe uitdagingen waarvoor onze Vlaamse overheid staat, onder andere ook deze.
Een nieuw en belangrijk gegeven waarmee mijn administratie ook rekening moet houden bij haar voorbereidend onderzoek is de uitspraak van 3 mei 2021 van de Brusselse arbeidsrechtbank in de zaak van de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB. In deze zaak heeft de Brusselse rechtbank de MIVB in een vonnis van 17 pagina’s veroordeeld wegens een dubbele discriminatie omdat, zoals zei zeiden, een neutraliteitsverplichting die hoofdzakelijk vrouwen treft indirecte discriminatie is op basis van gender, en een neutraliteitsverplichting die hoofdzakelijk levensbeschouwelijke symbolen treft directe discriminatie is op basis van geloofsovertuiging. De arbeidsrechtbank oordeelde bovendien dat de toepassing van het neutraliteitsprincipe door de MIVB indruist tegen haar streven naar diversiteit dat ze als openbare instelling als erg belangrijk beschouwt en uitdraagt. Het voeren van een diversiteitsbeleid staat volgens de rechtbank haaks op de invoering van een neutraliteitsverplichting, volgens de rechter.
Ik geef nog mee dat dezelfde Brusselse arbeidsrechtbank ook in 2015 de Brusselse publieke arbeidsbemiddelaar Actiris wegens discriminatie heeft veroordeeld, voor de invoering van een gelijkaardige neutraliteitsverplichting. Actiris zag zich, net zoals recent de MIVB, verplicht om zijn neutraliteitsverplichting af te voeren. Met het vonnis van de Brusselse arbeidsrechtbank dient in elk geval rekening te worden gehouden. We mogen hier niet lichtzinnig overheen gaan, aangezien een mogelijke betwisting van een Vlaamse neutraliteitsverplichting door dezelfde Brusselse arbeidsrechtbank zal worden behandeld, omdat de zetel van de Vlaamse Regering en haar entiteiten ook in Brussel is gelegen.
Mevrouw Sminate, ik apprecieer uw parlementaire werk om me regelmatig om een stand van zaken te vragen rond de uitvoering van het regeerakkoord. Ik denk dat jullie allen kunnen vaststellen dat we daar binnen de Vlaamse Regering werk van maken. Maar dit dossier blijft een zeer complexe zaak, dat ook potentieel gevoelig ligt bij de personeelsvertegenwoordiging. Ik ga dus omzichtig en doordacht te werk.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Minister, op 1 oktober heb ik u gevraagd welke acties u zou ondernemen en u hebt toen een opsomming gegeven van wat er nog allemaal moest gebeuren. Ik heb er uiteraard begrip voor dat zoiets tijd kost, maar we zijn ondertussen toch een aantal jaren verder in deze legislatuur en ik heb goed geluisterd naar uw antwoord. Eigenlijk is er concreet weinig veranderd in dat halve jaar. U hebt de problemen met de diversiteitsambtenaar aangehaald, maar dat staat toch eigenlijk wel los van dit dossier en de vooruitgang in dit dossier. Waar het op neerkomt is dat we eigenlijk nog steeds niet in de richting van nieuwe teksten of een nieuw regelgevend kader aan het geraken zijn. Dat is toch de conclusie die ik trek uit uw antwoord.
De reden waarom ik daar de nadruk op leg, is omdat ik het heel belangrijk vind dat de burgers vertrouwen kunnen hebben in de overheid. Daar hoort nu eenmaal die neutraliteit in het klantencontact bij. Ik zeg dat niet alleen, ik denk dat er een overgrote meerderheid in Vlaanderen is die vindt dat levensbeschouwelijke tekenen niet thuishoren op een werkvloer. Ik vind dat niet uit, dat zijn zaken die in de integratiemonitor staan, in de Survey Samenleven in Diversiteit (SID-survey) die Vlaanderen heeft laten uitvoeren.
Daar is dus echt wel vraag naar. Ik denk dat we dus best zo snel mogelijk vooruitgang maken in dit dossier, dat toch wel een heel belangrijke passage in het regeerakkoord is.
Minister, ik vind ook dat u al een aantal grote zaken uit het regeerakkoord hebt verwezenlijkt, maar dit is er ook een van. Dit zou er ook een van moeten zijn en ik hoop dat we daar snel werk van kunnen maken.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Wij hebben uiteraard ook het regeerakkoord mee goedgekeurd en die neutrale dienstverlening is voor ons heel belangrijk. Ik geef echter even een persoonlijke noot: voor mij zegt de naam ‘neutrale dienstverlening’ het eigenlijk zelf. Het moet de dienstverlening zelf zijn die neutraal is, waarbij er in gelijke gevallen een gelijke behandeling wordt voorzien. Ik denk dat de persoon in kwestie, als persoon zelf nooit volledig neutraal kan zijn en ik ben zelf eerder voorstander van een actief pluralistische houding of benadering, waarbij we ook elk individu de vrijheid en de ruimte geven om volledig zichzelf te kunnen zijn. Dat gezegd zijnde, wij houden ons natuurlijk aan het regeerakkoord.
Maar stel dat er neutraliteit moet zijn bij rechtstreeks klantencontact, wilde ik ter verduidelijking nog even vragen, minister: rechtstreeks klantencontact gaat toch om visueel contact? Ik vermoed dat die strikte neutraliteitsbepaling bij schriftelijk contact of contact per telefoon niet van toepassing is? En dat het ook moeilijk af te dwingen is, zoals u al zei, minister, bij al die onderaannemers, zeg maar? Hoever kan dat neutraliteitsprincipe dus volgens u gaan bij de overheid?
Minister Somers heeft het woord.
Ik begrijp volkomen dat dit voor mevrouw Sminate en haar fractie een dossier is waar ze heel veel belang aan hechten, en ik respecteer dat ook. Langs de andere kant moet men ook begrijpen dat een regeerperiode vijf jaar duurt en we heel veel werk te doen hebben. We zijn hier ook op een ernstige manier mee bezig, maar dit is een heel complex dossier. Het is een complex dossier waar de diversiteitsambtenaar evident een centrale rol in speelt. Die diversiteitsambtenaar is niet aanwezig door omstandigheden, we weten allemaal welke en we zitten in de aanwervingsprocedure van de nieuwe. Het is die diversiteitsambtenaar die daar een belangrijke rol in speelt. We zitten daar niet stil, de Vlaamse Overheid is ondertussen een beeld aan het maken, van over welke functies dit allemaal precies kan gaan. We zijn een complexe werkgever, we hebben heel veel entiteiten, heel veel specificaties: contractuelen, statutairen, uitzendkrachten. We proberen dat allemaal goed in beeld te brengen en het vraagt tijd om daar een goed voorstel over uit te werken.
Als ik een vergelijking mag maken met het vijfsporenbeleid dat we aan het uitwerken zijn voor het statuut van de Vlaamse ambtenaren: daar zijn we ook al vele maanden mee bezig en het is ook allesbehalve een eenvoudig verhaal. Het is heel ingrijpend, complex en technisch en daarbij speelt natuurlijk ook nog, niet vergeten, de syndicale dimensie, waarbij we moeten zorgen dat we daar ook op dat spoor geraken door goede onderhandelingen met de vakorganisaties. Ik denk dus dat een goede voorbereiding hier belangrijk is, ook omdat, en ik citeer nu wat een goede collega vanuit uw partij en uit mijn regering regelmatig zegt: ‘Het ergste wat ons kan overkomen is dat we iets uitwerken en dat we dan bij de rechtbank in het ongelijk worden gesteld.’ Ik wil dat ook absoluut niet. Ik wil dat we een regeling hebben die juist, sluitend en correct is en die spoort met alle wettelijke bepalingen. Ik denk dus dat we daar duidelijk over moeten zijn.
Mijnheer Van de Wauwer, het is evident dat we hier praten over het rechtstreekse contact, op fysieke wijze. Zo lees ik alleszins het regeerakkoord. Het gaat niet over mensen die telefonisch antwoord geven of een brief beantwoorden. Het gaat over het fysieke, visuele contact tussen klant en ambtenaar, waar we die neutraliteitsverplichting willen invoeren, of waar het regeerakkoord die neutraliteitsverplichting wil invoeren.
We werken daar dus aan verder, we hebben daar nog tijd voor maar we weten wel dat we daar niet mee moeten stilzitten. Ik ben ervan overtuigd dat wanneer de diversiteitsambtenaar op zijn post zit, we daar zeker een versnelling verder in gaan maar nogmaals, we zitten daar niet op te wachten. Intussen bereidt onze administratie dat beleid en dat dossier op een ernstige en degelijke manier voor.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Minister, ik begrijp dat u uw werk degelijk wilt doen, dat u daar tijd voor wilt nemen en dat het een complex dossier is. Dat erken ik allemaal maar er is nog maar een tweetal jaar te gaan, en dus denk ik dat het stilaan tijd wordt om een tijdslijn op te maken om dit binnen deze legislatuur te halen, of op zijn minst een overzicht te krijgen van wat er al is gebeurd en van wat nog moet gebeuren en een tijdslijn om die fases uit te voeren. Dat is wat ik vraag. U zult wel begrijpen dat ik dit niet zal loslaten en ik hoop dan ook dat u bij mijn volgende vraag die tijdslijn wel zult kunnen geven.
De vraag om uitleg is afgehandeld.