Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
“Riolering aanleggen in afgelegen gebieden is te duur. Willen we propere waterlopen, dan moeten we meer individueel zuiveren”, zegt de Watercoalitie, een verbond van milieuorganisaties waaronder Natuurpunt en Bond Beter Leefmilieu (BBL). In een open brief pleiten ze ervoor om eigenaars in afgelegen gebieden te verplichten zelf een kleine waterzuiveringsinstallatie aan te leggen voor hun afvalwater. Het gaat om een IBA-installatie (individuele behandeling van afvalwater). Riolering aanleggen kost zowat 1000 euro per strekkende meter. Afgelegen huizen aansluiten is dus heel duur. In plaats van kilometers dure riolering aan te leggen is het efficiënter dat die burgers zelf in waterzuivering voorzien. Het vrijgekomen budget zou dan kunnen worden gebruikt voor nuttigere doeleinden, zoals het natuurherstel van waterlopen.
Europa wil tegen 2027 – en daar hebben we al meermaals over gediscussieerd – alle waterlopen in een goede staat krijgen. Daarvoor worden waterplannen opgemaakt, de zogenaamde stroomgebiedbeheerplannen. Tegen maart zouden deze plannen moeten worden ingediend. Meer dan de helft van het budget voor de stroomgebiedbeheerplannen, met name 52 procent, is nu gereserveerd voor het aanleggen van ontbrekende rioleringen in landelijke gemeenten, stelt de Watercoalitie. Volgens de ontwerpplannen gaat het om ruim 3 miljard euro. Volgens de coalitie zou dat geld veel slimmer kunnen worden besteed.
De coalitie stelt voor om bij de definitieve goedkeuring van de plannen een maximale kostprijs te plakken op de aanleg van nieuwe riolering. Die prijs moet vergelijkbaar zijn met de kost van een IBA, bijvoorbeeld 7000 euro per inwoner voor nieuwe riolering. Heel wat rioleringsprojecten in landelijke gemeenten zullen duurder uitvallen en kunnen dan worden geschrapt en vervangen door IBA’s. De voorbije jaren moesten 62.000 IBA’s worden geplaatst. Slechts 25 procent daarvan is ook effectief geplaatst. Er is dus duidelijk een inhaalbeweging nodig.
Ondertussen komen er tot vandaag nieuwbouwwoningen bij zonder riolering of eigen waterzuivering. En door de stilstand in het bouwshiftdossier is bouwen in slecht gelegen gebieden ook nog altijd mogelijk, maar daar zou nu blijkbaar verandering in komen. Zo blijft het dweilen met de kraan open.
Minister, wat vindt u van de oproep van de milieuorganisaties? Zult u ingaan op hun voorstel van een maximale kostprijs en verplichte IBA? Kunt u uw beslissing verduidelijken?
Op mijn schriftelijke vraag antwoordde u dat er 340.000 woningen niet aangesloten zijn op de riolering. Om de zuiveringsgraad op korte termijn te verhogen wilt u inzetten op innovatieve technieken, een kader voor de afweging van centrale versus decentrale zuiveringsconcepten en een meer gedifferentieerde IBA-aanpak. Kunt u het tijdsschema en de impact van deze strategie op de zuiveringsgraad verduidelijken? Met welke snelheid zult u de zuiveringsgraad verhogen? In welke mate wordt dit meegenomen in de stroomgebiedbeheerplannen?
In welke mate is de piste onderzocht om meer in te zetten op individuele behandeling van afvalwater in plaats van heel veel middelen aan te wenden om woningen aan te sluiten op de openbare riolering? Werd dit budgettair berekend?
In het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad), de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV) en de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) wordt gewezen op het risico van de vrijblijvendheid van de gebiedsdekkende uitvoeringsplannen. Zonder ernstige financiële responsabilisering en duidelijke koppeling met de gemeentelijke meerjarenbegroting zal de doorwerking van de gebiedsdekkende uitvoeringsplannen te beperkt zijn, waarschuwen ze. Overweegt u om die gebiedsdekkende uitvoeringsplannen bindend te maken?
Naar aanleiding van de Panoreportage in 2020 kondigde u aan dat Vlaanderen desnoods ambtshalve gescheiden riolering zou aanleggen als gevolg van de achterstand. Wordt die piste nog altijd gevolgd? Zo ja, hoeveel keer is al ambtshalve opgetreden, bij welke besturen en voor welk budget? Zo niet, waarom niet?
Minister Demir heeft het woord.
Collega, de aanleg van rioleringen kan in meer landelijke gebieden voor hoge kostprijzen per lopende meter zorgen. We merken dat een aantal rioolbeheerders daarom terugkomen van de initiële traditionele keuze voor riolering en meer kiezen voor IBA’s. Daarom hebben we ook nood aan een objectieve parameter om de keuze tussen centrale en decentrale zuivering te ondersteunen. Die tool wordt momenteel ontworpen binnen de CIW-werkgroep (Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid) Decentrale Zuivering.
Die werkgroep is gestart met een ruime bevraging van alle betrokkenen om een zo breed mogelijke basis te hebben. Ook met de vertegenwoordigers van de Watercoalitie zal er binnenkort gesproken worden. Alle technieken voor inzameling en individuele sanering die marktklaar zijn, zullen daar aan bod komen. Het is duidelijk dat de traditionele opdeling riolering of IBA op haar limieten botst, zowel financieel als praktisch, en vandaar ook de vraag die ik gesteld heb aan de CIW, waar de werkgroep Decentrale Zuivering opgestart is.
De ontwikkeling van een kader dat lokale besturen moet helpen in de afweging tussen centrale en decentrale zuivering loopt momenteel. Momenteel worden daarvoor de vereisten van een toolbox vastgelegd, wat zal worden meegenomen bij de opmaak van een bestek. Vanaf april tot de zomer van dit jaar wordt de toolbox gebouwd. Na het testen worden het rapport en de beleidsaanbevelingen opgesteld. Een projectoproep waarbij nieuwe, innovatieve technieken uitgetest worden, zal plaatsvinden van begin augustus tot medio oktober 2022. Zo kunnen we inzetten op meerdere paarden in het kader van onze waterkwaliteit.
De herziene zoneringsplannen vertonen reeds een kleine verschuiving richting IBA’s in vergelijking met de vorige plannen, maar ik wil toch benadrukken dat de afweging tussen riolering en IBA niet enkel op basis van de investeringskost kan gebeuren. Er moet ook rekening worden gehouden met het lagere zuiveringsrendement van een IBA en de levensduur van een IBA. De IBA’s kunnen dus beschouwd worden als een deeloplossing, vanwege de kortere doorlooptijden, maar er moet natuurlijk wel rekening worden gehouden met een beperkte zuiveringsefficiëntie, vandaar de opdracht die we aan de CIW hebben gegeven. Er moet in heel die opdracht ook rekening gehouden worden met zowel de kostprijs, de doorlooptijd als de zuiveringsresultaten.
Uw vierde vraag peilt naar de responsabilisering van gemeenten en de koppeling tussen de gemeentelijke meerjarenbegroting en de gebiedsdekkende uitvoeringsplannen (GUP’s). Ik wil eerst even duiden dat de GUP’s vandaag al bindend zijn voor derden, conform het decreet. En conform het regeerakkoord wordt momenteel ook onderzocht hoe met sterk vereenvoudigde procedures en met meer responsabilisering in de taakverdeling tussen de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en de rioolbeheerders die nieuwe aanpak concreet vorm kan krijgen. Daarbij moeten we ook nadenken over hoe we het subsidie-instrument kunnen inzetten als een meer sturend mechanisme. Daarnaast heb ik de VMM ook de opdracht gegeven om bij de opmaak van gemeentelijke rioleringsprogramma’s een beperking van de doorlooptijd in te voeren. Vanaf 2021 moeten projecten binnen de vijf jaar na opname op een subsidieprogramma gegund zijn, zo niet verliest men de subsidie.
Wat uw laatste vraag betreft, heb ik er inderdaad aan gedacht om eventueel vanuit Vlaanderen ambtshalve tussen te komen in verband met die rioleringen. We zitten nu eerst samen met verschillende lokale besturen met een heel lage rioleringsgraad en gaan een samenwerkingsprotocol maken om een plan van aanpak te bekijken en daar wat korter op de bal te spelen. Ik ga dus eerst die piste bewandelen. We zijn al gestart met de gesprekken met die lokale besturen die echt heel laag zitten. Het aantal besturen dat onder de 50 procent zit, valt nog mee. Dat gaat om een tiental lokale besturen. Daar gaan we nu prioritair mee aan de slag, om te kijken hoe het komt dat ze onder de 50 procent zitten en wat het plan van aanpak is. Mijn bedoeling is in eerste instantie om daar nu zo snel mogelijk een soort van protocol of samenwerkingsovereenkomst mee te sluiten.
Mieke Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreide reactie. Ik heb nog een bijkomende vraag. Momenteel is het mogelijk om een omgevingsvergunning te krijgen voor het bouwen van een woning aan een goed uitgeruste weg. De definitie van een goed uitgeruste weg omvat geen 'riolering'. Wat denkt u van het voorstel om de definitie van een goed uitgeruste weg aan te vullen met 'de aanwezigheid van riolering'? Zou dat niet twee doelen tegelijkertijd dienen, namelijk zorgen dat het afvalwater sowieso op een goede manier wordt afgevoerd, en de bouwshift in de hand werken? Is die overweging al gemaakt? Wat is uw mening daarover? Zult u daar initiatieven toe nemen?
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is niet de eerste keer dat dit onderwerp op tafel ligt. Men is daar al verschillende lokale legislaturen mee bezig. Ik herinner me een gemeenteraad een tiental jaar geleden waarbij men rioleringsplannen moest maken en waarbij duidelijk werd gemaakt hoeveel IBA’s nodig waren als gevolg van afstanden en afgelegen gebieden. U hebt al aangegeven dat u contact hebt met lokale besturen, maar naar aanleiding van de plannen die ooit zijn gemaakt zult u de lokale besturen meer aanzetten om die plannen ook uit te voeren.
Het zijn ook de lokale besturen die destijds de vergunningen hebben toegekend. Ik neem dan ook aan dat zij voor hun eigen bevolking het heft in handen nemen en de mogelijkheid bieden om in een volledige riolering of IBA te voorzien.
Zoals collega Schauvliege aangaf, moeten we ervoor zorgen dat we beschikken over voldoende riolering en over een goed uitgeruste weg. Ik neem uiteraard aan dat daar ook een riolering bij hoort.
Minister Demir heeft het woord.
Collega Schauvliege, we zijn uw voorstel al aan het bekijken in het kader van de bouwshift. De piste om dat voorstel te bekijken ligt dus mee op tafel, u hoort daar binnenkort waarschijnlijk dus iets meer over.
Mijnheer Pieters, de bezwaren van lokale besturen zijn me natuurlijk niet onbekend. Die kwamen ook naar voren in het kader van bijvoorbeeld de stroomgebiedbeheerplannen. Dat is ook de reden geweest waarom ik de oefening aan de CIW heb gevraagd.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik ben alleszins blij dat u mee overweegt om de definitie van goed uitgeruste weg aan te passen. Ik denk dat dit een stap in de goede richting zou zijn en dus inderdaad twee doelen dient: zorgen dat woningen niet kunnen worden gebouwd wanneer er geen gescheiden riolering ligt enerzijds en zorgen dat er geen woningen kunnen worden gebouwd op plaatsen waar er te weinig infrastructuur is anderzijds. Ik denk dat dit inderdaad een piste is die kan worden verkend en die kan leiden tot een goed resultaat, want – en dan kom ik bij mijn slotopmerking – we moeten bij Europa onze stroomgebiedbeheerplannen indienen. Ik veronderstel dat daar voldoende ambitie op het vlak van riolering en afkoppeling uit zal moeten blijken, als we de kwaliteit willen halen die Europa vraagt. Ik wil er dan ook op aandringen om zo snel mogelijk het debat over de stroomgebiedbeheerplannen in het parlement te voeren. Wij moeten die plannen tegen maart 2022 indienen, zei u onlangs. Ik ben benieuwd naar het resultaat dat finaal zal worden ingediend. Ik hoor dat heel veel mensen daarop zitten te wachten. Het openbaar onderzoek dat we in het voorjaar hebben gezien was echt ondermaats en wij hopen dan ook dat in deze plannen meer ambitie aan de dag zal worden gelegd om tegen 2027 overal in Vlaanderen een goede waterkwaliteit te bereiken, zoals ook de Kaderrichtlijn Water stelt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.