Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Vraag om uitleg over de impactanalyse van het wereldkampioenschap wielrennen in Vlaanderen
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Voorzitter, collega's, minister, op 5 oktober 2021 stelde ik u, minister, in deze commissie een vraag om uitleg rond de organisatie van het wereldkampioenschap wielrennen (WK) in Vlaanderen. In uw antwoord gaf u aan dat u begin 2022 een evaluatie van dit evenement zou voorleggen aan de Vlaamse Regering en dat de evaluatie een ‘legacy plan’ zou bevatten met acties om de impact van het WK te vergroten en de ervaringen bij de organisatie mee te nemen voor andere, grote topevenementen in Vlaanderen.
Ondertussen raakte er meer bekend over de verschillende evaluaties die naar aanleiding van de organisatie van het WK wielrennen in Vlaanderen zouden worden uitgevoerd. Naast een plan rond de legacy van het WK wielrennen, dat door EventFlanders werd uitwerkt, zou er een evaluatie gebeuren over de samenwerking tussen Flanders Classics en Golazo, werd er een studie bij Ernst & Young besteld over de economische return en werd er in samenwerking met de VUB en de Universiteit van Utrecht een maatschappelijke impactstudie uitgevoerd. Deze laatste studie zou zich ook toeleggen op de vier maatschappelijke doelstellingen die de organisatie van het WK zichzelf had opgelegd: promotie van wielrennen en fietsen in brede zin, duurzaamheid, toegankelijkheid en innovatie.
Minister, kunt u meer toelichting geven bij de evaluatie die de vzw WK wielrennen heeft uitgevoerd? Wat waren de belangrijkste conclusies voor Toerisme Vlaanderen? Wat waren de belangrijkste sterktes en verbeterpunten binnen deze samenwerking?
Wat zijn de belangrijkste conclusies bij de maatschappelijke impactstudie uitgevoerd door de VUB en de Universiteit van Utrecht? Werden de maatschappelijke doelstellingen volgens u voldoende bereikt?
Welke aanbevelingen werden naar voren geschoven in de evaluatie van EventFlanders inzake de legacy van het WK wielrennen en toekomstige topevenementen? Welke initiatieven zult u nemen om in te spelen op de conclusies van EventFlanders?
Welke economische return haalde Vlaanderen volgens de studie van Ernst & Young uit de organisatie van het WK wielrennen en in welke mate beantwoordt de gerealiseerde economische return aan de vooropgestelde verwachtingen?
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, het succesvolle WK wielrennen in Vlaanderen ligt al enkele maanden achter ons. We kijken er met heel veel plezier op terug. Het was een fantastische belevenis.
Begin oktober verduidelijkte u in deze commissie dat EventFlanders dit evenement grondig zou analyseren: “EventFlanders werkt momenteel aan een zeer gedetailleerde evaluatie. Deze zal in de loop van het najaar afgerond worden. Tegelijk wordt ook een economische en maatschappelijke impactstudie uitgevoerd die wordt opgeleverd in januari 2022. […] Uiterlijk in januari 2022 wordt de evaluatie van het project aan de Vlaamse Regering voorgelegd. Een deel van die evaluatie betreft een legacy plan dat er juist voor moet zorgen dat de impact van het WK wielrennen verder reikt dan enkel het evenement zelf. Ik zal de conclusies hiervan zeker aangrijpen om de geplande acties te verbeteren en te versterken en om de ervaringen die we tijdens de organisatie van het WK wielrennen hebben opgedaan voor andere grotere topevenementen in Vlaanderen te gebruiken.”
Minister, wat zijn de belangrijkste bevindingen van het VUB-rapport dat in opdracht van EventFlanders werd opgesteld: ‘Maatschappelijke impact en legacy: Evaluatie 2021 UCI Road World Championships’? We kunnen er een samenvatting van vinden, maar de studie zelf is nog niet gepubliceerd.
Welke conclusies trekt EventFlanders uit deze studie voor de economische en maatschappelijke impact en het legacy plan?
Welke conclusies trekt u om de komende grotere topevenementen in Vlaanderen te organiseren?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, collega’s. Jullie kunnen allemaal mee bevestigen dat het WK wielrennen een goed topevenement was, zowel qua impact als budget. Het is dan ook niet meer dan logisch dat alle aspecten correct geëvalueerd worden. Er waren een viertal verschillende evaluaties: een interne evaluatie van de organisatie zelf, een maatschappelijke impactstudie door de VUB, een economische impactstudie door Ernst & Young en een legacy-onderzoek door EventFlanders.
Een belangrijke conclusie voor Toerisme Vlaanderen is alvast dat de samenwerking met de organisator goed verlopen is. Vanuit Cycling in Flanders werd ingezet op de organisatie van internationale perstrips met als voornaamste doelmarkten Nederland, Spanje, Scandinavië, de UK en Italië.
Daarnaast werden verschillende succesvolle internationale acties opgezet in samenwerking met wielerplatform Strava. Zo werd onder meer de ‘Flanders 2021 Challenge’ opgezet, waarbij deelnemers 7 uur moesten fietsen in 2 weken tijd om een virtuele Flanders 2021-badge te verkrijgen. Dit leverde dan ook indrukwekkende cijfers op met meer dan 197.000 internationale deelnemers die gemiddeld 275 kilometer en 12 uur op de fiets zaten om toch maar die badge van Vlaanderen te verkrijgen.
Door de COVID-19-onzekerheid was, zoals jullie weten, de internationale promotie naar buitenlandse bezoekers en activatiecampagne beperkter dan initieel voorzien, zowel vanuit de organisator en de Internationale Wielerunie of de Union Cycliste Internationale (UCI), als vanuit Toerisme Vlaanderen en de verschillende gaststeden. Het was een beetje jammer dat we beperkt waren door de COVID-19-maatregelen, maar desondanks was er een doeltreffende internationale communicatie en waren er enkele leuke activaties, mede dankzij het uitgebreide internationale bereik van de UCI en de sterke ervaring hierin van het lokaal organisatiecomité.
Voor toekomstige organisaties is het aangewezen om de rolverdeling inzake internationale promotie en activatie tussen de organisator en Toerisme Vlaanderen nog helderder af te stemmen. De internationale promotie en het aantrekken van internationale bezoekers is de verantwoordelijkheid van de organisator. Toerisme Vlaanderen zet in op de bredere promotie van de bestemming en tracht bezoekers langer te laten verblijven in de regio, met als einddoel om hen op een later tijdstip te laten terugkeren naar Vlaanderen.
In de maatschappelijke impactstudie werd door de VUB nagegaan op welke manier het WK wielrennen heeft bijgedragen aan de vier maatschappelijke doelstellingen. Een eerste doelstelling is het promoten en stimuleren van de participatie en populariteit van wielrennen en fietsen in de brede zin. De tweede doelstelling is duurzaamheid, de derde toegankelijkheid en de vierde innovatie.
Ondanks de negatieve impact van COVID-19 op de planning en organisatie van de activiteiten in aanloop van het WK 2021, is de organisator er in samenwerking met de gaststeden en andere stakeholders in geslaagd om een ruim en ambitieus voortraject te realiseren. De verschillende activiteiten en campagnes hebben niet alleen heel wat doelgroepen actief aan het sporten en fietsen gezet, ze zorgden ook voor zichtbaarheid en promotie van een aantal maatschappelijke thema’s waar we veel belang aan hechten, zoals duurzaamheid, toegankelijkheid en innovatie.
Duurzaamheid was een van de belangrijke speerpunten van het WK. De resultaten mogen dan ook gezien worden, bijvoorbeeld als we kijken naar de cijfers van recyclage, de CO2-emissies of het waterverbruik. Door het gebruik van vacuümtoiletten werd ongeveer 350.000 liter water bespaard. Ook werd er ingezet op elektrische en hybride wagens. Dat zat wel goed. Ook werd in samenwerking met Deloitte de CO2-impact voor de eerste maal in kaart gebracht. De aanpak en de bevindingen zijn opgenomen in een duurzaamheidsrapport.
Er werd ook een specifiek programma opgezet om toe te zien op de toegankelijkheid en inclusiviteit van het evenement, onder meer door meer faciliteiten te bieden voor mensen met een beperking, de organisatie van een wedstrijd paracycling tijdens het openingsweekend, door kwetsbare en ondervertegenwoordigde groepen als vrijwilligers bij het evenement te betrekken of door campagnes op te zetten voor een inclusiever sportklimaat voor iedereen.
De organisatie van een internationaal topwielerevenement zoals het WK draagt ook bij aan fietsstimulering in de brede zin van het woord.
Door de organisator werd maximaal ingezet op innovatie, met heel wat vernieuwende acties op het vlak van crowdmanagement, wedstrijdorganisatie en beleving, communicatie, fanzones, enzovoort.
De Innovation Hub gaf deelnemende bedrijven en start-ups de mogelijkheid om hun producten en diensten te etaleren aan heel wat bezoekers.
Het evenement werd door de inwoners van de vier gaststeden gewaardeerd met een gemiddelde score van 7,3 op 10. Dat zit dus ook goed. Ongeveer 15 procent van de bevraagde inwoners voelde zich geïnspireerd om zelf meer te gaan fietsen.
We kunnen tevreden zijn met de resultaten van het WK wielrennen, zowel van de maatschappelijke als van de economische impactstudie. Dit topevenement vergde een uitgebreide investering van de Vlaamse overheid en van de betrokken lokale overheden, maar de evaluatieronde en de studies tonen ons dat het een geslaagde investering was, ondanks corona.
Het WK wielrennen heeft heel wat op gang gebracht en werd als katalysator ingezet voor de realisatie van brede beleidsdoelen. EventFlanders heeft in samenwerking met de gaststeden, de lokale organisatie, de wielerfederaties en andere betrokken partijen een inventaris gemaakt van duurzame initiatieven die kunnen worden voortgezet om een langetermijnimpact te realiseren. Dit werd onderverdeeld in de onderwerpen sport, fietsstimulering, duurzaamheid en toerisme.
Vervolgens kom ik tot de vraag over de economische return. Naast de maatschappelijke studie van de VUB werd ook een economische impactstudie uitgevoerd door Ernst & Young.
De vier gaststeden noteerden samen ruim 1 miljoen unieke bezoekers. 10 procent kwam uit het buitenland, vooral uit Nederland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. 30 procent van hen was nooit eerder in Vlaanderen geweest, maar was wel aangenaam verrast door wat onze bestemming te bieden heeft. 83 procent overweegt dan ook nog eens terug te komen naar Vlaanderen. 90 procent van de buitenlandse bezoekers zegt Vlaanderen te zullen aanbevelen aan familie, vrienden en kennissen.
De bezoekers verbleven gemiddeld 4,5 nachten in Vlaanderen, wat bovengemiddeld is in onze overnachtingscijfers.
Alle bezoekers samen spendeerden zo’n 36 miljoen euro tijdens hun verblijf in Vlaanderen. Het gros van die uitgaven ging naar overnachtingen, eten, drinken en transport. In totaal zorgde het WK voor een boost van 27,4 miljoen euro bruto toegevoegde waarde in de Vlaamse economie.
Als we ten opzichte van de voorgaande WK’s vergelijken, dan zien we, ondanks een organisatie in covidtijden, een enorm uitgebreid aantal unieke bezoekers in Vlaanderen. We spreken dan over meer dan vijf keer zoveel dan tijdens voorgaande WK’s, van wie het grootste deel lokale bezoekers. Het aantal internationale bezoekers is ongeveer hetzelfde als het WK in Innsbruck, maar veel meer dan het WK in Yorkshire. Het bestedingspatroon van de bezoekers en de totale economische boost liggen in lijn met Yorkshire en iets lager dan Innsbruck.
Deze cijfers liggen in lijn met de verwachte resultaten uit de haalbaarheidsstudie, uitgevoerd door The Sports Consultancy, waarin de impact werd geraamd tussen 25 en 31,2 miljoen euro. We hebben dus een mooi cijfer.
Maar het effect op het imago voor Vlaanderen als toeristische bestemming is nog vele malen groter door de grote wereldwijde media-aandacht voor het WK.
Om u een idee te geven: 208 miljoen tv-kijkers in 113 landen en tientallen miljoenen kijkers via de sociale media kregen naast de wielerbeelden ook onze historische kunststeden, onze regio’s en de Vlaamse kust mooi in beeld. Het is heel veel waard dat we, zeker in zo’n moeilijke periode als corona, toch in beeld waren bij miljoenen tv-kijkers.
Bovendien kwam met de Flandrienlus in Vlaams-Brabant een nog relatief onbekend, maar prachtig wielergebied in beeld, met name de Druivenstreek.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Dank, minister, voor uw wel zeer uitgebreide antwoord. Met de opvolging van dit WK hebt u heel grondig werk afgeleverd. Alle facetten werden onder de loep genomen. Dat staat ons toe om lessen te trekken voor de toekomst.
Ik heb enkele cijfers opgeschreven: 27,4 miljoen euro bruto toegevoegde waarde in de Vlaamse economie. We kunnen alleen maar dromen over welke boost het WK het toerisme en onze economie had gegeven zonder het virus. Een ander cijfer dat u noemde was dat 83 procent – als ik me niet vergis – overweegt om nog eens terug te komen naar Vlaanderen en 90 procent van de buitenlandse bezoekers zegt Vlaanderen als vakantiebestemming te zullen aanbevelen aan familie, vrienden en kennissen. Dat bewijst nog eens dat wielrennen, zowel sportief als recreatief, een belangrijke Vlaamse troef is in het buitenland en in ons toerismebeleid.
Ik heb nog twee extra vragen. Ik hoorde u zeggen dat EventFlanders momenteel werkt aan een topevenementenstrategie voor de komende tien jaar. Kunt u daar wat meer zicht geven op de timing van dat plan? Wat is volgens u precies de rol van EventFlanders in deze strategie?
Als u op mijn volgende vraag nu niet kunt antwoorden, kunt u mij daarover misschien schriftelijk verdere info verstrekken. Het gaat over nieuwe informatie die vorige week werd gelanceerd, over iets wat ook in het regeerakkoord staat en nu heel concreet gaat worden, namelijk het nieuwe Centrum Ronde van Vlaanderen. Dat zal worden uitgewerkt in de prachtige Abdij van Maagdendale in Oudenaarde. Dat is een heel belangrijke investering voor onze streek, hier in de Vlaamse Ardennen, de streek die wielertoerisme en wielersport ademt. Ik heb gehoord dat er voor het project eerst nog een masterplan moet komen, maar kunt u daarover ongeveer al vertellen wat de timing zou kunnen zijn en welke partners daar allemaal bij betrokken zijn?
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Blijkbaar zijn er heel wat evaluaties door verschillende instanties uitgevoerd. Ik vroeg me het volgende af. Vorige week vrijdag had ook de stad Leuven daaromtrent al gecommuniceerd. In dat persbericht lees ik dat de Onderzoeksgroep Sport- & Bewegingsbeleid van de KU Leuven in opdracht van de stad een onderzoek uitvoert naar de sociaal-maatschappelijke impact van het WK wielrennen, alsook naar de impact van de titel Europese Sportstad 2021. Het was voor Leuven wel degelijk fantastisch vorig jaar. Die onderzoeken kaderen in de publicatiereeks Beleid en Management in Sport (BMS). De resultaten van die zogenaamde BMS-studies zouden eind maart worden bekendgemaakt. Gaat dit samen met die studies van de VUB of is dit nog iets anders? Spreken we hier over een vijfde studie? Het is een vraag die ik me stelde als ik u de studies hoorde opsommen. Dit is er dan een van de KU Leuven.
Ik heb nog een andere vraag. Onze lokale schepen van zowel Sport als Handel in Leuven, Johan Geleyns, had opgemerkt dat de cafés vol zaten. De horeca heeft ongelooflijk gebloeid bij de aankomst en ook de dagen ervoor in Leuven. Maar voor de handelaars was het wel wat minder. Dat zijn geen shoppers. De mensen die naar de koers komen kijken gaan niet ondertussen met zakken vol kledij en schoenen rondlopen. De handelaars waren wel een beetje teleurgesteld. Er was daar wat minder return op dat ogenblik. De schepen zegt echter dat Leuven zo geweldig internationaal op de kaart is gezet – u hebt het ook zelf al gezegd en de collega’s zonet ook – dat het vertrouwen in Leuven, onder andere bij de lokale handelaars, ook wel heel groot is dat de economische return voor Leuven in de komende maanden en jaren nog zal volgen.
Daarom vroeg ik me af hoe, niet alleen op het gebied van sport maar dus ook op het gebied van economische return, de monitoring de komende jaren zal gebeuren. Gaan diezelfde organisaties die allemaal studies hebben gemaakt ook verder monitoren? Hoe wordt dat verder aangepakt? Gaat EventFlanders dat zelf een stukje opvolgen, samen met de steden die betrokken zijn? Dat was niet alleen Leuven, er waren nog een aantal andere steden. Ik dacht Antwerpen, Kortrijk en Brugge. Hoe wordt dat verder opgevolgd want het is toch een vaak gehoord verhaal van ‘wow, al die grote evenementen naar uw land halen kosten veel geld en subsidies. De overheid steekt daar veel geld in, maar er is geen return’.
Ik denk dat het bewijs van return hier wel is geleverd. Het zou interessant zijn om te weten hoe die return zich in de komende jaren voortzet naar de betrokken steden en naar Vlaanderen in het algemeen. Minister, wordt dit verder opgevolgd?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Nachtergaele, vorige week zijn de laatste knopen voor het nieuwe centrum doorgehakt. We gaan dit in samenwerking met de partners verder uitwerken: Toerisme Vlaanderen, Flanders Classics, de stad Oudenaarde en de provincie Oost-Vlaanderen.
Mevrouw Brouwers, EventFlanders bundelt de expertise rond het aantrekken en ondersteunen van topevenementen. In eerste instantie worden potentieel interessante events gescreend. Er wordt op individuele basis gekeken of er ondersteuning door Vlaanderen nodig is, ja of neen. In veel gevallen volstaat gewoon, meestal toch, een inhoudelijke ondersteuning. Op dit moment heeft EventFlanders een lijst met interessante projecten die we verder aan het bekijken zijn. Ik zal u de lijst laten bezorgen via het commissiesecretariaat.
We voeren ook samen met alle kunststeden op ongeveer vijfjaarlijkse basis een detailonderzoek naar de internationale bezoekers, naar hun bestedingsgedrag en hun motivatie om naar hier te komen. Ook Leuven wordt hierin verwerkt.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Het WK wielrennen in Vlaanderen was er eentje om niet snel te vergeten. Iedereen lijkt het daarover eens te zijn. We hebben met EventFlanders getoond dat we de knowhow in huis hebben om dit in goede banen te leiden. De studieresultaten tonen dit ook aan. Ik denk dat we hier verder op kunnen bouwen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw bijkomend antwoord. Een kleine correctie: ik denk dat ik een foute stad heb genoemd. Knokke-Heist was hierbij betrokken.
Omdat het over veel studies gaat – blijkbaar is die BMS-studie iets typisch voor Leuven. Ze wordt jaarlijks op het vlak van sport uitgevoerd –, zou het misschien interessant zijn om al die studies, we spreken toch al over vijf, te synthetiseren en een soort evaluatie van de evaluatie te maken die bij EventFlanders kan worden geraadpleegd. Nu moet je overal gaan zoeken. Het zou goed zijn om alles mooi op te lijsten. U hebt dat al een stuk gedaan bij het beantwoorden van de vragen. Als de studies worden samengebundeld, zijn de verschillende conclusies makkelijk raadpleegbaar. Het lijkt me nog een nuttige oefening voor de administratie.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.