Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, het aantal voetbalclubs dat wordt gesponsord door een gokkantoor is al enige tijd niet meer op één hand te tellen. Sportverslaggeving wordt regelmatig voorafgegaan door gokreclame. Sportjournalisten en ex-voetballers treden soms op als analist voor gokkantoren. De normalisering van sportgokken is de laatste jaren aan een bijzondere opmars bezig, en meerdere critici hebben zich daar al zorgen over gemaakt.
Met de verkoop van winkelnetwerk Ubiway Retail van bpost aan het gokbedrijf Golden Palace dreigt opnieuw een stap te worden gezet in het verlagen van de drempels voor gokken. Meer nog, dat is exact de reden waarom dat bedrijf een bod heeft gedaan op die krantenwinkels. Ze zeggen dat ze niet geïnteresseerd zijn in kranten of tijdschriften, ze willen gokken dichter bij de mensen brengen. Experten waarschuwen nu al voor de risico’s die deze verkoop met zich meebrengt.
Vandaag lopen al 400.000 Belgen een ernstig risico op gokverslaving. Er zouden aantal federale initiatieven komen inzake gokwetgeving, wat belangrijk is. Vlaanderen zou kunnen inzetten op sensibiliseren voor de risico's van gokken.
Minister, hoe kijkt u vanuit uw bevoegdheden preventie, Welzijn en Armoedebestrijding naar de huidige maatschappelijke evoluties inzake gokken?
Welke acties plant u om de gevaren van gokken beter onder de aandacht te brengen?
Zult u in overleg treden met experten en ervaringsdeskundigen om het preventiebeleid hierrond te versterken?
Op welke manier kan de hulpverlening bij gokverslaving vanuit Vlaanderen nog worden versterkt?
Zult u in overleg treden met de bevoegde federale collega’s, minister De Sutter en minister Van Quickenborne, zodat het federaal regelgevend kader en het Vlaams preventief en hulpverlenend kader elkaar kunnen versterken?
Minister Beke heeft het woord.
Ik beschouw gokverslaving als een belangrijk maatschappelijk probleem, waar ik ook vanuit mijn bevoegdheid op inzet. Zo heeft de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD) al sinds 2016 het beleidsthema gokken als een onderdeel van de beheersovereenkomst binnen het preventieve gezondheidsbeleid.
VAD stemt af met experten ter zake zoals professor Frieda Matthys, dokter Hendrik Peuskens en verslavingsexpert Paul Van Deun. Er zijn ook goede contacten met ervaringsdeskundigen, zoals Arne Nilis. Daarnaast is er een structurele samenwerking tussen VAD en de verslavingszorg, waarbij in het bijzonder zorGGroep Zin een jarenlange ervaring heeft in het werken met gokverslaving. VAD zit ook op structurele wijze samen met preventiewerkers, hulpverleners en welzijnswerkers rond gokpreventie. Voor specifieke sectoren wordt er steeds met de koepels of federaties samengewerkt. Voor sportweddenschappen is er een goede samenwerking met Sport Vlaanderen en met de sportfederaties, maar ook met onderzoekers van de UGent, de vakgroep bewegings- en sportwetenschappen. Daarnaast werkt VAD ook samen met de Kansspelcommissie, voor de opdracht die deze laatste heeft inzake de bescherming van de speler.
Er zijn rond het thema gokken al verschillende methodieken ontwikkeld binnen de beheersovereenkomst met VAD.
Omdat uit onderzoek bleek dat risicovol gokken vaker voorkomt in sportclubs, werkt VAD samen met sportfederaties en sportkoepels om een sensibiliseringscampagne rond gokken in de sportclubs op te starten. Die campagne is gepland in 2022. Ze richt zich ten eerste naar sporters zelf, om hen te laten reflecteren over hoe om te gaan met gokken en sportweddenschappen in het bijzonder, en de risico’s verbonden aan gokken. Daarnaast richt VAD zich ook naar sportclubbestuurders, want zij kunnen verandering brengen in hoe de club omgaat met gokken en zo een veiligere omgeving creëren voor sporters en supporters.
Een tweede belangrijke partner voor gokpreventie zijn de lokale besturen. Vanuit de wetgeving zijn lokale besturen bevoegd om convenanten af te sluiten met de gokinstellingen in hun gemeenten, kunnen ze uitbatingsvoorwaarden vastleggen en oefenen ze mee controle uit op de naleving van de wet. Maar ook OCMW’s bijvoorbeeld worden geconfronteerd met schuldenproblematiek als gevolg van overmatig gokken.
In afstemming met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), de Kansspelcommissie en de preventiewerkers heeft VAD een praktische leidraad voor een lokaal gokbeleid ontwikkeld om tegemoet te komen aan vragen van steden en gemeenten hierover. De leidraad geeft concrete tips en adviezen over hoe ze een preventiebeleid kunnen voeren rond het fenomeen gokken op hun grondgebied.
Aanvullend op deze leidraad zal VAD in 2022 concrete materialen ontwikkelen, die steden en gemeenten kunnen gebruiken ter ondersteuning van hun gokbeleid. We denken aan bijvoorbeeld een sticker met betrekking tot de leeftijdsgrens voor gokken en een bijhorende flyer met extra info voor dagbladhandels en wedkantoren.
Ook vroeginterventie is een belangrijke pijler van een preventiebeleid. Gokproblemen hangen vaak samen met financiële problemen, intrafamiliaal geweld, middelengebruik, angst en depressieve klachten. Eerstelijnswerkers vangen deze signalen op en maken zich vaak zorgen om het gokgedrag van hun cliënt, maar missen een screeningsinstrument om hiermee aan de slag te gaan. Om een mogelijke gokstoornis bij een cliënt zo vroeg mogelijk op te sporen, is een gevalideerde vragenlijst het beste hulpmiddel. VAD vertaalde een internationaal gevalideerd kort screeningsinstrument, dat nu bruikbaar is voor artsen, hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg en welzijnswerkers.
Voor jongeren werd een educatief pakket ‘You bet!’ ontwikkeld, waarmee op scholen bij 14-tot-18-jarigen kan worden gewerkt rond de risico’s van gokken
Voor het brede publiek is De Druglijn het aanspreekpunt voor gokproblematiek. De Druglijn biedt een zelftest aan voor wie vragen heeft over zijn gokgedrag en heel wat laagdrempelige info. De Druglijn is ook bereikbaar via telefoon, chat en mail.
Een laagdrempelige stap naar de hulpverlening is https://gokhulp.be/,waar mensen een onlinebegeleiding kunnen volgen voor gokproblemen.
Daarnaast werk ik ook mee aan het interfederaal beleidsplan rond gokken, waartoe de verschillende ministers die betrokken zijn bij de Algemene Cel Drugsbeleid, in 2021 overeenkwamen. In de werkgroep gokken van de Algemene Cel Drugsbeleid werden al verschillende experten gehoord om mogelijke maatregelen rond preventie, hulpverlening en het regelgevend kader voor te stellen.
Om effectief te werken aan preventie is het nodig om in te zetten op een beleidsmatige aanpak, waarbij niet alleen wordt ingezet op educatie maar zeker ook op afspraken en regels, omgevingsinterventies en zorg en begeleiding. Een effectief gokpreventiebeleid heeft een beschermend wetgevend kader nodig. Mensen moeten hun spelplezier zelf kunnen invullen, maar dat moet kunnen binnen een bepaalde beschermende context.
Het is dan ook belangrijk dat de beschikbaarheid van gokken wordt gereduceerd. Daarvoor stellen experten verschillende maatregelen voor: beperkte openingsuren, toegangscontrole, toegang verboden voor jongeren onder 21 jaar, een verbod op gokreclame en het beperken van het aantal gokgelegenheden. Het nieuws dat het staatsbedrijf bpost zijn krantenwinkels verkoopt aan een gokaanbieder, gaat volledig in tegen de doelstelling van de overheid om de speler te beschermen. Onze federale collega’s zijn in bespreking om de reglementering van krantenwinkels te herzien.
Mensen met gokproblemen kunnen terecht bij verschillende vormen van hulpverlening, afhankelijk van concrete situaties en ondersteuningsnood. Ik wil dit aanbod blijvend ondersteunen en de onderlinge samenwerking en afstemming verder bevorderen.
Telefonisch en chathulp kan via SOS Spelen, De Druglijn, Tele-Onthaal of JAC online voor jongeren.
De Vlaamse Overheid investeert verder in onlinehulpverlening. De website https://gokhulp.be/ met informatie, zelftest, onlinezelfhulp en onlinebegeleidingen wordt gecontinueerd.
Bij een aantal diensten zoals de centra algemeen welzijnswerk (CAW’s), de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s), de jongerenadviescentra en de OCMW’s kunnen mensen terecht voor een eerste opvang en ondersteuning.
Wanneer meer gespecialiseerde hulpverlening nodig wordt, bieden de privépraktijken van psychiaters, psychologen en psychotherapeuten een aanbod. Verschillende therapeuten zijn ook vertrouwd met gokproblemen.
Hulp voor verslaving maakt ook deel uit van het aanbod van de centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGG’s). Sommige centra beschikken over een verslavingszorgteam en omvatten ook specifieke expertise met betrekking tot gokverslaving. Dergelijke teams zijn verspreid in heel Vlaanderen aanwezig.
Indien residentiële opvang aangewezen is, kunnen mensen ook terecht in de psychiatrische afdelingen van de algemene ziekenhuizen en in de psychiatrische ziekenhuizen.
Om gemakkelijk en vlot een weg te vinden in het hulpverleningslandschap, kunnen mensen ook terecht bij De Druglijn, waar samen met de zorgvrager een inschatting gemaakt wordt van de hulpvraag en het aanbod, of via de verwijsgids van VAD.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Dank u, minister, om ook te benadrukken dat ook u het een jammerlijke evolutie lijkt te vinden dat gokken dichterbij wordt gebracht, in treinstations, winkelstraten, shoppingcentra, zelfs tot in ziekenhuizen, en dat die krantenwinkels op die manier worden verkocht.
U hebt een aantal initiatieven genoemd die al bestonden of al in de maak waren. U hebt verwezen naar wat de federale overheid kan doen. Ik heb zelf hoge verwachtingen op dat vlak. Zij moeten dit ook in handen nemen. Maar misschien heb ik nog de vraag naar de fora waar de experten elkaar ontmoeten en waar de campagnes worden uitgetekend op Vlaams niveau. Bent u bereid om hun te vragen of Vlaanderen, zeer specifiek en toegespitst op de laagdrempelige opties in krantenwinkels, eventueel iets extra’s kan doen, iets preventiefs? Mogelijk hebben zij daar ook een aantal adviezen over. Natuurlijk zullen die niet kant-en-klaar zijn, want dit was een bijzonder onverwachte wending, vind ik zelf. Ik denk dat velen geschrokken zijn van deze verkoop. Maar bent u bereid om eventueel te laten nagaan of men specifieke adviezen heeft voor deze potentiële risico’s? Indien ja, zou u daar dan mee aan de slag willen gaan?
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Dank u wel, collega Van den Bossche, om het hier op de agenda te brengen. Het is inderdaad zeer terecht. Ook federaal delen wij die verontwaardiging – jullie weten dat – over wat daar lijkt te gaan gebeuren. We denken ook dat het aan ons is om te proberen dat alsnog tegen te houden, goed beseffend dat dit eigenlijk een stuk het resultaat is van een liberalisering van de post, waardoor je een autonoom overheidsbedrijf krijgt waar je blijkbaar nog zeer weinig aan te zeggen hebt. Nadien kennisnemend van de beslissingen moet er toch ook fundamenteel eens nagedacht worden of we als politiek wel willen dat autonome overheidsbedrijven die vrijheidsgraad krijgen in hun handelen.
Ten tweede, minister, apprecieer ik uw antwoord wel. Er is een heel brede aanpak. Ik maak mij nog over één ding zorgen – u weet dat. Ik heb eerder al een aantal keer de wachttijden opgevraagd voor specifieke verslavingshulp, en die zijn natuurlijk altijd wel zeer lang. Dat betekent dat mensen die eindelijk de drempel over gaan om hulp te zoeken, vaak vier tot zes maanden moeten wachten in bepaalde situaties en in bepaalde regio’s. Dat kan natuurlijk niet zijn. Op het moment dat er echt een groot probleem is, denk ik dat we daarmee aan de slag moeten.
Een derde punt is eerder een bredere opmerking. Misschien is het ook weleens tijd dat we samen, collectief, het debat voeren over de Nationale Loterij en de toekomst daarrond. Zij spelen natuurlijk een specifieke rol en reiken ook een aantal specifieke gokproducten aan, maar het is toch wel bijzonder dat we het als overheid nog altijd relevant vinden dat we dat zelf mee organiseren, een dergelijk gokaanbod. Je kunt je daar toch ook vragen bij stellen; daarom dat als laatste insteek.
Minister Beke heeft het woord.
Over de Nationale Loterij kan zeker een debat gevoerd worden, maar daar zijn wij niet voor bevoegd, zoals u weet.
Mevrouw Van den Bossche, er is overleg, er zijn interkabinettenwerkgroepen (IKW’s), ook met de federale collega’s, ook met collega Van Quickenborne, waarbij een aantal elementen naar voren gekomen zijn en verder besproken worden. Als daar ook vanuit onze kant concrete initiatieven uit voort moeten komen, zullen we dat zeker overwegen.
De Druglijn zal ook proberen toe te leiden naar bijvoorbeeld ambulante trajecten of crisishulp wanneer dat noodzakelijk is.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Misschien tot slot: ik ben blij dat u daarbij betrokken wordt in die IKW’s. Maar ik wil even mijn oproep herhalen om daar onze experten, onder andere van VAD en andere onder leiding van professor Matthys, misschien toch eens te laten nadenken of wij hier kort op de bal kunnen spelen of iets heel specifieks kunnen doen over die vorm van gokken die in die krantenwinkels aangeboden zou kunnen worden. Mij lijkt het zinvol dat we daar op tijd over nadenken. Wat kunnen wij daarvoor in stelling brengen, boven op de initiatieven op politiek niveau, die ik zeker verwelkom? Maar ik herhaal toch nog even mijn pleidooi om dat te doen. Dank u.
De vraag om uitleg is afgehandeld.