Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Op het moment dat ik deze vraag heb gesteld, ging het effectief over het werknemersstatuut van onthaalouders en het feit dat er op sociale media heel veel berichten van onthaalouders circuleren omdat ze niet weten hoe ze dit moeten aanpakken. Er is het sui-generisstatuut, voor zover we dan over een statuut kunnen spreken. Zowel mevrouw Saeys als ik zijn er recent over aangesproken dat het sui-generisstatuut ook duidt op het ontbreken van een volwaardig statuut. Mensen zoeken naar een oplossing, omdat het statuut op heel veel vlakken aberrant is, mensen niet genoeg sociale zekerheid biedt en niet genoeg zekerheid biedt op lange termijn.
Wij staan heel erg achter het werknemersstatuut. Niet alleen als proefproject, we willen dat ook breder uitrollen. De proefprojecten werden verlengd en die zouden worden geëvalueerd.
En op dit moment zeggen onthaalouders dat zij heel veel moeite hebben om betrouwbare informatie te krijgen. Ze hebben niet alleen moeite om de juiste websites te vinden, maar ze hebben ook moeite met afkortingen die worden gebruikt en met termen die zij niet altijd kennen, en waarvan de betekenis vrij specialistisch in het jargon wordt gebruikt. En u weet heel goed, minister, dat dit geen simpele materie is. Die mensen hebben het recht om hun rechten en plichten te kennen, maar ze moeten daar ook bij geholpen worden, om juist geïnformeerd te worden.
Minister, weet u dat dit een probleem is?
Naar welke websites kunnen onthaalouders surfen? En voldoen die websites ook om de mensen op een juiste manier op de hoogte te stellen? Zijn die begrijpelijk genoeg? Kunnen de mensen daar op een simpele manier de uitleg vinden?
Zijn er overheidsdiensten waar onthaalouders laagdrempelig terechtkunnen met hun vragen?
Minister, bent u ervan op de hoogte dat er over die statuten veel tegenstrijdige informatie heerst?
Ik wil er ook nog aan toevoegen, minister, dat we vandaag 18 januari zijn. En vandaag nog, al wekenlang, krijg ik informatie van zowel onthaalouders als mensen in de kinderopvang, die mij aangeven dat zij nog altijd geen uitsluitsel over de compensatie van januari hebben. Minister, de covidcrisis is bijna twee jaar aan de gang, en nog altijd wordt er zo achteropgehinkt qua compensatieregeling. Die mensen zijn het echt beu, en ik begrijp dat echt volmondig. Dit is een euvel dat al twee jaar aansleept. Wilt u nu alstublieft uitsluitsel geven over de compensatieregeling van januari?
Minister Beke heeft het woord.
Het sui-generisstatuut is gestart in 2003. Bij die start is er een zeer uitgebreide informatiecampagne voor de diensten voor onthaalouders en de onthaalouders zelf opgezet door het toenmalige Kind en Gezin.
Arbeids- en sociaalrechtelijke statuten, en dus ook het sui-generisstatuut van onthaalouders, zijn echter geen Vlaamse bevoegdheid, maar een federale. Informatieverstrekking over het statuut ligt eerder op het federale niveau en is natuurlijk ook meer het terrein van de sociale partners.
Er werd een helpdesk ‘sociaal statuut onthaalouders’ opgericht bij VIVO social profit door de sociale partners van het paritair comité 331. VIVO social profit is het overkoepelend initiatief van de sociale partners rond vorming en tewerkstelling. Deze helpdesk is tot op heden hét aanspreekpunt. Onthaalouders kunnen met vragen over dit specifieke statuut rechtstreeks contact opnemen.
Alhoewel het statuut in se niet tot de kernopdracht van het agentschap Opgroeien behoort, bleek toch dat het na achttien jaar nodig was om de weg naar de informatie in verband met het sui-generisstatuut nog eens te herhalen. Daarom heb ik het agentschap Opgroeien gevraagd om in de nieuwsbrief kinderopvang van december de vindplaats van informatie op te nemen en ook het bestaan van de helpdesk ‘sociaal statuut onthaalouders’ nog eens extra in de verf te zetten.
De onthaalouders met vragen betreffende het statuut vinden in de nieuwsbrief Opgroeien van december 2021 een aantal volgende bronnen. Er is de helpdesk ‘sociaal statuut onthaalouders’ van VIVO, er is de website van Kind en Gezin, en er wordt ook verwezen naar de sociale partners. Inzake het werknemersstatuut zijn er zowel door de organisatoren als door de werknemersorganisaties infosessies georganiseerd. Regelgevend hebben de organisatoren gezinsopvang die ingestapt zijn in het proefproject, ook de opdracht om kinderbegeleiders en onthaalouders voldoende te informeren.
Om op uw laatste vraag te antwoorden, is het misschien beter dat u de betrokken overheidsdiensten benoemt. Voor de Vlaamse overheid geeft het agentschap Opgroeien informatie. Gaat het over tegenstrijdige informatie tussen diverse federale overheidsdiensten? Dan heb ik graag een aantal concrete voorbeelden. Enkel op deze manier kan ik dat verder opnemen.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Dat is heel goed, minister, wat uw laatste vraag betreft. Ik denk dat ik dat beter direct kan vragen dan via een vraag om uitleg. Want u hebt gelijk: in de nieuwsbrief van december werd er duidelijkere informatie gegeven, en deze vraag was ook ingediend in december.
Ik ga toch even mijn laatste vraag herhalen, wat betreft de compensatieregeling. En dat is ook niet om een steen te werpen naar iemand. Ik besef dat er heel veel vragen zijn, en dat men dan probeert om streng te schiften.
Maar wat de compensatieregeling betreft, weet men voor januari nog altijd niet waar men aan toe is. Wilt u de kinderopvang en de onthaalouders bij dezen alstublieft zeggen wat er voor januari en eventueel ook voor februari is voorzien? Dat is al over twee weken, en ik zou niet graag in februari dezelfde vraag moeten stellen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega, minister, gewoon al het begrip ‘een statuut sui generis’ … Ik heb zelf lesgegeven in verzorging en kinderzorg. Als ik het tegen mijn studenten zou hebben over het statuut sui generis, dan dachten ze in het beste geval aan sushi. Dat het ging over hun pensioen, hun loon, sociale bijdragen, daar dachten ze niet aan. Ik denk dat dit ook een klein beetje aantoont dat we ervoor moeten zorgen dat voor de mensen in de kinderopvang alles laagdrempelig en duidelijk is. Minister, ik denk dat we er allemaal belang bij hebben dat al die zaken duidelijk en evident te vinden zijn.
Ik heb ook zelf even gezocht. Zowel bij het Vlaams Instituut voor Vorming en Opleiding in de Social profit (VIVO) als op de website https://www.onthaalouders.be/ vind ik eigenlijk wel heel overzichtelijke informatie. Op de website van Kind en Gezin is dat wel wat moeilijker te vinden, dat moet ik toegeven. Die vorige websites zijn private websites, terwijl Kind en Gezin de website is van onze eigen overheid. Het lijkt me goed dat daar de meest toegankelijke informatie te vinden is. Dat is een oproep die ik toch wel wil doen.
Wat dat statuut betreft, heb ik gelezen dat er een evaluatie komt van een proefproject dat is verlengd tot 31 maart 2023. Dat is nog een tijdje. Mijn vraag is of daar eventueel een tussentijdse evaluatie mogelijk is.
Minister, ik heb in het verleden ook al gevraagd om alles wat daarmee samenhangt, laagdrempeligheid, paperassen en planlast, zo gemakkelijk en evident mogelijk te maken zodat onze onthaalouders, ook zij met een statuut sui generis, zo evident mogelijk kunnen werken en hun tijd maximaal kunnen besteden aan wat ze willen doen, zijnde met kinderen werken. Het zou fijn zijn als u met die bezorgdheden rekening zou kunnen houden.
Minister Beke heeft het woord.
Mijnheer Daniëls, ik zal die bezorgdheden meenemen.
Collega Groothedde, ik heb u goed beluisterd, maar ik moet toch zeggen dat ik de teneur van uw vraag betreur. U zegt dat de compensaties al twee jaar een euvel zijn. Weet u hoeveel geld wij louter aan compensaties, alleen al voor de kinderopvang, hebben gegeven? Dat was bijna 130 miljoen euro in 2020 en meer dan 53 miljoen euro in 2021. Alles samen hebben wij dus bijna 183 miljoen euro aan noodzakelijke compensaties gegeven. En dan zegt u dat het achterblijven van de compensaties al twee jaar een euvel is, terwijl deze Vlaamse Regering in coronacrisis al 183 miljoen euro aan compensaties voor de kinderopvang heeft vrijgemaakt.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, u hebt opnieuw niet op mijn vraag geantwoord. Mijn vraag was niet of u genoeg geld hebt vrijgemaakt maar of de compensatieregeling in januari doorloopt. Het is vandaag 18 januari en mensen weten dat nog altijd niet. Als u nu kort ja of nee zou kunnen zeggen, zouden ik en vermoedelijk de hele kinderopvang daar superdankbaar voor zijn.
Volgens het reglement kan de minister niet meer antwoorden.
Minister, u mag me daar altijd een bericht over sturen.
U kunt ook samen even een koffie drinken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.