Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, onlangs kwam aan het licht dat vier ambtenaren van de Brusselse gemeente Anderlecht de voorbije jaren honderden valse documenten verkocht zouden hebben. Het zou gaan om meer dan honderd valse rijbewijzen en duizenden valse vergunningen voor buitenlandse werknemers. Een dag later bleek dat een van de bewuste ambtenaren ondertussen aan de slag zou zijn in Ninove en dat de fraude daar werd verdergezet.
De fraude kwam in Anderlecht aan het licht na een intern onderzoek, maar de zaak kwam pas in een stroomversnelling nadat men een persoon op heterdaad kon betrappen. Uit het onderzoek bleek dat de manier van werken vrij simpel was. Gemeenteambtenaren openden een dossier om een rijbewijs toe te wijzen aan een persoon van buitenlandse afkomst, zonder dat die persoon aanspraak kon maken op een rijbewijs in zijn of haar land van herkomst. In ruil werd dan contant geld gestort op de bankrekening van de desbetreffende gemeenteambtenaar. De handel wat betreft de valse vergunningen voor buitenlandse werknemers wordt nog verder onderzocht, maar de fraude zou groot zijn. Ze wordt zelfs geraamd op miljoenen euro’s, aangezien deze vergunningen recht geven op onder meer gezinshereniging, werkloosheidsuitkering en sociale uitkeringen.
Uiteraard zijn er gevolgen wat betreft de verkeersveiligheid. Uw collega-minister Peeters heeft dan ook reeds gereageerd. Maar ook de gevolgen voor het lokale bestuur zijn groot. Deze praktijken doen zich, in dit onderzoek, voornamelijk voor in Anderlecht maar ze zouden ook kunnen plaatsvinden in Vlaanderen, op andere plaatsen.
Vandaar mijn vragen aan u, minister.
Ik besef uiteraard zeer goed dat de zaak in handen is van het parket, maar hebt u al weet van dergelijke misbruiken in Vlaanderen, los van de praktijken in Ninove?
Ambtenaren moeten zich houden aan een deontologische code. Hoe kaderen dergelijke praktijken daarin?
Het is de gemeente zelf die een intern onderzoek heeft opgestart. Het is moeilijk om dergelijk misbruik door gemeentelijke ambtenaren op te sporen. Gaat u deze case aangrijpen om te onderzoeken hoe we dergelijk misbruik in de toekomst kunnen voorkomen?
Zult u uw Vlaamse en federale collega’s erop wijzen dat er een sluitend systeem noodzakelijk is voor het aanvragen van dergelijke documenten?
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer Tommelein, sta mij toe om de eerste en de derde vraag samen te beantwoorden. U begrijpt dat ik in dezen niet zal ingaan op de concrete casus uit Ninove, gelet op het feit dat daar een strafrechtelijk onderzoek loopt.
Voor alle duidelijkheid: mijn administratie heeft geen weet van soortgelijke langdurige en grootschalige gevallen van vermeende fraude omtrent valse rijbewijzen en documenten.
Deze en alle misbruiken door ambtenaren of mandatarissen moeten uiteraard vermeden worden. We verwachten van onze ambtenaren immers dat ze integer en deontologisch correct handelen.
In dat kader wijs ik op de verplichting voor lokale besturen om een organisatiebeheerssysteem uit te werken. Dit organisatiebeheerssysteem moet het geheel van maatregelen en procedures bevatten om een redelijke zekerheid te verschaffen dat het lokaal bestuur zijn vastgelegde doelstellingen bereikt en de risico's om die te bereiken kent en beheerst, dat ze wetgeving en procedures naleeft en over betrouwbare financiële en beheersrapportering beschikt. Verder moet het systeem ervoor zorgen dat het bestuur op een effectieve en efficiënte wijze werkt en de beschikbare middelen economisch inzet, en zijn activa beschermt en fraude voorkomt. Dat is eigenlijk wat de opdracht is van elk lokaal bestuur. Ik ben ervan overtuigd, mijnheer Tommelein, dat u daar als burgemeester in uw stad over waakt.
Ik wil ook wijzen op het bestaan van Audit Vlaanderen, dat de voorbije jaren zijn belang heeft bewezen door in verschillende besturen pijnpunten in de organisatiebeheerssystemen te ontdekken en hen een plan aan te reiken om dat op te lossen. Op die manier zijn we eigenlijk allemaal samen één lerend netwerk. Mijn administratie, het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB), wordt ook ingeschakeld om na te gaan of lokale en provinciale besturen daar effectief mee aan de slag gaan. Doorheen klachten en adviezen hebben zij ook een signaalfunctie voor Audit Vlaanderen en kan Audit Vlaanderen beslissen – u weet dat ze dat zelf kiezen – om prioritair bij bepaalde besturen een audit uit te voeren.
Daarnaast heeft Audit Vlaanderen nog een ander instrument, namelijk de forensische audits, om misbruiken te ontdekken. Als Audit Vlaanderen mogelijke strafrechtelijke overtredingen vaststelt, wordt steeds een kopie van het rapport bezorgd aan de Centrale Dienst voor de Bestrijding van Corruptie (CDBC). Dat is de federale politiedienst die verdere stappen zet bij het parket.
Het is dus in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van ieder lokaal bestuur om een degelijk organisatiebeheerssysteem uit te werken en dat ook strikt op te volgen.
Daarnaast stel ik vast dat mijn administratie en Audit Vlaanderen nauw samenwerken, waardoor pijnpunten naar boven komen en lokale en provinciale besturen ondersteund worden om tot een betere organisatie te komen. Ik wil hierbij ook een pluim geven aan verschillende organisaties, zoals de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), de Vereniging Vlaamse Provincies (VVP) en de Vlaamse Lokale Financieel Directeurs (VLOFIN), die samen met ABB en Audit Vlaanderen werken aan modellen en technieken om de organisatiebeheerssystemen steeds opnieuw te versterken en te verbeteren binnen onze lokale besturen.
Ik meen dat de bovengenoemde aanpak, die een evolutieve, voortschrijdende aanpak is, voldoende is om dergelijke misbruiken te voorkomen. Maar u weet ook dat geen enkel instrument zal vermijden dat er zich gevallen van misbruik kunnen voordoen.
Het is juist dat lokale en provinciale besturen een deontologische code moeten vaststellen voor de personeelsleden. Het decreet Lokaal Bestuur legt die verplichting op aan de besturen en omschrijft ook de deontologische rechten en plichten. Een van die verplichtingen staat beschreven in artikel 188 van het decreet Lokaal bestuur: “De personeelsleden oefenen hun ambt op een loyale en correcte wijze uit.” Het is evident dat fraude, gepleegd in het uitreiken van rijbewijzen of andere documenten, niet strookt met deze deontologische code en dus niet overeenstemt met wat je mag verwachten van het gedrag van een personeelslid.
Wanneer een vast benoemd personeelslid zich niet aan de deontologische code houdt, kan een bestuur een tuchtonderzoek opstarten en in het kader daarvan tuchtstraffen opleggen, waaronder het ontslag. Een contractueel personeelslid kan ontslagen worden op grond van dergelijk frauduleus gedrag, en dat met toepassing van de bepalingen uit de Arbeidsovereenkomstenwet.
Ik ben ervan overtuigd dat alle betrokken collega’s, op alle niveaus, de afloop van dit onderzoek nauwgezet opvolgen en dit als een aanleiding zullen nemen om voor hun departement na te gaan wat er kan worden verbeterd en eventueel wat er samen moet worden aangepakt. Zo heeft onze goede collega Lydia Peeters tijdens de gedachtewisseling in de commissie Mobiliteit van 30 september al verklaard dat ze met het Departement Mobiliteit en Openbare Werken vooral zal inzetten op digitalisering om fraude met documenten die nodig zijn om een rijbewijs te halen, tegen te gaan.
Ik hoop, mijnheer Tommelein, dat ik u daarmee enkele elementen van antwoord heb gegeven op uw relevante vraag.
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, ik wil u van harte danken voor het heldere antwoord. Het is natuurlijk zo dat wij daar op het lokale niveau heel alert voor moeten zijn, vandaar dat ook in mijn eigen stad, zoals u zelf aangeeft, wij daar de noodzakelijke stappen toe zetten. We hebben zelfs een aparte fraudecel opgericht binnen de schoot van de stad om dergelijke anomalieën en misbruiken te kunnen opsporen. Wij kijken dus ook met de nodige belangstelling naar de verdere afhandeling van het gerechtelijk onderzoek.
De vraag om uitleg is afgehandeld.