Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik heb u al verschillende vragen gesteld over het bodemsaneringsfonds. Het lijkt wel een soap te worden. Vandaag heb ik opnieuw een vraag. Ik heb gisteren gezien dat u gereageerd hebt, net zoals op de vraag van de heer Vandenhove. Als we vragen stellen, komen de zaken blijkbaar in een versnelling, dat is een goede zaak.
Het Belgisch Stookoliefonds (vzw Promaz) diende op 21 juni 2021 een erkenningsaanvraag in bij de Interregionale Bodemsaneringscommissie (IBC). Hiermee voldeed de organisatie aan de vraag van de minister om een erkenningsaanvraag in te dienen voor de zomer van 2021.
De IBC had, behoudens bijkomende informatieve vragen, vier maanden de tijd om over het aanvraagdossier te beslissen. Deze beslissing zou dus eind oktober genomen moeten zijn.
Minister, in de commissievergadering van 6 juli 2021 benadrukte u dat in het samenwerkingsakkoord van 25 juli 2018 was opgenomen dat de eerste financiering moest komen van de BOFAS-overschotten (bodemsaneringsfonds voor tankstations). U rekent hierbij op het bedrag van 120 miljoen euro dat nog ter beschikking staat van BOFAS.
Wanneer zou blijken dat de financieringspijler niet langer zou volstaan, kan volgens het samenwerkingsakkoord de vzw Promaz verder gefinancierd worden via een bijdrage op gasolieverwarming die de accijnsplichtige ondernemingen op kwartaalbasis aan Promaz moeten storten. Via BOFAS kan er maximaal 120 miljoen euro aangewend worden om de vzw Promaz te financieren, terwijl de inschatting is dat er maximaal 512 miljoen nodig is om alle saneringen uit te voeren.
De stookoliesector heeft steeds laten weten dat hij vanaf de start van het fonds een bijdrage van 1 cent per liter gasolie wil vragen. Dat standpunt wordt, zo blijkt uit een eerder antwoord op mijn vragen, niet gedeeld door u, omdat u in eerste instantie wilt dat de middelen van BOFAS aangewend worden.
In juli 2021 bedroeg de bijdrage voor Promaz nul euro. Het samenwerkingsakkoord voorziet wel twee mogelijkheden om de bijdrage aan te passen, maar deze aanpassing is enkel mogelijk indien de drie gewestregeringen en de federale ministers van Economie en Energie unaniem deze beslissing nemen. Indien er geen unanieme beslissing komt, zal er bij tekorten een automatische bijdrage van 2 euro per 1000 liter gasolie geïnd worden.
Minister, heeft de IBC een beslissing genomen over de erkenningsaanvraag van vzw Promaz? Wanneer werd die genomen? Hoe luidde de beslissing? Indien niet, wanneer zal deze beslissing genomen worden?
Er zou maximaal 512 miljoen euro nodig zijn om alle saneringen uit te voeren, inclusief de werkingskosten van vzw Promaz, terwijl er maximaal 120 miljoen euro van BOFAS kan komen. Een bijkomende financiering van het stookoliefonds is dus onvermijdelijk, maar over het moment waarop deze financiering moet starten heerst onduidelijkheid.
De saneringen van de tankstations zijn nog steeds lopende, waardoor er nog steeds middelen vanuit BOFAS aangesproken worden om deze saneringen uit te voeren. Hebt u zicht op de financiële middelen die vanuit BOFAS overgemaakt zullen worden aan vzw Promaz? Wanneer zouden deze middelen ter financiering van vzw Promaz overgemaakt kunnen worden vanuit BOFAS?
Is er duidelijkheid over het moment waarop de extra bijdragen op gasolie ter financiering van Promaz geïnd kunnen worden? Is hierover al een akkoord met de stookoliesector? Is hierover al een akkoord met de andere gewesten en de bevoegde federale ministers?
Het oprichten en financieren van een stookoliefonds en het uitvoeren van het samenwerkingsakkoord zijn noodzakelijke voorwaarden om over te kunnen gaan tot de sanering van stookolievervuilingen bij particulieren. En het belangrijkste: vanaf wanneer zullen zij een beroep kunnen doen op het stookoliefonds?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Danen, de IBC heeft op 2 december een positieve beslissing overgemaakt aan de vzw Promaz.
Die 512 miljoen euro betreft uiteraard een raming gebaseerd op het verwachte aantal aanmeldingen van probleemdossiers. Ook de BOFAS-overschotten zijn een prognose die gebaseerd is op het financieel plan van BOFAS en van de gebudgetteerde uitgaven van vzw BOFAS voor uitvoering van hun taken tot het einde van hun erkenning. Van zodra de aanmeldingstermijn begint te lopen, gaan we een veel duidelijker beeld krijgen van het aantal dossiers en het kostenplaatje.
De wijze van financiering van het stookoliefonds is geregeld in artikel 15 van het samenwerkingsakkoord. Promaz zal dus ter financiering van zijn taken in eerste instantie een beroep moeten doen op de BOFAS-overschotten van circa 120 miljoen euro, zoals dit ook in het samenwerkingsakkoord is bepaald.
Het samenwerkingsakkoord stelt verder dat Promaz gedurende de eerste jaren na zijn erkenning de verwachte inkomsten en uitgaven voor de volledige erkenningsperiode op gedetailleerde wijze moet monitoren. Dat geeft voldoende tijd om de tweede financieringspijler met het instellen van een bijdrage op gasolieverwarming te kunnen invoeren, indien dit nodig mocht blijken.
Ook voor het antwoord op uw derde vraag kan ik verwijzen naar de bepalingen van het samenwerkingsakkoord. De aanmeldingsperiode van drie jaar start vanaf de datum dat het erkenningsbesluit van het fonds in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd. In de praktijk zal de burger dus nog voor het einde van het jaar een aanmelding moeten indienen.
Het fonds is verplicht elk jaar een saneringsprogramma bij de IBC in te dienen. Dit is een overzicht van alle dossiers die ze het daaropvolgende jaar zullen saneren.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik heb gisteren in uw persmededeling gezien dat volgens u de sector geen goedkeuring heeft om de prijs van stookolie op te trekken. Dat was die 1 cent ter compensatie van de kosten. Natuurlijk, niemand wil dat stookolie duurder wordt, maar we moeten toegeven dat het 1 cent is, vergeleken met 100.000 of 200.000 euro die een sanering kan kosten. Als we het perspectief bekijken, kunnen we dat beschouwen als een soort verzekering, als men een probleem heeft, wordt het opgelost. Dat was een redelijk voorstel.
Mijn vraag was meer fundamenteel. Als bepaalde zaken uit die aanvraag gehaald zijn, is mijn vraag of Promaz dan geneigd of gewettigd of verplicht is om die aanvraag te erkennen om op te starten of dat we dan een hele juridische weg gaan bewandelen, wat ik voor alle duidelijkheid niet hoop. De mensen die vandaag of morgen met het probleem zitten, moeten alleszins worden geholpen. Hun leed, dat weet u, minister, is onmenselijk hoog. Ze zijn al maanden of jaren aan het wachten op een oplossing. Ik hoop echt dat de oplossing naderbij komt.
Mijn concrete vraag luidt: wat heeft de erkenning die ze gedaan hebben, dat er bepaalde dingen worden uitgehaald, voor juridische gevolgen voor de oprichting van het fonds?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Collega Danen, u herinnert zich wellicht de hoorzitting van een half jaar geleden rond het voorstel van decreet met het verbod om een stookolieketel nog te vervangen als er ook aardgas in de straat ligt. Ik heb me toen wel degelijk lastig gemaakt over het businessmodel dat daar achter zit. Stel u even voor dat u in een federatie zit, en u kunt niet opgeven hoeveel de kosten ongeveer zullen zijn, u kunt niet opgeven welke inkomsten u ongeveer zult hebben, u kunt die zeer pessimistisch inschatten, in dat geval 10 euro per 1000 liter en de kosten wel wat overschatten. Ik ben toen zelfs tot de conclusie gekomen dat het waarschijnlijk een btw-issue is dat ze perfect zouden kunnen bespreken met het federale niveau, net zoals gebeurd is met het Promaz-fonds, toen is ook die btw opgelost.
Met andere woorden, ik had de indruk dat ze dachten ‘laat ons starten, laat ons maar doen, we zien wel waar we uitkomen, hebben we geld te kort dan vragen we een beetje meer bij het stookoliefonds, enzovoort’. Ik vond dit qua governance absoluut geen goede methode. Ik ben nu zeer blij dat men nu zegt: ‘neen, u gaat eerst die 120 miljoen euro gebruiken, ondertussen maakt u uw exacte business case op, ondertussen gaat u met de btw discussiëren, enzovoort’. Intussen zijn we een paar jaar verder en kunnen we veel beter inschatten wat de effectieve totale kosten zullen zijn voor al die andere saneringen.
Want we moeten natuurlijk wel rekening houden met het een en ander. U spreekt zelf over 100.000 à 200.000 euro, maar het kan misschien evengoed 60.000 of 70.000 euro zijn, waardoor men aan het einde van de rit als men alles gesaneerd heeft met een overschot zit. En wat gaan zij dan doen met dat overschot: gaan op zitten en bewaken? Hoe gaat het dan terugkeren? Ik heb veel liever dat er een heel correcte inschatting gebeurt, waardoor we achteraf niet in de problemen komen. Wat solidariseren betreft spreken we over 1,5 procent van de mensen die een probleem hebben. We kunnen dan wel zeggen: ‘Ja, het is gemakkelijker om het met 10 euro per 1.000 liter te verhogen.’ Neen, ik vind dat ze eerst grondiger werk moeten maken. Dat kunnen ze doen door eerst de overschotten van andere fondsen te gaan gebruiken vooraleer we hier blind geld bij gaan steken.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Het is zeer terecht om reservemiddelen aan te wenden. De collega verwijst naar de noodzaak om een goede businesscase te hebben, maar het is ook belangrijk dat we knopen doorhakken en een oplossing aanbieden aan de getroffenen. We kunnen stellen dat het niet om een massa mensen gaat, maar zij die ermee geconfronteerd worden, zijn wel hard getroffen. Het gaat daarbij vaak over grote budgetten. Het is onze plicht om ook op middellange termijn duidelijkheid te geven. Je kunt in eerste instantie over de reserve spreken, dat moet ook. Maar als er extra budgetten nodig zijn, moet die knoop doorgehakt worden. Minister, we willen u aanmoedigen om daarop in te zetten en tot een oplossing te komen voor de getroffen mensen, die onze steun verdienen.
Wat dit dossier betreft, minister, heb ik u al met vragen bestookt. Het is een dossier dat enorme financiële gevolgen heeft en financiële drama’s, gezins- en familiedrama’s met zich meebrengt. Dit dossier sleept al enorm lang aan. Ik ben heel tevreden met het antwoord op de schriftelijke vraag dat gisteren publiek werd gemaakt. We bleven sinds oktober toch wel wat op onze honger zitten. In een schriftelijke vraag had ik de melding gekregen dat de beslissing uiterlijk op 22 december 2021 zou vallen. Het is goed dat de beslissing genomen is, dat er duidelijkheid komt naar eenieder en dat de getroffenen geholpen kunnen worden. Het is ook goed dat in eerste instantie die 110 miljoen euro zal worden benut vanuit het BOFAS-fonds. Dat was al duidelijk in de hoorzitting. Het is belangrijk om geen extra heffing op de stookoliefactuur te hebben.
Er is nog een belangrijke vraag, ook van de vorige vraagstellers. Wat gebeurt er als die 110 miljoen euro op is? Welke afspraken werden daaromtrent gemaakt?
Als laatste wil ik nog meegeven dat er ook heel grondig werk gemaakt moet worden van de communicatie naar de particulieren. Hoe kunnen ze een beroep doen op het Promaz-fonds? Hoe zal het functioneren? Dit is een dossier van lange adem, waar mensen echt op zitten te wachten en met argusogen naar kijken. Ik vraag een rechtstreekse communicatie met de getroffenen.
Minister Demir heeft het woord.
Collega Danen, het onmiddellijk optrekken van de prijs moet eigenlijk met het samenwerkingsakkoord. Een fondsenoprichting kan dit niet aanvragen. Het fonds kan wel onderbouwd een vraag op tafel leggen zodra de dossiers daadwerkelijk binnenkomen, en dan zullen we die bekijken. Promaz zou naar de Raad van State kunnen stappen. Die mogelijkheid is er altijd. Maar het fonds is nu gehouden tot uitvoering van zijn erkenning. Na twintig jaar ligt procedureel niets meer in de weg om die mensen eindelijk te helpen. We rekenen erop dat de sector zijn erkenning nu ook uitvoert. We hebben de wetgeving gevolgd. Een verhoging van de bijdrage vanaf dag één is wettelijk niet mogelijk. Als Promaz de erkenning weigert uit te voeren, hebben we ook de mogelijkheid om naar de ondernemingsrechtbank te stappen. Er kan door Promaz een onderbouwd dossier op tafel gelegd worden voor een verhoging van de bijdrage. We zullen dat op dat moment bekijken, naargelang er dossiers zijn. Dan spreken we ook over echte cijfers en echte dossiers en niet over schattingen. Het is heel gemakkelijk om uit te gaan van schattingen, maar we moeten ons correct opstellen. De oplossing is nu veel dichterbij dan de vorige jaren. Er is een conforme erkenningsbeslissing. De sector moet het verplichte fonds operationaliseren. De tweede pijler wordt aangeboord als de noodzaak daartoe op basis van correcte cijfers aangetoond wordt.
De heer Danen heeft het woord.
Het belangrijkste is inderdaad, minister en collega’s, dat het fonds er komt en dat particulieren die problemen hebben, er een beroep op kunnen doen. Mijn bezorgdheid blijft natuurlijk wat er gebeurt als er niet genoeg is. Maar als de minister zegt dat er andere stappen kunnen volgen, vind ik dat al een belangrijke stap. Het zal dan zo moeten. Als je een cent vergeleken met 100.000 of meer euro’s voor een sanering in perspectief bekijkt, is dat zoiets als een brandverzekering. Je betaalt eigenlijk een beperkte bijdrage om geholpen te worden als er een probleem is. Dat is verdedigbaar, hoewel er niemand om hogere prijzen staat te roepen.
U zegt dat het fonds een aanvraag kan doen als het middelen te weinig heeft. Ik hoop dat u in dat geval kritisch zult kijken, maar dat, als ze gelijk hebben, u ook welwillend zult optreden – niet om de sector te helpen, want dat is niet de bedoeling. Het is wel de bedoeling dat de gedupeerden krijgen waar ze recht op hebben, namelijk een sanering in het geval dat ze een probleem hebben. Ik hoop dat het er snel komt en dat de gedupeerden snel een beroep kunnen doen op het fonds, want het is al verschillende keren aangekondigd. Het zou er bijna zijn of binnen een paar maanden zijn. Sommige mensen geloven het wellicht niet meer. Het zou voor de gedupeerden een fijn kerstgeschenk zijn als ze snel zicht krijgen op een schadevergoeding.
De vraag om uitleg is afgehandeld.