Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, ik had twee vragen ingediend over het grensoverschrijdende gedrag, maar ik zal ze bundelen.
In het rapport van de Onafhankelijke Onderzoekscommissie Gymnastiek (OOG) staat zwart-op-wit weergegeven hoe de Vlaamse gymnasten jarenlang fysiek en psychisch misbruikt werden in de Gentse Topsportschool. Dit rapport werd op 16 april 2021 publiek gemaakt en er volgden meteen excuses vanuit de gymnastiekfederatie (Gymfed). Daarna werden een taskforce, een expertencommissie en intussen ook werkgroepen opgericht, maar het actieplan, waarvan u in de commissievergadering van 28 april zei dat het eind mei op uw bureau moest liggen, is er nog altijd niet. Intussen werden wel al de contracten van de hoofdcoaches verlengd. Er wordt momenteel veel gepraat maar er is, wellicht, weinig actie noch een plan.
De turnfederatie Gymfed heeft uiteindelijk op woensdag 3 november 2021 laten weten dat er vijf werkgroepen worden opgericht, die ervoor moeten zorgen dat er een nieuw klimaat komt waarbinnen het mentale en fysieke welzijn van de sporters centraal staan. Elke werkgroep focust op een specifiek thema en zal een concreet actieplan formuleren dat beantwoordt aan alle aanbevelingen in het rapport van de onafhankelijke onderzoekscommissie.
Een van de dertien aanbevelingen uit het rapport was: “Zorg voor herstel bij ex-gymnasten die slachtoffer waren van grensoverschrijdend gedrag bij de hele Gymfed.” Deze aanbeveling wordt in het rapport verder als volgt verduidelijkt: “De onderzoekscommissie beveelt de federatie aan om de problemen uit het verleden en de huidige werking te erkennen inclusief de impact op de ex-gymnasten, verantwoordelijkheid op te nemen voor de situatie, na te gaan hoe de geleden schade kan worden hersteld, zich te engageren dat de problemen zich niet zullen herhalen en in de mate van het mogelijke en wenselijke te streven naar herstel van de betreffende gymnasten.”
Minister, hoe verklaart u dat we na een half jaar wachten op een actieplan, dat eind mei moest klaar zijn, dat actieplan nog altijd niet hebben?
Rond welke vijf thema’s werd een werkgroep opgericht? Is er een werkgroep rond herstel bij slachtoffers? Als dat niet zo is, waarom niet?
Volgt u die werkgroepen op? Zo ja, op welke manier? Wanneer mogen we de actieplannen verwachten? Hoe zult u ze opvolgen?
Bent u vooraf op de hoogte gesteld van het aanblijven van de hoofdcoaches in de Gentse Topsportschool? Zo ja, vindt u dat passend binnen de cultuurswitch die men hoopt te maken binnen het Vlaamse topturnen?
Welke van de vijftien aanbevelingen uit het onderzoeksrapport zijn reeds omgezet in maatregelen? Kunt u de reeds genomen concrete maatregelen binnen de Gentse Topsportschool opsommen?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil, voor alle duidelijkheid, vanzelfsprekend dat Gymfed dat rapport ernstig neemt. Ik zorg er ook voor dat ze daarmee aan de slag gaan. Ik heb vooralsnog geen aanduiding van het tegendeel. Maar om mij te verzekeren van de voortgang, heb ik ook gevraagd om mij tussentijds te rapporteren. Men heeft dat ook gedaan. Men heeft zelfs de opdrachten wat verruimd.
Enerzijds heeft men een open taskforce opgericht met veertien leden, waaronder onafhankelijke experten en een vertegenwoordiging vanuit de gymnasten, ex-gymnasten, ouders, het bestuursorgaan, de medewerkers en het management van Gymfed. Deze taskforce ziet toe op de opmaak en uitvoering van dat actieplan.
De werking van de taskforce werd na analyse van het onderzoeksrapport uitgebreid met vijf thematische werkgroepen, die afhankelijk van de inhoud zorgen voor extra expertise. Welke thema's worden behandeld? Eén: de competenties, opleidingen, evaluaties van professionele en niet-professionele coaches; twee: het beleid en de regelgeving binnen de topsportwerking van Gymfed; drie: medische opvolging en fysiek welbevinden van de topsportgymnasten. Het vierde thema gaat over de ontwikkeling, opvolging en het welbevinden van de topsportgymnasten op sociaal-emotioneel en mentaal vlak. Vijf gaat over gezond en ethisch sporten op club- en federatieniveau.
De Gymfed heeft daar ook open over gecommuniceerd, ook over de samenstelling van die vijf werkgroepen, met een externe communicatie. Elke van die werkgroepen moet input aanleveren en die zal worden verwerkt in het globale actieplan. Men heeft, om dat proces te begeleiden, ook een externe partij aangeduid.
De timing voor oplevering is afhankelijk van de voortgang van de werkgroepen en de beschikbaarheid van de externe experts, maar men mikt op het einde van dit jaar. Die timing is inderdaad later dan oorspronkelijk vooropgesteld, maar ik denk dat men er ook wel voor gekozen heeft om grondig te werk te gaan, en om een breed netwerk aan experts te betrekken bij het proces. Dat vergt inderdaad wel wat tijd, maar ik ben ervan overtuigd dat dit ten bate is van de diepgang en de gedragenheid van het eindresultaat.
Zodra het actieplan wordt opgeleverd, zal dat ook door de onafhankelijke expertencommissie onder de loep worden genomen. Die expertencommissie zal vervolgens aan mij advies uitbrengen over de inhoud van dit actieplan, haar oordeel daarover, en hoe de uitvoering van het plan moet gebeuren.
Ik heb wel een tussentijdse stand van zaken opgevraagd, een tussentijdse rapportering. Ik zal trachten u daar al een inzage over te geven.
Aanbeveling 1 stelt dat de Gymfed een open taskforce rond grensoverschrijdend gedrag moet opstarten. Ik heb al aangegeven dat die operationeel is.
Aanbeveling 2 vraagt om de problematiek ruimer te bekijken dan enkel de artistieke gymnastiek dames (AGD). Die aanbeveling is ook opgenomen. De werkgroepen bekijken de werking van de federatie in het algemeen, dus niet alleen artistieke gymnastiek en topsport, maar ook andere disciplines en de bredere clubwerking.
De Gymfed startte acties op rond aanbeveling 3, namelijk om te voorzien in een screening van alle coaches. Alle federatiecoaches en andere federatiemedewerkers werd gevraagd een ethische code te ondertekenen. Voor elke functie binnen de federatie werd een functieprofiel opgemaakt. Er is een ‘coach de coach’-begeleiding voor de coaches in het topsportcentrum in Gent, in functie van de bijgestuurde coachingstijl.
De Gymfed werkte een opleidingsplan uit voor al haar professionele coaches. In het jaarlijkse opleidingsweekend voor coaches in oktober heeft ze extra gefocust op het nieuwe sportmodel dat vooropgesteld wordt voor al haar clubs. In dit model staan de sporter en zijn fysiek maar ook mentaal welzijn centraal. Daarmee geeft de Gymfed ook uitvoering aan aanbeveling 4.
Aanbeveling 5 maant aan om gezond en ethisch sporten op de eerste plaats te zetten. Dat is natuurlijk een continu proces dat je moeilijk kunt kwantificeren, maar het is wel het leidmotief dat de Gymfed wil hanteren om samen met de taskforce en de werkgroepen het actieplan uit te werken.
Aanbeveling 6 ging over het bewust omgaan met het eencampusmodel. Daarvoor is de Gymfed al voor de publicatie van het onderzoeksrapport gestart met de creatie van een open communicatiecultuur. Men voorzag al inspraaksessies met de huidige gymnasten over de huidige werking en men wil dat in de toekomst opentrekken naar alle disciplines, omdat men dat in eerste fase gedaan had rond de artistieke gymnasten. De overlegmomenten met andere stakeholders zullen opgevoerd worden om informatiedoorstroming te bevorderen.
Aanbeveling 7 gaat erover dat de Gymfed zich bewust moet zijn van de ontwikkelingsnoden van jonge topgymnasten en dat daar voorzichtig mee moet worden omgesprongen. De Gymfed heeft zich geëngageerd om ter zake een voortrekkersrol op te nemen binnen de internationale gymwereld en heeft hierover al een open brief gericht aan de internationale federatie, waarbij ze pleit voor een verhoging van de minimumleeftijd op de Spelen en voor de ontwikkeling van een mentale leerlijn.
Het uitgangspunt van aanbeveling 8 gaat over blessures. Een blessure mag nooit als normaal worden beschouwd. Hiervoor zet de Gymfed intussen al een tijdje in op de uitbouw van een multidisciplinair team, inclusief medische en paramedische profielen. Men is ook gestart met het uittesten van het atleetvolgsysteem Panega, ontwikkeld met steun van Sport Vlaanderen, om de atleten een meer persoonlijke begeleiding te kunnen bieden.
Aanbeveling 9 stuurt aan op een open communicatie op maat van de gymnasten. De Gymfed werkt hieraan via acties die ik reeds aanhaalde in het kader van aanbeveling 6.
Transparantere selectiecriteria en procedures zijn het doel van aanbeveling 10. Dit zit heel specifiek in een van de vijf werkgroepen.
Aanbeveling 11 pleit voor een kwaliteitsvol uitstroombeleid en bijhorende nazorg voor gymnasten die volgens de federatie of volgens de evaluatie niet meer beantwoorden aan de vooropgestelde normen en geen deel meer kunnen uitmaken van de groep. Het is belangrijk dat er voor hen nazorg is. Hiervoor werkte de Gymfed intussen een aanpak en procedure uit in overleg met de relevante stakeholders. Ze startten ook een samenwerking op met een externe expert, een psychologisch consulent, om een begeleiding op maat te kunnen aanbieden.
Aanbeveling 12 vraagt om een herstelbeleid uit te werken voor gymnasten of ex-gymnasten die slachtoffer werden van grensoverschrijdend gedrag. Ik stel vast dat hier nog werk op de plank ligt. De Gymfed startte wel reeds verkennende gesprekken met enkele ex-gymnasten. Herstelbeleid is een zeer delicaat onderwerp. Ik vind dat het meer prioriteit moet krijgen. De Gymfed gaf ook zelf aan hier werk van te maken. Ik vraag dan ook met aandrang aan de Gymfed om mij het plan van aanpak voor het herstelbeleid zo spoedig mogelijk te bezorgen. De oprichting van een zesde werkgroep was ook een expliciete aanbeveling die de expertencommissie aan de Gymfed deed.
Uit deze tussentijdse stand van zaken leid ik af dat de Gymfed de aanbevelingen zeker ter harte heeft genomen en hiermee aan de slag is gegaan. Een aantal zaken zijn reeds gerealiseerd. Sommige aanbevelingen vragen een continu proces.
Tot slot werd er ook nog aanbevolen om de begeleiding van de huidige gymnasten te bestendigen, dit vooral met het oog op de nakende Olympische Spelen. Daar werd gevolg aan gegeven. Na Tokio besliste de Gymfed om de samenwerking met de hoofdcoaches verder te zetten tot de spelen van 2024 in Parijs, maar vooral ook om de begeleiding door het multidisciplinaire team te bestendigen en te versterken.
De verlengde aanstelling van de hoofdcoaches is de bevoegdheid van de sportfederatie zelf. Maar van twee zaken één, natuurlijk. Ik denk dat er toch een algemene appreciatie was voor het eindrapport en de inhoud ervan, waarbij men toch wel een schuldbesef heeft getoond. Er zijn excuses aangeboden. Je kunt dan niet maanden nadien zeggen dat er op grond van het eindrapport geen contractuele verlenging kan plaatsvinden.
Ik denk dat we dus wel verder kunnen. Ik blijf de werkzaamheden nauwgezet opvolgen. Ik heb een tussentijdse rapportering gevraagd en gekregen, maar er zijn absoluut nog werkpunten. Ik wil dat men eind dit jaar de werkzaamheden oplevert. Vervolgens zal de expertencommissie dit onderzoeken en mij een advies geven, waarna ik vanzelfsprekend in deze commissie kan rapporteren.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. We moeten wel opletten dat we niet te veel in theorie verzanden zodat er in de praktijk niet genoeg gebeurt.
Het actierapport komt er over twee maanden, als ik het goed heb begrepen. We gaan er niet lastig over doen, twee maanden is niet zo lang. Het is ook nodig dat het er komt, want er is heel veel vraag naar.
Ik wil nog even terugkomen op wat u zei over de coaches: ze mogen aanblijven, schuldbesef, excuses. Het is als politicus ook belangrijk dat we uit onze cocon komen. Ik ga me niet uitspreken over de beelden van die excuses, maar er is toch ook wel wat kritiek op gekomen.
Maar ik wou toch nog ingaan op dat herstelbeleid. Minister, ik ben heel blij dat u dat ook van nabij wilt opvolgen. Uit nieuw onderzoek is immers gebleken dat 72 procent van de Vlaamse jeugdsporters slachtoffer is geworden van grensoverschrijdend gedrag. Het gaat dus verder dan die topsport. Het gaat van uitschelden over negeren, het laten trainen met blessures en seksuele opmerkingen tot aanranding. Hieruit blijkt dat het mentaal en fysiek welbevinden van de atleten al te vaak wordt genegeerd, net als de slachtoffers.
Dan keer ik terug naar de gymnasten die we gehoord hebben, of die u toch gehoord hebt, met hun getuigenissen, en naar de onafhankelijke onderzoekscommissie. Die commissie heeft de negatieve cultuur van fysiek en psychisch geweld heel erg bevestigd. We zijn daar tevreden mee. Maar de roep van de gymnasten om verandering wordt voorlopig niet in daden omgezet. Hun noodkreet wordt niet gehoord, maar ik zie nu dat men daar nu toch een beetje in theorie mee bezig is.
Er heerst een algemeen klimaat van ‘silencing’ rond misbruik in de Vlaamse sport, zei ook onderzoekster Tina Vertommen onlangs in De Krant van West-Vlaanderen. Zij zei ook: “Incidenten worden vaak geminimaliseerd, in twijfel getrokken, in de doofpot gestopt. En er is haast geen pakkans.” Ik weet dat er in Vlaanderen wordt ingezet – en dat is ook goed – op aanspreekpunten bij de clubs, de aanspreekpunten integriteit (API’s), maar onderzoek toont aan dat slechts 6 procent daarnaartoe stapt, dat men meestal naar familie of vrienden gaat. Zelfs in het onderzoeksrapport van de commissies worden de slachtoffers weinig betrokken.
Ik had nog een paar bijkomende vragen.
Welke maatregel heeft de Gymfed al genomen in het kader van het herstel bij de ex-gymnasten? Ik heb begrepen dat dit nog niet is gebeurd, dat men ermee bezig is. Ik vind het zeer goed, minister, dat u daar de nadruk op legt. Wij zullen dat opvolgen en wij zullen zeker opvolgen hoe de Gymfed de schade bij de ex-gymnasten herstelt.
Welke maatregelen heeft de Gymfed al genomen om de ex-gymnasten nu al te herintegreren in de turnsport? Ik meen begrepen te hebben dat er een paar in de werkgroepen zitten. Klopt dat?
Hoe worden de slachtoffers vandaag betrokken bij dat proces van cultuurverandering? Ik meen dat dat via die werkgroepen gaat.
Ik had ook de vraag over of u het belangrijk vindt om in te zetten op dat herstel, maar u hebt al heel duidelijk geantwoord dat u dat een van de belangrijkste facetten vindt. Ik wil benadrukken dat het inderdaad belangrijk is om in de toekomst niet meer de fouten van het verleden te maken. Ik denk dat men weet dat er ethisch en gezond gesport moet worden en dat geen enkele medaille een trauma waard is. De toekomst zit misschien wel goed, maar ik heb het over de ex-gymnasten die met al hun opgelopen frustraties, kwalen en negatieve energie zitten. Ik wil toch nog bewerkstelligen dat daar iets aan wordt gedaan.
De heer Muyters heeft het woord.
Minister, ik ben ook heel blij dat de Gymfed zo open communiceert over wat ze doet. Ik raad mevrouw Lambrecht aan om eens naar de website van de Gymfed te gaan. Daar is zelfs een titel ‘Gezond en ethisch sporten’. Als u daar op de updates klikt, mevrouw Lambrecht, zult u zien dat er een document is van 16 juli 2021 waarin staat wat de Gymfed doet aan cultuurverandering, welke initiatieven zijn opgestart en welke worden voortgezet. Daar staat elke keer een verdere verklaring bij. Het Gymfedsportmodel wordt daar uit de doeken gedaan. De taskforce, het uitstroombeleid, de mentale leerlijn: alles wordt daar uit de doeken gedaan. Een tweede document is nog recenter. Het is van woensdag 3 november 2021. Daar worden de vijf thematische werkgroepen naar voren gebracht. Telkens wordt de taak van elk van die thematische werkgroepen en hun samenstelling weergegeven. Dat is een heel goed voorbeeld.
Minister, wilt u de Gymfed aanmoedigen om niet alleen die transparante werkwijze voort te zetten, niet alleen ten aanzien van u maar ook ten aanzien van de hele bevolking en zeker van al hun leden en sporters en clubs? Op federatieniveau gebeurt er al heel veel. De volgende stap is echter ook heel belangrijk: werken naar de clubs toe. Dat zit ook in de richtlijnen tegen grensoverschrijdend gedrag, die er normaal zijn: de federaties moeten zorgen voor de doorstroming naar de clubs.
Ik vraag dus twee dingen: dat de transparantie die nu bestaat, met alle informatie die u net hebt gegeven en die ook op de website staat, wordt voortgezet, en dat er ten aanzien van de clubs wordt gezorgd voor verdere doorstroming.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Goeiemorgen, collega’s, ik ga heel kort zijn, want in de Zoomvergadering hadden we geen geluid, en ik heb dus het antwoord van de minister pas helemaal op het einde mee kunnen volgen. Daarom wil ik maar op één element ingaan, en dat is een element dat ik vorige keer ook al heb aangehaald, namelijk het herstelbeleid. Op welke manier kunnen we slachtoffers erkenning geven, en kunnen we hen helpen bij herstel? Ik weet dat het uitermate belangrijk is voor slachtoffers om daaraan te werken, om het gevoel te hebben van niets uit de lucht te hebben gegrepen, om ernstig genomen te worden. Het gevoel dat ze terecht gesproken hebben, is ongelooflijk belangrijk voor hen om te helpen bij herstel, en ook om de moed te vinden om, zoals de collega’s zeggen, te kunnen meewerken om te zien op welke manier we het beter kunnen doen in de toekomst.
Ik heb maar één stukje gehoord van het antwoord van de minister, helemaal op het einde. Daar was ik wel tevreden mee, want dat was het antwoord waarin hij zei dat hij vindt dat het herstelbeleid nog te weinig opgenomen wordt, of nog te weinig prioriteit en aandacht krijgt. Ik wil ook wel benadrukken dat dit echt heel belangrijk is. Ik wil vragen dat daar verder werk van gemaakt wordt, en dat we het er volgende keer uitvoeriger over kunnen hebben op welke manier die slachtoffers een betere erkenning kunnen krijgen zodat het hen ook kan helpen bij herstel en heling.
Minister Weyts heeft het woord.
Wat de problematiek van de coaches betreft zou niets gemakkelijker zijn dan te zeggen: coaches buiten, en alles is opgelost, alle problemen zijn van de baan. Maar het gaat natuurlijk over een cultuurswitch die we vooropstellen, en die wel wat ruimer is. Een cultuurswitch ga je niet creëren door mensen te vervangen, wel door gedragspatronen en processen fundamenteel te wijzigen.
Ten tweede: ik ga akkoord met uw klemtoon op herstelbeleid. Dat heb ik ook doorgegeven. Het is natuurlijk wel bij uitstek zo dat we de klachten van gymnasten en ex-gymnasten ernstig nemen, anders zouden we hier nu vandaag niet zitten, en zouden we niet een hele onderzoekscommissie op poten hebben gezet die ook een rapport heeft opgeleverd waarmee we aan de slag kunnen. Het klopt dat ik ex-gymnasten heb betrokken bij de verdere opvolging in het kader van de taskforce, maar evengoed in het kader van de werkgroepen zijn er ex-gymnasten betrokken. Dat zit wel goed.
U trekt de thematiek wat open naar de recente studie die deze week nog aan bod is gekomen, en waarbij we inderdaad antwoorden moeten formuleren in termen van, in eerste instantie, een laagdrempelig aanspreekpunt. We hebben wel de aanspreekpunten op het niveau van de federaties, maar we moeten er nu voor zorgen dat we ook op clubniveau dergelijke aanspreekpersonen hebben, met betrekking tot de integriteit. Dat is in de praktijk soms moeilijk. Maar ik zou er toch voor willen pleiten dat, wanneer dit op clubniveau niet mogelijk of haalbaar is, er intermediair, misschien op het niveau van de gemeente of het lokaal bestuur, toch een laagdrempelig aanspreekpunt tot stand zou komen. Maar goed, dat is een heel andere discussie, die ook veel ruimer gaat dan deze thematiek. Maar ik denk dat we ook op dat vlak nog wel wat werk op de plank hebben.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, ik denk dat de commissie en u redelijk op dezelfde lijn zitten. Mijn collega heeft gelijk dat ik de site eens moet lezen; ik heb dat ook gedaan. Ik lees graag en goed en veel, maar er is enerzijds de theorie en anderzijds het aanvoelen en de praktijk. Ik heb geen opmerkingen op de theorie van de Gymfed. We hebben ook mooie voorstellingen gekregen, daar zal het niet aan liggen. Het gaat natuurlijk over de praktijk, en de toekomst zal dat uitwijzen.
De commissie en de minister leggen toch wel een klemtoon op herstelbeleid. De klachten worden ernstig genomen, maar wij wachten op het vervolg. Wat gaat men doen om die ex-gymnasten te herstellen in het geleden leed?
Minister, ik heb het inderdaad opengetrokken naar het onderzoek, waar 72 procent van de jeugdspelers zegt te maken te hebben gehad met grensoverschrijdend gedrag. Ik heb dat gedaan omdat ik drie vragen had, die ik heb geïntegreerd. We kunnen niet blijven nieuwe vragen indienen. Ik denk dat het een thema van de toekomst is, een thema waar we fel op moeten inzetten. Ik heb ook het antwoord niet, maar ik denk dat een lokaal aanspreekpunt ook weer te moeilijk is. Het is gewoon de cultuur die moet veranderen.
We moeten met z’n allen zeggen dat het echt niet kan en niet mag en niet meer van deze tijd is en nooit van de tijd is geweest. Ik denk dat het in alle beleidsdocumenten moet worden benadrukt door ons allemaal, en zeker door u, minister. U doet dat vaak, maar u moet het blijven herhalen.
Ik hoop dat we vanaf januari opnieuw aan de slag kunnen met meer informatie over het actierapport.
De vraag om uitleg is afgehandeld.