Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
De heer Dochy heeft het woord.
Ik heb inderdaad een vraag rond de optimalisatie van de procedures voor landbouw en visserij in het kader van de Brexit.
Na lange onderhandelingen is het Verenigd Koninkrijk (VK) dan toch finaal uit de Europese Unie (EU) gestapt. Er zijn heel wat onderhandelingen gebeurd omtrent de procedures en de visserij is natuurlijk een heel belangrijk dossier geweest. Maar ook het verhandelen van voedingsproducten is voor Vlaanderen natuurlijk heel belangrijk, omdat het Verenigd Koninkrijk een belangrijke afzetmarkt is.
Vandaag zijn we negen maanden na de invoegetreding van de Brexit en de afspraken die daaromtrent gemaakt zijn. In een aantal contacten en bezoeken – niet in het minst ons visserijbezoek in Oostende van een paar weken geleden – hebben we toch wel gehoord dat er af en toe nog wel wat problemen zijn met betrekking tot administratieve procedures. Dat is belangrijk, want het zet eigenlijk voor een stuk de versheid van de producten onder druk. Als er ten gevolge van de administratieve procedure een dag langer gewerkt moet worden om een product te kunnen exporteren naar het Verenigd Koninkrijk, dan betekent dit dat de versheidsdatum verschoven wordt vooraleer het product in de winkelrekken ligt.
Dat gebeurt bijvoorbeeld bij Schotse filet die ingevoerd wordt – dat is dan de omgekeerde richting – naar een visverwerker hier in Vlaanderen.
Minister, ik heb hierover de volgende vragen.
Hoe ervaart u vandaag vanuit de diverse sectoren de uitrol van de Brexit? Wat zijn de uitdagingen en werkpunten waarbij de Vlaamse overheid iets kan betekenen?
Welke verdere overlegmomenten zijn er gepland om de administratieve flow eventueel te optimaliseren?
Hoe kunnen ondernemers nog beter begeleid worden in deze situatie? Ik weet dat uw administratie al heel wat inspanningen geleverd heeft om dit op een goede manier te begeleiden, maar dit kan misschien nog verbeterd en geoptimaliseerd worden.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, het valt niet te ontkennen dat over de verschillende sectoren heen de administratieve lasten in het kader van de import en de export enorm zijn toegenomen en dat deze administratieve belemmeringen ook veel tijd en geld vragen van onze ondernemingen. Waar de lasten binnen de bevoegdheid van de Vlaamse overheid vallen, beperken we die absoluut tot een minimum.
De medewerkers van de betrokken beleidsdomeinen communiceren ook geregeld zeer actief over de specifieke maatregelen van de Britse overheid met de vertegenwoordigers van de sectoren.
Wat uw tweede vraag betreft, kan ik bevestigen dat er heel regelmatig overleg is tussen Flanders Investment & Trade (FIT), het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM), het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) en de Federatie Voedingsindustrie (Fevia) met het oog op de verbetering van de procedures. Ook met de douane wordt, bijvoorbeeld in het kader van de doorvoer van door Belgische vaartuigen gevangen vis doorheen het Verenigd Koninkrijk, veelvuldig overlegd en afgestemd.
VLAM informeert via verschillende kanalen. De bedrijven worden op de hoogte gehouden via nieuwsbrieven waarin de veranderingen en te nemen acties worden toegelicht. Verder bevatten de communicaties ook nieuwsupdates die door andere, zowel Vlaamse als federale, diensten worden gepubliceerd.
In aanloop naar specifieke deadlines worden webinars georganiseerd. Op 14 september werd door VLAM, het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO), FIT en Fevia een webinar georganiseerd om onze bedrijven te informeren over de veranderingen die initieel op 1 oktober 2021 zouden plaatsvinden. Dat werd ook ondersteund door de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken, het FAVV en de douane. Er namen 189 bedrijven deel aan deze webinar. Ze kregen daarbij ook de kans om zelf vragen te stellen, wat niet altijd het geval is bij een webinar.
Bedrijven kunnen voor hun specifieke noden ook ondersteuning vragen aan de Brexitconsulent van VLAM.
Op 13 september heeft de Britse Regering een nieuwe timing gecommuniceerd voor de formaliteiten omdat ze meer tijd wil om zich beter te organiseren en een vlotte doorstroming te garanderen.
De maatregelen die op 1 januari 2021 werden genomen, zoals grenscontroles en exportgezondheidscertificaten, blijven van kracht. Maar vanaf 1 januari 2022 moeten producten van dierlijke oorsprong vooraf aangemeld worden door de VK-importeur van onze bedrijven via een ingewikkeld systeem met de welluidende naam IPAFFS (Import of products, animals, food and feed system), een systeem voor de import van producten, dieren, voedsel en voeder.
Dat geldt ook voor samengestelde producten met dierlijke producten. Als je bijvoorbeeld een vers vispannetje over de grens wilt krijgen, moet dat ook aangemeld worden. Gelijktijdig zal ook voor planten, verse groenten en fruit een gelijkaardige verplichte prenotificatie moeten gebeuren via het systeem met de welluidende naam PEACH (Procedure for Electronic Application for Certificates System), een andere procedure voor het elektronisch aanvragen van certificaten. Dat moet 24 uur op voorhand gebeuren. Ik weet niet of u nog mee bent, collega Dochy. Vanaf 1 januari 2022 zijn er dus 2 systemen.
Daarenboven overweegt de Britse regering om een uitzondering te geven voor bederfbare goederen, wat bijvoorbeeld belangrijk kan zijn voor dat vers vispannetje. Maar ze heeft hier nog geen definitieve beslissing over genomen. Dat is voor ons enorm belangrijk voor onze verse producten, want wij hebben door onze snelheid een concurrentieel voordeel. Die uitzondering zou er dus echt moeten komen.
Op 1 juli 2022 worden dan nog een aantal andere maatregelen van kracht. Dierlijke producten, hoogrisicoplanten en plantaardige producten moeten dan vergezeld worden van een gezondheidscertificaat. Dat moet op voorhand aangemeld worden in het IPAFFS. Deze producten zullen dan ook gecontroleerd worden aan vooraf bepaalde grensposten.
Dat is dus een hele administratie die van Britse zijde naar ons komt en waar wij niet verantwoordelijk voor zijn. De uitzondering voor bederfbare goederen is voor ons super belangrijk en we zijn daar verder op aan het werken.
De heer Dochy heeft het woord.
Minister, u vraagt: ‘Zijt ge nog mee?’ Het is eigenlijk om wanhopig van te worden als je nu hoort welke wijziging in procedures er opnieuw is, in principe om dezelfde producten over de grens te zetten. Het lijkt me logisch dat er een controle is en dat er afspraken zijn rond certificering of certificaten die desgevallend noodzakelijk zijn, maar als het voor vis anders moet zijn dan voor groenten, waar zijn we dan eigenlijk mee bezig? In welke mate kan er niet aan bewustmaking worden gedaan, zij het vanuit de Europese overheid, zij het vanuit Vlaanderen, ten aanzien van de Britse administratie om een duidelijke en eenduidige procedure af te spreken voor het transporteren van dergelijke bederfbare en sanitair gevoelige producten? Een eenheidsprocedure bij wijze van spreken, die door iedereen kan worden gevolgd, lijkt mij een absolute meerwaarde.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik ben volledig akkoord, collega Dochy, maar dit komt van het Verenigd Koninkrijk. Het is nu al twee keer dat we onze mensen voorbereiden op een nieuwe deadline en met iedereen gaan spreken. Dat wordt dan weer uitgesteld en er verandert weer iets. Echt leuk is dat absoluut niet. Ik sta absoluut aan uw zijde. Het is complex qua administratie maar we hebben een hele batterij mensen klaarstaan om onze bedrijven te begeleiden.
De heer Dochy heeft het woord.
Het is inderdaad belangrijk om vanuit de administratie mensen informatie te geven. Ik neem aan dat de webinar in de toekomst nog wordt herhaald, met de mogelijkheid om vragen te stellen, wat nuttig is. In elk geval dank voor uw inspanning. Maar houd toch onder de aandacht om eventueel verder aan te dringen op een vereenvoudiging van dergelijke procedures.
De vraag om uitleg is afgehandeld.