Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, op 20 juli publiceerde de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) de tussentijdse evaluatie van het Vlaamse luchtbeleidsplan 2030. Ik citeer uit het persbericht: “‘Deze tussentijdse evaluatie toont aan dat we op de goede weg zijn om de Vlaamse luchtkwaliteit verder te verbeteren. Tegelijk zegt de evaluatie ook dat er nog heel wat werk op de plank ligt. Het verder terugdringen van de luchtvervuiling door het wegverkeer, de landbouw en vervuilende verwarmingsvormen blijven belangrijke aandachtspunten, vooral omdat dit de luchtvervuiling is die uitgestoten wordt op de plaatsen waar wij als Vlamingen wonen, werken en ontspannen’, klinkt het bij Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir.”
In datzelfde persbericht identificeert u drie grote werven. Eén, de uitstoot van roet en stikstof door wegverkeer, de verantwoordelijkheid van de minister van Mobiliteit, Lydia Peeters. Twee, de uitstoot van stikstof door de landbouw, de verantwoordelijkheid van minister van Landbouw, Hilde Crevits. En drie, de luchtverontreiniging door vervuilende verwarmingsvormen, zoals houtverwarming. En dat is uw verantwoordelijkheid. U gaf daarbij het volgende aan: “Het is aan de verschillende bevoegde ministers om versneld werk te maken van de uitvoering van de maatregelen voorzien in het luchtbeleidsplan. Alleen zo kunnen we samen zorgen voor zuivere lucht.”
De uitdagingen zijn groot. Dit jaar nog stelde de Europese Commissie België opnieuw in gebreke, omdat België de door de EU vastgestelde doelstellingen rond luchtvervuiling niet haalt. Daarnaast loopt ook de luchtzaak van Greenpeace. De Vlaamse overheid moet volgens Greenpeace haar luchtbeleidsplan 2030 in lijn brengen met de Europese regels. Dat plan moet een duidelijk tijdskader aangeven met ambitieuze maatregelen, zoals ultralage-emissiezones, een slimme kilometerheffing en grotere investeringen in fiets, openbaar vervoer en deelmobiliteit, zegt Greenpeace.
U gaf in uw antwoord op mijn vraag om uitleg in de commissie Leefmilieu ook aan dat u op basis van het voortgangsrapport, dat nu dus voorligt, bijkomende concrete voorstellen zou doen om ervoor te zorgen dat de komende vijftien jaar de NOx-uitstoot (stikstofoxide) met 80 procent daalt.
Ik kom tot mijn vragen. Het voortgangsrapport geeft duidelijk aan dat we voor heel wat maatregelen uit het luchtbeleidsplan achteroplopen en dat een versnelde implementatie van de maatregelen noodzakelijk is om de ambities uit het luchtbeleidsplan te realiseren. Gezien die vaststelling, samen met de ingebrekestelling door de Europese Commissie en de lopende luchtzaak, welke voorstellen voor bijkomende maatregelen wilt u op tafel leggen?
Voor een belangrijk aandeel van de maatregelen geformuleerd in het luchtbeleidsplan 2030 bent u afhankelijk van uw collega-ministers, in de eerste plaats mevrouw Lydia Peeters en mevrouw Hilde Crevits. Welke instrumenten hebt u in handen om hen te responsabiliseren? Welke stappen zult u ondernemen om uw collega’s aan te zetten tot bijsturing en eventueel bijkomende acties en maatregelen?
Dit is een allereerste tussentijdse evaluatie. Zijn er nog evaluatiemomenten voorzien?
In de tussentijdse evaluatie van het Vlaamse luchtbeleidsplan 2030 wordt gesproken over gezondheidsdoelstellingen voor NO2 en PM 2,5. Die term is nieuw en komt niet terug in het Vlaamse luchtbeleidsplan 2030, met uitzondering van de verwijzing naar de vijf Vlaamse gezondheidsdoelstellingen en meer bepaald de doelstelling ‘De Vlaming leeft gezonder in 2025’. Hoe verhouden die gezondheidsdoelstellingen zich tegenover de normen die de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vastgesteld heeft?
De opgenomen gezondheidsdoelstellingen verwijzen onder andere naar de doelstelling om vroegtijdige sterfte door langdurige blootstelling te halveren tegen 2030. Oversterfte door luchtvervuiling vermijden is uiteraard noodzakelijk. Het is ook belangrijk, aangezien de sterftecijfers door luchtvervuiling een veelvoud zijn van de sterftecijfers door verkeersongelukken. Maar deze gezondheidsdoelstelling gaat voorbij aan het feit dat de gevolgen van langdurige blootstelling aan luchtvervuiling veel breder zijn dan de dood. Luchtvervuiling is in de eerste plaats een ziekmaker, die vooral kwetsbare mensen treft. Een langdurige blootstelling aan luchtvervuiling veroorzaakt astma, long- en oorontstekingen, chronische obstructieve longziekte, luchtweginfecties, bronchitis, hoge bloeddruk, hartziektes, hartfalen, beroertes, hartinfarcten, Parkinson, diabetes, longkanker. In welke mate volstaan de huidige normen voor NO2 en fijnstof om ook het aantal slachtoffers van elk van die ziektes en aandoeningen terug te dringen?
In de tussentijdse evaluatie van het Vlaamse luchtbeleidsplan 2030 wordt aangegeven dat de Europese Commissie aan een herziening van de kaderrichtlijn Luchtkwaliteit werkt, onder andere om de Europese grenswaarden meer in lijn te brengen met de nieuwe advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie. De publicatie daarvan is voor het najaar van 2021. Op welke manier bereidt u zich voor op die herziening? En plant u op basis van de hervorming van de kaderrichtlijn luchtkwaliteit een bijstelling van het Vlaamse luchtkwaliteitsplan 2030? Een bijstelling van de normen zal immers wellicht een ingrijpende impact hebben. Welke belangrijke maatregelen acht u nodig om de luchtkwaliteitsdoelstelling in lijn te brengen met eventuele nieuwe en strengere advieswaarden van de WHO?
In de tussentijdse evaluatie van het Vlaamse luchtbeleidsplan 2030 wordt aangegeven dat in het kader van de Green Deal Huishoudelijke Houtverbranding het studiewerk ondertussen afgerond is. Ik wil u en uw voorganger Joke Schauvliege feliciteren met het geleverde studiewerk. Het is mijn mening dat in al die studies en beleidsaanbevelingen belangrijke deeloplossingen zitten om de impact van de huishoudelijke houtverbranding op de luchtkwaliteit significant te doen dalen. Alles hangt nu af van de effectieve implementatie van die voorstellen. U gaf naar aanleiding van de tussentijdse evaluatie van het luchtbeleidsplan 2030 aan dat u dit najaar concrete voorstellen op tafel zou leggen voor duidelijkere regels voor de installatie, het onderhoud en de periodieke keuring van houtverwarming en de uitfasering van de meest vervuilende houtkachels. Wanneer kunnen we die voorstellen verwachten? En wat is het tijdspad om ze in regelgeving te gieten? Plant u daarnaast nog bijkomende initiatieven om de impact op de luchtvervuiling door huishoudelijke houtverbranding verder terug te brengen?
Een belangrijke maatregel om de doelstellingen uit het Vlaamse luchtbeleidsplan 2030 tijdig te realiseren, is de daling van het aantal kilometers wegverkeer. In het Vlaamse luchtbeleidsplan 2030 zijn daar ook specifieke doelstellingen rond opgenomen: 58,3 miljard gereden voertuigkilometers in 2025 en 51,6 miljard in 2030. In de tussentijdse evaluatie van het Vlaamse luchtkwaliteitsplan 2030 wordt besloten dat het met de huidige mix van instrumenten niet vanzelfsprekend is om de kilometerdoelstelling van 2025 en 2030 te realiseren. De tussentijdse evaluatie van het luchtbeleidsplan geeft aan: “Om de kilometerdoelstelling 2030 te kunnen behalen, is dringend een omslag nodig. Ook de doelstelling voor 2025 ligt steeds verder af. Aangezien het licht vervoer (personenwagens en bestelwagens) instaat voor ongeveer 88 % van de gereden voertuigkilometers, is deze omslag vooral bij personenwagens en bestelwagens noodzakelijk.”
Volstaan de veelal stimulerende maatregelen uit het Vlaams luchtbeleidsplan 2030 volgens u om de vooropgestelde doelstellingen te realiseren? Of zijn meer sturende maatregelen aangewezen? Overweegt u om de maatregel slimme kilometerheffing voor personenvervoer opnieuw op tafel te leggen?
Minister Demir heeft het woord.
Ik ben blij dat jullie het voortgangsrapport hebben gelezen. Het geeft een duidelijk beeld waar we nu staan en welke weg er nog voor ons ligt. Zoals u weet, is het luchtbeleidsplan een transversaal plan waarvoor meerdere ministers verantwoordelijk zijn. Ik heb daarom aan mijn collega-ministers gevraagd welke acties zij zullen nemen om een aantal voorziene maatregelen te versnellen. Hun antwoord verwacht ik in de tweede helft van oktober. Ik zal ook aan de adviesraden de vraag stellen welke mogelijke maatregelen volgens de raden bijkomende reducties van de luchtverontreinigende emissies, in het bijzonder stikstofoxiden en fijnstof, kunnen opleveren.
Zoals u aangeeft, voorziet het luchtbeleidsplan inderdaad nog evaluatiemomenten. Dit is een eerste evaluatierapport dat zoals voorzien vooral de voortgang in kaart brengt. Binnen twee jaar is een grondige evaluatie voorzien van het plan. Tegen dan zal ook de impact van de nieuwe advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie duidelijk worden. Ook de Europese Commissie wil haar beleid bijstellen nu deze nieuwe gezondheidsnormen bekend zijn. Een bijstelling van de luchtkwaliteitsrichtlijn is voorzien in het najaar van 2022. Uiteraard zullen al deze elementen mee in rekening worden gebracht en zal ik waar nodig bijkomende maatregelen voorstellen. Welke maatregelen dat zullen zijn, daarvoor is het nog te vroeg. Daarvoor moeten nog analyses gedaan worden van de impact van de nieuwe WHO-advieswaarden en de plannen van de Europese Commissie. Maar wij volgen dat op de voet.
De term gezondheidsdoelstellingen is niet nieuw, zoals u weet. Het voortgangsrapport evalueert de doelstellingen uit het luchtbeleidsplan. In hoofdstuk 3.1 evalueren we de doelstellingen voor gezondheid, waaronder ook die voor stikstikstofdioxide en fijnstof. Met de indicatoren willen we geen volledig beeld geven van de gezondheidsimpact. We kunnen er wel de evolutie van de gezondheidsimpact mee opvolgen en er onze gezondheidsdoelstellingen mee toetsen. Daarom hebben we een extra doelstelling toegevoegd rond de blootstelling aan verhoogde NO2-concentraties. Hierbij hanteren we de advieswaarde voor NO2 van de Wereldgezondheidsorganisatie. Die advieswaarde is recent geactualiseerd en verlaagd van 40 naar 10 microgram per kubieke meter. Door die extra doelstelling mee te nemen, houden we ook rekening met de impact van luchtvervuiling op ziektes en aandoeningen.
Ik kom tot uw sectorale vragen. Binnen de Vlaamse Regering is het overleg lopende over de verschillende onderdelen van een definitieve Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). De Vlaamse Regering wenst voor het einde van dit jaar een definitieve oplossing te vinden en te kunnen starten met het openbaar onderzoek. Tijdens het openbaar onderzoek kan worden ingesproken op de PAS en bijhorende plan-MER. Na goedkeuring van de plan-MER, kan de PAS definitief worden vastgesteld.
Ik denk inderdaad dat het studiewerk rond houtverwarming goed werk is. Het is belangrijk om op basis van gedegen wetenschappelijk onderzoek het beleid voor te bereiden. Uit het onderzoek blijkt dat het stookgedrag een belangrijke impact heeft op de uitstoot. Al dit najaar wil ik dan ook inzetten op extra communicatie en sensibilisering rond houtstook en hoe de nadelige effecten ervan beperkt kunnen worden gehouden. Bovendien worden momenteel in overleg met de diverse actoren duidelijkere regels voorbereid over de installatie, keuring en onderhoud van houtstooktoestellen.
Wat uw vraag over de daling van het aantal voertuigkilometers betreft, verwijs ik u door naar minister Peeters. Bovendien herhaal ik nog eens dat ik mijn collega’s opgeroepen heb om aan te geven welke acties zij zullen nemen om een aantal voorziene maatregelen te versnellen. Die resultaten verwachten we heel binnenkort.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, vorige week meldden verkopers een forse stijging in de verkoop van houtkachels en pellets, maar zelfs de nieuwste generatie kachels is nog steeds zeer vervuilend. Een verkoper schetst de situatie heel treffend: “Mensen zijn in de war: ‘Betalen we nu een hoge gasprijs of kopen we een houtkachel met het risico dat we die over een paar jaar niet meer mogen gebruiken?’” Het enige wat we nu hebben, zijn productnormen op federaal niveau. In principe mogen op basis van die federale productnormen ook geen kachels meer worden verkocht die met houtblokken worden aangedreven. Ik herhaal nog eens mijn vraag: wanneer zult u starten met een ontradend beleid en een wetgevend kader op Vlaams niveau voor de aankoop van nieuwe houtverbrandingssystemen? Het is zeer belangrijk dat dat er komt. Alles ligt helemaal klaar. Het is helemaal opgemaakt. Het kader is klaar. Wat er nu moet gebeuren, is het ook implementeren.
De heer Claes heeft het woord.
Ik was niet van plan om tussen te komen, maar ik ben een beetje getriggerd door de vraagstelling van de collega. Op het moment dat de energieprijzen de pan uit swingen, op het moment dat de winter voor de deur staat en het leven er niet bepaald goedkoper gaat uitzien, op het moment dat mensen door telewerk meer thuis moeten zijn en hun woning meer moeten verwarmen dan ooit tevoren, vraagt Groen meer regeltjes, meer kosten en een ontradingscampagne voor mensen die ocharme een deel van hun woning verwarmen met een houtkachel. Minister, ik hoop dat u niet meegaat met die vraagstelling en die mensen zeker op dit moment toch nog even met rust laat.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat het antwoord van de minister eigenlijk behoorlijk volledig was. Ik wil er voor alle zekerheid toch nog eens aan toevoegen dat de luchtkwaliteit bij ons verbetert. Het gaat natuurlijk niet met monsterschreden vooruit, maar het gaat langzaam maar zeker vooruit. Zoals we dat ook voor de waterkwaliteit door de jaren heen vaststellen, geldt dat ook voor de luchtkwaliteit. Dat is zo voor fijnstof, zwaveldioxide en NOx. We zetten toch stapjes vooruit.
Ik ben inderdaad ook benieuwd naar de verschillende acties die de verschillende ministers, opgesomd door collega Schauvliege, elk voor hun vakgebied nemen. Wat ook heel belangrijk is, is het feit dat de WGO in september 2021 een aantal normen inzake luchtkwaliteit heel sterk heeft verstrengd, op bepaalde punten misschien bijna onredelijk. Waarom onredelijk? Omdat je dat met je regelgeving, als regio in ons geval, moet kunnen bijbenen. Dan is mijn vraag aan de minister: kunnen wij dat? Gaan wij dat op die manier ook in Vlaanderen allemaal kunnen implementeren? Ik neem aan dat ook onze eigen regelgeving dan zal moeten worden verstrengd en onze normen strenger zullen moeten worden. Het is natuurlijk altijd vervelend als je net bezig bent met een groot plan uit te voeren, dat dan ineens de regels heel streng worden.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mevrouw Schauvliege had het over de houtkachels. Ik leg daarbij een andere nuance dan de collega. We moeten vaststellen dat zeker vandaag de houtkachelverkoop stijgt. Dat is een begrijpelijke reactie op een moment dat de prijzen van andere energiebronnen stijgen. We weten dat. We moeten daar dus ook oog voor hebben. Dat is een gegeven.
Minister, er is een sensibilisering op til in het najaar. Ik weet niet in welke mate die sensibilisering klaar is, maar ik wil u vragen om ze naar voren te trekken. Het is wel het moment, nu het koude weer zijn intrede doet en veel mensen nog thuis aan het werk zijn. Het is een beetje zoeken naar een alternatieve warmtebron, eventueel naar hout.
Ik denk dat het vooral belangrijk is om aan te stippen dat men correcte toestellen aankoopt, maar ze ook correct gebruikt, met het correcte hout, zodat men tot volledige verbranding kan overgaan, waardoor de uitstoot geminimaliseerd kan worden. Het is ook van belang dat als er alternatieven zijn, men naar die alternatieven overschakelt. Ook dat moet worden meegegeven in de sensibilisering. We weten dat er in elke huiskamer een aparte situatie is. De ruimte moet er zijn. Dat wil dan ook zeggen dat er op een goede manier wordt gesensibiliseerd. Ik heb dus de duidelijke vraag dat die sensibilisering eventueel naar voren kan worden getrokken.
Ik wil nog een laatste elementje aanstippen betreffende mobiliteit. Ik ga ervan uit dat de minister van Mobiliteit dit meeneemt, maar ik wil er ook uw aandacht op vestigen, namelijk dat het verkeer gigantisch is gestegen. We zijn nog maar pas uit de lockdown ontwaakt en er zijn nog best wel wat mensen die thuis werken, maar toch moeten we vaststellen dat er een verkeersstijging is. Het is heel belangrijk om het vertrouwen in het openbaar vervoer te kunnen herwinnen en toch nog extra in te zetten op telewerk. Ik denk dat dat een blijvend aandachtspunt is. Zelfs nu we uit het coronatijdperk komen, weten we dat dat mogelijkheden biedt. Ik wil er extra aandacht voor vragen om met de voltallige regering mee de schouders te zetten onder het telewerk.
Minister, we hebben met zijn allen in dezen toch wel bezorgdheden. U hebt destijds niet voor niets de Green Deal afgesloten met de houtsector. We weten ook dat de ene houtkachel de andere niet is. Er is een enorm verschil in.
Aansluitend bij de bezorgdheid van collega Rombouts, denk ik dat we lessen moeten trekken uit wat we recent hebben meegemaakt en dat meenemen in het kader van een betere luchtkwaliteit. Wat we geleerd hebben uit de coronatijd, is dat er nog nieuwe elementen zijn die we in de toekomst meer moeten koesteren en omarmen om de betere luchtkwaliteit, die we stapsgewijs aan het verkrijgen zijn, verder te ontwikkelen.
Ik had een schriftelijke vraag gesteld in lijn met wat collega Rombouts gezegd heeft. De Green Deal loopt stilaan ten einde. Het studiewerk is achter de rug. Ik had de vraag gesteld hoe het staat met sensibiliserende communicatiecampagnes. Ik ga ervan uit dat de voorstellen die er in het najaar nog zullen komen, daarin zullen worden geïntegreerd.
Minister Demir heeft het woord.
Mijnheer Vandaele, wij zullen bekijken wat de nieuwe Europese normen zijn. Dan bekijken we hoe we die hier zo goed mogelijk kunnen implementeren.
Mevrouw Rombouts, wij zijn bezig met de sensibilisering. We kijken in hoeverre we die kunnen opstarten. Het is natuurlijk belangrijk dat de sector de klanten die een kachel kopen, goed informeert over het goede gebruik.
Mevrouw Schauvliege, de reden waarom er nu een toeloop is, is de energiefactuur. Dat is voor sommige gezinnen misschien te begrijpen. Men wil natuurlijk wel verwarmen. Ik heb het wat moeilijk met heel dat gegeven rond de houtverwarming. We gaan uiteraard informeren en sensibiliseren, maar ik zou er wat voorzichtig in zijn om nu van alles te gaan verbieden. Ik blijf het heel moeilijk vinden dat men langs de ene kant gascentrales gaat neerpoten waarmee men stikstof en CO2 de lucht in schiet, en dan aan de andere kant aan mensen zegt dat ze dit of dat niet mogen doen. We gaan stookolie uitfaseren, zoals u weet. Ik blijf dat een heel moeilijke discussie vinden. Dat is ook de reden waarom ik de groene vrienden op federaal niveau een jaar geleden in gesprekken heel vaak heb proberen te overtuigen om daar de juiste keuze te maken. De juiste keuze is dat we op dit moment gewoon geen luxe hebben om duurzame energie uit te sluiten. Ik zou willen dat we die luxe hadden, maar helaas hebben we die niet. Ik zou graag hebben dat de overheid eerst zelf het goede voorbeeld geeft als het gaat over luchtkwaliteit, fossiele brandstoffen enzovoort. Daarna kunnen we ook het goede voorbeeld dat we in ons beleid geven, aangeven aan de burger. Dat neemt niet weg dat ik wel zal kijken hoe we de sensibilisering zo snel mogelijk kunnen opstarten, mevrouw Rombouts en mevrouw De Vroe.
Ik ben het ook eens met mevrouw Rombouts dat we moeten pleiten voor telewerk. Dat blijft belangrijk. Ik blijf dat ook steunen. Ik zie ook dat dat heel snel vergeten is, terwijl we dat in het coronatijdperk zo gewoon waren. Ik denk dat wij nog een tandje bij moeten steken. Ook de werkgevers moeten dat doen. Zij moeten daar natuurlijk voor openstaan en voldoende vertrouwen hebben in hun werknemers, zodat zij thuis kunnen werken. Ik besef dat we op dat vlak nog wel wat werk aan de winkel hebben.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Dat de problematiek eenvoudig is, zal niemand beweren. Er zal sowieso een mix van maatregelen nodig zijn om onze doelstellingen en de verhoogde doelstellingen die Europa zal opleggen, te kunnen bereiken. Het is wel zeer belangrijk dat we daar stappen vooruit zetten en geen mist spuien.
Uit grootschalig onderzoek van het Onafhankelijk Ziekenfonds (OZ) blijkt dat op dagen met hoge luchtverontreiniging, een aantal mensen op het werk uitvalt door mentale aandoeningen. We hebben dus niet alleen fysieke klachten maar ook mentale klachten ten gevolge van de verhoogde luchtverontreiniging. Die ziekenfondsen pleiten voor verhoogde en doorgedreven inspanningen om schonere lucht te krijgen. Minister, er is heel veel goede wil op het terrein en er zijn heel veel partners die samen met u willen werken aan een betere luchtkwaliteit. Ik zou u willen oproepen om daar effectief mee aan de slag te gaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.