Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik stel deze vraag in opvolging van een schriftelijke vraag die ik al stelde, in het kader van welke subsidies er in het verleden werden toegekend, onder andere aan 3M in Zwijndrecht. Maar die zijn met andere woorden ook toegankelijk voor andere bedrijven.
Minister, daaruit is gebleken dat u zelf geen subsidies gegeven hebt als minister van Omgeving, maar dat het bedrijf wel van een federaal belastingvoordeel kon genieten, gebruik makend van de regeling verhoogde investeringsaftrek of belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling.
Als voorwaarde om daarvan gebruik te kunnen maken geldt dat de bevoegde gewestregering een attest moet afleveren waaruit blijkt dat deze nieuwe producten en toekomstgerichte technologieën geen negatief effecten hebben op de leefomgeving, of dit zoveel mogelijk beogen te beperken. Met de wetenschap die we vandaag hebben is dat natuurlijk raar om lezen, of ik vond dat zelf toch een raar antwoord. Maar ik zeg ook heel duidelijk ‘met de wetenschap van vandaag’.
Voor het Vlaamse Gewest is het Departement Omgeving bevoegd voor de beoordeling van het milieuaspect van de nieuwe producten en toekomstgerichte technologieën en voor de beslissing over de toekenning van het attest. 3M heeft in het verleden dus een aantal van die attesten ontvangen, en ik had u daar graag enkele vragen over gesteld.
Hoe beoordeelt het Departement Omgeving deze aanvragen? Wordt er een evaluatie gemaakt op installatieniveau of bedrijfsniveau? Door wie en hoe wordt er een correcte beoordeling gemaakt van de impact op de omgeving?
Waren historische en/of lopende bodemsaneringsprojecten bij 3M een parameter in deze beoordeling? Wordt dit standaard in de beoordeling van dergelijke dossiers meegenomen of niet?
Worden historische milieu-inbreuken en eventuele handhavingsmaatregelen in overweging genomen bij het beoordelen van deze aanvragen bij 3M? Wordt dit standaard in de beoordeling van dergelijke dossiers meegenomen – dus ook in andere dossiers? Is dat standaard voorzien of niet?
Na 2016 zijn er geen attesten meer afgeleverd. Is dat omdat er geen aanvragen meer gebeurd zijn of omdat de attesten niet goedgekeurd werden en waarom werden ze dan eventueel afgekeurd?
Zijn er reden om te vermoeden dat er onregelmatigheden zijn gebeurd waardoor er een onrechtmatig belastingvoordeel werd bekomen? Welke acties onderneemt u om dit eventueel recht te zetten indien dit zo zou zijn geweest?
Minister Demir heeft het woord.
Het departement baseert zich bij de beoordeling op de informatie aangeleverd door het bedrijf. Bij de beoordeling van het dossier wordt er geen advies gevraagd aan andere instanties binnen en buiten het departement. In het verleden gebeurde het soms dat een bedrijf zijn dossier kwam toelichten of dat de dossierbehandelaar ter plaatse ging om meer duidelijkheid te krijgen over het ingediende dossier. Het is de federale regelgeving die het kader biedt bij deze attesten.
In het verleden heeft het departement het initiatief genomen om op de Interministeriële Conferentie Leefmilieu de aanpassing van de onvolkomen federale milieuvriendelijkheidsvoorwaarde zoals geformuleerd in artikel 69 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen te agenderen. Het voorstel toen was om de bestaande formulering te vervangen door 'met een duidelijk en aantoonbaar positief effect op het leefmilieu ten opzichte van bestaande producten en technologieën'. Dit heeft echter tot op heden nog niet tot een aanpassing geleid. Ik zal dit opnieuw aankaarten bij de bevoegde collega van de Federale Regering. U weet dat het attest in 2016 werd toegekend door de toenmalige minister van Milieu, mevrouw Dua van Groen. 3M diende nadien geen nieuwe aanvragen meer in. (Opmerkingen van Mieke Schauvliege)
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Wat de dossiers uit het verleden betreft, leid ik uit uw antwoord af dat u ervan uitgaat dat de beoordeling op een correcte manier zou zijn gebeurd. Ik begrijp wel dat u aangeeft dat men zich baseert op de informatie die het bedrijf aanlevert en dat de informatie aanwezig is binnen het departement. Mag ik daaruit afleiden dat binnen het departement ook de informatie van de OVAM-administratie, handhaving enzovoort zit of wordt die gescheiden? Dat is me niet helemaal duidelijk. Wordt dit mee in overweging genomen?
U geeft ook aan dat in het verleden op federaal niveau al eens zou zijn gereageerd omdat dit een nogal ruime formulering is. Is dat dan een interpretatie? Zou u ons de informatie kunnen bezorgen hoe dat dan precies is geformuleerd en hoe in het verleden is aangekaart dat dit zou moeten worden aangepast? Ik vraag me gewoon af of het effectief het federale niveau is dat heel eng bepaalt hoe het departement het moet toekennen of is er ruimte om dat zelf te definiëren? Dat wordt me niet helemaal duidelijk uit uw antwoord.
U weet dat dit vandaag een knelpunt is. De maatregel bestaat vandaag nog en kan dus dagelijks worden toegepast. Het gaat om een delegatie aan het departement dat dit volledig autonoom doet. Dat is intussen ook hun opdracht want dat is intussen gedelegeerd naar het departement zelf. Weet u hoe het departement daar vandaag mee omgaat wetende dat zij moeite hebben met de interpretatie, maar het attest wel moeten afleveren? Is daar een standstill ingebouwd of bestaat tijdelijk de mogelijkheid om iets niet af te leveren? Hoe gaat het departement daar vandaag mee om om te vermijden dat we problematische attesten zouden afleveren?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Rombouts, zoals ik eerder heb gezegd, baseert het departement zich bij de beoordeling op de informatie die wordt aangeleverd door het bedrijf. Bij de beoordeling van het dossier wordt er geen advies gevraagd aan andere instanties binnen en buiten het departement. De federale regelgeving die het kader biedt bij deze attesten, bepaalt dat nieuwe producten en toekomstgerichte technologieën die voorwerp zijn van onderzoek en ontwikkeling geen negatief effect mogen hebben op het milieu of het negatief effect op het leefmilieu zoveel mogelijk beogen te beperken.
Het federaal kader om belastingvoordeel te bieden, beperkt zich daartoe en dus is er geen evaluatie op bedrijfsniveau. Historische of lopende bodemsaneringsprojecten, historische milieu-inbreuken of handhavingsmaatregelen werden in de beoordeling niet meegenomen. Binnenkort zullen we wel een centraal sanctieregister hebben waar milieu-inbreuken in zullen staan. We moeten dan een soort van uittreksel nemen van een bedrijf om na te gaan welke milieu-inbreuken zijn gebeurd en dat alsnog toevoegen aan het dossier dat naar de federale collega’s gaat.
Daarnaast vind ik ook wel dat we de formulering moeten aanpassen. Dat is tot op heden niet gelukt maar ik zal een initiatief nemen om met de collega’s van de Federale Regering te bekijken of we dat bewuste artikel 69 niet beter kunnen formuleren. Nu is die formulering zeer ruim: geen effect hebben op het leefmilieu of het negatief effect op het leefmilieu zoveel mogelijk beogen te beperken. Het volstaat met andere woorden om aan te tonen dat ontwikkelde producten of toekomstgerichte technologieën geen effect hebben op het leefmilieu of geen negatief effect hebben. Het beoogde resultaat moet volgens mij vooral zijn om het leefmilieu te verbeteren. In die zin zal ik sowieso contact opnemen met de federale collega’s.
Tot op heden werd niets toegevoegd van het een of ander departement maar aangezien we binnenkort dat centraal sanctieregister hebben, ben ik van mening dat die informatie als bijlage kan worden toegevoegd. Een bedrijf dat al veel milieu-inbreuken heeft gepleegd, afhankelijk van de ernst daarvan, mag een dergelijk voordeel immers absoluut niet krijgen.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw bijkomend antwoord. Ik denk dat het goed is dat we toch een aantal bijkomende zaken nader bekijken. Ik hoop dat u voor wat vandaag kan worden afgeleverd, de nodige bewarende maatregelen neemt zodat geen foute beslissingen kunnen worden genomen.
U zegt dat, zodra we over dat sanctieregister beschikken, informatie kan worden gedeeld. Wanneer men vindt dat men zelf onvoldoende oordeelkundig kan beslissen over dergelijke vragen, lijkt het me belangrijk dat de nodige adviezen moeten worden ingewonnen. Ik denk dat dit zo ruim mogelijk moet worden bekeken, ook voor de toekomst. Ongeacht of dit het gevolg is van overtredingen of andere beoordelingen, moet dit zo ruim mogelijk kunnen worden bekeken, eventueel met ondersteuning van derden.
Wat 3M en de productie betreft, mag er geen negatief effect zijn op de omgeving, wat een zeer ruime omschrijving is, maar voor mij is het wel heel duidelijk dat men op dat moment heeft geoordeeld dat het met de kennis van toen niet werd beschouwd als zijnde problematisch voor de omgeving. Ik denk dat dit overeenkomt met de wetenschappelijke kennis en de vooruitgang in dat tijdskader.
De vraag om uitleg is afgehandeld.