Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Vraag om uitleg over betaalbare en gezonde schoolmaaltijden
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Als gevolg van de coronacrisis werd in vele scholen het aanbod aan warme maaltijden opgeschort. Aan het begin van het nieuwe schooljaar en nu alle leerlingen – gelukkig maar – weer voltijds naar school mogen gaan, blijkt echter dat verschillende scholen, vooral in de provincies Antwerpen en Limburg, hebben besloten om dit aanbod niet meer te hernemen, omdat het heel wat organisatie en middelen zou vergen. Het is inderdaad geen decretale opdracht.
Toch maken warme maaltijden op school voor veel kinderen en jongeren een verschil. Zo kunnen ze rekenen op een gezonde en voedzame maaltijd. Dat kinderen op school een warme maaltijd kunnen eten, kan voor gezinnen de combinatie werk-gezin haalbaarder maken. Ook voor kwetsbare kinderen kan het een meerwaarde zijn dat ze op school een warme maaltijd kunnen eten, maar dan moet die vanzelfsprekend ook betaalbaar zijn. In heel wat scholen werd of wordt geen volledige warme maaltijd aangeboden, maar wel bijvoorbeeld soep, wat op zich ook al een flinke dosis verse groenten kan inhouden.
In oktober 2020 kondigde de stad Antwerpen aan om 40 miljoen euro, gespreid over vier jaar, te verdelen over scholen die dagelijks een gezonde maaltijd – een ontbijt, een middagmaal of een tussendoortje – voorschotelen. Het project zou gepaard gaan met een onderzoek naar de impact van voeding op de schoolse context, het welbevinden en de gezondheidsimpact, en dit in samenwerking met de Antwerpse universiteit en hogescholen.
Tijdens de commissievergadering van 8 oktober 2020 zei de minister daarover dat het Antwerpse project voortgaat op een onderzoek dat door de universiteit van Maastricht is opgezet. Uit dit onderzoek blijkt dat het aanreiken van gezonde tussendoortjes en lunches door de school in combinatie met extra bewegen, positieve effecten heeft op de gezondheid van leerlingen, nu en later. De universiteit van Maastricht was volgens de minister van plan om als vervolgonderzoek de return on investment te berekenen. De minister vond dat interessant omdat De Vlaamse Regering uit proefprojecten, zoals dat in Antwerpen, zou kunnen bekijken of er tegenover zulke initiatieven financiering geplaatst kon worden. Dat zou alleszins passen binnen de gezondheidsdoelstelling ‘De Vlaming leeft gezonder in 2025’.
Er lopen inderdaad al verschillende projecten die scholen aanmoedigen om in te zetten op gezonde voeding en suikervrije tussendoortjes. Aan Oog voor Lekkers en Snack & Chill doen jaarlijks heel wat scholen mee. Ook zijn er de leidraden en de gids voor schoolmaaltijden van het Vlaams Instituut Gezond Leven. Willen we kinderen al van jongs af aan leren wat gezonde voeding is, loont het dus zeker de moeite om daarop in te zetten. We hebben het daar in deze commissie al vaak over gehad.
Zijn er gegevens over het aantal scholen die warme maaltijden aanbieden en de kostprijs die daarvoor aan ouders wordt aangerekend? Is bekend hoeveel leerlingen en welke leerlingen daar gebruik van maken?
Hebt u informatie over het aantal scholen dat hun aanbod aan warme maaltijden heeft geschrapt na de coronacrisis? Is u bekend wat de beweegredenen van scholen zijn om de warme maaltijden te schrappen? Wat is er nodig om het aanbod haalbaar te maken of te laten blijven?
Zijn er al tussentijdse resultaten van de onderzoeken, enerzijds van de Antwerpse universiteit en hogescholen en anderzijds van de universiteit van Maastricht over het aanbod van gezonde maaltijden op school? Welke conclusies trekt u daaruit? Welke acties koppelt u daaraan?
Hoe verloopt het project rond gezonde schoolmaaltijden in de stad Antwerpen? Hoeveel scholen werken daaraan mee?
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Door corona besliste een heel aantal scholen tijdelijk warme maaltijden te schrappen. Maar nu het weer mag, zetten tientallen scholen hun aanbod definitief stop. Uit een steekproef van het Vlaams Instituut Gezond Leven bleek dat in 2019 nog 56 en 52 procent van de basis- en secundaire scholen maaltijden aanboden. Het aantal loopt steeds verder terug, en dat is bijzonder jammer, want het aanbieden van een gezonde, evenwichtige maaltijd op school is om verschillende redenen een goed idee. Vooruit vindt dat al een tijdje.
Ik zal kort nog even samenvatten waarom we dat een goed idee vinden. Ten eerste kampt 16 procent van de Vlaamse jongeren met overgewicht. Het is dan ook essentieel dat op school alle mogelijkheden worden gegeven om een gezonde en evenwichtige levensstijl te ontwikkelen. Ook in de eindtermen van het lager onderwijs en in de sleutelcompetenties voor het secundair onderwijs komt dit terug. Een toegankelijk en goed aanbod van schoolmaaltijden kan hierbij een belangrijk puzzelstuk zijn, zoals ook verschillende experts benadrukken.
Zoals mevrouw Schryvers ook al zei, zijn schoolmaaltijden voor heel wat kinderen en hun ouders gewoon ook uit praktische overwegingen erg welkom. ‘s Avonds blijft er meer tijd over om samen tijd door te brengen of kunnen kinderen na een lichte maaltijd bijvoorbeeld snel naar de hobby of sportclub, als ze het geluk hebben om dat te kunnen.
Last but not least zijn betaalbare of gratis maaltijden op school voor veel kinderen die het thuis moeilijk hebben, vaak de enige garantie op toch minstens één gezonde, warme maaltijd per dag. Op een lege maag kan niemand leren. Dus ook op de lange termijn is toegang tot gezonde voeding essentieel voor schoolsucces.
Nu mogen we van scholen niet verwachten dat ze de organisatie en het aanbod van schoolmaaltijden helemaal zelf kunnen bolwerken. De werkdruk is al bijzonder hoog. Het aanbieden van maaltijden vraagt een logistieke keten en de nodige infrastructuur. Vandaag moeten scholen die maaltijden aanbieden daarvoor al te vaak hun eigen werkingsmiddelen aanspreken en wordt er naar leerkrachten gekeken om dit er ook nog eens bij te nemen. Op die manier is het niet verwonderlijk dat scholen afhaken.
Op een aantal plaatsen – zoals in Antwerpen, waar onze schepen, mevrouw Beels, 40 miljoen euro heeft uitgetrokken voor een aantal proefprojecten – springen lokale besturen op de kar met financiële en praktische ondersteuning, vanuit de overtuiging dat gezonde schoolmaaltijden echt het verschil kunnen maken. Maar daarmee zijn natuurlijk niet alle kinderen geholpen. Vanuit Vlaanderen is geen enkele ondersteuning voorzien voor dergelijke initiatieven. Nochtans bewijzen voorbeelden uit het buitenland, zoals in Engeland en Finland, dat het perfect mogelijk is om vanuit de overheid een algemeen programma van betaalbare schoolmaaltijden op te zetten. We zijn daar met Vooruit een groot voorstander van. We hebben het er al eerder over gehad, maar de minister was tot dusver niet echt heel enthousiast. Ik blijf, positief als ik ben, deze hele legislatuur rekenen op voortschrijdend inzicht.
Ik heb deze vraag gericht aan de ministers Somers, Weyts en Beke omdat het een gedeelde verantwoordelijkheid is, zeker als het gaat over de ondersteuning van lokale besturen. Erkennen de ministers dat het aanbieden van minstens één gezonde warme maaltijd per dag op school de gezondheid en het welzijn van onze kinderen en jongeren kan bevorderen?
Zijn de ministers bereid om proefprojecten op te zetten om te kijken hoe scholen op een haalbare en betaalbare manier gezonde schoolmaaltijden kunnen aanbieden? Zo ja, zullen ze hiervoor het nodige budget voorzien? Hebben de ministers hieromtrent met elkaar reeds overleg gepleegd?
Is de Vlaamse Regering bereid lokale besturen te ondersteunen in het opzetten van projecten voor het aanbieden van gezonde en betaalbare maaltijden op school? Zo ja, staat daar dan een budget tegenover? Welke acties zal de minister van Welzijn ondernemen om vanuit een welzijns- en gezondheidsperspectief scholen verder te ondersteunen in het aanbieden van gezonde en betaalbare schoolmaaltijden?
Minister Weyts heeft het woord.
Wat de vragen aan de collega's betreft, moet ik u doorverwijzen.
Dit debat is opnieuw losgebarsten en ik kreeg de vraag of scholen niet verplicht moeten worden om warme maaltijden aan te bieden. We hebben het in deze commissie regelmatig over allerhande lasten en taken die we afschuiven op het onderwijs. Dit is er toch wel een van.
Er zijn, spijtig genoeg, leerlingen die voor een warme maaltijd aangewezen zijn op de school, eerder dan op de thuiscontext. Net daarom hebben we er bijvoorbeeld op aangedrongen om in de coronacrisis zo lang mogelijk warme maaltijden aan te bieden, ook al was dat in een refter waar men op afstand moest gaan zitten. Maar ik vind niet dat we scholen moeten verplichten om ook die maatschappelijke taak op te nemen. Daar waar het nodig is, moet het OCMW als regisseur van deze problematiek een oplossing kunnen bieden. Je ziet dat dit vooral in grootsteden gestalte krijgt, in samenwerking met de school. Maar de kerntaak van scholen is en blijft natuurlijk leren en lesgeven. Het is hun belangrijkste, ook sociale, taak, om bij uitstek sociaal zwakkeren via onderwijs een betere toekomst te geven.
Wij baseren ons op data van de indicatorenbevraging van het Vlaams Instituut Gezond Leven. Daaruit bleek er al een daling van het aantal scholen met warme schoolmaaltijden vast te stellen voor corona. Ongetwijfeld heeft het gegeven dat sommige scholen – hoewel ze daar niet altijd toe verplicht waren – even de draad hebben gelost, er bij het heropnemen van die draad voor gezorgd dat de dienstverlening in vraag wordt gesteld en dat er naar de kostenfactor wordt gekeken. Ik begrijp natuurlijk dat sommige scholen stellen dat het eigenlijk hun taak niet is en dat ze er liever mee zouden stoppen.
Ik wil warme maaltijden niet zomaar een-op-een gelijkstellen aan gezonde maaltijden. Dat is niet per definitie hetzelfde. Scholen bieden immers niet steeds zelf maaltijden aan. Scholen kunnen ook op andere manieren werken aan het belang van gezonde voeding –want dat dit van belang is, toont onderzoek reeds meermaals aan. Gezonde voeding levert de nodige energie voor de dagelijkse activiteiten, dus ook voor de activiteiten in de scholen. Er wordt ook een invloed van voeding aangetoond op leerprestaties en op het concentratievermogen. Het is echter aan de scholen om, rekening houdend met het publiek waarmee ze werken en bij voorkeur in overleg met ouders en leerlingen, na te gaan waarmee er het beste tegemoetgekomen wordt aan de noden en behoeften bij hun leerlingen. Dat kadert in hun beleid op leerlingenbegeleiding.
Scholen moeten proberen tijdig signalen op te vangen, te detecteren en te weten welke kinderen gebaat zijn bij bijkomende maatregelen en het al dan niet voorzien van een aanbod. Zo zijn er bijvoorbeeld scholen die voor die kinderen waarvan ze weten dat ze het thuis niet breed hebben, via andere diensten die het gezin ondersteunen, maatregelen voorzien, waardoor de kinderen wel iets of iets gezonds te eten krijgen. Het is dus maatwerk.
U verwijst naar het Antwerpse project ‘Smakelijke school’, een initiatief van de stad Antwerpen. Het project heeft duidelijke links met andere initiatieven vanuit de overheid. U haalt er een aantal aan, maar ik wil toch even concreet opsommen wat wij vanuit de Vlaamse overheid doen. Het Vlaams Instituut Gezond Leven werkte samen met de onderwijsadministratie aan de schoolmaaltijdengids, richtlijnen voor broodjesmaaltijden en tips voor een evenwichtig dranken- en tussendoortjesbeleid. Snack & Chill wordt heropgestart. Daarnaast is er het door de Vlaamse overheid opgezette Oog voor Lekkers. Om het rijtje helemaal te vervolledigen, verwijs ik nog naar de loco-regionale gezondheidsoverleggen en -organisaties (Logo’s), die de realisatie van de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen in hun werkingsgebied nastreven, ook voor het onderwijs. U merkt dus dat we op verschillende terreinen inzetten op gezonde voeding, en vanuit verschillende beleidsdomeinen.
Wanneer scholen kiezen voor het aanbieden van maaltijden, kunnen ze meer informatie en ondersteuning krijgen via het charter voor gezonde, evenwichtige en duurzame maaltijden, dat terug te vinden is op de website van Onderwijs Vlaanderen. Met de ondertekening van dit charter engageerden alle partners zich om inspanningen te leveren om maaltijden op school gezonder, evenwichtiger en duurzamer te maken. De doelstelling is om acties rond schoolmaaltijden op te zetten en te evalueren. Door de coronasituatie en de invloed ervan op het aanbod van de schoolmaaltijden werd dit nog niet gerealiseerd. De draad om hiermee verder te gaan wordt de komende maanden weer opgenomen. Het stond in de steigers, maar we hebben dat niet kunnen uitrollen door corona, maar het zal wel gebeuren.
Ten slotte bundelen we ook over de beleidsdomeinen heen de krachten, met het oog op het realiseren van de Vlaamse gezondheidsdoelstelling ‘Gezonder leven in 2025’. Minister Beke heeft het initiatief genomen, waar ik aan meewerk, om te komen tot een betere afstemming tussen het onderwijs en de expertorganisaties.
Los van de heel specifieke thematiek van de warme maaltijden proberen we wel degelijk met vereende krachten in te zetten op gezonde voeding.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Dat er al heel wat gebeurt in de scholen rond gezonde voeding en beweging, heb ik ook gezegd in de inleiding van mijn vraag. Dat is ook zo, en we moeten dat absoluut voortzetten. Ik verwijs naar projecten zoals Oog voor Lekkers, Snack & Chill enzovoort.
Die warme maaltijden zijn inderdaad geen decretale taak. Ik heb dat ook gezegd in mijn inleiding, maar dat betekent niet dat ze geen meerwaarde kunnen zijn voor sommige kinderen en leerlingen.
Minister, u zegt dat het maatwerk is en dat u het overlaat aan elke school, maar ik denk dat het zinvol zou kunnen zijn om te weten wat de drempels voor scholen zijn en op welke manier het wel haalbaar zou kunnen zijn, zodat niet elke school op zich dat moet uitzoeken. Welke rol zou Vlaanderen op dat vlak toch kunnen spelen?
Wanneer zouden we kunnen beschikken over de resultaten van het Antwerpse project? U hebt immers gesteld dat we daar vanuit Vlaanderen ook naar kijken.
Mevrouw Goeman, u had deze vraag ook gesteld aan minister Beke en minister Somers. Vanuit ons secretariaat is gevraagd om een gecoördineerd antwoord te bezorgen aan het kabinet van minister Weyts. Of dat is gebeurd, weet ik niet, maar van hieruit is die vraag wel vertrokken.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Geen probleem. Dan stel ik mijn vragen gewoon nog eens aan minister Beke en minister Somers.
Minister, ik hoop dat we het er in ieder geval over eens zijn dat de situatie op het terrein schrijnend is. Ik heb na 1 september een aantal schoolbezoeken in Brussel gedaan en daar bereiken mij steeds opnieuw verhalen van kinderen die met beschimmelde boterhammen in de klas zitten. Ik vind dat een beschaafde regio compleet onwaardig. Bovendien heeft het een directe impact op de leerprestaties van kinderen. Ik denk dat we ons dat vanuit Onderwijs wel moeten aantrekken.
Het is niet enkel een verantwoordelijkheid van het onderwijs, maar ik vind het ook te gemakkelijk om problemen enkel af te schuiven op OCMW's. Het mag inderdaad niet alleen op scholen worden afgeschoven, maar proefprojecten bewijzen dat het ook anders kan, zoals in Antwerpen, waar wordt samengewerkt met sociale-economieprojecten die de bedeling van die maaltijden doen, zodat er geen extra druk wordt gelegd op de scholen zelf.
Vooruit is er echt van overtuigd dat er nood is aan meer dan alleen maar richtlijnen over wat gezonde en betaalbare maaltijden inhouden voor scholen, maar dat er initiatieven moeten komen op het terrein, omdat die echt het verschil kunnen maken in het leven van kinderen. Onze verwachting is toch dat Onderwijs mee de schouders zet onder projecten. Nu kijken we alleen naar de goodwill van lokale besturen of scholen, terwijl het onze vraag is dat Vlaanderen mee de kar trekt via het opzetten van proefprojecten over heel Vlaanderen gespreid. Zo kan ook bekeken worden wat er werkt en hoe er op maat van de situatie in verschillende gemeenten kan worden gewerkt.
De heer Ongena heeft het woord.
Ik sluit me heel graag aan bij de vraag om hier niet al te licht over te stappen. Het aanbieden van warme maaltijden op school – het is al door de collega's gezegd – heeft verschillende aspecten die positief zijn richting kansarmoede, gezonde voeding, combinatie werk-gezin. Heel veel ouders rekenen daarop, rekenden daarop, maar stellen vast dat die draad postcorona niet meer wordt opgepikt door heel veel scholen.
Zeggen we daarmee dat we scholen moeten verplichten? Neen, ik denk dat we het daar allemaal over eens zijn. Het is geen decretale verplichting en het moet ook geen verplichting tout court zijn voor scholen.
Ik geloof toch dat het goed zou zijn dat we vanuit Vlaanderen kijken hoe we scholen toch kunnen overtuigen om dit aan te bieden. Als je stormloopt tegen snoep- en frisdrankautomaten wegens ongezond – daar waren we het allemaal over eens –, dan moet je toch ook inspanningen doen om een alternatief te bieden, en gezonde warme maaltijden is er zo één.
Minister, ik zou toch concreet willen vragen om na te gaan hoe we vanuit Vlaanderen scholen kunnen overtuigen om het opnieuw aan te bieden, om na te gaan hoe we kunnen helpen, eventueel good practices te delen en samenwerking binnen de scholengemeenschappen te bevorderen. Ik zou toch willen vragen om daar iets mee te doen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega's, ik kijk altijd heel graag naar de realiteit in scholen. Gisteren nog hadden we het in ons plenair debat over de druk op scholen. Maar natuurlijk – ik heb het vroeger in mijn eigen school ook gezien – als er eten is, moet het ook worden uitgeschept. Ofwel gebeurt dat door beleidsondersteunend personeel, ofwel door leerkrachten, maar iemand moet het wel doen. Ik ben blij dat een aantal collega's hier heel sterk benadrukken dat we het niet decretaal zullen verankeren en niet zullen verplichten. Het is dan aan de scholen om de afweging te maken hoe ze het willen organiseren, waar ze het organiseren, om welke reden ze het organiseren en dergelijke meer.
Er is hier gevraagd naar de problemen. Wel, personeelsinzet is er één. Ten tweede is er het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV). Ik kan u zeggen dat, als die langskomen op een school, het de moeite is. Dat wil ook zeggen: thoraxscreening en tuberculinehuidproeven van alle mensen die met die voeding in aanraking komen, want het is voeding voor derden. Maar ook de koude en de warme keten … Ik kan u zeggen dat het de moeite is. Het moet allemaal worden bijgehouden. Er zijn ook sancties aan verbonden en de school moet ook een erkenning krijgen. Er is dus wel wat mee gemoeid. Als u vindt dat die stappen voor scholen niet moeten gelden, dan kom je direct in het debat – ik heb er zelf ooit een poging in ondernomen – over oneerlijke concurrentie, want waarom moet de broodjeszaak naast de school dat wel en de mensen die in de school bedienen niet, enzovoort. Ik wil dit enkel meegeven. Als scholen die afweging maken, dan is dat zo.
Iets anders vind ik zeker dat we verder moeten kijken naar de initiatieven die de minister heeft opgesomd. Als scholen aangeven dat er misschien hier of daar iets kan worden aangepast aan bepaalde drempels, dan moeten we dat zeker meenemen. Maar ik zou hier niet het grote pleidooi houden – ik heb dat ook niet gehoord – dat dit de eerste kerntaak is. Als werkende ouder zou ik het gemakkelijk vinden, maar ik vind het nog belangrijker dat er voldoende tijd en middelen naar het onderwijs gaan.
De heer Coel heeft het woord.
Ik heb nog een kleine suggestie voor mevrouw Goeman, die de vraag aan drie ministers heeft gesteld. Misschien kunnen we er ook nog de minister van Landbouw bij betrekken. Het is niet om het op flessen te trekken, maar onze boeren hebben het moeilijk. De korte keten is aan een opmars bezig. Dat zou ook enkele mooie projecten kunnen opleveren, waarbij we korteketenboeren groenten aan scholen laten aanleveren, zodat alvast lekkere, veilige, verse, lokaal geteelde groenten in de soep kunnen worden gedraaid. Ik zie daar toch een aantal opportuniteiten.
De heer Danen heeft het woord.
Ik begrijp de bekommernissen van de heer Daniëls. Het is niet evident en gemakkelijk om schoolmaaltijden aan te bieden. Ik wil dat zeker erkennen. Ik stel wel vast dat het voor corona blijkbaar wel in heel wat scholen ging, maar na corona lukt het niet meer. Daar zal wel een goede reden voor zijn. Minister, wilt u in kaart brengen wat de redenen zijn waarom scholen ervoor kiezen om het niet meer te doen? Daar ben ik wel benieuwd naar.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik zeg niet dat we ons dit niet aantrekken, integendeel. Ik denk dat scholen zich die problematiek absoluut wel aantrekken. Ik vraag enkel dat de regierol in dezen specifiek zou toekomen aan het lokaal beleid, aan het lokaal sociaal beleid, waarbij vanzelfsprekend de scholen absoluut bereidheid moeten tonen, en ook tonen, om te kunnen zorgen voor samenwerking. Dat is onmiskenbaar zo. Je ziet ook de goede praktijken die gestalte krijgen of hebben gekregen, bijvoorbeeld in Antwerpen.
Er wordt gevraagd naar een evaluatie. Ik heb begrepen dat men na twee periodes met proefprojecten is gestart met de effectieve ondersteuning van de scholen. Dit schooljaar is men begonnen met een tweede reeks van projecten, waarop negen scholen hebben ingetekend en waarmee zeven scholen effectief zijn gestart. Aan de eerste projectreeksen vorig schooljaar hebben negen scholen deelgenomen. Er wordt ook samengewerkt in een netwerk met diverse partners, waarbij er ook vanuit lokaal beleid effectieve ondersteuning wordt verschaft. Op de website www.onderwijsnetwerkantwerpen.be staat nog meer informatie. Die goede praktijken willen we zeker delen.
Tot slot: ik heb een opsomming gegeven van de initiatieven die we vanuit de Vlaamse overheid hebben genomen in samenwerking met andere beleidsdomeinen. Een nieuw project in het kader van het charter voor gezonde, evenwichtige en duurzame maaltijden, waar we de draad een beetje hebben moeten lossen, wordt heropgenomen. Er wordt dus nog een extra inspanning geleverd.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, dat we kinderen op school ook mee toeleiden naar gezonde tussendoortjes, lijkt me een evidentie. Dat kan ook in het kader van ‘jong geleerd is oud gedaan’ een heel positief effect hebben. We hebben de voorbije jaren echt gezien dat er een grote evolutie is gebeurd. Zaken die we vroeger onmogelijk achten, bijvoorbeeld rond frisdrankautomaten, zijn ondertussen een evidentie.
Wat betreft de warme maaltijden hebt u gelijk dat het aan de scholen zelf is om te beslissen of ze die aanbieden of niet, maar het aanbod kan toch wel een grote meerwaarde zijn voor kwetsbare kinderen maar ook voor heel wat gezinnen. Er is partnership met heel wat organisaties mogelijk.
Ik zou u willen vragen om toch vanuit Vlaanderen mee de kar te trekken en te onderzoeken wat de drempels zijn, wat de barrières zijn en hoe er een kader gecreëerd kan worden waarbinnen scholen zo gemakkelijk mogelijk, als ze dat zouden willen, een aanbod kunnen doen.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Ik heb de heer Daniëls vooral de nadruk horen leggen op de redenen waarom het niet kan dat scholen gezonde en betaalbare maaltijden zouden kunnen aanbieden, maar het kan natuurlijk wel. We doen het samen in Antwerpen.
Het enige wat ik zeg, is dat ik het niet eerlijk vind dat uiteindelijk lokale besturen daar alleen voor opdraaien, want er hangt natuurlijk een prijskaartje aan vast. Mijn vraag – maar ik begrijp uit het antwoord van de minister dat ik zal moeten blijven aandringen – is dat de Vlaamse Regering in haar geheel daar de verantwoordelijkheid voor opneemt, vanuit Welzijn, vanuit Lokale Besturen en vanuit Onderwijs, om een aantal projecten op te zetten om te kijken hoe het Antwerpse initiatief ook in andere gemeenten kan worden opgenomen.
Ik heb begrepen dat de heer Coel het eigenlijk ook een goed idee zou vinden en daar Landbouw bij betrekt. Ik steun dat ten volle. Ik zou hem oprecht willen vragen om misschien achter de schermen bij de minister nog wat te lobbyen om hem toch te overtuigen.
Voor het verslag: ik heb de heer Daniëls niet horen zeggen dat het niet kan, maar hij heeft enkel gewezen op de moeilijkheden die scholen kunnen ondervinden.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.