Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, ik heb een vraag om uitleg over de vervuiling in Vlaamse waterlopen. De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) heeft in de media cijfers meegegeven over de PFOS-vervuiling (perfluoroctaansulfonaat). In onze waterlopen zou er effectief heel wat PFOS worden teruggevonden. Metingen op veertig plaatsen hebben aangetoond dat het PFOS-gehalte zo goed als overal de milieunorm overschrijdt.
De metingen werden uitgevoerd in oppervlaktewater, waarbij de hoogste concentraties opgetekend werden aan de Zeeschelde. De norm werd daar niet minder dan 110 keer overschreden. Driekwart van de onderzochte vissen bevatten ook te veel PFOS. Gelukkig blijft het Vlaamse drinkwater onder de Europese norm.
In de communicatie haalde men ook aan dat er nog steeds te veel ongezuiverd afvalwater in het oppervlaktewater terechtkomt. Het is echter niet meteen duidelijk of het hier gaat om huishoudelijk afvalwater of ander afvalwater of, met andere woorden, wat de bronnen waren om tot vervuiling van PFOS te komen.
Minister, kunt u een overzicht geven van de geldende normen voor PFAS/PFOS voor de verschillende categorieën van water? Er zijn immers diverse normeringen en watercategorieën.
Hebt u zicht op de verschillende bronnen van deze in de media aangekondigde massale verontreiniging in de Vlaamse waterlopen?
Hoe vergelijken de metingen zich met soortgelijke metingen in de ons omliggende landen? Hebben wij daar een duidelijk zicht op? Wat zijn de resultaten van die vergelijking?
Welke bedreigingen ziet u door de vervuiling van het oppervlaktewater met PFOS?
Ziet u een noodzaak om grenswaarden op te stellen voor zwemwater?
Hoe wilt u de concentraties aan PFAS/PFOS in het oppervlaktewater terugdringen?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Rombouts, de VRT heeft daarover inderdaad een week geleden bericht. Dat was voor ons geen groot nieuws, ik denk voor niemand in deze commissie. In het algemeen is de waterkwaliteit in Vlaanderen bijzonder slecht. Er is, denk ik, één waterlichaam dat oké wordt bevonden. We hebben de problematiek rond nitraat, fosfaat, pesticide, maar ook PFOS.
De VLAREM-wetgeving (Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning) bevat normen voor PFOS. Deze zijn als bijlage opgenomen in VLAREM. Ze variëren afhankelijk of het gaat over rivieren, levende organismen, meren, overgangswateren, enzovoort. Voor sommige betreft het een jaargemiddelde, voor andere een maximum. Ik zal de geldende normen aan de commissie bezorgen.
Het gebruik van PFOS is al een hele tijd verboden, zoals u dat terecht aangeeft, met uitzondering van een beperkt aantal toepassingen. De toegelaten toepassingen zijn bovendien in de loop der jaren nog verder beperkt. De Europese reglementering wordt continu aangescherpt. Vandaag mag PFOS enkel nog gebruikt worden voor welbepaalde industriële toepassingen met betrekking tot verchroming, en dat tot 2025.
In het kader van de emissie-inventaris voor prioritaire stoffen werd een eerste bronnenanalyse van PFOS opgesteld op basis van metingen bij bedrijven en bij rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s). Hierbij werd vastgesteld dat in het afvalwater van sommige bedrijven en in het effluent van RWZI’s in het verleden PFOS teruggevonden werd. In 2021 werden er in het effluent van RWZI’s geen PFOS teruggevonden boven de detectielimiet. Wat de bedrijven betreft, gaat dit vaak over historische verontreiniging en secundaire bronnen, dus door gebruik in het verleden.
Het is momenteel nog onduidelijk of deze puntlozingen de hoofdoorzaak zijn van de normoverschrijdingen in oppervlaktewater: diffuse bronnen zoals verontreinigde waterbodems, bagger- of ruimingswerken en atmosferische depositie zijn eveneens een mogelijke oorzaak, zeggen de experten ons. In het kader van het PFAS-actieplan (poly- en perfluoralkylstoffen) dat we met de regering hebben opgesteld worden diverse mogelijke bronnen verder onderzocht om zo meer duidelijkheid te brengen over het aandeel van bedrijven in dezen.
Een brede vergelijking met metingen in de omliggende landen is niet ter beschikking. In een Nederlandse studie van 2018 bleek dat ook daar in meer dan de helft van de geanalyseerde oppervlaktewateren de norm werd overschreden. Gelet op het brede gebruik van PFOS wordt het door Europa aangezien als een stof die alomtegenwoordig is in het aquatische milieu, dus in het water, als ik het zo mag zeggen. Daarom heb ik het geagendeerd op de Europese Raad van Leefmilieu, om eens te bekijken hoe het gesteld is in andere Europese landen.
De lage normen in oppervlaktewater zijn gebaseerd op de milieukwaliteitsnormen voor de consumptie van vissen door de mens. Bij overschrijding is het dus afgeraden om zelf gevangen vis op te eten, bijvoorbeeld paling.
Vanaf een concentratie van 33 microgram per kilogram in levende organismen is er ook een risico voor predatoren in het aquatisch ecosysteem door opeenstapeling doorheen de voedselketen. Algemener geldt echter al langer het advies om geen zelf gevangen roofvis of paling uit openbare wateren te eten, net wegens de aanwezigheid van vervuilende stoffen die zich in deze vissen opstapelen, zoals PFOS, zware metalen, pesticiden enzovoort. Dat advies wordt al heel lang gegeven door de diensten.
Dan was er de vraag over de grenswaarden voor zwemwater. Op dit moment ziet Zorg en Gezondheid geen nood aan het opstellen van grenswaarden voor zwemwater. Enerzijds is de discussie nog bezig over hoe om te gaan met de nieuwe EFSA 2020-richtlijn (European Food Safety Authority), anderzijds behelst zwemwater een zeer specifiek blootstellingsprofiel voor de mens, dat veel minder intensief is dan bijvoorbeeld wonen op en een moestuin hebben op vervuilde grond. Het agentschap neemt zo’n blootstelling wel mee in de totale gezondheidskorf met betrekking tot de totale blootstelling aan PFAS uit onze omgeving. De vraag daarbij is wat het aandeel van de blootstelling via zwemwater is in de totale blootstelling. Dit zal dan ook specifiek worden geëvalueerd in aandachtsgebieden voor PFAS waarin zwemwater betrokken is.
Ik kom tot uw laatste vraag. In het kader van de vergunningsverlening van puntlozingen worden lozingsnormen opgelegd in de vergunningen op basis van de beste beschikbare technieken en de impact op oppervlaktewater. Bovendien zijn bedrijven volgens VLAREM ook verplicht om een vergunning aan te vragen voor het lozen van PFOS zodra de rapportagegrens van 0,1 microgram per liter is overschreden. Daarnaast zijn in het PFAS-actieplan diverse acties geformuleerd om de concentraties van PFOS en PFAS in het milieu terug te dringen. Het is nu zaak om al die acties zoals vermeld in het actieplan, dat nog niet zo lang geleden is goedgekeurd, de komende jaren uit te rollen.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, ik wil u hartelijk danken voor uw antwoord. Als ik u goed begrijp met betrekking tot het normenkader, dat we dadelijk nog wel verder doorkrijgen, zijn die normen vandaag volledig gericht op PFOS. Ik verwijs naar wat we de afgelopen weken ook vernamen, namelijk dat er ook bezorgdheden zijn over de vervangers van PFOS. Er leven dus ook bezorgdheden over PFAS, over die grote groep. Worden er momenteel initiatieven genomen of gepland om ook wat dat betreft verder normen vast te leggen? Hoe bekijkt u dat?
U geeft duidelijk aan dat de bronnen inderdaad nog verder en nader in kaart moeten worden gebracht. Het lijkt me inderdaad belangrijk om dat te kunnen doen. U geeft echter ook heel duidelijk aan dat het voornamelijk over historische en secundaire bronnen gaat. Hebt u er een zicht op hoelang we nog gevolgen zullen hebben van die historische en/of secundaire bronnen, hoelang we daar rekening mee zullen moeten houden in de toekomst? Kunt u duidelijker schetsen wat de impact is van die bronnen, die aanwezig zijn en die, als ik u goed begrijp, mogelijkerwijze niet dadelijk weg te nemen zijn?
Dan is er nog een derde element. Dat is misschien wat technisch. Als u daar niet dadelijk op kunt antwoorden, dan heb ik daar respect voor, maar misschien kan dat dan nadien worden bezorgd. U zei ook dat in de huidige normeringen nog een aantal zaken moeten worden bekeken wat EFSA betreft en eventuele doorrekeningen die daarmee gepaard gaan. Hebt u een zicht op de timing ter zake? Hoe ziet u dat? Hebt u er een zicht op wat de detectielimiet is voor het meten van PFOS in water? We spreken over heel lage waarden in dezen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik heb aanvullend nog een vraag over het drinkwater. Op de hoorzitting vrijdag vernamen wij dat geen enkele waterzuiveringsinstallatie in Vlaanderen in staat is om PFAS uit het drinkwater te halen. Hebt u daar weet van? Hebt u initiatieven ontwikkeld om dat wel te doen?
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
De hele situatie zit op een kwetsbaar evenwicht tussen het onvoldoende ernstig nemen van de feiten en paniekvoetbal. Dat geldt ook voor de communicatie hierover. Zo was er het nieuws dat men geen zelf gevangen vis mag opeten, hoewel dat al heel erg lang een advies is. Men schrok daar nu plots van, zodat de VMM moest aangeven dat dit al heel lang een advies was. Mijn aanvullende vraag is gericht op de communicatie. Wij zijn nog heel veel informatie aan het verzamelen. Wij weten nog niet over alles hoe het juist zit. Maar voor wat wij wel al weten, is het van groot belang dat de communicatie heel helder bij de mensen terechtkomt. Hoe wordt ervoor gezorgd dat de mensen de informatie kunnen vinden op een betrouwbare drager, waarbij enerzijds de ernst van situatie niet uit de weg wordt gegaan en anderzijds geen paniekvoetbal wordt vertoond? Ik kan mij voorstellen dat ik niet de enige ben die dagelijks vragen krijgt over de huidige situatie.
Minister Demir heeft het woord.
Ik wil even meegeven dat er op Europees niveau verder onderzoek gebeurt voor de normering. Dat volgen wij vanuit Vlaanderen heel nabij op. Wij zijn daarin trouwens een van de actiefste regio’s. Wallonië en Brussel bijvoorbeeld horen het van verre donderen als men het heeft over PFOS. Daar is er nog helemaal geen aandacht voor. Momenteel gebeurt ook nog onderzoek naar historische bronnen. Daar doen wij zelf ook onderzoek naar. Daarbij volgen wij ook van heel nabij de Europese onderzoeken op. Ik wil even benadrukken dat wij in Vlaanderen voor het eerst een actieplan PFAS hebben met heel wat actiepunten. Mede daarom is er geen reden tot paniek. Wij pakken het aan. Wij brengen het in kaart. Heel veel acties van dat plan zijn gestart. De detectielimiet voor afvalwater bedraagt 100 nanogram per liter, als ik mij niet vergis, en die gaat binnenkort naar 20 nanogram per liter.
De communicatie is deels bij onze opdrachthouder en zijn communicatiegroep. Ik denk dat hij heel transparant en helder communiceert met lokale besturen, bewoners, pers en iedereen die goed geïnformeerd wil worden. Ik heb ook van hem begrepen dat er een website wordt opgericht, om op wetenschappelijke manier de informatie te verschaffen en nagenoeg dagelijks aan te vullen. Er is ook een centraal e-mailadres waar de mensen met al hun vragen terechtkunnen.
Maar nogmaals: het actieplan PFAS dateert van maanden geleden. Ik denk dat het goed is dat wij alles in kaart brengen en dat wij de acties uitrollen. Vlaanderen is daarvoor een van de actiefste regio’s in heel Europa. Sommigen willen de indruk wekken dat er niets gebeurt, maar dat klopt geenszins. Met Vlaanderen pakken wij daarin de leiding. Andere landen komen daarvoor naar ons kijken.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega's, ik ben de eerste om mee te onderstrepen dat het nooit goed is om paniek te zaken in een dossier dat inderdaad vele kanten heeft. Omgekeerd moeten we wel vaststellen dat er een onderzoekscommissie is die heel wat vragen oproept en bezorgdheden wekt bij burgers. Het is een oefening om opnieuw enig vertrouwen te kunnen geven aan zowel burgers als instanties in heel dit verhaal. Ik hoop dat we er als parlement in slagen om dat te doen.
Minister, ik wil het even hebben over de normen en ingaan op de vraag van collega Schauvliege. Zij geeft aan dat er vandaag geen waterzuiveringsinstallaties zijn die filteren of zuiveren op PFOS. Er is in de onderzoekscommissie inderdaad aangestipt dat er geen waterzuiveringsinstallaties zijn uitgerust met bijvoorbeeld een actieve koolfilter om bijvoorbeeld PFOS eruit te halen. Maar naar mijn aanvoelen werd er geen link gelegd naar het drinkwater. Tot hiertoe moeten we vaststellen dat de drinkwaternorm de Europese norm effectief bereikt. We willen ook dat er daarover geen misverstanden bestaan.
We moeten weliswaar vaststellen, minister, dat voor het oppervlaktewater de norm vele malen lager ligt dan voor het drinkwater. Ik verwijs naar de bio-accumulatie bij bijvoorbeeld vissen of planten in dezen die permanent in het water zwemmen en water door hun lichaam krijgen. Minister, bent u van plan om aan de waterzuiveringsinstallaties te vragen of zij er actief op kunnen inzetten om die PFOS uit het oppervlaktewater terug te dringen? U hebt daarnet geantwoord dat u naar de vergunningen kijkt. Maar in dezen is de vraag misschien wel of u daar ja dan nee een belangrijke rol ziet weggelegd voor waterzuiveringsinstallaties. Ik geef nog mee dat ik er wel twijfels over heb of een actieve koolfilter nog andere voedingsstoffen uit het water kan nemen.
Voorzitter, ik stip nog een laatste element aan. Minister, u haalt aan dat de detectielimiet voor water naar PFOS op 100 ligt. Dat is vele malen hoger dan de norm die voor oppervlaktewater geldt. Dat is dan wel toevallig ook de norm die wordt gehanteerd voor drinkwater. Zit er verandering aan te komen op het vlak van detectie? Dat is zeker in het oog te houden. Want als we de normen vele malen lager leggen dan hetgeen we vaststellen, dan lopen we vast in ons beleid. Daar wil ik extra aandacht voor vragen.
Voorzitter, we zullen ongetwijfeld nog terugkomen op dit onderwerp.
Het zou mij inderdaad verwonderen mocht dat niet het geval zijn, collega.
De vraag om uitleg is afgehandeld.