Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Voorzitter, vorige week heb ik een studie van het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka) gelezen met als titel ‘Circulaire economie wordt besmettelijk’. Die titel heeft me bijzonder blij gemaakt, want om echt te werken en van de grond te komen, zou de circulaire economie zo veel mogelijk mensen moeten kunnen besmetten. Zodra iedereen de noodzaak van een circulaire economie inziet, zullen we meer jobs kunnen ontwikkelen. Er wordt voorspeld dat de overschakeling van een lineaire naar een circulaire economie duizenden nieuwe jobs kan creëren. Ik citeer Nadia Werkers, manager industrie van Voka Antwerpen-Waasland: “In de jaren tachtig namen ondernemingen kwaliteitszorg op in hun courante bedrijfsvoering. Over vijf jaar zal circulair ondernemen ook een onderdeel van die courante bedrijfsvoering zijn.” Ze heeft een industriebenchmarkstudie uitgevoerd bij vijftig bedrijven, waaronder Borealis, Umicore en Gyproc. We mogen niet vergeten dat bedrijven hun hele businessplan moeten herbekijken om aan de circulaire economie deel te nemen. Dergelijke omschakelingen worden niet van de ene dag op de andere gerealiseerd. Bedrijven beginnen volgens haar met kleine projecten.
Minister, u hebt in februari 2021 verklaard dat u sterk op het project ‘Digibanken’ wilt inzetten. Dat is een project met een tweeledige uitkomst. Enerzijds wilt u de strijd tegen de ongeletterdheid opvoeren en anderzijds wilt u een sterk staaltje van circulaire economie. Dit is een project met een heel sterke sociale en economische impact. In februari 2021 heb ik u hierover al een vraag om uitleg gesteld, maar ik wil nog even op een paar zaken terugkomen.
Vorig jaar hebt u, samen met minister Demir, een nieuwe boost gegeven aan Vlaanderen Circulair. U hebt verklaard dat de zes pijlers door middel van werkagenda’s zouden worden ingevuld. Hoever staan die werkagenda’s? Wat is de huidige stand van zaken?
U hebt toen ook verklaard dat er een roadmapstudie van de circulaire maakindustrie komt waarbij heel wat experten uit de deeleconomie zullen worden betrokken. Wat is op dit vlak al gerealiseerd? Hoever staat dit? Hebt u al zicht op het finale rapport met betrekking tot de uitdagingen en de opportuniteiten voor Vlaanderen met betrekking tot de circulaire maakindustrie?
Een van de zaken die nog onderbelicht blijven, is de implementatie van de demonstratieprojecten. Om tot een opschaling van onderzoek en innovatie te komen, moet het mogelijk zijn een aantal goede voorbeelden op bredere schaal uit te rollen. Er zal dus meer aandacht moeten zijn voor de ‘best practices’ en voor demoprojecten.
Zijn er alle stappen ondernomen om een soort vitrine te maken van de ‘best practices’?
Ten slotte: is er al meer duidelijkheid over de digibanken? Hoe zullen die gerealiseerd worden, en waar?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega Vanryckeghem, voor de opvolgingsvraag. Het is de dag van de opvolgingsvragen.
U hebt uw vraag zeer goed getimed, want maandag was ik samen met collega Demir op de State of the Union van Vlaanderen Circulair. Dat is een partnerschap tussen de overheid, de bedrijven, de kennisinstellingen en het middenveld rond circulaire economie. We staan dus absoluut niet stil, we versterken Vlaanderen Circulair, en de OESO – daar ben ik heel trots op, collega’s – heeft ons onlangs de pionier in recyclage in circulaire economie genoemd.
De perspectieven zijn zeer, zeer goed. De werkgelegenheid in de circulaire economie groeide de voorbije 10 jaar 3 keer sneller dan de hele Vlaamse economie. Er zijn ruim 43.000 werknemers aan de slag.
En zo kom ik tot uw concrete vragen. We zijn inderdaad aan de slag gegaan rond zes werkagenda’s. Tegen het najaar moet er voor elke werkagenda een uitwerking zijn. Een aantal zijn nog in opstartfase, voor andere staan we al verder. We hebben bijvoorbeeld al een beleidsplan bio-economie, dat we nu aan het uitrollen zijn. Er zijn heel wat relancebudgetten voorzien voor innovatie en onderzoek in de circulaire economie: 20 miljoen euro voor bio-economie, 10 miljoen euro voor circulair bouwen en 15 miljoen euro voor de circulaire maakindustrie, met focus op textiel en elektronica.
Voor uw vraag over de roadmapstudie: die wordt afgerond en zou nog voor het zomerreces gepresenteerd worden, collega’s. Ze wordt uitgevoerd door een consultant – dat is Möbius – en dat is dus voor heel binnenkort.
Dan kom ik tot uw vierde vraag. Ik heb geantwoord wat betreft de relancemiddelen die voorzien zijn. Die worden inderdaad gebruikt, zoals u zegt, voor een aantal proeftuinen, demo-installaties of living labs. Momenteel wordt uitgewerkt hoe dat er concreet zou kunnen uitzien. De lancering van de oproep is gepland ten laatste begin volgend jaar.
De digibanken hoop ik heel snel naar de Vlaamse Regering te kunnen brengen. Ik denk dat die nu terug zijn van de Inspectie van Financiën. Ik wil daar met een ontwerpbesluit komen, waarna we dan een oproep kunnen doen om die digibankprojecten in het leven te roepen. De bedoeling is om het voortraject en implementatietraject parallel open te stellen in een aantal indieningsrondes. Dit jaar nog één, en volgend jaar ook één. We verwachten dus dat kort na de zomervakantie het besluit definitief goedgekeurd zal worden, en ik hoop dan vanaf september de eerste oproepen te kunnen lanceren. Dat is dus het schema om daarrond te werken.
De administratie voorziet ook al in infopresentaties op het terrein bij intermediaire organisaties, om kandidaat-partners warm te maken. Dit wordt ook heel binnenkort vervolgd, collega Vanryckeghem.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoorden. Ik heb nog twee heel kleine vragen. Op de Circular State of the Union gaf u aan dat circulaire economie verschillende voordelen heeft, heel terecht. We hadden het eerder al over de extra tewerkstelling en de terugdringing van materiaalschaarste. Ook voor de sociale economie zou de circulaire economie extra kansen kunnen bieden. In 2018 verscheen er al een sectorstudie over de impact van circulaire economie op de sociale economie, en de tewerkstelling van kansengroepen. Ik heb daarover twee bijkomende vragen, minister.
Welke grote kansen ziet u hierin voor de sociale economie?
Welke stappen werden nu al genomen om die kansen mogelijk te maken?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, dank u wel. Ik zie daar absoluut kansen en mogelijkheden in. Het eerste deeltje van uw aanvullende vraag, had dat betrekking op de link met sociale economie? Had ik dat goed verstaan?
Ja, klopt.
We hebben in een groeipad voorzien voor collectief maatwerk, waarbij er 245 jobs extra komen. U weet dat het groeipad ook volledig te maken heeft met duurzaamheid. We leggen daar dus eigenlijk ook rechtstreeks de link.
De vraag om uitleg is afgehandeld.