Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Ik heb een vraag om uitleg ingediend over de doelgroepmedewerkers omdat zij ook een belangrijke bijdrage leveren aan onze maatschappij. Binnen de sociale economie krijgen de doelgroepwerknemers een specifieke opleiding, begeleiding en ondersteuning op de werkvloer, ter versterking van hun competenties. Die begeleiding waarborgt de kwaliteit van de dienstverlening en draagt bij aan het engagement van de werknemers.
Uit het antwoord op een schriftelijke vraag die ik onlangs indiende, blijkt dat er net zoals in het normale economische circuit, en bij uitbreiding onze hele maatschappij, sprake is van vergrijzing. Maar liefst 44 procent van de doelgroepwerknemers blijkt 55 jaar of ouder te zijn. We zien dat de vergrijzing ook binnen de sociale economie toeneemt. Ik heb ook de cijfers van 2016 bekeken. Toen lag dat percentage op 37,4 procent. Ondertussen is dit percentage met 7 procent gestegen. Deze groep van 50-plussers is dus duidelijk oververtegenwoordigd in de sociale economie.
Aan de andere kant zien we dan dat slechts 8 procent van de doelgroepwerknemers jonger is dan 25 jaar. Nu de klemtoon ligt op uitstroom uit de sociale economie naar het normale economische circuit, vormt dit zeker een uitdaging.
Daarover heb ik de volgende vragen, minister.
Hoe verklaart u deze trend en de vergrijzing in de sociale economie?
Hoe gaan de maatwerkbedrijven om met deze tendens?
Zult u in overleg gaan met de maatwerkbedrijven of andere stakeholders over deze situatie?
Welke initiatieven wilt u op dit vlak nemen? Hoe zult u deze groep van 50-plussers in de maatwerkbedrijven ondersteunen?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega Claes, voor deze niet-alledaagse vraag. De vergrijzingsproblematiek in de sociale economie vindt zijn oorsprong bij de oprichting van de beschutte werkplaatsen in de jaren vijftig. De beschutte werkplaatsen zorgden voor werk op maat voor mensen met een fysieke of mentale arbeidshandicap. De sociale werkplaatsen werden opgericht om een passend antwoord te bieden op de persoonlijke en situationele werkloosheidsproblematiek in de jaren tachtig. Beide types hebben een eigen kader. Zoals u weet, zijn ze samen goed voor bijna 21.000 doelgroepwerknemers. De doelgroepwerknemers die gestart zijn in de begindecennia naderen nu de pensioenleeftijd. Het gaat om ongeveer een vijfde van het aantal doelgroepwerknemers.
Hoe gaan de maatwerkbedrijven hiermee aan de slag? Het is van belang om de veranderende tijden ook bij oudere doelgroepwerknemers binnen te brengen. We zetten heel sterk in op innovatie en digitalisering van de maatwerksector. Er wordt recurrent een oproep innovatie georganiseerd met middelen bestemd voor de realisatie van projecten inzake digitalisering en technologische evoluties als assistentietechnologie voor de tewerkstelling van doelgroepen.
Daarnaast vind ik het belangrijk om in te zetten op het optimaliseren en innoveren van de bestaande bedrijfsprocessen. Er zijn heel wat goede voorbeelden, zoals het toepassen van virtual reality op de werkvloer, cognitieve arbeidsondersteuning en dan ook het paradepaardje waarin onze werkplaatsen voortrekkers zijn: het inzetten van collaboratieve robots. Dat zijn robots die helpen om zwaar werk te doen. Zeker als je ouder wordt, kan dat zeer interessant zijn.
Collega Claes, vergeet ook niet dat de maatwerkbedrijven een aanzienlijke loonpremie en begeleidingspremie ontvangen voor elke tewerkgestelde doelgroepwerknemer. Die tussenkomst in de loonkost heeft tot doel om het verminderd arbeidspotentieel te ondervangen. Zo krijgen verouderende doelgroepwerknemers met een groter wordende nood aan ondersteuning meer kansen op de arbeidsmarkt.
Ook in het recent goedgekeurde VIA-6-akkoord (Vlaams intersectoraal akkoord) is er aandacht voor de kwaliteitsvolle loopbanen. Straks is er ook nog het decreet Individueel Maatwerk. Daarmee beogen we dat mensen op een vroeger moment kunnen doorstromen naar het normale arbeidscircuit of kunnen terugkeren mocht het daar mislukken.
Er staat dus heel wat op stapel en er zijn ook twee toekomstige oproepen gepland ten bate van de sociale economie. Er is de oproep rond extra opleidingen voor werknemers en de oproep rond strategische investeringen en innovatie. Die laatste is ideaal geschikt om bedrijven fit te maken en de groeiende vergrijzing op te vangen.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, ik stelde die vraag omdat de situatie in de praktijk toch altijd een beetje anders is dan het buikgevoel en de cijfers op papier. Dit is ook een zeer specifieke uitdaging. De begeleiding van een 20-jarige doelgroepwerknemer heeft ook heel wat andere aspecten dan van een 55-plusser. Oud zijn is niet out zijn. Die doelgroepwerknemers met veel jaren ervaring op de teller kunnen ook kennis en ervaring doorgeven aan jongere werknemers.
Minister, ik ben blij te horen over de voorgeschiedenis en hoe al die verschillende kaders zijn ontstaan. De vraag naar de voorgeschiedenissen van die oudere werknemers leidt ons misschien te ver van het onderwerp.
Voor het toekomstperspectief is die uitstroom nog altijd een belangrijke doelstelling. Voor de oudere werknemers is dat misschien minder prioritair. Is het sop de kool waard? Is het verantwoord om in de winter van je carrière nog van job te veranderen of zo'n risico te nemen? Dat zijn normale reacties.
Op basis van de cijfers uit mijn schriftelijke vraag kunnen we stellen dat vier op de tien doelgroepwerknemers 55 jaar of ouder zijn. Binnen de tien jaar zijn er heel veel mensen die op pensioengerechtigde leeftijd zitten en zij moeten dus ook worden vervangen. Dat creëert nieuwe kansen voor doelgroepwerknemers. Waarschijnlijk komen er nieuwe plaatsen vrij. Wordt daar al rekening mee gehouden? Wat zal de grote impact zijn voor de maatwerkbedrijven als er zoveel mensen gaan verdwijnen?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Claes, ik ben heel blij dat u deze vraag hebt gesteld. Het is goed dat die problematiek aan bod komt. Het gaat niet alleen om de oudere werknemers. Alle doelgroepwerknemers in maatwerkbedrijven hebben extra begeleiding en ondersteuning nodig, vandaar dat we in die doorstroom niet moeten overdrijven. We hebben altijd gezegd dat we zeer zorgzaam moeten omgaan met de doorstroom. Ik maak me grote zorgen over wat er zal gebeuren als mensen te snel doorstromen en dan plots merken dat het niet gaat. Daarom is voor mij de terugvalpositie ongelooflijk belangrijk om überhaupt tot een decreet Individueel Maatwerk te kunnen komen.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Alvast bedankt voor het antwoord. Ik hoop dat we vooral die impact kunnen berekenen, en er toch rekening mee kunnen houden wat de gevolgen gaan zijn voor die maatwerkbedrijven, omdat zij toch wel een waardevolle input hebben voor onze Vlaamse economie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.