Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Tommelein heeft het woord.
Eerst en vooral wil ik u danken om de vragen over visserij eerst te plaatsen, want dat is op mijn vraag, omdat ik naar een vergadering moet van de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG). Zoals u weet, is dat altijd belangrijk.
Minister, op 12 oktober 2017 werd het Ondersteuningsfonds voor visserij in transitie (OVIS) officieel opgericht door werkgevers en werknemers in de visserijsector. De oprichting van de vzw OVIS kwam er na het verdwijnen van de Stichting voor Duurzame Visserijontwikkeling (SDVO). De bedoeling was dat de nieuwe vzw een antwoord zou bieden op de vele uitdagingen rond verduurzaming en innovatie waar onze visserij voor staat, maar ook voor de ontwikkeling van aqua- en maricultuurprojecten, die in Vlaanderen nog steeds in de kinderschoenen staan. We hebben daar vorig week een heel uitgebreide hoorzitting over gehad, waar er toch wel wat enthousiasme was waar te nemen bij heel veel collega’s hier in de commissie Visserij. Het is dan ook zo dat innovatieve en duurzame projecten kunnen worden opgestart waarin wordt verwacht dat de vzw OVIS een belangrijke rol kan spelen voor de transitie van onze visserij naar een moderne, duurzame en weerbare sector.
In antwoord op mijn vraag om uitleg nr. 3452 van 14 oktober 2020 gaf u aan dat de staatssteunregeling voor OVIS nog altijd in behandeling was bij de diensten van de Europese Commissie. Het departement Landbouw heeft de federale steunregeling op 26 september 2019 aangemeld bij de Europese Commissie. De commissie beschikt dus over een onderzoekstermijn van twee maanden na inschrijving van de aanmelding. Maar die termijn gaat in op de dag na de ontvangst van een volledige aanmelding en begint opnieuw te lopen als de diensten bijkomende inlichtingen wensen. Dat laatste is herhaaldelijk gebeurd: op 25 november 2019, op 18 maart 2020 en op 16 juni 2020 heeft de Europese Commissie bijkomende vragen gesteld. De laatste antwoorden zijn op 20 augustus 2020 door Vlaanderen aan de diensten van de Europese Commissie bezorgd.
Zolang er geen duidelijkheid is over de houding van Europa en een formele goedkeuring volgt met betrekking tot de staatssteunregeling, is het ook niet mogelijk om projecten in te dienen. Daardoor kan er ook geen projectoproep worden uitgeschreven, laat staan dat projecten zouden worden betoelaagd. Minister, het is dus een processie van Echternach, als ik het goed bekijk.
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de Europese behandeling en goedkeuring van de staatssteunregeling voor OVIS? Zijn er nu vanuit Europa nog probleempunten gesignaleerd die een goedkeuring in de weg staan? In welke mate wordt er op de goedkeuring door Europa geanticipeerd om zo snel mogelijk een projectoproep in te dienen en projecten te kunnen betoelagen? Is er ook al meer duidelijkheid over de concrete rol die voor OVIS in de toekomst is weggelegd ter ondersteuning van het Vlaamse aqua- en maricultuurbeleid?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Tommelein, dank u wel voor de vraag. We zitten op dit ogenblik in de laatste rechte lijn voor de goedkeuring door de Europese Commissie over de aanmelding van de steunregeling. De voorbije maanden zijn er op een aantal momenten bijkomende vragen van de Europese Commissie beantwoord. Op 8 januari en 25 maart is er nog een overleg geweest tussen de diensten van de Europese Commissie, de vertegenwoordigers van de federale overheid en mijn administratie plus kabinet. De laatste vragen van de Europese Commissie betroffen in hoofdzaak de financiering van OVIS door het Zeevissersfonds en de financiering van het Zeevissersfonds zelf. Alle onduidelijkheden zijn ondertussen opgehelderd. De aanmelding zal binnenkort door de Europese Commissie worden afgerond. Collega, ik mag verhopen dat dit met uw goedkeuring zal zijn.
Omdat het niet toegelaten is om steun toe te kennen vooraleer het aanmeldingsdossier formeel is goedgekeurd, zijn er nog geen projecten ingediend of beoordeeld. Om die reden is er nog geen projectoproep uitgeschreven. Je moet eerst weten of je groen licht krijgt. Volgens de informatie waarover ik beschik, is er door de raad van bestuur van OVIS ook nog niet verder op een eventuele Europese goedkeuring geanticipeerd. Ik hoop dus echter dat dat snel zal veranderen.
OVIS is opgericht door de werkgevers en de werknemers in de visserijsector, met eigen vertegenwoordigers in de raad van bestuur. De federale en de Vlaamse overheid hebben elk één vaste waarnemer zonder stemrecht die de raden bijwoont. Ik vind het van belang dat de beschikbare Vlaamse en Europese middelen zo optimaal mogelijk worden ingezet. Daarom wil ik er zeker over waken dat het beleid van de bevoegde overheden en de inzet van de middelen van OVIS elkaar maximaal aanvullen en versterken. Ik zal daartoe met OVIS in overleg gaan, maar wil hier ook benadrukken dat het natuurlijk de werkgevers en werknemers in de visserijsector zijn die in dezen het laatste woord hebben.
Tot hier de stand van zaken. Ik hoop dus dat de dynamiek zich zal ontplooien als er eenmaal absolute zekerheid is over het groen licht van Europa.
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik weet zeker dat u ook in blijde verwachting van een positieve aanmelding bent. Dat is immers nodig. Dit is een dossier dat ik al persoonlijk heb behandeld toen ik staatssecretaris bevoegd voor de Noordzee was. Ik heb toen ook contacten gehad met uw kabinet om de zaken toch vooruit te doen gaan. Deze vraag was vooral bedoeld om een stand van zaken te krijgen. Het is een moeilijke bevalling. Ik denk dat we stilaan van een olifantsdracht kunnen spreken.
Ik heb het daarnet al vermeld: vorige week bleek er toch wel een enorm enthousiasme in de commissie Visserij over alles wat te maken heeft met de transitie naar maricultuur, aquacultuur. We hebben vastgesteld dat ons land absoluut niet aan de top van de rangschikking staat wat dat betreft, maar zelfs aan de staart. We moeten daar zo snel mogelijk verandering in brengen. Onze visserijsector is al klein. We wegen al niet zwaar op het beleid. Als we dan nog eens al die troeven uit handen geven en dit laten organiseren door onze buurlanden Frankrijk en Nederland, en zelfs Groot-Brittannië, dan gaan we nog meer in de verdrukking raken. Ik denk dat het toch wel belangrijk is dat OVIS daar in de toekomst ook belang aan hecht.
De transitie heeft niet alleen betrekking op vangtechnieken, maar ook op de vissen zelf. Door het klimaat zijn er ook heel wat verschuivingen. De kabeljauw schuift meer op naar het noorden en tegenwoordig komen we ook sardines tegen in de Noordzee. Ook dat zal moeten worden bestudeerd. Ik denk dat de werking van OVIS absoluut geen overbodige luxe zal zijn tijdens de volgende jaren.
Minister Crevits, kunt u collega Tommelein bevestigen dat u in blijde verwachting bent?
Ik kan in elk geval bevestigen dat het een lange dracht is tot op vandaag, en ik hoop dat er een mooi kindje zoal worden gebaard, om in dezelfde beeldspraak te blijven.
Collega Tommelein, ik deel uw bezorgdheid. Ik zie de opportuniteiten en ikzelf neem in het programma voor het toekomstig Europees fonds middelen op voor zowel onderzoek als investeringen in maricultuur. We zijn er volop mee bezig en ik snap ook de toegevoegde waarde, maar het is wachten op groen licht. Maar zoals gezegd, is dat dus niet omdat wij het dossier laten liggen. Op 25 maart heeft nog een overleg plaatsgevonden, dat is niet lang geleden. We werken dus verder. Ik zie aan uw gelaatsuitdrukking dat u dat begrijpt.
De heer Tommelein heeft het woord.
Ik ben blij dat de minister aan mij ziet dat ik haar begrijp.
De vraag om uitleg is afgehandeld.