Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Onlangs verscheen in De Standaard een artikel over grootschalige wereldwijde visfraude die in kaart is gebracht door The Guardian. Op basis van meerdere wetenschappelijke studies concludeert The Guardian dat bijna 40 percent van de onderzochte vis en zeevruchten niet de soort blijkt te zijn die de consument gekocht of gegeten denkt te hebben.
Daarnaast is er ook sprake van omruiling met een volledig andere soort, meestal laagwaardige, goedkopere vis die wordt verkocht als meer gevraagde en duurdere soorten. Het hoogste percentage van misleidende etikettering – 40 tot 50 procent – werd vastgesteld in Spanje, IJsland, Finland en Duitsland. De frauduleus geëtiketteerde vis ondermijnt sterk de legale visindustrie. Het jaarlijks economisch verlies wordt geschat op 22 tot 42 miljard euro.
Uit onderzoek van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) blijkt dat helaas ook in Vlaanderen visfraude voorkomt. 17 procent van de onderzochte tongstalen in supermarkten en restaurants bleek vals te zijn, bij kabeljauw was dit 2 procent.
Minister, vorig jaar kwam deze problematiek al aan bod in deze commissie. U verwees toen naar de innovatieve techniek van DNA-barcoding, ontwikkeld door ILVO via dewelke de identiteit van de eigenlijke vissoort kan worden achterhaald. De handhaving is natuurlijk nog een probleem, maar dat is een bevoegdheid van de federale overheid, en toch een belangrijk onderdeel.
In uw antwoord gaf u nog mee dat bij het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV) op dat moment een actie lopende was en dat ook de Economische Inspectie van de FOD Economie voorziet om stalen van tong en kabeljauw in bereide gerechten in supermarkten en restaurants te laten analyseren. Daarnaast zouden ook nog lukraak stalen worden afgenomen in supermarkten en viswinkels. In functie van de resultaten van dit visonderzoek zou worden bekeken waar en op welke manier verdere actie moet worden ondernomen. ILVO zou daarnaast zelf ook nog verder wetenschappelijk onderzoek voeren op stalen van gemengde visproducten.
Minister, welke resultaten heeft het onderzoek gevoerd door het FAVV en de FOD Economie opgeleverd? Kunnen daar mogelijke acties aan worden gekoppeld? Heeft het aanvullend wetenschappelijk onderzoek door ILVO nog interessante resultaten opgeleverd? Kunnen we uit de conclusies van deze recente analyses een goede en juiste inschatting maken van visfraude in ons land en in Vlaanderen? Wat is de evolutie in de laatste tien jaar?
Er zijn een aantal wijzigingen gebeurd in het wettelijk kader, bijvoorbeeld de aanlandplicht die sinds 1 januari 2019 in alle Europese visserijen in voege is na gefaseerde uitrol. In welke mate kan worden aangetoond dat de verplichting om ongewenste bijvangsten aan land te brengen, ertoe geleid heeft dat deze ondermaatse vissoorten vaker worden aangeboden als substituut? Heeft Vlaanderen aanbevelingen voor de federale overheid om visfraude verder aan te pakken, meer bepaald inzake de handhaving daarvan? Welke concrete acties verwacht Vlaanderen van de federale overheid nog in deze zaak? Werd dit ondertussen verder met het federale niveau aangekaart?
Minister Crevits heeft het woord.
Aanbevelingen aan de federale overheid hebben we natuurlijk altijd in overvloed. De bevoegde instanties zijn hier het FAVV en de FOD Economie, die niet onder mijn bevoegdheid vallen, zoals u weet.
Het is op dit ogenblik ook niet bekend of het onderzoek effectief werd uitgevoerd en wat de resultaten zijn. Zodra ik hierover beschik, zal ik deze resultaten zeker met u en de commissie delen.
In het aanvullende onderzoek werden door ILVO twee innovatieve methodes geoptimaliseerd voor het opsporen van visfraude in gemengde stalen. De eerste methode slaagt erin om Atlantische zalm te identificeren in lage concentraties en in complexe stalen. Eerdere studies op globaal niveau hadden al aangetoond dat Atlantische zalm vaak gebruikt werd als vervanging van wilde Pacifische zalm. Er werden onder andere 31 stalen uit België geanalyseerd. Alle Belgische stalen die Atlantische zalm claimden op het etiket bevatten effectief deze soort. Voor Atlantische zalm werd er dus voor de Belgische stalen geen substitutie gedetecteerd.
Ook een tweede methode, die de verschillende sequenties van een gemengd staal kan weergeven, wordt geoptimaliseerd. De eerste resultaten zijn veelbelovend. Op dit moment wordt nog verder onderzocht hoe betrouwbaar de detectie is voor gemengde visproducten. Na afronden van deze validatie en bevestiging van de positieve eerste resultaten, zal ILVO de FOD Economie en het FAVV op de hoogte brengen van deze methode.
De resultaten van de initiatieven door onderzoeksinstellingen en universiteiten die de laatste jaren bekend werden, tonen aan dat er een beperkt aantal fraudecases zijn. Op basis daarvan kan echter geen sluitende evolutie voor de laatste tien jaar worden aangetoond, omdat mogelijke visfraude momenteel niet systematisch in kaart wordt gebracht.
Ik heb geen weet van studies of onderzoeken naar een link tussen de aanlandplicht en het eventueel gebruiken van ondermaatse vissoorten als substituut.
De belangrijkste aanbeveling aan de federale overheid om visfraude aan te pakken, is de vraag tot systematische monitoring van de problematiek. Daardoor kunnen meer gerichte strategieën ontwikkeld worden om fraude te bestrijden waar dit belangrijk blijkt, want gelukkig heeft niet elke vissoort een mogelijke vervanger. Tong is hét product bij uitstek van de Vlaamse visserij. Het is daarom erg belangrijk om de standaard hoog te leggen. De veelheid aan mogelijke vervangers, zoals andere goedkopere platvissen, maken deze soort fraudegevoelig. Een inspanning om de fraude in kaart te brengen en de geloofwaardigheid van het product hoog te houden, zou een mooie en belangrijke eerste actie zijn.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik begrijp dat ILVO verder werkt en innovatieve methodes vindt om eventuele fraude te detecteren. Dat is een belangrijke stap. Maar inderdaad, vooral het federale niveau heeft op dit vlak een en ander te doen. Ik ben heel blij met uw aanbevelingen in de richting van het federale niveau, want monitoring van het probleem is inderdaad de eerste stap.
Voor onze tong, die heel kwaliteitsvol is, moeten we de standaard hoog houden. De eerste actie kan zijn om dit verder in kaart te brengen om de fraude tegen te gaan, want de economische schade is echt wel groot. Het is belangrijk om met het federale niveau te overleggen en dit blijvend onder de aandacht te brengen.
De heer Tommelein heeft het woord.
Het is altijd jammer als er wordt gefraudeerd in de sector. Vooral het cijfer van 17 procent bij tong is sprekend. Het is ook onze populairste vissoort.
Hoe zit het met de andere soorten? Is er sprake van algemene fraude? Wie fraudeert? Gebeurt het niet eerder nadat de vis de boot heeft verlaten? En waar blijven die gefraudeerde winsten dan plakken? Toch niet bij de vissers. We hebben een kleine visserijsector. De afzet gebeurt ook via verse vis, dus aan restaurants en openbare markten. Het is in feite niet zo evident om te frauderen met verse vis. Het lijkt wel een stuk gemakkelijker als het gaat over diepgevroren vis of verwerkte vis zoals bijvoorbeeld fishsticks.
Minister, hebt u een beeld over het profiel van de vis waarmee gefraudeerd wordt?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Tommelein, u hebt wel een punt met de verse en andere vis. Bij de verse vis moet de correcte naam in de winkels liggen, dat is iets moeilijker. De fraude gebeurt vooral bij de verwerking en bijvoorbeeld bij tongrolletjes in saus of bij vispannetjes. Dat is ook logisch, je kunt dat nadien moeilijker gaan detecteren. Daar zitten de problemen en uiteraard zitten daar ook de winsten.
Voorts had u een gelijkaardige vraag gesteld als college Coudyser. Ik denk dat ik haar daar vrij volledig op geantwoord heb en ook op het einde heb ik mijn zorg rond ons favoriete Vlaamse product, de tong, uitgedrukt. Bij tong is het, tot mijn eigen spijt en verrassing, vrij gemakkelijk om te frauderen. Daar moeten we onze nieuwe detectiesystemen prioritair proberen in te zetten.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
De etikettering is natuurlijk van belang. Er loopt een pilootproject in het kader van ‘Visserij verduurzaamt’ met de Rederscentrale en een aantal reders, waarbij een zeevisgroothandel het eerste bedrijf is dat dat kwaliteitslabel kan gebruiken. Misschien dat dat pilootproject met het kwaliteitslabel daar ook al voor een stukje toe bijdraagt, tenzij ik mij daar vergis dat dat andere zaken zijn. Misschien moet op die piste ook verder nagedacht worden.
Dank u wel, collega Coudyser, voor deze suggestie. Ik zie aan de mimiek van de minister dat ze dit ook zal meenemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.