Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Als bijdrage aan Gedichtendag breng ik graag een gedicht van Stijn De Paepe. Ik denk dat velen onder ons hem volgen op Twitter. Hij is ook huisdichter van De Morgen. Hij schreef een gedicht om de natie in deze moeilijke tijden te motiveren.
Wat helpt
Als vloeken helpt, dan vloek je maar.
Maak herrie, stennis en misbaar.
Scheld schel en luid je goudvis uit
en schreeuw je scherven bij elkaar.
Als bidden helpt, bid dan gerust.
Als het je troost of sterkt of sust.
Of vraag om raad. Als Hij bestaat
dan is het goed, maar ‘t is geen must.
Als huilen helpt, ga dan je gang.
Het is niet niks en het duurt niet lang.
Het kan geen kwaad als het niet gaat.
Het mag gezien zijn, wees niet bang.
Als praten helpt, bel me dan op
en steek van wal, hals over kop
en van de hak weer op de tak
of zachtjes sluipend uit je slop.
Als lopen helpt, vertrek meteen.
Zeer doelgericht of nergens heen.
Het hoeft niet snel, al mag dat wel.
Met verre vrienden of alleen.
Als zwijgen helpt, wees dan maar stil
en duik – als dat is wat je wil –
een tijdje weg van pijn en pech
– als je weer opduikt, geef een gil.
Als lachen helpt, ken ik een grap
of val dolkomisch van de trap.
Denk aan je kat die keer in bad
of aan het Belgisch staatsmanschap.
Als dansen helpt, is er muziek.
Als breien helpt, dan hou je steek.
Als boos zijn helpt, geef ik kritiek.
Als bakken helpt, let there be cake.
Als yoga helpt, wees fluks en zen.
Als slapen helpt, stop ik je in.
Als schrijven helpt, scherp dan je pen.
Als poetsen helpt, welaan: begin!
Je voelt je murw en overstelpt
en snakt naar stranden, wit geschelpt...
Hou vol. Vat moed. Want het komt goed.
Doe ondertussen maar
wat helpt.
Voilà, even een klein motivatiegedicht. En misschien ook een motivatie: de vraag over de titel ‘Culturele Hoofdstad’ in 2030.
Sinds 1985 draagt één stad elk jaar de titel ‘Culturele Hoofdstad van Europa’, en sinds 2004 zijn dat elk jaar twee steden. Daarbij is tevoren vastgesteld welke twee landen aan de beurt zijn om een stad voor te dragen. Binnen de lidstaten wordt dan meestal voorafgaandelijk een competitie gehouden om te bepalen welke stad ze zal voordragen. Het doel hiervan is de rijkdom, de verscheidenheid en de gemeenschappelijke kenmerken van de Europese culturen tot hun recht te laten komen en ertoe bij te dragen dat de burgers van de Europese Unie elkaar beter leren kennen.
Er zijn inmiddels zeven Belgische steden die ambitie tonen om de titel in 2030 te voeren. In Vlaanderen zijn dat de steden Oostende, Kortrijk, Gent, Leuven, Hasselt en Genk. Ook Brussel ambieert een kandidatuur, en in het Franstalig landsgedeelte gaat het om Luik. Daarmee lijkt reeds een ‘race to the top’ ingezet te zijn, die lokale investeringen in cultuur natuurlijk ten goede komen.
In de commissievergadering van 20 oktober 2020 liet u weten dat de EU procedureel verwacht dat België ten laatste in het jaar 2024 de oproep tot kandidaturen lanceert. In de praktijk overleggen de gemeenschappen over die oproep. De Europese procedure voorziet in een Europees samengestelde jury. Na de jurering wordt van een eventuele longlist een shortlist gemaakt, met daarna een finale indiening van kandidaturen en jurering. In 2026 volgt de voordracht aan de EU, die de titel toekent. Onder het motto ‘beter te vroeg dan te laat’, heb ik hierover de volgende vragen aan u.
Ik vroeg mij af of het overleg tussen de gemeenschappen in dit kader werd aangevat. Welke afspraken werden gemaakt over de competitie die zal uitmaken welke stad België voordraagt?
Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is in het kader van de Europese Culturele Hoofdstad 2030 reeds bezig met het aanstellen van een coördinator die de plannen administratief, juridisch en financieel moet begeleiden. Zij stellen bovendien ook voor om een team te vormen met een Vlaamse en een Franstalige entiteit. Gaat u akkoord met deze aanpak en heeft hierover reeds overleg plaatsgevonden?
U stelde in de voornoemde commissievergadering ook dat u als Vlaams minister-president zult betrachten dat de Europese Culturele Hoofdstad 2030 een Vlaamse stad wordt. Hoe plant u dat precies te doen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
De procedure die leidt tot de selectie van Europese Culturele Hoofdstad is een proces dat werd uitgetekend door de Europese Commissie. De selectie gebeurt gefaseerd, en het klopt dat uiterlijk in 2024 de oproep voor officiële kandidaatstelling wordt gelanceerd door de Europese Unie. In concreto voor België zal dus in het Overlegcomité overlegd worden tussen de gemeenschappen over de publicatie van de oproep, die moet beantwoorden aan een aantal criteria zoals vooropgesteld door Europa. De titel wordt uiteindelijk pas in het voorjaar 2025 bekendgemaakt.
Mijn diensten hadden reeds een overleg met de Europese Commissie in verband met de procedure en de inhoudelijke verwachtingen. En het klopt inderdaad dat de voorbereidingen in verschillende steden reeds werden opgestart. U verwijst naar Brussel, maar ook andere steden organiseren zich vandaag op het voorbereiden van hun kandidatuur. Het overleg tussen de gemeenschappen werd nog niet opgestart.
Hoe het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zich voorbereidt op zijn kandidatuur, bij monde van de Stad Brussel, voor de titel van Europese Culturele Hoofdstad, staat hem natuurlijk vrij. We hebben hierover geen contact gehad, en ik heb hier verder ook op zich geen mening over. Het is duidelijk dat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest de ambitie heeft om naar aanleiding van 200 jaar België, mee te dingen naar de titel van Europese Culturele Hoofdstad en hiervoor een dynamiek op gang trekt, net zoals een aantal steden in Vlaanderen, en ook een stad in Wallonië, Luik, hun ambitie hebben uitgesproken. En net zoals die ambitie op zich een hele reeks initiatieven op gang trekt in die steden en een heel aantal projecten in versnelling brengt, omdat er een duidelijk doel is. Dit is een waarde van het project Europese Culturele Hoofdstad, die Europa ook veelvuldig beklemtoont. De weg naar een eventuele titel van Culturele Hoofdstad brengt een sterke culturele dynamiek op gang bij kandidaat-steden, waarbij extra aandacht, energie, inzet en dus ook middelen naar het culturele veld in die stad gaan. Het vraagt ook enkele jaren om een sterke kandidaatstelling voor te bereiden en uit te werken.
Hoe plannen we het precies aan te pakken? De vorige edities die in ons land plaatsvonden, werden in het verleden op het niveau van het Overlegcomité politiek getrancheerd, zodat alle regeringen van dit land zich achter één kandidatuur schaarden. Die manier van werken kan, maar hoeft niet, herhaald worden voor de toewijzing van de gaststad in 2030. Evengoed kan het competitie-element ten volle spelen. Dat laatste is alvast de bedoeling van de Europese Commissie.
Wij hebben binnenkort weer interministeriële conferentie (IMC) Cultuur, met de verschillende gemeenschappen. En ook de federale overheid zit daar aan tafel. Ik zal het punt daar op tafel leggen. Het is een eerste gedachtewisseling die we met elkaar hebben over de aanpak. Ik zal dit dus meenemen naar het eerstvolgende IMC.
Mevrouw D'Hose heeft het woord.
Bedankt, minister-president. Dat is alvast heel helder. Het is inderdaad geen evidente procedure. Ik denk dat het beter is om daar snel mee te starten, hoewel ik mij natuurlijk kan inbeelden dat het Overlegcomité momenteel andere katjes te geselen heeft.
Begrijp ik het goed dat u dat eerst op de IMC Cultuur brengt en dat het dan wordt getrancheerd in het Overlegcomité?
De heer Pelckmans heeft het woord.
Bedankt voor de vraag, collega, want die Europese cultuursteden – we moeten onszelf niets wijsmaken – hebben een enorme impact. Eergisteren nog las ik het bericht over de museumsite BRUSK in Brugge. Dat is eigenlijk nog een onrechtstreeks gevolg van toen Brugge culturele hoofdstad was. Denk ook aan de Zomer van Antwerpen.
Het verhaal van de Europese culturele hoofdsteden is inderdaad een lang parcours, met in 1985 Berlijn als eerste cultuurhoofdstad, als uitgangspositie, symbolisch bijna. Het heeft een heel lange weg afgelegd. En zoals dat dikwijls gaat met dergelijke formules, heb ik soms het gevoel dat er wat sleet op komt, ook in de toewijzing van een en ander, met soms wat te kleine entiteiten, waarbij het soms wat aan kwaliteit verliest.
Mijn eerste bijkomende vraag gaat over de evaluatie en bijsturing van dat idee van Europese cultuursteden. Ik neem aan dat de verschillende ministers van de Europese landen in dezen ook wel inspraak hebben. Waar wordt zo'n verhaal eigenlijk bekeken, geëvalueerd en eventueel bijgestuurd? Hebben we daar, hoe klein ook, eventueel een invloed? Of stellen we daar vragen over, om bijsturing te doen?
Met betrekking tot de selectie geef ik graag een bedenking mee. Als zo'n stad aangeduid wordt, gaat het ook altijd over een draagvlak dat je moet hebben. Mij lijkt het interessant om niet alleen een stad aan te duiden, maar ook de regio daarrond. De verhouding tussen platteland en stad in zo’n verhaal kan heel boeiend zijn. Nederland heeft dat de vorige keer bewezen, met in de selectie een aantal grote kernen in Nederland. Uiteindelijk heeft Leeuwarden het gewonnen, net met het verhaal van de verhouding tussen stedelijke cultuur en plattelandscultuur. Ik zou dat verhaal ook durven mee te nemen als we tot een eindselectie moeten komen. Mijn oproep geldt trouwens ook voor onze Waalse vrienden.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Bedankt voor de vraag, collega D'Hose. Het is een belangrijk thema. Zo'n culturele hoofdstad is natuurlijk keer op keer een ongelooflijke hefboom voor de ontwikkeling van een cultureel veld in een stad. Denk aan zaken die zijn gestart in Antwerpen in 1993 en die vandaag nog altijd duurzaam plaatsvinden, aan Brussel 2000, met de Zinnekesparade, aan Brugge. Het is zo'n evenement dat een bodem legt voor een duurzame uitbouw van een cultureel veld in een stad.
Het zou dus fantastisch zijn als Brussel naar aanleiding van ‘200 jaar België’ opnieuw culturele hoofdstad zou kunnen worden. Mijn oproep, minister-president, aan u is dan om dat van nabij op te volgen, zodat we daar vanuit verschillende regio’s samen een succes van kunnen maken. Mijn oproep is er een naar samenwerking met andere regio’s om deze kandidatuur te doen slagen en er een succes van te maken.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
‘Antwerpen Culturele Hoofdstad van Europa 1993’, het woord is gevallen. Nu het toch over steden en hoofdsteden gaat, wilde ik van de gelegenheid gebruikmaken om te zeggen dat ik het antwoord van de minister-president uiteraard steun, maar ook dat ik jullie zou willen meenemen naar mijn stad, Antwerpen. Ik zou graag een gedicht voorlezen van mijn ex-collega en goede vriend Bart Stouten, die veel mensen kennen als een gepassioneerd radiomaker op Klara, maar die ook al een aantal boeken en gedichtenbundels op zijn naam heeft staan. Ik lees voor uit zijn laatste gedichtenbundel, die hij zijn “eigen stukje taalmuziek” noemt en waarin hij zich laat inspireren door componisten en hun werk. Ik heb in de commissie Onroerend Erfgoed al ‘Wereld gedempt in een Mondschein-sonate’ voorgelezen, nu gaan we samen naar Antwerpen.
Het wielewaait en leewerkt
jammerende stilstand in Antwerpen – en kwetterende vogels
er is geen tram meer die nog weet uit welke tijd hij stamt –
zijn onmacht om te wijken wordt een arrogant geklingel
mensen van heinde en ver – dagje dromen van de Red Star Line –
vullen hun rijke fantasie met gestileerd leed uit het oude avondland
haven van vandaag speelt amper mee, ook de vogels zijn in de war
en jij bent op zoek naar een partituur van Lodewijk Mortelmans
voor je zee van nostalgische indrukken
tijd snelt achteruit – flashback van het MAS wordt een film
die de stad regisseert voor jou zoals alleen een vreemde het zou doen:
rauw verleden is er om te consumeren, een dak boven je hoofd te zoeken
als een trapgevel eenzaam uit te torenen
boven de bistro’s van latere eeuwen…
de kronkelende straten zijn te smal
voor het verkeer van oubollig geluk
alleen de vogels herkennen het
Dat was het.
Dank u wel, mevrouw Van Werde.
Er zijn niet echt bijkomende vragen, minister-president, maar wel een heel mooi gedicht.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw D’Hose, als ik sprak over het IMC, dan was dat om een eerste gedachtewisseling te houden. Ik denk niet dat de procedure altijd helemaal via het IMC verloopt, maar we kunnen daar wel een eerste gedachtewisseling houden over hoe we dit gaan aanpakken, zodat niet iedereen van alles doet vanuit zijn eigen hoek, om dan achteraf geconfronteerd te worden met het feit dat dat niet de juiste aanpak was. Dat wil niet zeggen, mevrouw Segers, dat ik ga rijden voor de kandidatuur van Brussel. Het voluntarisme kan groot zijn, maar ik denk dat we hier toch vanuit onze Vlaamse kracht moeten uitgaan. U zult begrijpen dat 200 jaar België voor mij niet de grootste motivator is om daar de Europese culturele hoofdstad aan op te hangen.
Mijnheer Pelckmans, er is ook een Raad van de Europese ministers van Cultuur. Dat kan daarop geagendeerd worden. U weet dat er voor België een rotatiesysteem geldt voor wie daar aan tafel gaat zitten namens de drie gemeenschappen. Maar er is dus inderdaad een Raad van de ministers van Cultuur en daar kunnen we die dingen ter sprake brengen. Dan ben ik het met uw visie eens van een stad als voortrekker, die de regio mee betrekt in dat verhaal. Dat lijkt me duidelijk. Ik denk ook dat we eens goed moeten bekijken, in dialoog met de Vlaamse steden die kandidaat zijn, of we daar geen koppeling kunnen maken. Als Wallonië met één stad gaat en Brussel – logischerwijs – ook en wij met zes, dan weet ik niet of dat onze kandidatuur zou versterken.
Ik denk dat we zeker met de andere gemeenschappenĀ overleg moeten plegen, maar ook met de betrokken steden langs Vlaamse kant. In elk geval wil ik voor een Vlaamse kandidatuur gaan en niet op voorhand al zeggen dat we Brussel of Luik daarin steunen. We zullen wel zien. Op de volgende IMC zal ik alleszins vragen wat de gedachten hierover bij de collega's zijn.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Ik heb daar niets meer aan toe te voegen en dank de minister-president voor zijn duidelijk antwoord. We volgen het verder mee op.
De vraag om uitleg is afgehandeld.