Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, een paar weken geleden hebben we het hier in de commissie uitgebreid gehad over de problematiek van de overvolle schoolbussen enerzijds en de onaanvaardbaar lange reistijden, voornamelijk voor de leerlingen in het buitengewoon onderwijs, anderzijds.
Voor de leerlingen in het buitengewoon onderwijs hebt u begin september aan De Lijn gevraagd om dringend de nodige maatregelen te treffen. De Lijn liet daarop weten dat zij het rittenschema zou herbekijken en dat er bijkomende middelen zouden worden ingezet om extra ritten en busbegeleiders te voorzien.
Wat de overvolle bussen betreft, heeft de Vlaamse Regering op 11 september beslist om privébussen in te zetten op piekmomenten ’s morgens en ’s avonds. Concreet zou het gaan om een driehonderdtal bussen ’s morgens en ’s avonds, dus ongeveer zeshonderd ritten per dag, met een geraamde kostprijs van 190.000 euro. Er werd ongeveer een budget van 12,5 miljoen euro voorzien tot het einde van het jaar.
Op het ogenblik van de commissievergadering een paar weken geleden waren er nog een aantal praktische hindernissen waardoor die privébussen nog niet onmiddellijk konden worden ingezet. Er moest een praktische regeling met de privémaatschappijen worden uitgewerkt. Er was het probleem van de chauffeurs die op dat moment technisch werkloos waren. Er waren een aantal veiligheidsmaatregelen die in de bussen moesten worden genomen. En uiteraard moest de wet op de overheidsopdrachten gerespecteerd worden. Ondertussen hebben we kunnen vernemen dat al die hindernissen genomen zijn. Op 25 september heeft de Vlaamse Regering haar subsidiebesluit aangepast. En vanaf begin deze week zijn die private bussen effectief ingezet.
Minister, ik denk dat we het overzicht al min of meer gehad hebben, maar ik ga de vraag toch nog stellen. Hoeveel private bussen zullen er ingezet worden en op welke lijnen? Waar worden die ingezet? Is dat zowel in stedelijke als landelijke gebieden? Kunnen zij eventueel ook ingezet worden voor problemen met belbussen?
Wat is de concrete kostprijs? Zal het budget van 12,5 miljoen euro volstaan? Welke voorbereidingen worden er al getroffen voor na december? Nu is het immers voorzien tot het einde van het jaar.
Wat waren de bezettingscijfers van de bussen en trams van De Lijn gedurende de maand september? Zal de inzet van private bussen volstaan om de problematiek van de overvolle bussen op te lossen? Zijn er bijkomende veiligheidsmaatregelen genomen in die private bussen, zoals het afsluiten van het chauffeursloket?
Welke concrete maatregelen zijn er genomen voor de specifieke problemen van de lange reistijden voor leerlingen in het buitengewoon onderwijs? Hoe evalueert u die bijkomende maatregelen?
Hoe evalueert u vandaag de situatie in beide dossiers? En hoever staat De Lijn met het uitwerken van een druktebarometer, zoals door de directeur-generaal begin juli is aangekondigd?
Minister Peeters heeft het woord.
Bedankt voor uw vragen, mevrouw Robeyns. In uw eerste vraag stelt u specifiek de vraag naar cijfers. Ik vind dat een beetje delicaat, want u weet dat dat continu in evolutie is, maar ik wil ze u toch graag meegeven. Als het over leerlingenvervoer gaat, hebben we enerzijds het verhaal van het leerlingenvervoer in het buitengewoon onderwijs. En anderzijds hebben we nu de ‘versterkte ritten’, de bussen die in versterking rijden op de reguliere ritten, maar die uiteraard ook extra dienen voor de scholen vanwege het feit van de volle bussen.
Ik zal beginnen met de leerlingen in het buitengewoon onderwijs. U weet dat wij daar 130 extra bussen voor hebben ingezet. Dan kom ik bij de versterkte ritten. Dat is eigenlijk in twee fases gegaan. Vanaf maandag 5 oktober reden er 121 bussen per dag, goed voor 250 ritten, ingezet in heel Vlaanderen. Op een aantal offertes was er echter geen aanbieder. Dat betekent dat we nog een tweede ronde hebben gedaan. Die is vorige week donderdag naar buiten gegaan. Daar konden private autocarbedrijven op intekenen, uiterlijk voor maandag.
Het laatste cijfer dat ik heb, is dat het in totaliteit over 185 voertuigen zou gaan. Dus vanaf maandag hadden we er 121, vanaf vandaag zijn het er 185. Maar ik moet u zeggen dat ook dat nog aan wijzigingen onderhevig is, omdat er vandaag de dag ook nog controles worden uitgevoerd als er opnieuw meldingen van welbepaalde overvolle bussen zijn. Opnieuw, het is een verhaal dat continu fluctueert. Het weer wordt slechter. Op sommige lijnen, waar initieel geen sprake was van overbezetting, zijn er nu wel klachten rond overbezetting. Ik heb zelf nog een aantal lijnen doorgegeven waarover ik van burgers melding kreeg dat er een overbezetting was. Wat gebeurt er dan? Dan gaat een controleur ter plaatse om te kijken of er effectief sprake is van overbezetting. En bij een positief antwoord worden ook die lijnen nog extra voorzien. Het gaat vandaag dus om 185 bussen die worden ingezet, maar dat kan morgen een ietwat ander cijfer zijn. Dit is alleszins het laatste cijfer dat ik kan geven.
Volstaat het bedrag van 12,5 miljoen euro? Wij hebben, omdat het een intekening was op het eerste coronabudget dat was vastgelegd tot en met het einde van dit jaar, initieel een budget kunnen losmaken tot en met december, maar we weten allemaal dat het probleem in januari niet van de baan zal zijn. We moeten dan opnieuw extra middelen voorzien. U weet ook dat de Vlaamse Regering een nieuwe coronaprovisie zal voorzien voor 2021. Ik hoop daar alleszins ook middelen uit te kunnen halen om ook vanaf januari versterkte ritten te kunnen inzetten, want het probleem zal dan niet van de baan zijn. We gaan er wel van uit dat die 12,5 miljoen euro zal volstaan tot het einde van dit jaar.
Dan de bezettingscijfers en veiligheidsmaatregelen. De Lijn had in september ongeveer 50 procent van het aantal reizigers in vergelijking met september 2019. Dit is een gemiddelde voor heel Vlaanderen. Dat betekent natuurlijk dat bepaalde lijnen veel voller kunnen zijn. Stedelijke kernen hebben een hogere bezetting dan buitengebieden. Sedert de schooldienstregelingen zijn er sowieso op bepaalde piekmomenten hogere bezettingen. Vanwege de mogelijke vrees voor besmetting, vanwege de social distancing die niet kan worden aangehouden en het verplicht mondmaskerdragen werd ingezet op die versterkte ritten.
Uiteraard werden ook voor de private bussen die nu rijden alle mogelijke veiligheidsmaatregelen duidelijk gecommuniceerd. Zij hebben ook de onderrichting gekregen dat ze moeten zorgen voor de compartimentering van het chauffeursloket, dat ze moeten zorgen voor hygiëneproducten en dergelijke, om ook daar al het mogelijke te doen om besmettingen te voorkomen.
Wat betreft het leerlingenvervoer in het buitengewoon onderwijs, weet u dat werd gecommuniceerd dat initieel, en daarmee bedoel ik augustus, toen de planning werd opgemaakt voor het vervoer van leerlingen van het bijzonder onderwijs, afspraken werden gemaakt door het Departement Onderwijs met De Lijn. Toen werd op aangeven van de experten van de Groep van Experts belast met de Exitstrategie (GEES) beslist om voor het bijzonder onderwijs vanaf het eerste moment onder code oranje te gaan rijden. Dat betekende dat er geen gebruik werd gemaakt van de wisselparkings, en dat er een opsplitsing was tussen lager en secundair onderwijs, met alle gevolgen van dien: de schrijnende beelden die we zagen van veel te lange reistijden. Daar wilden we onmiddellijk van af. We hebben dan ook overlegd met de minister van Onderwijs. We stapten af van code oranje en schakelden over naar code geel. Zo konden we die reistijden opnieuw doen dalen. Tegelijkertijd werden 130 extra voertuigen ingezet, om ook daar een oplossing te bieden aan de veel te lange reistijden.
De evaluatie moet continu worden gemonitord en bijgestuurd. Als wij bijkomende opmerkingen krijgen over overvolle bussen, wordt dat doorgegeven aan De Lijn. Het staat jullie vrij om als parlementslid meldingen door te geven als er klachten zijn over overvolle bussen. Dit moet continu worden bijgestuurd en gemonitord. We blijven dat de komende weken en misschien zelfs maanden doen.
Wat betreft het bijzonder leerlingenvervoer hebben we in deze commissie al verwezen naar de proefprojecten in Roeselare, Leuven en Antwerpen, waar men probeert met minibusjes en vaste opstapplaatsen te werken, om toekomstgericht vooruitgang te boeken met nieuwe projecten inzake het vervoer van de leerlingen uit het bijzonder onderwijs.
Ik heb nog geen finaal antwoord op de vraag over de druktebarometer. De Lijn laat weten nog volop bezig te zijn met de ontwikkeling van de druktebarometer. Zij doen dat op een andere manier dan de NMBS, die gebruikmaakt van historische gegevens op grond waarvan zij een verdere uitrol doen. De Lijn is bezig met de ontwikkeling van een barometer. Zij willen dat doen door gebruik te maken van camera’s en van telsoftware en dergelijke. Ik heb daar vandaag nog geen volledig antwoord op. Ik hoop dat we daar zo snel mogelijk mee kunnen landen, dat dit verfijnd kan worden en dat dit snel positief en duidelijk wordt, zodat men de reiziger de drukte-indicatie kan meegeven.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. We zullen in elk geval nog de komende weken en maanden met dit dossier aan de slag kunnen. We moeten dit evalueren. Het is alleszins goed dat we er effectief mee gestart zijn.
Als ik het goed heb begrepen, zorgen op dit moment 185 private autocars voor versterking op het terrein. De vorige keer werd in het budget gerekend op 300. Er is dus nog wel een zekere marge. Weet u of er ook problemen zijn met belbussen? Dat was ook nog een van mijn vragen. Kunt u daar ook een oplossing voor bieden?
Ik hoor u zeggen dat het een probleem is dat voortdurend evolueert. Zeker met het slechte weer zullen steeds meer mensen die nu nog de fiets nemen, straks misschien het openbaar vervoer nemen. Misschien kan er dan iets meer structuur komen met betrekking tot waar men moet melden dat er overvolle bussen zijn. Het kan niet de bedoeling zijn dat wij dat allemaal individueel naar u of De Lijn zullen bellen. Misschien bestaat daar een procedure voor. Is die bij de reizigers goed bekend?
Ik hoor u zeggen dat er na december ook extra middelen zullen nodig zijn in januari. Wil dat zeggen dat u van plan bent om met die private autocars het probleem te blijven oplossen? Niemand weet wat de situatie in januari zal zijn, ik ook niet. Misschien – laat ons hopen – kunnen die autocars ook worden ingezet waarvoor ze ingezet dienen te worden, namelijk voor toeristische uitstappen. Gaat u blijven rekenen op die private autocarbedrijven of zou het toch niet beter zijn om met De Lijn of met iets anders in extra opties te voorzien?
Als ik u goed heb begrepen, worden dezelfde veiligheidsmaatregelen toegepast in die autocars als in de bussen van De Lijn. Zijn die maatregelen volgens u vandaag voldoende? Ik heb een melding gekregen dat er daar toch ook nog problemen zijn.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Collega, dit is een interessante vraag. Toen wij met een aantal mensen van CD&V in augustus het idee lanceerden om autocars in te zetten om drukbezette bussen bij het begin van het schooljaar te vermijden tijdens de spits, heeft De Lijn dat niet meteen opgepikt. Ik ben dan ook blij dat de minister achter dat idee is gaan staan en daar heel snel werk van heeft gemaakt. Zo hebben wij vanaf het begin van deze week gezien dat dat een heel positieve zaak is, die ook heel positief werd onthaald door de mensen. De reportages die ik erover heb gezien en wat ik erover heb gelezen, maakten duidelijk dat de reizigers daar heel positief over waren, zeker nu het nog drukker zal worden – en die kans zit erin gezien het slechte weer.
Iets wat, specifiek met betrekking tot het buitengewoon onderwijs, de vorige keer niet aan bod is gekomen en ook nu nog niet, is dat we, om die reistijden te beperken, een aantal zaken hebben gedaan. Ik weet dat het allicht minister Weyts is die bevoegd is, maar ik richt mij tot de regering. De taxisector had daar ook nog een idee. Zij zeggen dat de autocars een deel van de sector van het vervoer vormen, maar dat zij er ook nog zijn. Zij willen ook helpen indien nodig om de reistijden te verkorten voor de kinderen van het buitengewoon onderwijs die soms uren op de bus zaten. Het gaat dan soms om een kindje dat ergens heel ver weg moet worden opgehaald. De bussen moeten daar dan een omweg voor maken. Als je de kinderen die in een landelijk gebied wonen, in een kleiner busje kunt zetten, zou dat toch interessant zijn? Kunnen in de toekomst, naarmate de problematiek zich verder doorzet, en zeker als uit een evaluatie zou blijken dat de reistijden voor die kinderen van het buitengewoon onderwijs nog altijd te lang zijn, ook de minibusjes van de taxisector eventueel worden ingezet? Ik doe die suggestie. Ik had dit ook al eens informeel meegegeven aan de minister. Zij zou laten onderzoeken of dat een optie zou kunnen zijn. Ik hoop dat dit wordt meegenomen in de verdere besprekingen, want we zijn hier, vrees ik, nog niet van af.
De heer Maertens heeft het woord.
Voorzitter, ik heb nog een korte aansluitende vraag. Het is goed gekomen met dit dossier. Ik ben daar blij om. Het heeft lang geduurd, maar ik denk dat we nu op de goede weg zijn.
Minister, u hebt ons en andere mensen gevraagd om te melden waar er nog steeds overvolle bussen te zien zijn. Het is misschien wat tegenstrijdig met die vraag, maar ik krijg uit een bepaalde regio een omgekeerde redenering te horen. Ik zal het niet publiek maken. Ik zal het u laten weten. Bussen waar bijna geen kat op zit, worden daar gevolgd door bussen van een privaat autocarbedrijf. Ik denk dat dit verspilling van overheidsmiddelen is. Ik zal u de naam van de regio bezorgen, zodat u dit aan De Lijn kunt doorspelen. Ik denk dat we waakzaam moeten zijn voor het omgekeerde, overvolle bussen en een verkwisting van belastinggeld. Het zou dan ook goed zijn dat De Lijn dit constant in de gaten houdt, monitort en bijstuurt. De Lijn moet de bussen die op trajecten niet nodig zijn inzetten waar het wel nodig is. Ik vraag me af in welke mate dit nu al gebeurt. In hoeverre houdt De Lijn up-to-date bij waar er tekorten en overschotten zijn, zodat dit elke dag of elke week kan worden bijgestuurd?
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, eerst en vooral wil ik u en De Lijn danken. Tijdens de vorige commissievergadering heb ik ervoor gepleit in het noorden van het Waasland iets aan de overbezette lijnen te doen. Er is ingegrepen. Er zijn lijnen versterkt en ontdubbeld. Wat u in verband met extra bussen hebt voorgesteld, heeft echt gewerkt, en daar wil ik u voor danken.
Nu komen we natuurlijk in de tweede fase. Eerst moeten we evalueren wat we hebben gedaan. Hebben we een oplossing? Zijn er nog altijd overbezette bussen? U hebt hier zelf naar verwezen. Ik heb De Lijn nog gemaild, onder meer met betrekking tot de lijnen 85 en 83. Ik zal u dit ook bezorgen, zodat u het nog even kunt doorsturen.
We moeten bekijken wat na december 2020 zal gebeuren. Ik vrees dat dit zal blijven aanhouden. We moeten beide zaken combineren om tot een optimale oplossing te komen. Dit past in de visie van de Vlaamse Regering op de organisatie van het vervoer. We zullen de bussen en het vervoer inzetten waar dat nodig is. Dat is veel belangrijker dan een lege bus te laten rondrijden. Ik heb dan liever dat we die bussen inzetten om schoolritten te versterken en onze eerste jonge klanten te overtuigen.
Het buitengewoon onderwijs is een kwestie die we al jaren meeslepen. Ik hoop dat we met de proefprojecten in Antwerpen en Roeselare tot goede oplossingen komen. Ik zal dit in mijn eigen regio blijven opvolgen.
Minister, u hebt alle steun om hier slim en wijs mee om te gaan. Ik verwijs naar mijn schriftelijke vraag nummer 1203, waarin ik een aantal bezettingscijfers heb opgevraagd. Uit het antwoord blijkt dat een aantal lijnen overbezet waren. We moeten blijven tellen, in de hoop dat de cijfers ook goed kunnen worden gemanaged en opgevolgd.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Voorzitter, ik kom graag nog even tussen omdat ik in het verleden mijn frustraties ten aanzien van De Lijn heb geventileerd. Zelfs tijdens de eerste bespreking van mobiliteit in coronatijden heb ik heel duidelijk aangegeven dat De Lijn volgens mij veel meer moest anticiperen in plaats van in een defensieve houding te kruipen en op te sommen wat allemaal niet kon. Dat is niet gebeurd. CD&V heeft een conceptnota voorgesteld, maar zelfs op de momenten waarop oplossingen zijn aangereikt, heeft De Lijn daar niets mee gedaan.
Minister, ik ben blij dat u ons voorstel wel hebt opgepikt en gesteund. Het is eigenlijk jammer dat het zo is moeten verlopen. Als De Lijn een performant vervoerbedrijf wil zijn, had ze zelf die oplossingen moeten aanreiken. Nu moet De Lijn dit eigenlijk op bevel van de minister uitvoeren. Ik vind vooral dat dit niet voor De Lijn pleit.
Minister, ik heb hierover destijds mijn frustraties geventileerd. Nu wil ik heel duidelijk mijn appreciatie voor u uitdrukken omdat u ons voorstel wel gevolgd hebt en daarmee aan de slag bent gegaan. Als De Lijn dit eerder had gedaan, had men veel onheil kunnen voorkomen. Ik kreeg vandaag nog een melding over een besmette scholier, die ook weer op zo’n drukke bus heeft gezeten. We zullen nog zien hoe dat de volgende dagen evolueert. Er is alleszins een begin gemaakt. Ik begrijp dat hier nog verder gevolg aan wordt gegeven met een tweede aanbesteding. Hebt u daar al een timing van?
Hoe zit het met de situatie na januari? Ik hoor mevrouw Robeyns pleiten om misschien af te stappen van het gebruik van de privé-autocarbedrijven en een andere oplossing te zoeken, maar ik durf toch te pleiten om deze oplossing een tijdje aan te houden, collega’s, want dit is een economische sector die zwaar getroffen wordt. In plaats van achteraf voor die getroffen sector geld uit te trekken, kunnen we nu beter al kijken hoe we die sector van werk kunnen voorzien, en dat doen we ook op dit moment. We kunnen hiermee twee vliegen in één klap slaan: we hebben bijkomend vervoer voor onze leerlingen en we steunen een sector die op dit moment echt in moeilijkheden verkeert. Ik zou pleiten om voor de duur van de coronaperiode zeker voor deze oplossing te blijven opteren.
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor de positieve reacties, maar uiteraard ook voor de vragen.
Mevrouw Robeyns, u stelde de vraag of we moeten blijven rekenen op de private sector dan wel of De Lijn geen andere maatregelen kan nemen? De heer Ceyssens heeft wat dat betreft het antwoord al gegeven. De inzet van die privé-autocarbedrijven is ook een relancemaatregel. Zo voorkomen we dat er in die specifieke sector faillissementen plaatsvinden, een sector die hopelijk weer snel tal van toeristische evenementen kan aandoen of ontspannende ritten kan aanbieden. De bussen staan vandaag grotendeels stil. Dit is dus enerzijds een economische relancemaatregel en anderzijds een tegemoetkoming aan het probleem van de overvolle bussen in de piekuren. Normaal hebben ze een bezetting van 50 procent, maar op piekuren zitten er veel meer mensen op die bussen.
Ik heb er geen probleem mee dat u die klachten naar mij mailt, maar u kunt die ook zeker naar het meldpunt van De Lijn sturen. De Lijn heeft die aanbestedingsprocedure ook initieel uitgezet op basis van het aantal klachten dat zij kreeg. De klachten die we op het kabinet kregen, hebben we aan De Lijn doorgegeven. Als er in de toekomst nog klachten zijn, dan mag u die aan mijn kabinet bezorgen, maar ook rechtstreeks aan het meldpunt van De Lijn. Ik neem aan dat je die ook bij de lokale besturen zelf kunt melden. Zij hebben vaak een snelle verbinding met De Lijn. Kortom: het is vooral belangrijk dat we die klachten heel snel kunnen doorspelen zodat de controleur te plaatse kan vaststellen of die klachten terecht zijn. Zo kan men voor bijsturing zorgen.
We willen zeker geen overheidsgeld verspillen, mijnheer Maertens. Als er fouten zitten in de communicatie of in de opdrachten, dan moeten we die rechtzetten. We zijn ook nog maar pas bezig, dus er zullen misschien nog her en der foutjes zijn. Ik vind het alleszins jammer om te horen dat er achter een lege bus een lege versterkte rit rijdt. Dat kan zeker niet de bedoeling zijn. Ik vermoed dat daar ergens iets fout is gelopen. U mag ons deze lijnen zeker doorgeven of dat kan ook via het meldpunt van De Lijn. Verspilling moeten we zeker voorkomen, maar we blijven alles monitoren zodat er bijsturingen mogelijk zijn.
Mijnheer Ceyssens, er is eigenlijk al een tweede aanbesteding uitgeschreven. Er liep een eerste aanbesteding, waarbij men voor donderdag 1 oktober 2020 de offerte moest indienen zodat men vanaf maandag al kon rijden. Het bleek dat er voor een aantal ritten geen offerte was ingediend. Dan heeft men een tweede verkorte aanbesteding gelanceerd en daarvoor moest men voor maandag 5 oktober de offerte indienen. Het is allemaal heel kort dag, maar die aanbestedingen zijn vanochtend toegewezen. Ik verneem net dat er een derde aanbesteding gelanceerd is voor extra ritten. Die offertes moeten voor volgende week maandag 12 oktober worden ingediend. Kortom: het is een evolutief proces. Wij krijgen bijkomende vragen en daarom moeten we telkens opnieuw aan de markt vragen wie hier kan op intekenen.
Ik hoop natuurlijk dat we niet elke week opnieuw aanbestedingen moeten lanceren en dat we op een bepaald moment wel rond zijn. We hebben alleszins nog marge. Die 12,5 miljoen euro die we hebben uitgetrokken, was gebaseerd op een vermoedelijke nood aan 300 extra bussen die moesten worden ingezet. Die bussen heeft De Lijn op dit moment niet in voorraad, en dan gaat het over rollend materieel én buschauffeurs. Daarom doen we een beroep op privé-autocarmaatschappijen. We zitten op dit ogenblik op 185 bussen, dus er is nog wel wat marge. Als het echter niet nodig is om al dat geld uit te geven, hoeven we het ook niet uit te geven. Wat overblijft, kan desgevallend ook worden doorgeschoven.
Ik dank u voor de appreciatie die we hiervoor krijgen. Ik hoop dat we straks ook middelen krijgen om hier vanaf januari verder op in te zetten. We weten allemaal dat het dan niet opgelost zal zijn. Ik denk ook niet dat we in januari iedereen opnieuw overtuigd zullen hebben om met bussen te rijden die 100 procent volzet zijn. Ik vrees dat daar geen draagvlak voor zal zijn.
Ik kom nog even terug op het bijzonder onderwijs. Er werd naar Roeselare, Leuven en Antwerpen verwezen. In Antwerpen heeft men inderdaad een aantal minibusjes ingezet. Die worden vooral gefinancierd met middelen uit proefprojecten die lopende zijn.
Mevrouw Brouwers, ik neem uw vraag om ook de taxisector hierbij te betrekken zeker mee. Dat is ook een sector die het op dit ogenblik economisch heel moeilijk heeft. Omdat het een specifieke doelgroep is, moeten we wel altijd rekening houden met de begeleiding die vanuit het Departement Onderwijs naar voren wordt geschoven. Ik neem de bekommernissen rond die taxisector alleszins mee en zal kijken of zij kunnen worden ingeschakeld, minstens met hun minibusjes. Ook die kunnen dan gebruikt worden om de reistijd te verkorten.
Ik denk dat ik daarmee alle vragen heb beantwoord. Opnieuw dank voor de appreciatie voor dit verhaal. Als we in augustus alles duidelijk in kaart hadden gebracht, hadden we dit misschien kunnen voorkomen, maar ik ben zelf tevreden dat deze aanpassingen nu vanaf 5 oktober lopen. We zullen dit blijven opvolgen en monitoren. Als er bijsturingen nodig zijn, zullen we die zeker doorvoeren.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Bedankt, minister. Het belangrijkste waar ik op aandring, is dat we voorbereid zijn op de derde of vierde golf, of wie weet hoeveel golven er nog zullen komen. De geschiedenis mag zich alleszins niet herhalen. We mogen na Nieuwjaar niet opnieuw hetzelfde meemaken als in september, bij de start van het schooljaar. Ik hoor u zeggen dat u hoopt dat die middelen er in januari zullen zijn. Ik ga ervan uit dat het probleem zich niet zal herhalen en dat u ervoor zorgt dat er een structurele oplossing is. We zullen jammer genoeg nog niet van corona en alle bijkomende maatregelen daarrond verlost zijn. Ik vond de suggestie van mevrouw Brouwers ook heel goed. Ik heb zelf voorgesteld om de problemen rond de belbussen aan te pakken. Ik vraag u ook om bij De Lijn te blijven aandringen om de druktebarometer in te zetten, want ik denk dat dat toch ook een instrument kan zijn dat de reiziger een bijkomende ondersteuning kan bieden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.