Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Naar aanleiding van de COVID-19-crisis vroegen heel wat ondernemers coronahinderpremies aan.
In een artikel op de webstek van Doorbraak werd gesteld dat als je in Google de naam van je onderneming + hinderpremie + VLAIO intikt, na elkaar en met een spatie, je een link kreeg via welke je een pdf kon downloaden waarin alle ondernemingen en de ontvangen coronahinderpremies vermeld staan. Ik nam de proef op de som en kreeg inderdaad een lijst van 701 bladzijden met alle bedrijven die een hinderpremie hebben aangevraagd. Hetzelfde geldt voor de compensatiepremie.
Uit deze lijsten kan bijvoorbeeld opgemaakt worden dat enkele voetbalclubs en basketbalclubs uit de hoogste klasse hinderpremies ontvingen, en we lezen dat sociale bewegingen en zelfs scoutsverenigingen premies ontvingen. Ook de pers heeft dit ondertussen al kunnen gebruiken als nuttig researchinstrument.
De vraag rijst uiteraard of dit wel kan. Niet iedereen wil immers dat elkeen weet dat zijn bedrijf steun heeft aangevraagd. Nog een groter probleem is de vraag of dit wel conform de GDPR-reglementering (General Data Protection Regulation) is die al heel wat jaren van kracht is en heel wat strenger is dan de vorige privacyregeling.
Veel bedrijven reageren met onbegrip. Sommigen stellen dat het vrijgeven van deze financiële gegevens een extra emotionele last betekent in deze moeilijke tijden.
De vraag is dan ook of het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) hiermee niet de eigen principes omtrent privacy en confidentialiteit, zoals die beschreven staan in hun eigen respectievelijke clausules, overtreedt.
Bedrijfsnamen vallen strikt genomen niet onder de bescherming van de privacyregels, maar ondernemingen op persoonlijke naam kunnen wel een overtreding op de GDPR-wetgeving zijn. Hoe dan ook kan het kleinste kind hier aanvoelen dat hier gedanst wordt op een slappe koord.
De heer Mark Andries, administrateur-generaal van VLAIO, reageerde onder meer door te stellen dat dit moet worden gezien in het kader van openbaarheid van bestuur en transparantie. Hij stelde verder, zo konden we lezen op Doorbraak: “Binnen de openbaarheid van bestuur hebben wij beslist om alle cijfers van de hinderpremies en compensatiepremies in volle transparantie te publiceren op onze website. Transparantie is er voor alle subsidies, zoals u kan vaststellen bij de publicatie van onze jaarrekeningen. We beslissen intern welke documenten die onder de openbaarheid van bestuur vallen we actief publiceren en wij vonden het net wel van correct en behoorlijk bestuur getuigen om deze documenten te publiceren. Ik ontken ten stelligste dat wij hier de wet op de privacy hebben overtreden. We hebben bewust alle eenmanszaken met eigennamen niet opgenomen in de lijsten en zijn ervan overtuigd dat de privacycommissie vennootschappen met eigennamen niet zal beschouwen als een overtreding op de GDPR-wetgeving.”
Ik wil dit hier even naar voren brengen omdat ik enerzijds kritisch de vraag stel of dit wel kan maar anderzijds ook de gelegenheid moet bieden voor een antwoord dat de administrateur-generaal van VLAIO intussen al heeft gegeven.
Minister, deze zaak roept toch wel wat vragen op. Kunnen de bedrijven die hinderpremies hebben aangevraagd, zomaar online te kijk worden gezet? Is dit conform de AVG-richtlijnen (algemene verordening gegevensbescherming)? Overtreedt VLAIO hiermee niet de eigen principes omtrent privacy en confidentialiteit, zoals die beschreven staan in hun eigen respectievelijke clausules? Werd het advies van de privacycommissie gevraagd? Zo ja, wat was dit advies? Zo neen, waarom werd dit advies niet gevraagd?
Wat zijn de richtlijnen omtrent actieve openbaarheid van bestuur voor dergelijke gegevens en werden die richtlijnen hier overtreden? Kunnen of mogen onvolledige lijsten, zoals de onvolledige lijst van compensatiepremies die op de website van VLAIO staat, gepubliceerd worden? Werden de aanvragers van de premie op de hoogte gebracht dat dergelijke lijsten zouden worden gepubliceerd?
Minister Crevits heeft het woord.
Het online publiceren van ondernemingen die een hinderpremie hebben aangevraagd, kadert in de betrachting van VLAIO om transparant te zijn over wat er met de publieke middelen gebeurt. Ondernemingen worden totaal niet online te kijk gezet. Het is absoluut geen schande om als onderneming in deze ongeziene crisis een beroep te doen op een steunregeling als men daar ook recht op heeft. De richtlijnen waar u naar verwijst, mijnheer Deckmyn, spelen hier een rol in zoverre er persoonsgegevens mee gemoeid zijn. VLAIO heeft hier wel degelijk rekening mee gehouden.
In dat verband wil ik wijzen op considerans nummer 14 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming van 27 april 2016. “De bescherming die door deze verordening wordt geboden heeft betrekking op natuurlijke personen, ongeacht hun nationaliteit of verblijfplaats, in verband met de verwerking van hun persoonsgegevens. Deze verordening heeft geen betrekking op de verwerking van gegevens over rechtspersonen en met name als rechtspersonen gevestigde ondernemingen, zoals de naam en de rechtsvorm van de rechtspersoon en de contactgegevens van de rechtspersoon.”
De verordening is dus zo helder als pompwater.
VLAIO overtreedt de eigen principes absoluut niet. Het publiceren van deze informatie getuigt net van correct en behoorlijk bestuur en is in lijn met de principes van openbaarheid van bestuur. Er werd in deze lijsten geen confidentiële bedrijfsinformatie opgenomen en rekening gehouden met privacyaspecten. Eigenlijk moet u eens kijken naar de lijst die het agentschap elk jaar publiceert in zijn jaarverslag of in de bijlage bij het jaarverslag. Daar komt elk jaar een lijst met alle ondernemingen die steun gekregen hebben via het agentschap. We hebben de lijsten nu wat vroeger vrijgegeven, maar ze zouden toch gepubliceerd zijn bij het jaarverslag.
VLAIO heeft niet om een advies bij de privacycommissie gevraagd omdat dat gegevens van rechtspersonen zijn, geen persoonsgegevens. Er is wel enige voorzichtigheid geboden met betrekking tot eenmanszaken, gezien dit ondernemingen betreft die niet opereren onder een afzonderlijke rechtspersoon. Zoals in de vraag zelf reeds werd meegegeven, heeft VLAIO ertoe besloten om eenmanszaken met eigennamen niet op te nemen in de gepubliceerde lijsten, net wegens de reden die u zelf hebt aangehaald, mijnheer Deckmyn.
Openbaarheid van bestuur is een algemeen rechtsbeginsel dat inhoudt dat de burger het recht heeft te weten welke bestuursinformatie bij de overheid berust. Het online publiceren van de lijsten moet ook vanuit die betrachting bekeken worden. Wij moeten daarbij uiteraard rekening houden met de beperkingen die daarop bestaan. De regeling hiervoor is voorzien in het Bestuursdecreet, met name in titel II, hoofdstuk 3 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, onder de titel Toegang tot bestuursdocumenten. De richtlijnen zijn correct toegepast.
De lijst is een momentopname van vennootschappen die een coronapremie toegekend en uitbetaald hebben gekregen. De lijst krijgt regelmatig een update. De lijst is enkel onvolledig in die zin dat eenmanszaken niet opgenomen zijn. U kunt de lijst op elk moment downloaden van de website.
Neen, de aanvragers werden niet expliciet op de hoogte gebracht. Al wie steun gekregen heeft van VLAIO weet dat de lijsten elk jaar sowieso bekendgemaakt worden. Bij de publicatie van deze lijsten wordt rekening gehouden met privacyaspecten en wordt er geen confidentiële bedrijfsinformatie vrijgegeven. Transparantie is er voor verschillende subsidie-instrumenten van VLAIO, zoals u kunt vaststellen in de jaarverslagen.
Ik wil nog meegeven dat we op een bepaald moment vragen kregen vanuit de media om exclusief de lijsten te krijgen van de ondernemingen die steun kregen. We hebben in overleg besloten om niet te werken met het exclusief toekennen van informatie die eigenlijk publieke informatie is en sowieso in de bijlagen van de jaarverslagen zit. We hebben gekozen voor de open aanpak binnen de contouren van de privacywetgeving.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik stelde de vraag om duidelijkheid te krijgen over deze materie. U hebt een en ander verduidelijkt, waarvoor dank.
Vooreerst wil ik toch stellen dat transparantie een heel erg belangrijk gegeven is. Als Vlaams Belang juichen wij dit toe. Ik wil ook zeggen dat het geen schande is om steunmaatregelen te vragen. Gelukkig is dat in deze omstandigheden mogelijk geweest.
De reden waarom ik dit vroeg is omdat verschillende ondernemers zich wel degelijk in hun privacy geschaad hebben gevoeld. We moeten daar toch begrip voor durven op te brengen.
Dat men de privacycommissie niet heeft gecontacteerd, vind ik door de gevoeligheid van deze materie toch wel een gemiste kans, minister. Het feit dat de media u hebben gecontacteerd om exclusieve toegang te krijgen tot deze materie, bewijst net hoe gevoelig deze materie kan liggen.
Wat mij betreft, is het goed dat er geen exclusieve toegang is verleend en dat dit transparant naar voren is gebracht, maar we moeten natuurlijk ook duidelijk zijn tegenover de mensen die op deze lijst staan. Zij moeten weten dat dit gebeurt in het kader van regelgeving. Als er dus een extra advies van de privacycommissie was geweest en als de betrokken personen op de hoogte zouden zijn geweest van deze publicaties, had dit alleszins voor minder misverstanden kunnen zorgen.
Zoals ik mijn repliek gestart ben, dank ik u alvast voor de duidelijkheid die u met uw antwoord hebt gecreëerd.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw zeer heldere en zeer volledige antwoord. Ik denk dat u het volledig bij het rechte eind hebt.
Ik wil nog een kleine suggestie doen. Ik weet niet of het het geval is en ik kan het ook niet meer nagaan, maar misschien is het een goed idee om bij de aanvraag van de steun op de website van VLAIO aan te geven onder welke voorwaarden de informatie openbaar kan worden gemaakt, zodat ondernemers wel degelijk op de hoogte zijn van alle bepalingen hierover.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, ik denk dat uw antwoord correct en zeer terecht is. Ik was eigenlijk zelfs verwonderd over de vraag van de heer Deckmyn.
We hebben het inderdaad altijd over transparantie. Het gaat hier over belastinggeld. Het is dus geen situatie waarbij bijvoorbeeld een bank de gegevens beschikbaar maakt van aan wie ze allemaal geld uitleent, maar het gaat over de overheid en de overheid int haar geld bij alle burgers. Alle burgers hebben dan ook het recht om te weten wie dat geld gebruikt, zeker als het conform de privacyregels gebeurt, zijnde enkel maar voor de bedrijven.
Los van de discussie over hoe helder pompwater kan zijn – dat is natuurlijk een discussie die moet worden gevoerd in de commissie Leefmilieu –, zegt u dat bepaalde bedrijven zich toch aangetast voelen in hun privacy en dan heb ik eerder de indruk dat ze misschien iets te verbergen hebben. Als je niets te verbergen hebt, dan ben je ook transparant over de subsidies die je hebt gekregen van de overheid want dat is belastinggeld.
Ik ben eigenlijk heel duidelijk: het gaat over belastinggeld en daar moet 100 procent transparantie over zijn zoals we eigenlijk altijd vragen, ook in andere dossiers.
Minister, ik dank u voor uw antwoord maar ook voor de openheid en de transparantie. Ik denk dat we die moeten hebben want we gaan om met belastinggeld. Dat er steun is voorzien, is logisch in deze crisistijd en het is even logisch dat er transparantie over is. Ik kan me niet inbeelden dat ondernemingen daar echt problemen mee kunnen hebben.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Deckmyn, we kregen de vraag van een journalist om de gegevens te krijgen. In het kader van de passieve openbaarheid had hij daar sowieso recht op.
Dus wat zou het geweest zijn, als we op die vraag waren ingegaan? Dan zou één iemand exclusief alle info gekregen hebben. Wat zou dat betekend hebben voor al die ondernemers?
Ik vind dat je open moet zijn. Het gaat hier alleen al voor dit instrument, collega’s, over 1,5 miljard euro overheidssteun in coronatijden. 1,5 miljard! Ik had bij het begin van de legislatuur in mijn wildste dromen – die vaak niet over zulke dingen gaan – nooit kunnen denken dat we zoveel steun zouden moeten geven. En ik vind het absoluut geen schande dat je steun vraagt, maar dan moet je er ook wel tegen kunnen dat dat openbaar gemaakt wordt. Ik ben zelfs van plan om nogmaals te bekijken welke subsidie-instrumenten al publiek zijn, want ik vind dat alles gepubliceerd mag worden. Voor elke euro die we besteden, moeten we kunnen aantonen dat we die nuttig besteden, dus wat dat betreft ben ik, zeker in digitale tijden, voorstander van een maximale transparantie. Ik vind het echt geen schande dat bedrijven steun vragen of krijgen en ik vind ook dat iedereen mag weten wat er gevraagd wordt. Dat is ook zo bij subsidies voor scholen of andere organisaties, dus ik vind dat dat echt maximaal transparant moet zijn.
De suggestie van de heer Vande Reyde vind ik goed en we hebben daar intern ook al over gesproken. Ook al hoeft het niet echt, toch zou het goed zijn, denk ik, dat we in de toekomst op alle aanvraagformulieren vermelden dat de gegevens van rechtspersonen publiek gemaakt worden en dat dat ook in overeenstemming is met de regels. Dat zal niemand ervan weerhouden om een aanvraag in te dienen, maar het zal reacties zoals deze, die wij ook hebben gekregen, mijnheer Deckmyn, en die de aanleiding hebben gegeven voor uw vraag – ik bespeur in uw gemoed dat u ook wel voorstander bent van transparantie –, vermijden. Het hoeft niet, maar het kan helpen. We hebben eigenlijk met onze mensen afgesproken dat we werk maken van zo’n algemene vermelding. Dat is dus een goede suggestie.
Ik zie aan de lichaamstaal van de heer Deckmyn dat hij daar bijzonder tevreden mee is. (Opmerkingen van minister Hilde Crevits)
De heer Deckmyn heeft het woord.
Het was inderdaad een suggestie van de heer Vande Reyde, maar mijn discours lag in dezelfde lijn.
Voor alle duidelijkheid – en de collega’s weten dat –, dit was geen pleidooi tegen transparantie, integendeel. Transparantie is toe te juichen, maar het punt dat ik wilde maken is dat ook communicatie met de betrokken ondernemers een belangrijke zaak is. Voor sommige mensen ligt het gevoelig om steun aan te vragen. Ook al is het geen schande, toch zijn enkele mensen ervan geschrokken dat ze op een lijst stonden. Nu, ik heb begrepen dat men in de communicatie met ondernemers voor extra informatie zal zorgen in de toekomst, waarvoor dank.
Ik blijf het natuurlijk jammer vinden dat er geen voorafgaand advies is gevraagd aan de privacycommissie, aangezien dit nogal gevoelig lag.
Ten slotte vraag ik mij af – maar het is een retorische vraag – of bedrijven en organisaties die ten onrechte geld hebben ontvangen in dit kader, ook op een lijst zullen verschijnen. Maar, zoals ik al zei, dit is een retorische vraag.
De vraag om uitleg is afgehandeld.