Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over de verdeling van de vaccins tegen het coronavirus
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, ik zal mijn vraag om uitleg niet helemaal voorlezen. Iedereen heeft ze ontvangen en kan ze lezen. Ik wil wel enkele bijkomende vragen stellen bij de antwoorden die u vroeger al hebt gegeven. Over een mogelijk COVID-19-vaccin wordt er heel wat geschreven en gediscussieerd. Laten we hopen dat we volgend jaar allemaal kunnen uitkijken naar een vaccin.
Minister, in vorige antwoorden hebt u gezegd dat u een actieplan zou opmaken. Als het vaccin er is, moet het ook verspreid geraken. Is er al meer duidelijkheid over dat actieplan? Hebt u al krijtlijnen of strategieën? Idem dito voor de bijhorende sensibiliseringscampagne die u van plan was op te zetten als het vaccin er zal zijn. Dat zal ook nodig zijn om mensen te overtuigen dat het veilig is. De snelheid doet nu zeker de veiligheid niet teniet. Dat staat op verschillende wetenschappelijke fora te lezen.
De administrateur-generaal van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG), de heer De Cuyper, heeft een voorstel gedaan voor het aanstellen van een vaccinambassadeur. Hoe staat u daartegenover? Zou dat een idee zijn om op te nemen in het actieplan of staat u daar veeleer negatief tegenover? Hebt u al een beslissing genomen over de verdeelsleutels voor de regio's? Hoeveel vaccins zullen er voor Vlaanderen ter beschikking worden gesteld? Ik kijk uit naar uw antwoord.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Gezien het gevorderde uur zal ik kort zijn en me aansluiten bij de vragen van mevrouw Sleurs. De prioritering zal heel belangrijk zijn als er in de lente van 2021 een eerste lading vaccins zal zijn. Dan is natuurlijk de vraag hoe we daarmee zullen omgaan. Zal er worden gewerkt met prioriteiten? Dat wordt ons toch aangeraden.
Minister, op welke manier wordt de strategie bepaald voor de verdeling van de beschikbare vaccins? Wie is daarbij betrokken? Op welke manier worden ethische afwegingen gemaakt? Moet het coronavaccin verplicht worden voor de hoogrisicogroepen zoals gezondheidswerkers, of zal dit optioneel zijn? Welke plaats zullen de woonzorgcentra en andere collectieve zorgvoorzieningen in de prioriteitenlijst krijgen? Zullen ouderen die in een woonzorgcentrum verblijven voorrang krijgen op ouderen die nog thuis wonen? Welke sensibilisering zal er gebeuren?
Minister Beke heeft het woord.
Voor de vaccinatie tegen het coronavirus dat COVID-19 veroorzaakt, zal zeker een communicatie- en sensibiliseringscampagne nodig zijn. Momenteel zijn de krijtlijnen hiervoor nog niet bepaald. Het staat wel buiten kijf dat er ook afspraken gemaakt moeten worden met de andere overheden, zowel federaal als met de andere gemeenschappen en gewesten. Het plan van aanpak is er nog niet, maar dat zal door de Vlaamse Vaccinatiekoepel worden voorbereid. Voor wie in de gezondheidssector werkt, kan dit in het verlengde liggen van de campagne 'Hou griep uit je team' of 'Hou corona uit je team'.
Ik vernam dat er nog deze maand een meeting van de Vlaamse Vaccinatiekoepel is gepland, waar deze aanpak voor het eerst ook aan bod zal komen.
Naast de aankoop van de nodige vaccins moet ook rekening worden gehouden met logistieke aspecten zoals beschikbaarheid van naalden en spuiten en ander materiaal, en organisatorische aspecten voor vaccinaties in groepen. Dat is des te meer zo omdat het wellicht zal gaan om flacons voor meerdere dosissen, zoals dit ook het geval was voor de pandemische griepvaccins elf jaar geleden.
Voorlopig kan ik nog geen verdere extra informatie geven over strategieën en krijtlijnen in het actieplan, omdat die nog niet zijn bepaald.
Op Europees vlak wordt voor een faire verdeling van de vaccins rekening gehouden met de bevolking per land, onafhankelijk van de bevolkingspiramide. Het lijkt me dan ook billijk om op een gelijkaardige manier de verdeling in België voor te stellen per regio. Dat wordt bekeken door een adviesgroep over COVID-19-vaccins die werd opgestart door het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten.
Hierin zijn ook de verschillende overheden vertegenwoordigd, naast wetenschappers van verschillende universiteiten en van Sciensano. Voor de Vlaamse Gemeenschap is er ook een arts van Zorg en Gezondheid bij betrokken.
Voor de prioriteiten en de volgorde voor de vaccinaties zal ik me baseren op het advies van de Hoge Gezondheidsraad (HGR) en van de Vlaamse Vaccinatiekoepel voor de implementatie ervan. Het lijkt me ook logisch dat hierover de nodige afspraken gemaakt worden tussen de verschillende overheden, wellicht op een interministeriële conferentie Volksgezondheid.
We moeten hopen dat er voldoende vaccins zullen kunnen worden verkregen, al zal dit wellicht niet in de eerste maanden of in het eerste jaar zijn. Voorlopig is er nog maar voor een vaccin wat duidelijkheid over wat de mogelijkheden in het begin kunnen zijn. Maar na verloop van tijd zullen er wellicht meer types vaccins zijn. Mogelijk kunnen verschillende vaccins ook een verschillende effectiviteit hebben bij verschillende doelgroepen, naargelang leeftijd, gezondheid en bijkomende risicofactoren.
Ethische aspecten kunnen vooral belangrijk zijn bij het vastleggen van de volgorde waarin bepaalde doelgroepen gevaccineerd zullen kunnen worden. Hierbij zal uiteraard met risico’s van de te vaccineren doelgroepen rekening worden gehouden, maar ook met de garantie voor de continuïteit van de dienstverlening, zeker in de zorgsector.
Of er effectief een vaccinatieambassadeur zal komen, is nog niet beslist. Een dergelijke beslissing maakt deel uit van de afwegingen voor de nog te kiezen strategie. Wat inspiratie betreft, is het mogelijk eerder andersom dan wat u stelt: dat de voorbereiding van het actieplan tegen vaccinatietwijfel als inspiratie kan dienen voor een eventuele vaccinatieambassadeur.
In Vlaanderen opteren we normaal gesproken niet voor verplichte vaccinaties. Het spreekt voor zich dat het heel belangrijk is dat gezondheidswerkers zich laten vaccineren om zo de nodige zorg te kunnen garanderen. Naar deze groep toe kan een campagne in het verlengde van de griepvaccinatiecampagne zeker gevoerd worden. Ik verwees er al naar: ‘Hou griep uit je team’ of ‘Hou corona uit je team’.
Dan kom ik tot de laatste vraag. Voor de implementatie van deze vaccinatie en de prioriteiten zal ik zeker het advies van de Vlaamse Vaccinatiekoepel vragen. Ik vernam dat er deze maand een eerste meeting is gepland.
Bij het advies over vaccinatie tegen het coronavirus maakt de Hoge Gezondheidsraad tot nu toe geen extra prioriteit van bewoners in collectiviteiten, in tegenstelling tot het advies over vaccinatie tegen de seizoensgriep. Mogelijk hebben residenten in woonzorgcentra (WZC) meer onderliggende extra chronische pathologieën dan anderen van dezelfde leeftijd die nog thuis wonen. Dat moeten we nog afwachten.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is inderdaad geen gemakkelijke materie. Ook in dezen zijn we zeer afhankelijk van de federale overheid. Maar ik zou toch willen oproepen om daar zeer stipt op toe te zien en de vinger goed aan de pols te houden. Ik heb alle vertrouwen in de Vlaamse Vaccinatiekoepel, ik heb daar zelf ook nog deel van uitgemaakt. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat de mensen die daar nu in zetelen, dit zeker naar behoren zullen doen.
Ik denk dat het ook belangrijk zal zijn om duidelijk te communiceren. Er zullen duidelijke keuzes moeten worden gemaakt, ook ethische keuzes, ook over hoe de verdeling moet gebeuren. Houd dus goed de vinger aan de pols bij alle beslissingen die ook op federaal niveau gebeuren. Ten tweede: eens het zover is, laat ons duidelijk communiceren waarom bepaalde beslissingen zijn genomen en waarom bepaalde vaccins wel of niet werden weerhouden, en waarom bepaalde doelgroepen wel worden gevaccineerd en andere niet.
Het is een oproep die ik nu al wil doen, zodat daar in de aanloop naar dat hele plan rekening mee kan worden gehouden. Ik kijk natuurlijk uit naar de uitrol van een goed, degelijk plan hier in Vlaanderen, voor onze Vlaamse bevolking.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Ik kan mij daar alleen maar bij aansluiten. We kijken uit naar dat plan, en daar hoort een goede communicatie bij. Goede sensibilisering en een goede campagne zullen heel belangrijk zijn. En zoals al werd gezegd, zullen de adviezen van onder andere de Vlaamse Vaccinatiekoepel heel belangrijk zijn. We kijken dus uit naar de volgende stappen in dit verhaal.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, ik begrijp dat er een zekere debatfiche is opgesteld, waarbij we alles wat federaal is vandaag heel erg gaan benadrukken. Maar als het zo vaak gebeurt, begint het natuurlijk wat op overshooting te lijken. Dan is de inhoud er een beetje af. Voor de rest hebben we het hier al gehad over de manier waarop het vaccin wordt uitgerold, en over de prioritering. Dat zijn heel belangrijke onderwerpen. Dat zal zonder twijfel nog gebeuren.
Ik wilde daar nog een punt bij aanstippen, minister. Want er is een groep die altijd over het hoofd lijkt te worden gezien. Er is een groep van mensen die hetzij essentiële werkers in hun directe omgeving of gezin hebben, hetzij kinderen die naar school moeten gaan en die wel een zware onderliggende aandoening hebben. Op dit moment worden mensen onder de 45 jaar met een zware onderliggende aandoening niet in bepaalde geprioriteerde groepen meegenomen. En ik kan mij heel goed voorstellen dat die niet in het advies worden meegenomen, omdat dat een gezondheidsadvies is.
Maar transversaal gezien is er daar toch een probleem. Want voor die mensen wordt er in het onderwijs eigenlijk geen echt duurzame oplossing gegeven. Daar wordt gewoon gezegd dat die kinderen zo nodig thuis kunnen blijven. Dan krijgen ze Bednet. Maar het is geen doen om je kind zo lang afwezig te houden.
De andere oplossing is het maanden- of zelfs jarenlang apart houden van jonge kinderen, letterlijk. Kinderen die naar het kleuteronderwijs gaan, kinderen die in het lager onderwijs beginnen. Mensen onder de 45 jaar hebben kinderen van die leeftijd. En die zitten de facto apart van de rest van hun gezin. Ik wil daar even de aandacht op vestigen. Ik begrijp natuurlijk dat elke groep zichzelf wil prioriteren, en dat is begrijpelijk vanuit het standpunt van de gebruikers. Maar ook van buitenaf lijkt dit mij een groep waar we naar moeten kijken, en waarvoor er een transversale oplossing moet worden gevonden met uw collega van Onderwijs. Want die groep van mensen werd al aangekaart in het onderwijs, en daar werd eigenlijk geen duurzame oplossing voor gevonden. Nu dreigen ze ook met het vaccin overgeslagen te worden. We dreigen daar in stilte toch menselijke drama’s te veroorzaken. Dat wil ik jullie toch meegeven.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik was eigenlijk niet van plan om tussen te komen, omdat collega Sleurs heel duidelijk de nodige zaken heeft gezegd in verband met prioritering. Nu, collega Groothedde, ik wil toch een paar zaken aanhalen.
Ten eerste kunnen alle volksvertegenwoordigers hier aanwezig nu bepaalde prioriteitengroepen naar voren beginnen te schuiven. Dat zouden we kunnen doen. Maar ik denk dat dat niet wijs is, collega Groothedde. Zoals collega Sleurs en collega De Rudder hebben aangegeven, denk ik dat wij als volksvertegenwoordigers inderdaad het plan dat gaat komen, moeten afwachten. Daar zal alles inzitten. Er moet goed worden gecommuniceerd.
Ten tweede spreekt u over het federale niveau. Mevrouw Groothedde, het federale niveau heeft nu een belangrijke rol in die vaccins, dat zal daar bepalend in zijn. Dat geeft collega Sleurs ook aan. Ik hoop dat u er als Vlaams volksvertegenwoordiger mee akkoord bent dat we ervoor moeten zorgen dat er in Vlaanderen voldoende vaccins zijn.
Als bepaalde prioriteitsgroepen meer aanwezig zijn in Vlaanderen dan in Wallonië, dan hoop ik dat u dat steunt, mevrouw Groothedde. Als u het er niet mee eens bent, schakel dan uw camera in. Dan kunnen we uw hoofd neen zien schudden, als u het puur op basis van de bevolking wilt regelen. Maar ik neem aan dat u dat niet zult doen.
Minister, ik wil nog op iets terugkomen. U sprak over de continuïteit van dienstverlening. Ik wil me daarbij aansluiten bij collega Sleurs. Ook dat gaan we goed moeten definiëren: wat is dat dan, en over welke sectoren gaat dat? Maar ik denk dat daar nog verder debat voor nodig is. Alvast bedankt.
Minister Beke heeft het woord.
Ik heb daar weinig aan toe te voegen. In de voorbereiding daarvan zullen we nog wel een paar keer spreken over hoe de verdere implementatie van die vaccinatiestrategie zal gebeuren, ook in de commissie.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Ik ga het kort houden. Ik vind het jammer dat de discussie verzand is in zogezegde aanvallen op het federale niveau. Het gaat mij daar niet over. Het gaat mij erover dat we goed doen voor de bevolking, en dat het vaccin een belangrijk gegeven zal zijn om deze crisis te overleven. Daarover gaat het mij. Dat het federale niveau daarin een belangrijke partner is, dat is duidelijk. Vandaar ook mijn oproep: het vaccinatiebeleid zal een heel belangrijk beleid zijn om te kunnen normaliseren, om naar een normaal leven te kunnen gaan. En dat vraagt heel veel aandacht, ook in deze commissie.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Ik ben het volledig eens met collega Sleurs.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.