Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik heb hier inderdaad een vraag om uitleg over ingediend, omdat we hier toch wel nieuws over konden lezen.
Met vzw Ne(s)t werd vanuit Vlaanderen een projectovereenkomst gesloten voor kleinschalige opvang van slachtoffers van tienerpooiers. Het is een dossier dat al vaak aan bod is gekomen in de commissie. Die projectsubsidie paste binnen het actieplan voor een betere bescherming van slachtoffers en een strakkere aanpak van tienerpooiers. Het project werd vanuit Vlaanderen begin 2019 projectmatig ondersteund.
Nu, begin dit jaar konden we in een weekblad verontrustende getuigenissen lezen over hoe het eraan toe zou gaan bij de vzw. Er rezen ook vragen over de besteding van de middelen. Een aantal signalen en bezorgdheden over de werking en het pedagogisch project van vzw Ne(s)t kwamen ook ter sprake tijdens de stuurgroepbijeenkomsten en het opvolgingsoverleg, van waaruit het project werd aangestuurd. Dat leidde tot bindende afspraken over de uitwerking van concrete, ingrijpende acties om deze bezorgdheden weg te werken. De coördinatie van die acties gebeurde door een crisismanager.
Het plan van aanpak werd een eerste keer geëvalueerd in december. Een uitgebreider rapport, dat de uitwerking van de verschillende acties beschrijft, moest in februari aan Opgroeien worden bezorgd. Zorginspectie kreeg de opdracht om de inhoudelijke werking en de aanwending van de middelen door te lichten. Vzw Ne(s)t was ook verplicht om uiterlijk op 1 april 2020 een financieel verslag te bezorgen. Dit alles werd ook door de minister verduidelijkt tijdens de commissievergadering van 4 februari 2020.
Recent konden we vernemen dat vzw Ne(s)t een doorstart zal maken met een nieuw bestuur en strikte voorwaarden in de vorm van resultaatsverbintenissen. Op basis van de rapporten werd geconcludeerd dat er vooral een gebrek aan maturiteit en professionaliteit is binnen de organisatie. De nieuwe vzw zou er moeten zijn tegen 30 april 2020, deze week dus. Een nieuwe doorlichting door Zorginspectie is voorzien in oktober van dit jaar. Er moet ook aan bepaalde voorwaarden voldaan worden, zoals financiële transparantie, professionalisering van de werking en een aantal veiligheidsmaatregelen.
Welke conclusies werden getrokken uit de doorlichting van Zorginspectie? Op welke manier zal hierop verder worden gewerkt, nu vzw Ne(s)t een doorstart zal maken?
Op welke manier zal de vzw verder worden opgevolgd door Opgroeien?
Uit de eerdere getuigenissen bleek tot slot dat op het adres van de vzw ook tienerpooiers kwamen, terwijl het project kadert in het beschermen van slachtoffers. Hoe kan de veiligheid van de jongeren die er verblijven, in de toekomst gewaarborgd worden?
Minister Beke heeft het woord.
Collega's, voor onze conclusie baseerden wij ons op drie elementen: een inhoudelijke inspectie, een financiële inspectie en een voortgangsrapport vanuit vzw Ne(s)t zelf. Op 11 februari vond een onaangekondigd inspectiebezoek plaats op de locatie van de operationele werking van Ne(s)t, tijdens dewelke de inhoudelijke werking werd doorgelicht. De conclusie van deze inspectie was: "De doelgroep, de beveiliging van de minderjarigen, het veiligheidsbeleid, het personeelsbeleid en de samenwerking met andere partners zijn nog niet conform de overeenkomst en aanbevelingen.”
Op 17 februari vond een financiële inspectie plaats. De belangrijkste vaststelling die we uit het verslag van de financiële inspectie konden opmaken, is dat er onvoldoende duidelijkheid bestaat over de complexe verhouding tussen de verschillende subsidiestromen en de kosten die verband houden met het levensonderhoud van de bewoners.
Begin februari overhandigde de vzw dan een voortgangsrapport met betrekking tot de afspraken die in oktober gemaakt werden. Dit rapport formuleert een plan van aanpak volgens drie grote lijnen: het bestuurlijke, het financiële en het inhoudelijke. Theoretisch gezien werd hiermee een deel van de vaststellingen gecapteerd, maar uit het rapport bleek onvoldoende of de nieuwe beleidslijnen al voldoende in de concrete werking vertaald waren.
Die laatste vaststelling komt overeen met de conclusies van de inhoudelijke zorginspectie. De algemene conclusies die we uit deze rapportering konden trekken, was dat er geen indicatie was van moedwillige malversaties, maar dat er wel een gebrek was aan maturiteit en professionaliteit in de organisatie, en dat ondanks het verbetertraject, dat al liep sinds oktober 2019, het problematisch was dat de gevraagde verbeteracties zich nog niet manifesteren in de werking. Het was duidelijk dat de vzw in haar bestaande vorm en werking niet voldoet aan de verwachtingen van goed bestuur, degelijk financieel beleid en een adequate pedagogische opvolging. Ondanks vele goede intenties slaagde men er onvoldoende in de nodige kwaliteitsgaranties te bieden.
De vorige legislatuur heeft ervoor gekozen voor slachtoffers van tienerpooiers een breed aanbod aan hulpverleningsvormen te voorzien, met aan het ene uiterste het beveiligend verblijf, en aan het andere uiteinde van het spectrum de kleinschalige opvanginitiatieven, al dan niet gekoppeld aan laagdrempelige projecten als staptochten. Vele kleinschalige initiatieven groeien vaak van onderuit, met een groot enthousiasme en een sterke innerlijke drive om de dingen op een eigen alternatieve manier aan te pakken. Slachtoffers van tienerpooiers zijn een bijzonder complexe en moeilijke groep: verkracht, vernederd, gechanteerd, getraumatiseerd. Als we daarvoor kleinschalige initiatieven mogelijk willen maken, dan moeten we ervoor zorgen dat het enthousiasme waarmee de initiatiefnemers dat willen aanpakken, wordt geflankeerd vanuit een voldoende sterke en deskundige bestuurlijke, financiële en pedagogische aansturing.
In het geval van vzw Ne(s)t koppelen we daarom een verdere financiële ondersteuning aan een nieuwe inrichtende macht met nieuwe bestuursorganen, waarin bestuurders zetelen met voldoende ervaring in de jeugdhulp, en dit zowel als bestuurder financieel deskundig als pedagogisch in staat om te superviseren.
Sluiten was ook een optie, maar we hebben voor deze piste gekozen omdat we het initiatief liever in een gereguleerd kader zien opereren en uiteraard met de kwaliteitsgaranties waarover ik sprak, zodat de activiteiten kunnen blijven plaatsvinden in het kader waarop we als overheid toezicht kunnen blijven hebben, vooral in het belang van het welzijn van de opgevangen meisjes.
Er zal daarom een nieuwe projectovereenkomst worden opgesteld met de nieuwe vzw, waarin een duidelijke fasering en een strikte conditionalisering in de vorm van de resultaatverbintenissen worden opgenomen. Dit moet leiden tot resultaten op korte termijn.
In een eerste fase verwachten we dat de nieuwe vzw erin slaagt om aan te tonen dat ze de principes van goed bestuur in haar werking verankert. Dit veronderstelt uitgeschreven rollen en verantwoordelijkheden van de bestuurders en van de medewerkers, en procedures inzake vorming, training en opleiding (VTO), aanwerving, functieomschrijving en sanctiebeleid voor alle medewerkers en vrijwilligers.
Op inhoudelijk vlak worden er in de overeenkomst heldere verwachtingen geformuleerd rond samenwerking met partners zoals pleegzorg, het opmaken van cliëntendossiers, het organiseren van de rondetafelconferenties, het hanteren van pedagogische kaders en contact houden met de cliënten. Op de elementen om de veiligheid van de cliënt te garanderen, kom ik terug in het tweede deel van uw vraag.
Inzake het financiële luik worden in de overeenkomst verwachtingen geëxpliciteerd rond de uitbetaling van de onkostenvergoeding en de combinatie van pleegzorgvergoeding, en de projectsubsidiëring in een transparant boekhoudkundig kader.
Op welke manier zal de vzw verder worden opgevolgd door het agentschap? De nieuwe overeenkomst voor de duurtijd van een jaar zal pas worden afgesloten wanneer de nieuwe vzw voldoet aan de verwachtingen inzake de principes van goed bestuur. De opvolging van de doelstellingen en acties gebeurt binnen een stuurgroep waar Opgroeien deel van uitmaakt.
We verwachten dat de raad van bestuur maandelijks zal rapporteren over de voortgang en de realisatie van de gestelde doelen. Ook de verslaggeving van de bijeenkomsten van de raad van bestuur zal beschikbaar zijn voor het agentschap. Eind oktober voorziet Opgroeien in een nieuwe doorlichting door Zorginspectie. Als uit de doorlichting of de maandelijkse opvolging blijkt dat er niet aan deze resultaatsverbintenis wordt voldaan, wordt het aanbod alsnog afgebouwd.
Mevrouw Schryvers, u zei dat uit eerdere getuigenissen is gebleken dat op het adres van de vzw ook tienerpooiers kwamen, terwijl het project past in het beschermen van de slachtoffers. Hierover zegt Zorginspectie: “Het systeem van toegangscontrole is onvoldoende eenduidig en transparant.” In het licht van uw vraag was dat een zorgwekkende vaststelling, want het betekent dat we niet kunnen uitsluiten dat tienerpooiers effectief op dat adres kwamen. We vragen daarom ook aan de nieuwe vzw om onmiddellijk een aantal acties te ondernemen met betrekking tot het beleid rond beveiliging en veiligheid, en dat niet alleen op papier, maar ook in de praktijk.
Dat beleid zet in op verschillende dimensies. Een, de procedures en de afspraken omtrent het binnenlaten en het ontvangen van externen. Twee, het registreren van de whereabouts van de jongeren. Drie, een pedagogische aanpak waarin het thema veiligheid prominent aanwezig is. Bijvoorbeeld, wat doe je indien een tienerpooier zich aandient of druk uitoefent om zich op het adres te begeven? Hoe ga je daarover met de mensen in gesprek? Hoe kun je anticiperen? Vier, het beter fysiek beveiligen van het huis en de tuin.
Ten vijfde is er de samenwerking met de jeugdrechtbank, bijvoorbeeld door zicht te houden op de contactverboden en door problemen op dat vlak tijdig te signaleren. Ten zesde is er de samenwerking met de politie en het parket, bijvoorbeeld door regelmatig te checken wie aanwezig was en welke vragen er zijn en door tijdig te signaleren of er indicaties zijn dat tienerpooiers fysiek of virtueel invloed uitoefenen. Het veiligheidsaspect zal een structureel deel uitmaken van de opvolging door een stuurgroep.
Als we het aspect ‘toegang en geheimhouding’ wat verbreden, dan spreken we in dit geval van een laagdrempelig, kleinschalig initiatief dat niet dezelfde functionaliteiten en mogelijkheden heeft als een beveiligde of gesloten opvang in de gemeenschapsinstellingen. De locatie van een dergelijk project geheimhouden is nagenoeg onmogelijk en daarom is het belangrijk om intern heldere afspraken en procedures te maken die de veiligheid van jongeren op andere manieren kan garanderen, maar daar ben ik daarnet al op ingegaan.
Minstens even belangrijk is de samenwerkingsrelatie die hieromtrent wordt aangegaan met de politie, het parket de jeugdrechtbank, zodat men in nauwe samenwerking met de consulenten kan escaleren en andere oplossingen kan zoeken indien de integriteit van de meisjes effectief in gevaar zou komen. Het zal ook aan de lokale begeleiders zijn om in nauw overleg met de betrokken diensten een risico-inschatting te maken en er waar nodig ook naar te handelen. Dat betekent bijvoorbeeld dat men voor die meisjes van wie men denkt dat men binnen de opvang de integriteit niet genoeg kan garanderen, samen met de partners naar andere mogelijkheden zoekt. Daarvoor kan er tussen de verschillende opvanginitiatieven op casusniveau samengewerkt worden. Ik heb gevraagd aan Opgroeien om te bekijken hoe dat gefaciliteerd kan worden.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Als ik dat uitvoerige antwoord hoor, dan wordt mij duidelijk dat er heel veel werk aan de winkel was en is. Dat doet me terugdenken aan 2016, toen er voor de eerste keer een globaal plan werd opgesteld met betrekking tot de aanpak van tienerpooiers, met heel veel verschillende facetten. Toen werd vrij snel gewezen op die kleinschalige opvang. Het relaas dat ik nu hoor, maakt me nu wel duidelijk dat het niet genoeg is om veel sympathie te hebben voor een bepaald project of om ervan overtuigd te zijn dat iets wel zal kunnen werken. Kleinschalige begeleiding en een veilige haven bieden aan meisjes die slachtoffer zijn van tienerpooiers, is niet genoeg. Wie een dergelijk initiatief organiseert en opvolgt, moet meer capaciteiten hebben dan enkel dat. Dat moet op een goede manier ondersteund en opgevolgd worden. Want als ik uw relaas hoor, minister, dan waren er heel wat zaken die toch niet in orde waren, zowel op inhoudelijk en financieel als op bestuurlijk vlak. Het was dan wel niet moedwillig, maar de gevolgen waren er wel en ze raakten na een eerste inspectie en korte opvolging ook niet opgelost.
Ik denk dat de maatregelen die genomen zijn, goed zijn. Wij blijven geloven in die kleinschalige opvang, maar dan moet dat natuurlijk goed opgevolgd worden en dan moet er natuurlijk voldoende bestuurskracht aanwezig zijn om dat waar te maken. Dat is des te belangrijker omdat het natuurlijk gaat om een zeer kwetsbare groep. Het gaat om meisjes die, zoals u zegt, vaak verkracht zijn of misbruikt en misleid zijn en daardoor geen vertrouwen meer hebben in mensen. Zij riskeren om eens te meer niet de veilige haven te vinden die hun eigenlijk geboden moet worden. Het belangrijkste is dus om alleszins te zorgen voor die veilige haven.
De bekommernis rond de locatie blijft, natuurlijk. U zegt dat het in dezen niet mogelijk is om het adres absoluut geheim te houden. Ik begrijp natuurlijk dat het zeer moeilijk is en het is natuurlijk ook zeer essentieel dat er ook andere, omkaderende beveiligingsmaatregelen worden genomen, zoals u er een heel aantal hebt opgesomd. Maar is er in dezen al gedacht aan een ander adres? Want hier gaat het natuurlijk om een doorstart, wat iets anders is dan een nieuw initiatief waarbij je van bij het begin van start zou gaan met al die maatregelen.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, zoals aangekaart, heb ik u vroeger al eens een vraag gesteld in verband met dit dossier. In uw antwoord heb ik niet gehoord – tenzij ik het niet volledig heb gehoord – hoeveel ex-leden van de raad van bestuur er zijn gehoord en hoeveel meisjes die vroeger hebben verbleven in de voorziening of in Ne(s)t, uiteindelijk werden gehoord in deze procedure.
Het zou ons uiteraard ook benieuwen om het rapport te kunnen inzien, en ook het financieel verslag dat daarbij komt. Zoals ondertussen traditie is, verwijs ik ook nog eens naar het initiatief in Franstalig België dat Esperanto heet en er wel in slaagt om helemaal anoniem meisjes te ontheemden in een redelijke gezinscontext. Het lijkt er niet helemaal op, maar het komt er wel dichter bij: het is niet gewoon een voorziening. Zij slagen erin om het adres geheim te houden en ervoor te zorgen dat tienerpooiers daar niet aan de deur komen staan.
Wij blijven dit dossier met bijzondere aandacht opvolgen, minister, omdat wij ons hier echt zorgen over hebben gemaakt. We hopen dat deze kleinschalige opvanginitiatieven verder kunnen doorgroeien en professionaliseren. Ik heb wel een goed oog op een aantal nieuwe bestuurders die zijn aangetrokken. Ik hoop dat zij erin slagen een succesvolle doorstart te maken, zonder de mankementen die wij hebben aangehaald.
Minister Beke heeft het woord.
Het is geen enkel probleem om het dossier te laten inzien door diegenen die dat willen. Als we dat binnen de juiste afspraken kunnen doen, is dat geen enkel probleem.
Ik denk dat iedereen dezelfde bekommernissen heeft. Er is een noodzaak om deze meisjes te kunnen opvangen in een beveiligde en beschermde context, maar ook op de juiste manier. Met het traject dat nu is afgelegd, weet men heel duidelijk wat men daarvan kan verwachten. Dit is zeer sterk geconditionaliseerd en we zullen dit dus ook van nabij moeten opvolgen.
Ik heb begrepen dat de nieuwe statuten vandaag werden ingediend, ook van de nieuwe vzw, Klaproos vzw. Een aantal randvoorwaarden moeten worden vervuld.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik wil u vragen om dit dossier toch van kortbij op te volgen. Want het is duidelijk dat er heel wat zaken zijn misgelopen. We beginnen nu opnieuw, met een aantal duidelijke doelstellingen, maar ook met een aantal kanttekeningen, over waar er zaken moeten worden verbeterd. Het is het moment om dat nu op een goede manier op te volgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.