Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
De heer Schiltz heeft het woord.
Voorzitter, ik heb een vraag om uitleg over de openbare verlichting. Een tijdje geleden hebben we vernomen dat 170 Vlaamse steden en gemeenten hun straatverlichting voor een totaalbedrag van maar liefst 150 miljoen euro aan energie-intercommunales hebben verkocht. Vervolgens is een financiële constructie opgezet. De gemeenten krijgen een gedeelte van de waarde van de verlichting uitgekeerd. Een gedeelte hiervan wordt uitbetaald in aandelen, maar om tot een financieel sluitend geheel te komen, worden de investeringskosten afgetrokken van de dividenden op die aandelen.
Het is op zich niet onlogisch dat steden en gemeenten hun verlichting plots verkopen. In het Vlaams regeerakkoord staat dat we met zijn allen willen trachten om alle openbare verlichting in Vlaanderen tegen 2030 te ver-led-en. Een bijkomende ambitie in het Vlaams regeerakkoord bestaat erin de onderhoudskosten voor de openbare verlichting niet langer in de distributienettarieven door te rekenen. Aangezien de intercommunales en hun operator, Fluvius, nu de ver-led-ing zullen uitvoeren, moeten we er natuurlijk extra aandacht aan besteden dat ze de kosten niet simpelweg in de tarieven doorrekenen.
Minister, hoe staat u tegenover de verkoop van de openbare verlichting? Welke andere mogelijkheden ziet u om steden en gemeenten mee te krijgen in de ver-led-ingsoperatie tegen 2030? Is voorzien in stimulerende of andere maatregelen? Welke aanpak wilt u hanteren om die doelstelling in haar geheel, los van de 170 steden en gemeenten die dit al hebben gedaan, te bereiken? Hoe wilt u er werk van maken dat de onderhoudskosten voor de openbare verlichting niet langer in de distributienettarieven worden verrekend? Dit is niet enkel een bezorgdheid om de toekomst. Het gaat er ook om de huidige doorrekening aan te pakken.
Minister Demir heeft het woord.
De inbreng van openbare verlichting in de energie-intercommunales is niet nieuw. Dat is eerder gebeurd. Deze aanpak wordt nu door Fluvius uitgerold naar alle Vlaamse steden en gemeenten. Op basis van informatie van Fluvius hebben ondertussen 242 steden en gemeenten gekozen voor de nieuwe aanpak, dus zo’n 80 procent van de 300 steden en gemeenten. Het zijn de steden en gemeenten zelf die autonoom bevoegd zijn voor hun lokale openbare verlichting. Ik ga ervan uit dat ze deze beslissing weloverwogen genomen hebben.
De beslissing van de gemeenten is trouwens omkeerbaar. Zij kunnen, indien gewenst, opnieuw uittreden. De gemeenten behouden hun beslissingsbevoegdheid over de openbare verlichting. Ook nadat de gemeenten hun openbare verlichting hebben ingebracht in hun distributienetbeheerder bepalen zij bijvoorbeeld in overleg met hun distributienetbeheerder nog altijd de prioriteiten van verledding, de verlichtingsniveaus en de verlichtingsperiodes.
Het grote succes van het aanbod wijst er toch op dat deze vorm van samenwerking een aanzienlijk voordeel oplevert voor de lokale overheden, hetzij financieel, hetzij administratief-technisch. De overdrachten gebeuren overigens steeds op basis van een meerjarig investeringsplan met het oog op 100 procent verledding tegen ten laatste 2030. De belangrijkste voordelen voor de gemeenten zijn de spreiding van de investeringen van de verledding, de snellere realisatie van energiebesparing en van de vermindering van de CO2-uitstoot, en lagere kosten als gevolg van schaalvoordelen.
De volledige verledding tegen 2030, zoals vooropgesteld in het regeerakkoord, is ambitieus. Vandaag is slechts 13 procent van de 1,2 miljoen openbareverlichtingspunten verled. Om de doelstelling te halen, is een verdrievoudiging van het investeringsritme vereist.
De steden en gemeenten hebben zelf ook heel ambitieuze klimaatdoelstellingen in het kader van de burgemeestersconvenant en zijn zeker mee in het verhaal van de verledding. Zo ondertekende de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), samen met Agoria en Fluvius, eerder reeds een intentieverklaring om alle 1,2 miljoen verlichtingspunten tegen uiterlijk 2030 van slimme led-technologie te voorzien. Hiermee nemen de Vlaamse steden en gemeenten een pioniersrol in Europa op. Deze investering zal steden en gemeenten helpen om jaarlijks 54 miljoen euro op het energieverbruik te besparen, alsook 44.000 ton aan CO2-uitstoot. Dat is een win-winsituatie.
De Vlaamse Regering wil nauw samenwerken met alle actoren om deze uitdaging zo snel en kostenefficiënt mogelijk aan te pakken, waarbij de finale bevoegdheid bij de steden en gemeenten ligt. Er zijn in grote lijnen vier mogelijkheden voor steden en gemeenten om hun openbare verlichting te organiseren en in dat kader de verledding te realiseren. Ik verwijs hiervoor naar het voorstel van resolutie van de heren Gryffroy, Bothuyne, Schiltz, de dames Wouters en Taeldeman en de heer Vandaele betreffende het stimuleren van slimme en duurzame openbare verlichting in Vlaanderen, waarin de optie ‘overdracht naar distributienetbeheerder’ overigens ook expliciet als de financieel meest interessante werd benoemd .
De Vlaamse Regering wil in dit kader nauw samenwerken met in de eerste plaats de steden en gemeenten die in deze autonoom bevoegd zijn. De Vlaamse Regering erkent de sleutelrol die steden en gemeenten spelen in het Vlaamse energie- en klimaatbeleid en wil de lokale overheden verder ondersteunen. Zoals bepaald in het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2030 zullen we daarom een pact afsluiten tussen de Vlaamse overheid, de steden en gemeenten en de VVSG. Dit pact zal de basis leggen voor een permanente dialoog en een structurele samenwerking en zal via wederzijdse engagementen onder andere het energie- en klimaatbeleid van beide bestuursniveaus versterken. In dit kader zal ook de openbare verlichting besproken worden en zullen we samen kijken hoe we de verledding van de openbare verlichting zo snel en kostenefficiënt mogelijk kunnen en moeten realiseren.
Het onderhoud van de openbare verlichting niet langer via de distributienetbeheerdertarieven verrekenen, vereist een wijzigingsbesluit op de huidige openbaredienstverplichtingen. Dit wijzigingsbesluit moet worden goedgekeurd door de Vlaamse Regering en zal worden voorbereid door het Vlaams Energieagentschap. Dat is de weg die ik wil bewandelen.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, het is natuurlijk evident dat een bedrijf als Fluvius schaalvoordelen kan opleveren en heel wat expertise heeft in het omgaan met steden en gemeenten. Uiteraard hebben we die mogelijkheid opgenomen in de resolutie. In die resolutie stonden echter ook nog een aantal andere dingen, zoals de opportuniteiten om op de private markt rond te kijken. Het model dat Fluvius aanhangt is heel eenvoudig, maar ze vertrekken uiteraard vanuit hun energie-expertise. Ondertussen weten we dat er ook andere systemen zijn, zoals ‘Light as a Service’. Ik weet wel dat ‘as a service’ een beetje een modewoord aan het worden is, maar op het vlak van licht bestaat dit al heel lang. Gemeenten of gebruikers betalen per uur licht en niet voor infrastructuur en dergelijke meer. Ik weet niet of Fluvius in die richting zal opereren.
Daarnaast is het bezit van de verlichtingspalen ook niet zo onschuldig. Verlichtingspalen vormen steeds meer knooppunten, niet alleen van elektriciteit en licht maar ook van dataverkeer en dergelijke. Ze worden heel vaak in smartcitysystemen ingeschakeld. Ik ben dus een beetje bezorgd. We hebben in het regeerakkoord met z'n allen aangedrongen op een evaluatie en een kerntakendebat van de netbeheerder. Wanneer ze nu natuurlijk al die palen in handen krijgen, dan begint dat bedrijf steeds meer te groeien. Als een bedrijf nadien met een smartcityoplossing aan de slag zou willen gaan, dan moeten ze opnieuw langs Fluvius. Dan is maar zeer de vraag of Fluvius nog bereid is om er afstand van te doen of mee wil stappen in dergelijk verhaal als het niet in hun business past.
Nog niet alle steden en gemeenten hebben de verlichtingspalen verkocht. In Halle bijvoorbeeld heeft de gemeente beslist om een soort van coöperatief systeem op te zetten waarbij de burgers eigenaar worden van de verlichtingspalen en op die manier in zo'n project te stappen van ‘Light as a Service’ gecombineerd met mogelijke andere smartcitytoepassingen.
Er is dus een ‘plejade’ aan interessante oplossingen voorhanden om in een versneld verleddingstraject te stappen, maar waar ook andere opportuniteiten in liggen. Ik wil u oproepen om ons ervoor te behoeden dat Fluvius een monopolie zou krijgen en dat dit de alleenzaligmakende oplossing is. Er zijn zeker in het innovatieve landschap in Vlaanderen tal van oplossingen voorhanden die mogelijks onderzocht kunnen en moeten worden en hun toepassing zouden kunnen krijgen. Ook dat was een oproep in de resolutie van 2019.
We kijken uit naar het wijzigingsbesluit voor de kosten en hopen dat er snel werk van wordt gemaakt. Goed bezig, zou ik zeggen!
De vraag om uitleg is afgehandeld.