Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, op 1 januari 2021 zal het nieuwe woningkwaliteitsinstrumentarium in werking treden. Een van de grotere wijzigingen is het verlaten van de strafpuntenbenadering ten voordele van een categorisering met bijhorende gevolgen. Zo zal een gebrek van categorie III leiden tot een onbewoonbaarverklaring en een gebrek van categorie II tot een ongeschiktheidsverklaring. Een gebrek van categorie I heeft niet meteen een rechtstreeks gevolg, maar zij worden wel bijgehouden en opgevolgd.
In de Vlaamse Wooncode is bepaald dat een gemeente via een verordening een conformiteitsattest kan verplichten, al dan niet voor een gedeelte van het patrimonium op haar grondgebied. De minister moet deze verordening goedkeuren vooraleer ze in werking kan treden, en we zien dat er op het terrein heel wat beweging is en dat er een heel aantal gemeenten aan de slag gegaan zijn met dergelijke verordeningen. Het is natuurlijk heel goed dat onze lokale besturen mee werk zullen maken van die woningkwaliteit en daar mee op zullen toezien, alleen heb ik een bepaalde bekommernis met betrekking tot de overgang van het ene naar het andere systeem. De nieuwe reglementen die nu op heel wat gemeenteraden besproken worden, verwijzen vaak nog wel naar de strafpunten. Dat is logisch in de huidige omstandigheden, maar er wordt niet alleen naar verwezen voor de weigering van een conformiteitsattest – indien men vijftien of meer strafpunten heeft –, maar ook voor de geldigheidsduur van het conformiteitsattest. Dit kan naar de toekomst toe mogelijk voor verwarring zorgen. Zo zullen een aantal gebreken die nu negen strafpunten opleveren, toch een gebrek van categorie II uitmaken, waardoor men eigenlijk geen conformiteitsattest kan afleveren. Net zo zullen bepalingen die de geldigheidsduur van het conformiteitsattest laten afhangen van het aantal strafpunten, zonder voorwerp worden.
Het is uiteraard aan de gemeenten zelf om ervoor te zorgen dat hun regelgeving in overeenstemming is met de decretale bepalingen. Dat spreekt voor zich. We zien wel dat er nu nog steeds gemeenten bezig zijn met de opmaak van een verordening tot verplichting van conformiteitsattesten waarbij de strafpunten een criterium zijn waaraan rechtsgevolgen vasthangen, zoals ik daarnet al heb gezegd. Dat betekent concreet dat die verordeningen maximum een jaar geldig zouden kunnen zijn, vooraleer ze opnieuw aangepast zouden moeten worden.
Hoe zult u ervoor zorgen dat de overgang van het strafpuntensysteem naar het categoriesysteem ook tijdig en correct wordt toegepast met betrekking tot de verordeningen die een conformiteitsattest verplicht stellen? Zult u uw goedkeuringstoezicht gebruiken om vanaf 2020 zulke verordeningen te weigeren indien ze een verwijzing bevatten naar de strafpunten? Zult u proactief contact opnemen met de gemeenten die reeds een goedgekeurde verordening hebben? De belangrijkste doelstelling van mijn vraag is natuurlijk om ervoor te zorgen dat we niet in een vacuüm terechtkomen of in een situatie waarbij er tegenstrijdigheden zouden kunnen zijn.
Minister Diependaele heeft het woord.
Eerst en vooral is het conformiteitsattest op dit moment een verplichting in een veertigtal gemeenten. Meestal is die verplichting gefaseerd ingevoerd of hangt ze af van de ouderdom van een woning of van een bepaald gebied. De strafpuntenmethodiek speelt daarin, voor alle duidelijkheid, geen rol. Die staat daar los van.
Nu, waar zit er wel een probleem? Naast het invoeren van een verplichting kunnen gemeenten ook de geldigheidsduur van een conformiteitsattest beperken – standaard is zo’n attest 10 jaar geldig. Zo’n 69 gemeenten hebben dat effectief gedaan en in een aantal gemeenten gebeurde dat op basis van het strafpuntentotaal van de betrokken woningen. Die verordeningen moeten tegen eind 2020 aangepast worden, zodat ze conform zijn aan de gewijzigde methodiek, zonder strafpunten. Ze hebben dus nog iets meer dan een jaar de tijd, tot eind volgend jaar. Tegen 1 januari 2021 moet dat dus in orde zijn.
Er is geen goedkeuringsprocedure voorzien voor deze reglementen. Gemeenten moeten ze gewoon aan het Agentschap Wonen-Vlaanderen bezorgen. Het agentschap respecteert zelf beperkte geldigheidsduren, als ze conformiteitsattesten uitreikt en, zoals u zelf in uw vraag stelde, is het natuurlijk de verantwoordelijkheid van de gemeenten om zich te conformeren aan de regelgeving.
Welke acties zijn er ondertussen al ondernomen? De omzettingsdatum is begin 2021. Wonen-Vlaanderen heeft dat al op zijn website gezet en in de nieuwsbrief gecommuniceerd. Er is ondertussen ook een uitgebreid communicatie- en opleidingsplan opgesteld in functie van de implementatie van die wijziging, van de nieuwe regelgeving. Volgende maand worden er infosessies opgestart voor de gemeenten, trouwens niet alleen over deze regelgeving. Tijdens die sessies zullen de gevolgen van de nieuwe regelgeving voor de gemeentelijke woningkwaliteitsreglementen voor een eerste meegegeven worden. Er zal dan ook nog gerichte communicatie komen naar die gemeenten waarvan we weten dat er aanpassingen moeten gebeuren. Indien nodig, zal het agentschap ook ondersteuning bieden om die aanpassingen door te voeren.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Er is inderdaad een probleem met de geldigheidsduur, maar ik meen toch te weten dat in heel wat gemeenten er op die manier wordt gewerkt. Er zijn gemeenten waar men er zelfs nu nog mee bezig is en waar men van start zal gaan op 1 januari. Ik stel me dan de vraag of dit op termijn niet om problemen vragen is. Ik denk dat de regelgeving niet toelaat dat een gemeente nu al sneller met het nieuwe systeem van start zou gaan. Het zou natuurlijk gemakkelijker zijn als dat zou kunnen zodat men niet nadien nog een reglement moet aanpassen.
Minister, ziet u hiervoor mogelijkheden? Indien niet, gaat u dan proactief met die gemeenten contact opnemen waarvan u weet dat er momenteel nog reglementen in uitvoering gaan die de geldigheidsduur vasthangen aan het aantal strafpunten, zodat zij tijdig kunnen werken aan het nieuwe systeem en aan de omslag?
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
De bezorgdheid van mevrouw Schryvers is terecht, maar ik denk dat de minister die bezorgdheid wel grotendeels heeft weggenomen. De infosessies die Wonen-Vlaanderen zal organiseren, zullen zeker nodig zijn. Mijn stad is zelf in die situatie. We hebben nog niet het verplichte conformiteitsattest maar het staat wel in ons bestuursakkoord ingeschreven. De diensten zijn er volop mee bezig. Zij moeten nu inderdaad al goed op de hoogte zijn van het nieuwe systeem, anders heb je een systeem dat na een jaar weer moet worden aangepast. Een jaar is snel om en u weet welke mallemolen gemeentelijke beslissingen moeten doorgaan. Het is belangrijk om zeer goed te informeren en om onmiddellijk het juiste en nieuwe systeem in de verplichting van de C-attesten in te voeren.
Nogmaals, ik denk dat het sowieso een heel goede zaak is om die conformiteitsattesten over heel Vlaanderen verplicht te maken. Het is een heel goede maatregel voor de woonkwaliteit. De sociale huurmarkt is al zeer kwaliteitsvol maar de private huurmarkt hinkt achterop, zeker wat de oude woningen betreft. Het is een goede maatregel, maar het is belangrijk om goed te informeren en dubbel werk en vacuüms te vermijden.
Minister Diependaele heeft het woord.
Zoals mevrouw Smeyers zegt, gaan we er alles aan doen om die gemeenten te informeren, maar wij kunnen natuurlijk niet verhinderen dat zij nog andere initiatieven nemen. Het decreet is ook maar van 29 maart 2019. In dat decreet is er geen overgangsbepaling of wat dan ook. Er kan dus geen dubbelloop zijn. Er is wel – door het parlement trouwens – voor geopteerd om de ingangsdatum op 1 januari 2021 te zetten, net om aan de gemeenten voldoende tijd te geven om zich aan te passen. Dat er nu toch nog gemeenten zouden zijn die die andere reglementen invoeren, dat kunnen we alleen maar betreuren. Van onze kant zullen we ervoor zorgen dat de informatie zo goed en zo snel mogelijk wordt gegeven. Zoals ik zei in mijn eerste antwoord, zullen we die gemeenten voldoende ondersteunen als ze erom vragen.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, spijtig genoeg is het effectief zo dat er nog gemeenten mee van start gaan. Er zijn zelfs intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die het op deze manier voor hun aangesloten gemeenten uitwerken. Op termijn is dat om problemen vragen, vooral voor de mensen die ermee worden geconfronteerd en die met onduidelijkheden blijven zitten.
Minister, ik ben al tevreden dat u zegt dat u heel goed zult informeren zowel op de infomomenten als proactief naar de gemeenten waarvan we weten dat ze zich in die situatie bevinden. Ik apprecieer dat.
De vraag om uitleg is afgehandeld.